De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 20 januari pagina 3

20 januari 1895 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

F». 917 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. die door hunne ligging de verbetering eener buurt in den weg staan. Eindelijk is de over heid bevoegd om ook zelve door aankoop of onteigening van grond en bouw van woningen in de huisvesting van de arbeiders te voorzien. Behalve aan de Housing-Act ontleent overi gens de overheid aan de wetten op de open bare gezondheid nog ruime bevoegdheden. De Public Health London Act van 1891 bijv. geeft aan de autoriteiten groote macht om alles tegen te gaan en op te ruimen wat als schadelijk voor de gezondheid is te beschouwen. Engeland schijnt dan ook in deze de andere Staten een heel eind vooruit te zijn. In Frankrijk is de uitvoering der wet van 1850 op de verbetering der ongezonde wonin» gen zeer verslapt. In DuitscJiland ontbreekt nog altijd een algemeene Rijkswet. In enkele onderdeelen van het Hijk, bijv. in Hessen, is hierin door een landswet voorzien, terwijl overigens in verschillende plaatsen strenge politieveror deningen bestaan op de inrichting en bewo ning der huizen. Meer en meer wordt echter op een regeling van Rijkswege aangedrongen, terwijl ook een sterke strooming bestaat om de kwestie langs burgerrechtelijken weg te helpen oplossen door namelijk aan den huurder het recht te geven om zonder inacht neming van eenigen termijn de huur op te zeggen van een woning die gevaar oplevert voor de gezondheid, zelfs al was de huurder bij de afsluiting der huurovereenkomst met den gevaarlijken aard der woning bekend en al had hij afstand gedaan van de bevoegdheid om te dezer zake aanspraken te doen gelden. In Belgiëbestaat een wet van 1889 relative aux habüations ouvrières, die veel overeenkomst heeft met de Fransche wet welke wij in een vorig nummer bespraken. Ook zij tracht het particulier initiatief aan te wakkeren en opent de mogelijkheid om een gedeelte van de gelden der Spaarbank aan te wenden tot het ver strekken van voorschotten voor het bouwen van woningen. Dit middel schijnt tegenwoordig zeer gewild. Ook het in October te Milaan gehouden coöperatief congres sprak de wenschelijkheid uit »dat de Spaarkassen de coöperatieve vereenigingen den bouw van arbeiderswoningen mogen steunen." Uit dit een en ander blijkt dat men in verschillende landen zich ten minste ernstig met de kwestie heeft beziggehouden; hier en daar zelfs niet zonder succes. Bij ons echter ligt het terrein nog zoo goed als braak en het is daarom zeker niet de schuld van prof. D moker dat zijn program in deze er zoo veel omvattend uit moet zien. Wij zouden echter meenen dat er niets vanaf mag wil men,althans in de toekomst, tot een eenigzins bevredigen de n toestand geraken. Men oordeele slechts: Vóór alles, meent prof. Drueker, is na tuurlijk noodig dat alom in den lande voor schriften bestaan omtrent de inrichting en de wijze van bewoning der huizen (bepalingen omtrent het aantal bewoners in verband met de ruimte, omtrent bodem en fundeering-, hoogte der gebouwen, afvoer van faecaliën en ander vuil, toestand van muren, daken rookgeleidingen, omgeving). De hoofdpunten hiervan moeten worden vastgelegd in een Rijkswet, terwijl de regeling der bijzonderheden aan de gemeentelijke verordeningen kan worden overgelaten. Aan de overheid moet verder uitdrukkelijk de bevoegdheid worden gegeven om bepaalde verbeteringen te gelasten en om die, bij weige ring van den eigenaar, zelve uit te v i eren op zijne kosten. Bepaald onbruikbare woningen moeten of onbewoonbaar verklaard of'onteigend worden. Het krasse middel der onbewoonbaar verkla ring zonder schadeloosstelling moet in de Rijkswet worden gegrondvest en uitgewerkt. Aangezien het slechts bij uitzondering zal kunnen worden toegepast, moet daarnaast worden gesteld een doeltreffende regeling van het onteigeningsrecht op den Engelschen grondslag, waarbij dus aan den eigenaar niet meer zal behoeven te worden vergoed dan zijn perceel innerlijk waard is en tevens be hoort te worden gezorgd dat zoodanige ont eigening niet op eenigzins groote schaal plaats hebbe zonder dat er nieuwe woningen be schikbaar zijn. "uitdrukkelijk zou hier bij het stelsel moeten worden aangenomen van ont eigening par zone dat wil in casu zeggen : ont eigening van meer dan voor de opruiming der ongezonde woningen strikt noodzakelijk is. Eindelijk behooren vooral ook bepalingen in het leven te worden geroepen omtrent ont eigening van bouwterreinen in de nabijheid der steden. Op 't oogenblik wordt de bouw van arbeiderswoningen zeer belemmerd, soms tegengehouden door speculanten in bouwter rein, die den grond zoo lang mogelijk vast houden en daarna voor enorm hoogen prijs verkoopen, wetende dat die prijs stijgt naar gelang de woningbehoefte zich uitbreidt. Dit is een gebruik van het eigendomsrecht in etrijd met het algemeen belang en de hier ontstane meerwaarde behoort ook aan de gemeenschap en niet alleen aan den eigenaar ten goede te komen. Terecht mocht, met het oog op dit laatste punt, mr. Van Houten in antwoord aan prof. Drueker zeggen dat het indertijd door hem als Kamerlid ingediende wetsontwerp betreffende de onteigening, waaraan dezelfde gedachten ten grondslag liggen, ongetwijfeld de oplossing van het woningvraagstuk zou helpen bevorderen. Hoe jammer echter dat, niet zonder toedoen van mr. Van Houten zelven, onze politieke toestand op 't oogen blik nog steeds zóó verward is, dat aan economische vraagstukken als hier bedoeld vooiioopig zelfs niet kan worden gedacht! Wij zullen als met zoovele andere dringend noodige dingen ook hiermede dus wel weer moeten wachten totdat het tijdperk der poli tieke chicanes eindelijk eens zal worden ge sloten. In die betere toekomst zal dan onge twijfeld het program Drueker den grondslag kunnen vormen tot vruchtbaren arbeid en samenwerking ten aanzien van het hier be sproken zoo gewichtig volksbelang. Socius. Spaar- en Credietvereenigingen. De Amerikaansche Commissaris van den Arbeid, de bekende heer Caroll D. Wright, heeft wederom een nuttig werk het licht doen zien. In zijn 9e jaarrapport geeft hij een zeer volledige studie over de spaar- en wederkeerige credietvereenigingen, waarvan er op Amerikaanschen bodem bijna 6000 bestaan met bijna 1,710,000 leden en een kapitaal van circa 151 rnillioen dollar. Het aantal huizen dat door de deelhebbers met behulp dezer vereenigingen werd verkregen be draagt niet minder dan .'il 1,755. Wrigth'n verslag bevat mede een overzicht van de wetgeving op dit onderwerp in de verschil lende Staten. * * * De Ach(urendag-en de Vrije tijd. Mag een gemeente-arbeider, in het genot van den achturigen werkdag, zooals die van Londen, zijn vrijen tijd gebruiken in dienst van particulieren? Ziedaar een vraag, ongetwijfeld van practisch belang, waarmede de Kaad van Londen zich onlangs had bezig te houden naar aanleiding van een klacht dat de gemeentelijke tuinlieden, na hun acht uren dienst bij de gemeente, eenige uren gingen werker, bij particulieren, waardoor zij natuurlijk den minder bevoorrechten tuinieren concurrentie aandeden. Sommige leden waren van meening dat men hier moeielijk verbiedend kon optreden, maar de socialist John Bwrns voerde niet ten onrechte aan dat waar de gemeente in het algemeen belang den arbeidsdag harer werklieden op acht uur bepaalt, men niet mag dulden dat zij overwerk verrichten bij particulieren omdat zij daardoor afbreuk doen aan hunne validiteit en dus indirect schade berokkenen aan de gemeente die recht heeft op hunne volle werkkracht. Met groote meerderheid sloot de Ilaatl zich bij deze meening aan; met 51 tegen 28 stemmen besliste hij dat »elk beambte of arbeider der gemeente al zijn tijd behoort te \vijden aan den dienst waarmede hij is belast en dat hij geen handel mag drijven noch een andere bezoldigde betrekking mag aannemen." Een amendement strekkende om aan de laatste woorden toe te voegen: »van gelijken aard als die hij in dienst der gemeente bekleedt" werd 55 tegen. 5,'ïstemmen verworpen. imimiiMiiiiMiHiiMMimiiiiimiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiMniiiinimmuniiiiiiiijiiii Uit Fabian's" Dagtó. LINGS AR. Juli-Augustus Isül. IV. (Slot). Lingsar is liet verblijf geweest van den berucliten Anak agoeng Made. 't Is wel te zien dat hier het Oog van den meester heeft rondgewaard, want het is verreweg het best onderhouden verblijf. Maar het viel mij toch tegen. De weg er heen was slechter dan die naar Narmada. Kr waren evenals daar lanen van nangka en lanen van klappers. Maar wat ik verwacht had, was was het niet. Ik sprak van goed onderhouden, dat neemt niet weg dat in den tuin vuile pisangboomen en onkruid welig tieren, dat de oevers van den vijver vervallen zija. De vijver zeil' is pi. m. !>(MI M. lang en 50 M. breed, is niet eenige zeer wanstaltige beelden versierd en ontvangt zijn water van den Soengei Antjar, die op Lingsar schijnt te ontspringen. 't Was zeer eigenaardig, toon er permissie gegeven was aan de manschappen van het ba taljon in dezen vijver te baden, bet schouwspel waar te nemen van een paar honderd blanke en bruine stervelingen, die zich in het water wierpen en lustig door elkander krioelden. liet eenig werkelijk interessante dat te zien was in het lustverblijf, was de lioeddhistische tempel. De eigenlijke particuliere verblijven van Made waren gesloten; volgens het zeggen van anderen, zijn do/e verblijven gewone schuren. 't Kostte moeite om den wachter van het verblijf er toe over te halen dat tempelplein te ontslui ten. Na lang wachten werd de deur geopend. AYe hebben toen onze heiligschennende voet stappen gedrukt op den gewonen kleigrond waaruit de tempel bestond. Denk niet aan hooge gewelven waar de voetstappen uit de verte weerklinken! Bene vierkante ommuring met een prachtig blauw koepeldak .. . den hemel, die ons allen overwelft, 't Eerste waarop ons oog viel was de bron van Soengei Antjar, die heilig schijnt te zijn. Een dikke muur er om heen. Binnen komt men door een poortje, waardoor men heen moet kruipen, zeker om de menschen tot buigen te noodzaken. Eene vierkante kom van 2 M. zijde, met granietsteenen bezaaid op den bodem. Het water in die kom was geprononceerd blauw, er lagen eenige kepings (' n cent) op den bodem. Aan dat water wordt geneeskracht toegekend. In de muren zijn vierkante gaten met een groen steenen traliewerk, waardoor men niet heenzien kan. .Ook zijn in alle muren Japansche borden van een paar kwartjes gemetseld. Een trap voert naar boven aan elke zijde, waarna een deur, bewaakt door vrouwelijke Boeddhabeolden, toegang geeft tot de eigenlijke offergelegenheid, bestaande uit zeven plaatsen. waarvan er vijf een eigenaardigen vorm hebben. Een paar gebloemde doeken hangen daar; ik had spijt den godsdienst van de Hindoes niet te kennen, want ik begreep er natuurlijk niets van. Dat is alles wat ik van Lingsar kan vertellen, en daar was nu zooveel over gesnoefd! Neen dan leve Narmada, en vooral Goenoeng Sari. Daar zou ik een paleis willen hebben, op Goe noeng Sari, 't is er heerlijk. Maar waartoe groote marschen af te leggen wadende door twintig riviertjes, waarvan enkelen tot boven de knieën, om iets te gaan zien, wanneer ginds achter dien hoogen muur te Tjakra-Negara, een kwartier van ons bivak, een werkelijk mooi verblijf is te zien. Natuurlijk weer verwaarloosd, maar toch vorstelijk. T J A KR A-NE G AR A. Tjakra-Negara is een kampong die van N tot Z. een uur gaans, van W. tot O. een half uur gaans lang is. In het midden ongeveer is een groot plein, dat zich als eene prachtige avenue voortzet in de vier richtingen. O, die prachtige torenhooge "\Yaringins! Prachtig mooi is toch die boom, de heilige boom van Indië. 't Is zoo'n eigenaardig gezicht onder de neerhangende luchtwortels om den stam die wel 5 M. middellijn heeft, de bevolking in hunne klenrenrijke baadjes te zien zitten, met bun groote krissen. Wel is w.iar voeren die lui niets uit en leiden een plantenleven, vadsig, vuil en laf, maar niettegenstaande dat kan bet dich teroog toch met welgevallen op dat tafereel raston. Xu, i 11 den N. O .hoek van het plein ligt het paleis van den rad.ja, in den N. AY.boek het paleis van radja Djilantiek. Het paleis van den ouderen radja gaat men binnen door een deurtje. Het (ide bataljon heeft dit deurtje aan beide zijden geflankeerd door een paar (linke latrines, zoodat de bezoeker een cigaret moet opsteken om er binnen te komen zonder flauwvallen. \\ aardige schildwachten voor het huis van zoo'n ontaard vorstengeslacht! Binnenkomend, ligt aan de rechterkant een prachtige vijver; ik schat hem op liOO M. lang en 20O M. breed. Middenin ligt een eiland, dat alle sporen draagt op rijken voet te zijn inge richt. De hoeken zijn versierd met beelden, de metselwerken zijn netjes, liet eiland is vierkant, ongeveer twinter M. lang en tien breed. Een dam, afgesloten door een zeer mooie houtsneedeur, leidt er heen. Op het eiland ligt oen huisje met marmeren vloer. Dat was de eerste marmeren vloer die ik in al die vorstenverblijven heb gezien ! liet was er gezellig, een vrij ruime galerij en een paar slaapkamers. Het geheel had wel iets van een kermiskraam, met de mecstuitcenloopendesch.ilderijen. Een draaimolen, maar dan vierkant. Maar enlin, dat was tenminste voor een inlandsen vorst een waardig verblijf, het schijnt dat de ouwe heer daar bij voorkeur vertoefde. Ook stond in de buurt een ('hineesch voertuig, door men schen voortgetrokken. Dat was het eenige voer tuig dat ik op Lombok aantrof. Nu zegt men dat de schatkamers onder den vijver zijn gemetseld, en dat de ingang daarheen op het eiland is. Rondom den vijver staan boomen, djamboo- en .-.avoo manillaboomen. In de hui/en van de volgelingen liggen eenige vreesolijk verroeste geweren verschillend systeem, hier en daar is nog een schilderij uit de vorige eeuw, maar alles vuil, armoedig, ellendig. Dat zijn nu vorstenverblijven ! Enfin, de koning der apen woont in een boom; dus hier bij die wilden, zonder eenige ontwikkeling is het niet te verwonderen dat de vorsten in ellendige krottun wonen l KA n IA N. Willem de Clercq. Honderdjarige geboortedag. 17 Jan. Een schrijven van den heer J. T. Cohen over de wereldtentoonstelling van hotel- en reiswezen, en antwoord daarop van mr. N. A. Calisch. (18 Jan.) 18 Jan. Een les van de Band'i-eilanden. Af schaffing van dwang en monopolie bij de Ind. cultuur. Standaard. 14 Jan. Geen Vrede. (Hetjaar 191)4). Slot van de reeks artikelen over buiten landsclie politiek. Il) Jan. Oneerlijke concurrentie. Het Duitsch ontwerp tot wering daarvan. 15 Jan. Verhuis-n. De uittocht der fractie met Kerdijk uit de liberale partij. De Tijd. 11, 14, lij en l!) Jan. Het maat schappelijk vraagstuk der woning. 15 Jan. Ken Brief van een oud-redacteur van de Tijd (dr. Cranür.l Over de dagen van '-1S. 17 Jan. De aftreding van Casimir-Perier. C e n t r u m. 14 Jan. Een politieke Rede (van mr. ahlmann). 15 Jan lïcangeliselie taal (Maandblad der Ev. Maatsch.). Ui Jan. JiV-H ouile gunestic (het familieleven). 18 Jan. .Lessen (de geheime invloeden die in de politiek de doorslag geven). l!) Jan. Km gevam lijJte leer, de theorie van Lombroso bij de verdediging van misdadigers. Nieuws v. tl. Dag, 12 en 14 Jan. Een edele doode op zijn sterdag bedacht, door M. A. Perk. Over prins Hendrik. 14 Jan. Verplaatste belangstelling. Over het af 'emen van het godsdienstig leven. 15 Jan. Te veel goud. Over unif'ormverandering. 11! Jan. De gijzeling van den directeur der Ztenkzeefche Nieuw-bo'ie, I, 17 Jan. II. Een af keuring van die gijzeling. De Telegraaf. 11 Jan. Een lier devies, door dr. G. Morre, Over fatalisme. N. U o 11 e r d. C r t. 1.'), lijm. Dezeewering te Scheveningen en de plannen voor een haven. ten behoeve der visscherij aldaar. Wat Delfland moet doen en wat voor Scheveningen kan worden gedaan. 1<> .lan. België' en de Oongo-staat, door mr. J. l!. B. 17, IS Jan. Graanrechten, I en II, tegen de invoering daarvan. Het Vaderland, l.'i en 14 Jan. De tweede conferentie voor internationaal privaatrecht III, 15 Jan. IV (Slot). K! Jan. De Marine voor Lombok (Ingezonden). Over het ontkomen van Goesti Djilantik naar Bali. Verpletterend vonnis. Polemiek met de Liberaal over de jongste circulaire der Liberale Unie. H a a g s c h Dagblad, 10 Jan. De verplaat sing van Kembrandt's Naehfie<tcht, door David Bles (Ingezonden). l.'i 14 Jan. Oud en Nieuw. Over kiesrecht. 15 Jan. Geen volksmacht, maar volksinvloed. 17 Jan. De toestand in Frankrijk. Deze toe stand geweten aan het algemeen kiesrecht. A r n h. ('t., 12, 14 en 15 Jan. De beweging tut f ar/p/s erhovfliny l, II, l II. Bestrijding van de redevoering over Graanrechten voorkomende in hot Soc. Weekblad. 17 Jan. De iC'-tnuntwerpen betrr/fnide O)inter land tn W'extatvll/yf/u'trf. Ontkenning van »grove verwaarloozing". A m s t e r d a m s c h E f f e c t e n b l a d. Over den aanslag vau forensen, door ,1. Oppenheim. Over het advies der advocaten die de forensen bijstaan. iHilltlmillllutlim Inhoud van verschillende Dagbladen. 11 a n d e l s b l a d. 1:S Januari. Schrijven van mr. Vissering betreffende het advies van li. en AV. over de forenscnbclasting. Antwoord van mr. l'ijnappel l i Jan. Verdediging van zijn houding in den gemeente raad, bij de pensioen-quaestie door C. Y. Gerritsen. 15 Jan. JJc kennis van Indiï. B. v. B, Over het onderwijs en onze koloniën. TOONLLLeaMVZiLK Klein Eyolf, van ten, ,/Novitiit ! JXovitat ! Sensationeller Krfolir in Berlin ! Klein Eyolf, Sehauspiel in o Akten von Ilenrik Ibseu.'" Is dat niet een wat schreeuwerige op roeping voor de menschen, om ecu voorstellius te gaan zien ais de/.e r Als het een Schnnthaii of Kadclburg' was, maar Ibsen, wat komt, het erop aan, of Ibseu's werk een noviteit is, of dat liet te Berlijn ecu geweldig succes heeft gehad! Ibseu blijft immers Ibsen, //die Mitternacl.tsonne aiu Himmcl der drainatisolien Litteratur. . .." Zoo noemt hem de heer AVilhelm Fischer, een strijdbaar man ouder de Duit.selie modernen. Ibseu ,/wird iu alle Unsterblichkeit hineiiistralilen, deun Ibseu schreibt mehr als Dramen, er schreibt, die Culturg'eschichte des nie.lergeueudeu Jalirlumdcrts, eiuer vcrmiuleten '/eit, in der uur Geld den "\Verth des Mannes uud Tugciul iiieht mehr den \\~erth des v\ eibes bedingt." Die karakteristiek vau onze eeuw is grappig. Er kan een goed boetprediker uit den heer l'ischer groeien. Neen, maar hij is het, al : //AVir habcii Ibbcn verdient wie wii SchopcnhaiuT verdienen; die (leister siiid gerufen , die /eit wird sie nicht mehr los. Man wird aulbsen u>id Scbopenhauer denkeu, wie man an Napoleon umi B.smarek denken wird iu kommenden Jahrhuiulei-teu !'' Dat is aardig' gezeg'd zoo, en wanneer deze Jei'cmia iu zwarten rok en witten das, met de noodige uiterlijke welsprekendheid het ons in het gezicht smeet, en dan even ophield, zou er wat g-eapplaudisseerd worden door sommigen: en ande ren zouden zeggen: Die mau weet het! En mis schien weet hij het, ook wel. Maar wat hebben wij aan de eeuwen der toekomst V .liet, geeft zoo weinig vastigheid iu de maag, als wij met wat, de meiifaeheu dau zullen denken, ons moeten voeden. Ho, ho, meneer Kischer tikt mij op de vingers. //Ibseu 'ist die Mittevuachtsonue aui Hiinmel der dramatischcu Litteratur", en wel een //Mitternaclitsouue die de beschavingsgeschiedenis schrijft

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl