De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 6 januari pagina 11

6 januari 1895 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 915 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 Een hartelijk afscheid. (29 December 1894). KOOR (na afloop der f eestvoorstelling, 's nachts te half een): Dag meneer Veltman, dag gezegende Veltman, God laatje gezond, je gaat nog niet heen hoor! je komt nog eens weerom!" Snuifles. Ik zie daar, dat generaal Riu inde Fransche Kamer het f t voorgesteld, om er nog een nieuwe ridderorde bij aan te schaffen. Hij vindt dat niet iedereen een Lfgion d' Ilonneur kan krijgen, en dat ben ik heelemaal met hem eens. En toch zegt hij, wil ieder graag geridderd zijn. Dat slaat natuurlijk alleen op Frankrijk. De professoren hebben er het violette lint; maar da kooplieden en industrieelen blijven daar nuchter van; Officier d' Académie is ook al geen passende titel voor iemand die in den handel is, en het groene lintje van de Mérite agricole past evenmin in zijn knoopsgat. Dus: maak een nieuwe ridderorde, pour Ie Mérite industriel et commercial". Die redeneering is zoo ge zond als een visch, en ik begrijp niet, dat de collega's van den verstandigen generaal niet met warmte zijn voorstel hebben ont vangen. Ik zou zelfs met genoegen zien dat hier te lande ook nog een paar ordes meer werden ingesteld. Het ia waar, er is tegenwoordig makkelijk aankomen aan een Simon Bolivar, een Verlosser van Venezuela, een Draak van Annam; zelfs de Christus van Portugal en de Zwarte Ster van den goeden Toffa zijn geen idealen meer die wij alleen in onze droomen de onze durven noemen maar die liggen toch allen wat ver van huis, en er zijn heel veel menschen, die voor een onderscheiding van zoo'n vreemden snoeshaan minder gevoel hebben dan voor een eigen orde, die je een heel stuk ver zal brengen, wan neer je ambitie gevoelt voor het lidmaatschap van den gemeenteraad, of het penningmeester schap van de sociëteit. Wij hebben de OranjeNassau, met en zonder de z\yaarden goed; maar die kun je al weer niet aan iedereen geven, en hoe meer menschen er geridderd worden, ook in Nederland, hoe beter. Plet moreel van de maatschappij zal er enorm door stijgen. Zola heeft op zijn bezoek bij den koning j van Italiëverteld, dat hij eigenlijk maar bij ongeluk Franschman is, en in Italiëthuis hoort. Hij heeft te Venetiënasporingen laten doen. en nu blijkt, dat hij van Daltnatisciie afstamming is, en oorspronkelijk Zolla heette Ik donk dat hij nu weldra een visite zal gaan maken aan Franz Joseph, on den keizer vertellen, dat hij, als het erop aankomt, een Oostenrijker is van origine. Ook is het de vraag, of de Dalmatiërs en de andere be woners van het schiereiland dat vroi'ger Griekenland heette, wol nauwkeurig uit elkan der zijn te houden. Wie weet. of hij niet, den Servischen vorst ziende, zich tot diens onderdanen zal kunnen rekenen, en dan bij voorbeeld Zollae of Zollatsch heeten. Zoo kan hij, als hij zijn best doet en een paar geleerden helpen hem, nog wel een Turk worden met den naam Holiman. Wie weot of de sultan hem dan, daar hij zoo'n expert is in liefdezaken. niet een dag of veertien in den harem zou laten. Wij konden dan weldra een Turksche Nana van hem te lezen krijgen, en dat zou, geloof ik, iets superfijns zijn. Gesprek tusschen een Haagschen vader en zoon over de gemeentewerken. Pa; waarom worden toch al die mooie boomen op den Hoogenwal omgehaald? Mijn zoon. de kwaal dezer eeuw om te oordcelen over zaken waarvan men niets weet. schijnt u ook al eigen te zijn. Die boomen waren niet mooi, maar integendeel zeer leelijk een schande voor de residentie. Er was er geen een hij die gelijk was aan den anderen ; zij waren, met een enkele uitzondering, allen scheef' en krom. en de takken van n der boomen zaten zelfs verward in die van zijn buurman. Nu dat stond wel leuk, pa! Dat stond zeer onordelijk, mijn zoon. Zooiets kan men nog toelaten in een bosch; in een stad als den Haag komt het in 't geheel niet te pas, en wij mogen dankbaar zijn, dat aan dezen schandelijken toestand een einde komt, en onze oogen niet langer gekweld zullen worden door deze ergerlijke onregelmatigheden. Bovendien zal nu onze stad een fraaien verkeersweg krijgen, die het oude niet het nieuwe gedeelte verbindt. Maar pa, dat zal dan tocli een verkeerde weg zijn, want 's zomers zal er i,iemand kun nen loopen, vanwege de felle zon; dan loopt iedereen tocli de Toussaintkade. Die opmerking is zeer ongepast, mijn zoon, en mocht het blijken dat zij waarheid bevatte, wat zou dun nog liet gemeentebe stuur beletten, ook daar de boomen, die even min regelmatig van vorm zijn, om te hakkrn ; doch gij vergist u daarenboven schromelijk: het plan beslaat eenige rechte boomen, die gelijk en gelijkvormig aan elkander zijn, van elders naar dozen wal u vu1 te plaatsen, en die op zuivrr gelijke afstanden te planten. -- Pa ik dacht dat boomen die op zekeren leeftijd overgeplant worden. meosUil doodgaan. Dit is werkelijk de eerste verstandige opmerking die «ij maakt, mijn zoon; het kan in enkele gevallen voorkomen dat een boom die overgvplant wordt, aan de gevolgen be zwijkt, maar dit is nooit liet geval wanneer zulks geschiedt op last. van den wethouder van openbare werken. Gij kondt dit nog niet weten, omdat gij in dit opzicht te weinig er varing hebt. doch gij zult, naarmate gij ouder on wij/er wordt, leere.n bestHen, dat wat door hst gezag gedaan wordt, goed gulaan is, dat die maatregelen steeds beschermd worden door een Hoogere Macht, on dat het nie mand past. daarop aanmerkingen te maken. Nu ik u daarover toch moet onderhouden. geloof ik flat het oogenblik niet ongunstig gekozen is. om u op een ('rustig teeken des lïjds te wijzigen, dat zeer zeker ook eenigermate de aanleiding zal zijn geweest voor deze maatregelen vai\ het bestuur onzer stad. Ziet mijn zoon, er is in den laatsten tijd een groote mate van wuf'lheid te bespeuren bij het jongere geslacht; orde on netheid ver dwijnen, en eeno ziekelijke vereering voor kromme, wanstaltige lijnen en vormen treedt meer en nifor op den voorgrond, onder den valschon naam van «artistieke neiging". Artisticiteit is alleen denkbaar met orde on regelmaat tol basis, en moet dan nog altijd ais nevenzaak. als amu-ement beschouwd ! worden. Dit ziet, de wui't.heid van dezen tijd ' over 't hoofd. i De pvactische ernstige zijde van het leven | mag nooit worden overschaduwd door oen [ ziekelijke vorecring voor iets wat geen on| middellijk voorde;:! afwerpt, zooals een mooi j stukje natuur b. v. j Dit omgekaptt- bout zal u nan de waarde j (lo;>n denken, dio hier jaren lang renteloos heeft gestaan ; <lo rechte lijnen der nieuwe boulevard zullen langzamerhand uw oog ge wennen aan regelmaat on orde, on de vorm der nieuwe boomen zal u herinneren dat ook tle mensch onder -ille omstandigheden stoeds eene correcte houding heeft aan te nomen en te bewaren. Op deze wijze zullen de openbare werken, schier ongemerkt er toe bijdragen een anderen geest bij het jongere geslacht aan te kweeken. -- Maar de geest van omverwerping zal er niet beter op_ worden. Wat zei je daar jongen ? Of er nu met omverwerping nog meer verbeterd moet worden. Zeker, naar alle waarschijnlijkheid komen nu Plein 1813, Mauritskade en het Voorhout aan de beurt; daarna de Vijverberg, dan . .. Pa, nu u toch van den Vijverberg spreekt, waar dient eigenlijk de vijver voor V De Hofvijver mijn zoon, wel voor de zwanen. Nu ja, maar die kunnen evengoed ergens anders zwemmen b.y. in de vijvers in't Bosch. 't Is waar, gij hebt eenigszins gelijk, maar dan toch voor het behoud tier rijks gebouwen bij eveutueelen brand. Dan konden wij nog volstaan met een paar brandputten. Gij hebt weer gelijk mijn zoon, maar wat wildot gij dan, spreek duidelijker. Wel Pa, als de Hofvijver toch voor niets nut is, dan zou ik hem willen dempen, en als dan die leelijke hobbelige Vijverberg van onnoodig geboomte ontdaan en gelijk gemaakt was mot tic rest, dan zou er een mooi vier kant plein kunnen ontstaan; dan een muur er om met een groot hek, dat niet al te duur was, kijk dat zou wel een aardig plein kun nen worden. Jongen, jongen, nu eerst herken ik mij zelf' in mijn zoon, je hebt aanleg om wet houder van publieke werken in den Haag te worden. En dan Pa, die huizen aan den water kant weg, die sociëteit, en de gevangenpoort, dan krijgen we ruimte. Neon, pas op jongon, nu sla je weer door, die huizen brengen nog geld op, daar moet je nog voorzichtig mee wezen. ??Nu maar dan ten minste de vijver ge dempt en dan een mooi plein gemaakt, b.v. het Rocislplc.iu of het Plein rail Bellinciiavr, en dan een mooi standbeeld van een burge meester of wethouder in het midden. Ja, juist jongen, maar dan precies in 't midden, en dan vooral mooi. rechtopgaand, symetrisch hout er om heen, dat's, later goed voor masten of stengen; wij zijn toch een zeevarend volk, En flan krijgen die oude toekeningetjes van den Vijverberg ook in eens veel meer waarde, is 't niet Pa? Bravo, mijn zoon, bloed van mijn bloed, er zit oen practisehe blik in je; stel jij je maar verkiesbaar als 't zoover met de liesidentie komt, dan. kan ze nog veel plezier van je beleven.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl