Historisch Archief 1877-1940
N°. 917
DE AMSTEEDAMMER
A°. 1895.
WEEKBLAD VOOE NEDERLAND
Dit Nummer bevat een Bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 20 Januari
Abonnement per 3 maanden
Voor Indiëj>srT jaar
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar
Advertentiën van 1?5 regels /'i. 10, elke regel' meer
Reclames per regel
/'1.50,fr. p. post ? 1.65
mail,,
9.
0-125
."2t)
0.40
INHOUDt
YAN VEEEE EN VAN NABIJ: De verwaarloo
zing" van Opsteriand en Weststellingwerf, door Dr.
Yitas Bruinsma. Democratische politiek, II, door
Dr. Nijhoff. De crisis in Frankrijk. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Goedkoope woningen, (alot),
door Socius. Uit Fabian's" Dagboek. (Mof)
TOONEEL EN MUZIEK : Klein'Eyolf, van Ibsen, door
Z. Z. Z. Kroniek, door v. d. G. Muziek, in de
hoofdstad,. door Van Milligen. Aanteekeningen
Schilderkunst, door I. W. v. D. Onze Kunstnijver
heid, door J. R. de Kruyff. NEDERLAND IN
BEELD EN SCHRIFT: Fabriekswezen, door J. H. G.
KUNST EN LETTEREN: Kritiek, door I.
Gosschalk. FEUILLETON: Mijn vriend de moorde
naar, door A. Connn Doyle. I. YOOB DAMES door
E-e - INGEZONDEN. RECLAMES. VARIA.
ALLERLEI. PEN- EN POTLOODKRASSEN
ADVERTENTIEN.
lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllliiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiii
De verwaarloozing" van
Opsier
land en Weslslellingwerf.
Dat deze beide Friesche gemeenten en nog
een dertigtal anderen verwaarloosd
worden, is zeker. Als een provincie in be
volking afneemt, als elk jaar 3000 u 4000
personen meer naar elders trekken dan zich
er vestigen, als de armoede der ing zetenen
toeneemt, de belastingen hen meer en meer
ter neer drukken, en toch de bodem zijn vrucht
baarheid heeft behouden en de landbouw
wetenschap is vooruitgegaan, dan moet daar
»verwaarloozing" plaats hebben.
Dit is echter niet de soort van verwaar
loozing, waarover men het zich de volgende
week in de Tweede Kamer druk zal maken.
Dan is het niet de kwestie of de bodem en
de belangen der nijvere bevolking verwaar
loosd zijn, tegenover bevoorrechting van de
belangen der grondbezitters, doch men heeft
dan te maken met hetgeen onze Grondwet
noemt verwaarloozing van de regeling en het
bestuur van de huishouding der gemeente,
en wel verwaarloozing door den gemeente
raad. Op bovenbedoelde «hoogere" soort van
verwaarloozing, en ook op de verwaarloozing
door anderen dan door de gemeenteraden,
hebben de aanhangige wetsontwerpen betref
fende Opsteriand en Weststellingwerf geen
betrekking.
Maar wel kan men reker.en dat behalve
deze twee nog andere Friesche gemeenten
bij die wetsontwerpen betrokken zijn. Er zijn
21 onder de 43 Friesche gemeenten, die niet
zonder rijkssubsidie haar financiën in orde
kunnen houden en nu drie jaar lang van
het Rijk wat «onderstand'1 hebben genoten.
Met een half dozijn is het al in 1891 be
gonnen, doch het geheele bedrag was toen
slechts f 15,770. Doch in 1892, met Tak's
«noodwet", begon het voor goed. Ziehier wat
toen en in de beide volgende jaren de be
wuste gemeenten hebben ontvangen.
RIJKSSUBSIDIES AAN T>E FRIESCIIK GEMEENTEN:
Gemeenten.
1892.
l S 91.
Aehtkai-s pelen
jEngwirden.
Amelaud .
Barradeel .
't Bildt
Daiitumadeel
Dukkiim
Ferwenler.-ideel
Franekeradeel
Hemeliimer uiden]
Hiudeloopen
Kolluin^-rland
OoBtdonïfradi
Ooststellingivei
*0psterland
Schotel-land
Smallhigerland
Stavoren
Tietjeïksteradcel
Wcstdon^eradeel
'WestsU-Uingwerf
Totaal
Gld.
5.700
2.500
500
4.000
10.000
8.000
13.000
3.000
2.01)0
700
11.000
11.000
14.500
24.000
'J.SliO
5.000
800
9.000
7.000
26.000
Gld
5.000
2.000
1.000
4.000
12.000
10.000
i.óOO
18.000
4.000
4.000
1.200
11.000
13.000
12.500
24.0DO
12.500
10.400
300
13.000
14.000
S 1.500
165.500 i 206.900
Gld.
5.000
1.500
1.000
-t. 000
8.000
10.000
3.500 l
lS.000 l
3.000 !
4.000
700
10.000
13.000
12.500
24.000
12.500
10.400
300
13.000
18.000
31.500
^(Ï.Ui
Men ziet dat in 1893 vele .gemeenten, een
14tal, meer ontvingen dan zij het vorigjaar
gehad hadden. Alle 21 te zamen kregen in
1892 f 105,500 en in 1893 f 206,900, dus
f 41,400 meer. Geen wonder, want het was
niet dat de gemeenten op een zekeren trap
van armoede stonden en daarop bleven, het
was verarming, toeneming in armoede.
De uitgaven voor armenzorg stegen, de draag
kracht der belastingschuldigen daalde, de
oorzaken van den achteruitgang bleven door
werken, er werd niets gedaan om de toe
standen te verbeteren, dus was het te be
grijpen, dat om de zaken gaande te houden
het Rijk elk jaar meer moest bijspringen.
Doch minister Van Houten heeft dat niet
gewild. Men bemerkt dat de cijfers voor 1894
ongeveer even hoog zijn als voor 1893. Eén
gemeente (Westdongeradeel) kreeg / 4000
meer, doch een andere ('t Bildt) f 4000 min
der, terwijl Frankeradeel, Kollumerland en
Hindeloopen respectievelijk f 1000, f 1000
en f 500 minder ontvingen. De overige l G
gemeenten kregen evenveel als in 1893, en
zoo heeft Van Houten het met nog /' 2500
minder gered dan zijn voorganger.
Het is de vraag of »gered" wel het rechte
woord zal blijken, als de gevolgen van die
miuisterieele zuinigheid volledig kunnen be
oordeeld worden. De zuinigheid op de olie
moet een grens hebben, als men de lamp
wil laten branden. En het is gemakkelijk
aan te toonen, dat volgens «bevoegde beoor
deelaars", niet alleen bij Opsteriand en
Weststellingwerf, maar ook bij andere gemeenten,
die grens overschreden is.
Die bevoegde beoordeelaars zijn Gedepu
teerde Staten van Friesland. Wij aanvaar
den hen gaarne als bevoegd in dezen zin,
dat wij ze volkomen in staat achten, aan
alle smeekbeden van gemeentebesturen om
een hoogere subsidie weerstand te bieden en
der Regeering te adviseeren geen hooger be
drag dan het strikt noodige te verleenen.
Welnu, men zie eens het onderstaande
lijstje van de over 1894 verleende subsidies.
Eerst vindt men daar opgegeven, w;\t de
gemeenteraden noodig achtten, daarnaast wat
Gedeputeerde Staten adviseerden toe te staan.
Het blijkt dat 13 gemeenten haar eisch door
Gedeputeerden zagen verminderd, te zamen
tot een bedrag van ? 05 397 en Opsteriand
en Weststellingwerf het allermeest, namelijk
met f 8.800 en f 14.200, terwijl slechts bij
8 gemeenten Gedeputeerden conform het ver
langen der gemeenteraden adviseerden. Doch
de Regeering kon nog in het minst niet met
Friesche Gedeputeerden meegaan. Zij gaf 4
van de laatst bedoelde gemeenten minder
dan gevraagd was en verlaagde het bedrag
van 9 der overige nog meer dan Gedepu
teerden reeds hadden gedaan, zoodat ten
slotte de sommen toegestaan werden, die in
de voorlaatste kolom zijn vermeld.
Sur.STDIES OVER "1S94-.
Gemeenten.
Xüudii: gelicht door
ilen llarui:GciU'i'.St
Ameland
Barnuleel
't liil.ll
DauUimadeel. . .
Divkkiim
Feru erdti'ndeel .
r'rani'.keradeel . .
Memel. Oideph..
Kol]iimei'iand.. .
Oiistdoniceradeel.
Oiiststelliiiii'werl'.
*()|)slerlaud. . . .
Seliiili-rlaiiil. . . .
SmaJliii!,'{'iÉlaad .
Stavoren
Tieljerksteradeel
Woldmigi-radeel
* Weststeil i ngw.
Totaal
15.000
,'iOO
22.500 7.000
21.000J 5.000
3S.200l4.200
5.3Ü7
De regeering heeft dus getoond de advie
zen van Gedeputeerde Staten niet te vertrou
wen, zij staat /"44.1G5 minder toe dan deze
noodig achten, en zoo krijgen ten laatste de
21 gemeenten te zamen ? 109.502 minder
dan zij zelf hadden verklaard te behoeven.
Opsteriand en Weststellingwerf zijn daarbij
in het bijzonder de kinderen van de rekening,
want de eerste heeft ten slotte ? 10.000, de
laatste ? 20.900 te weinig.
Bij de Kon. Besluiten, waarbij deze te
lage sommen zijn toegestaan ontbreekt alle
motiveering. De Gedeputeerde Staten heb
ben hunne adviezen aan de Regeering met
redenen omkleed ; zij toonen daarin uitvoerig
aan voor elke gemeente afzonderlijk, waarom
het bedrag, dat zij voorslaan, noodig is. Doch
ook al wijkt de regeering in haar besluit
voor eene gemeente verscheidene duizenden
guldens van het advies van Gedeputeerden
af, zij schrijft tittel noch jota neer, om daarvan
reden te geven.
Men begrijpt dat de zaken zóó spaak
moesten loopen. En dit is dan ook gebeurd,
want de ontbrekende sommen konden door
de gemeenten niet anders gevonden worden
dan door verhooging van den hoofdelijken
omslag en deze was reeds zoo hoog dat er
niet aan te denken viel hem nog meer op te
drijven. In Opsteriand worden bij het bere
kenen van den hoofdelijken omslag de
inkomsten uit bezittingen f/clieel en die uit
nijverheid voor twee derden als belastbaar
inkomen beschouwd en kan, volgens de ver
ordening, de aanslag reeds beginnen als het
jaarlijkseh inkomen ?150 bedraagt. Ziehier
hoe het nu met de percenten is die in de
laatste tien jaar werden geheven. Daarbij
moet nog in aanmerking genomen worden
dat voor het bezit van kinderen eenige ver
laging van den aanslag wordt toegestaan.
HOOFOKLI.JKK OMSLAG IX OrSTEULA.Vn.
1884. .... (i. 90 percent. Is89 .... N, is percent.
1SS5
l.reijen mire ..............
1894, UK f Hiiioo Ie /rci/iit/
rtjkxHitlisitlic ia verkretjr.ii, . . . l U 13 »
Sedert 1881 is dus de omslag toegenomen
tot aan 1891, toen de tien j/cn-cnt zoo goed
als bereikt was. Destijds was dan ook de
nood zoo hoog gestegen, dat de redding nabij
kon geacht worden. In 1S92 kwam de rijks
subsidie en de omslag kon wat verlaagd
worden, maa. bleef in dat jaar en in het
volgende toch nog omstreeks s pCt. bedragen.
Ongeveer ditzelfde bedrag, namelijk 7, s t
percent had de Raad geoordeeld ook over
189 i te heffen, doch dan zou de regeering
/" 4U.OOO aan rijks-subsidie hebben moeten
toestaan. Zij heeft slechts /' 24.000 verleend
en nu zou de Raad den hoofdelijken omslag
tot l/uren d/- tien //erf-en!, tot 10,43 percent
moeten opvoeren. Hij weigert dit te doen,
in het belang der zwaar gedrukte burgerij,
die ook reeds 25 opcenten voor de gemeente
op de personeele belasting betaalt, en zie
daar den grond, waarop de beschuldiging
steunt, dat hij de regeling en het bestuur
van de huishouding der gemeente «grovelijk
verwaarloost!''
Het wonderlijkste hierbij is, dat terwijl
Gedeputeerde Staten vroeger in krachtige
bewoordingen hebben betoogd dat inderdaad
de bedoelde gemeentelijke belasting niet hoo
ger opgevoerd kan worden, zij thans zich
plotseling scharen aan de zijde der regeering
en het de besturen van de beide gemeenten
als schuld aan rekenen, dat zij zich weiger
achtig toonen »de noodige middelen aan te
wijzen tot dekking der uitgaven voor den
dienst van 1894." En. dezelfde regeering,
die door zich niet te gedragen naar de ad
viezen der Gedeputeerden, wat betreft de
toe te kennen bedragen, de crisis heeft te
voorschijn geroepen, voldoet thans gaarne
aan hun advies, en dient een paar wetsont
werpen in om Opsteriand en Weststelling
werf onder curateele te stellen en de tien
of meer percenten hoofdelijken omslag dan
maar buiten den gemeenteraad om van de
ingezetenen te heffen.
Spoedig zullen nu ongetwijfeld dergelijke
wetsontwerpen voor 1895 moeten volgen,
want er is niet het minste vooruitzicht dat
het dit jaar anders zal gaan. Doch het is te
voorzien dat het dan voor meer dan twee
gemeenten noodig zal zijn, want er zijn wel
tien gemeentebegrootingen voor 1895, die niet
sluitend zijn te maken zonder hoogere rijks
subsidie. Op de staatsbegrooting is echter niet
meer dan het vorige jaar voor noodlijdende
gemeenten uitgetrokken.
Toch zullen de wetsontwerpen wel worden
aangenomen. De «politieke toestand", de on
misbaarheid van Van Houten in de gegeven
omstandigheden, zullen ze doen aannemen;
niet het besef dat billijkheid en recht er
door worden betracht. Als dit bij de te ver
wachten debatten duidelijk uitkomt, is er
althans iets gewonnen.
Gorredijk (Opsteriand) 10 Jan.
VITUS BKUIXMJA.
Democratische Politiet.
n.
Het denkbeeld van een volksrcquest,
waarvan ik in mijn vorig artikel sprak, laat
ik voor 't oogenblik rusten. Voor de ver
wezenlijking daarvan zijn de kansen gering,
zoolang men groote vooruitstrevende groepen
in zulke dwalingen en vooroordeelen verward
ziet, als waarvan b.v. de jongste circulaire
van het hoofdbestuur der Liberale Unie
getuigt.
Terwijl alles er voor zou pleiten, dat er
van dit lichaam uit propaganda gemaakt
werd voor het zeer uitgebreid kiesrecht;
terwijl het echec, dat die Unie met den val
van het Ministerie-Tak heeft geled'n, haar
had moeten dwingen, om het hoofdpunt van
haar vroeger program met hand en tand
vast te houden en er op alle denkbare wijze
voor te ijveren, is haar hoofdbestuur, waar
het de uitbreiding van het kiesrecht geldt,
zoo mak als een pasgeboren kind. Met het
grootste geduld wil de Liberale Unie afwach
ten, wat de a.s. Kieswet geven zal, hoewel
onbekend met hetgeen het ontwerp van het
Ministerie-Roëll-Van Houten zal bevatten
en of de vooruitstrevende liberalen er zich
bij zullen kunnen aansluiten. De Unie zegt
nog altijd op hetzelfde standpunt van 1*92
omtrent de noodzakelijkheid van een spoedige
Kiesrechtuitbreiding te staan ; maar zoo
beweert zij ? - »in afwachting van het in te
dienen ontwerp schijnt (!) het thans niet
het oogenblik, over de kieswethervorming
uit te weiden.' En dan wordt verder in de
nota aan de besturen der afdeelingen een
lief lijstje aangeboden, waarover voorloopig
de vrienden eens verzocht worden na te
denken, ten einde te komen tot een program.
Het behaagt mij niet, alle zwakke zijden
van deze politiek der Liberale Unie aan te
wijzen. De bedekte poging, om de eenheid
in de liberale partij te herstellen, het goed
vertrouwen op eene Regeering, wier geza
menlijke kracht toch alleen in de
antiTakkianisme is gelegen; zoowel het een als
het ander verraadt eene zwakheid, die on
vergefelijk is. Doch die zwakheid is nog niet
de grootste fout. De zwakste zijde van deze
liberale Unie-politiek is dat zij, onder voor
wendsel van voor het volk te willen optreden,
zoo aristooratisch mogelijk in dezen handelt;
dat er in heel haar redeneering een logica
voorkomt in strijd met alle zuiver democra
tisch denken.
Op wier medewerking doet toch het bestuur
der Liberale Unie een beroep, om een her
vormingsprogram samen te stellen, waarvan
de verwezenlijking in de naaste toekomst
moet worden nagestreefd ? Wie worden
opge "Oe^en om mede te zoeken naar de
rich