De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 27 januari pagina 1

27 januari 1895 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 918 DE AMSTERDAMMER A°. 1895. WEEKBLAD VOOK NEDERLAND Dit Nummer bevat een Bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig1 de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 27 Januari Abonnement per 3 maanden Voor Indiëpsr jaar ^ Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar Advertentiën van 1?5 regels f 1. 10, elke re^el meer Reclames per regel /'1.50, tï. p. post ? mail,, 1 .Go 9. INHOUD. VAN VEERE EN VAN NABIJ: Een adverteerend Minister. Ben vrijdenkers-weeshuis. De eerste dagen van het nieuwe presidentschap Lord Randolph Churchill. SOCIALE AANGELEGENHEDEN : Londensche sociale wetgeving, door Socius. -- TOONELL EN MUZIEK: Kroniek, door v. d. G. Pour la couronne. Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. AANTEEKENINGEN SCHILDERKUNST: Het leven van een schilder. NEDERLAND IN BEELD EN SCHEIPT: Boekdrukkunst, door J. H. G. KUNST EN LETTEEEN: Ibels in den Haagschen kunstkring, door Ph. Z. Verwey, Eoemer Visscher tot Feitama, door J. L. C. A. Meyer. WETEN SCHAP : Prof. D. Huizinga (met portret», door Dr. B. FEUILLETON: Mijn vriend do moordenaar, door A. Oonan Doyle. II. SCHAAKSPEL. VOOE DAMES, door E-e EECLAMES. VARIA. ALLERLEI. PEN- EN POTLOODKHASSEN. ADVEETENTIEN. De Minister van Biniienlaidsche Zaken, Gelet op het Koninklijk Besluit van 27 Juni 1892 (St.bl. No. 167), tot vaststelling van nadere bepalingen tot het-tegengaan van de uitbreiding van het mond- en klauwzeer onder het vee, aangevuld bij de Koninklijke Be sluiten van 17 November 1892 (St.bl. No. 255) en van 13 September 1894 (St.bl. No. 150); Gezien de berichten van den Commissaris der Koningin in de Provincie Zeeland, van 2 7 December 1894, A No.2810, 3e afd.; Noord-Brabant, van 28 December 1894, A No. 3, Ie afd. Ie Bureau; HEEFT GOEDGEVONDEN: met ingang van 24 Januari 181)5 in te trekken, zijne «KSC IIIKHI\OiHV van: ' 5 November 1894, No. 0193, afd. M.P., geplaatst in de Necl. Staatscourant van O November 1894, No. 2UO; 10 November 1894, No. G338, afd. M.P., geplaatst in de Ned. Staatscourant van 11.12 November 1894, No. 205, waarbij het vervoer van herkauwende dieren en varkens naar het overige gedeelte des lands verboden is uit een kring om vattende de Provinciën Noord-Holland (met uitzondering van de daartoe behoorende oilanden), Zuid-Holland, Utrecht, Noord-Brabant, Zeeland en een gedeelte van de Provincie Gelderland; 17 November 1894, No. 0440, afd. M.P., geplaatst in de Ned. Staatscourant van 18/19 November 1894, No. 271, waarbij het vervoer van herkauwende dieren en varkens in een gedeelte van de provincie Limburg slechts voorwaardelijk is toegestaan. Deze beschikking zal worden geplaatst in De Ncderlandsclte Staatscourant, het Ali/emeen Handelsblad, de Xicuire Rollerdainsche Courant en het Utrechtsch Provinciaal en Stedelijk dagblad. V ABT HOUTEtf. 's GRAVENIIAGE, 21 Januari 1895. * * Wij vermoeden dat de korte zin dezer lange rede zal zijn: het vervoer van hcrkaiuccndc dieren en van varkens in ons geheele land is iveder vrij. Dit nieuws is voor de boeren bestemd. Welk bureauman heeft het nu uitgevonden in zulk een abracadra een boer mede te deelen, dat hij met zijn koeien, schapen geiten en varkens weer ter markt of ter levering kan gaan, waar hij wil? Dat zoo iets in de Staatscourant een plaatsje vindt, begrijpt men. Het is een BESCHIKKING ; een Beschikking van een MINISTER, die iets heeft GOEDGEVONDEN, na iets gezien en op iets gelet te hebben; door de plaatsing in de Staatscourant kan men weten, dat het niet maar een ideetje, een opwelling, een inval lende gedachte, maar een ernstige regeeringsdaad is; zoo aangekleed moet iets officieels zich vertoonen. Opgenomen echter onder de gewone adver tenties, in een dagblad, met het doel aan onze landlieden en veekoopers te doen weten, dat het uit is nut de belemmeringen van het veevervoer, bemerkt men alras, datertusschen het verhevene en het belachelijke vaak geen grooter afstand is dan een enkele schredeMen zal zeggen: vergeet niet dat deze annonce onderteekend is door VAN HOUTEN. Het is een Minister, dis adverteert, en een Excellentie kan dat toch niet doen als een gewoon man. Daarom dat Nederlandsche wapen er bover, al die omhaal, en de plechtige verklaring aan het slot: Deze beschikking zal worden geplaatst in de Nederlandscltc Staatscourant, het Algemeen Handelsblad, de Xiriiu'e TloUerdamsche Courant en het Ulrecltlsclt Provinciaal en Stedelijk Dagblad'1', wat zooveel beduidt als: wanneer ik, Excellentie, een beschikking adverteer, wordt zulk een advertentie zelve een Beschikking. . . het is van het begin tot het einde mijn goedvinden". Hierin open baart zich het karakter van het Gezag. Dit is zeer juist, maar wordt niet elke ad vertentie, na de plaatsing der Beschikking in de Staatscourant, overbodig ? Eén com muniquéaan de Dagbladen, en morgen weet geheel Nederland, dat zijn minister iets be schikt heefr. Meent echter de minister, dat hij het publiek j met zijn besluit in kennis rnoet stellen, door : in eenige dagbladen te adverteeren, dan dient i hij die dagbladen te kiezen, welke door de belanghebbenden het meest gelezen worden, en het spreekt van zelf, om de veehouders ; te bereiken, zal hij zijn keus niet behoe- i ven te vestigen op het Handelsblad, de X. ! Ti'olt. ('t. of het Utr. Prov. en Sted. Dagblad, j Waarschijnlijk zullen enkele boeren n dier , couranten getrouw volgen, tot de advertentie kolommen incluis, maar de overgroote meer derheid onzer landslieden leest het Xiemrs /;. d. Dag, het Nicuivsblnd voor Xcdcrlatid, de Standaard, het Ifott. Nieuwsblad, in het alge- j meen de minder dure bladen van verschil- : lende richting, die bij tienduizendtallen onder \ hen zijn verspreid. j Waarom weet ieder particulier, die den j boeren iets heeft mede te deelen. dit wél, en j houdt alleen de Ilegeering zich, als had zij daarvan nimmer iets vernomen ? l Zou Mr. v. Houten, wanneer hij uit zijn eigen beurs zulk een advertentie moest be talen, een berichtje, dat in i/ree regels, dui delijk, kan worden gesteld, in tachtig regels geven, en dan nog vervat in een onbegrijpelijken tekst? En zou hij in dat geval zich ] ook alleen het bestaan van de groote liberale bladen herinneren, als ware er in de wereld van de pers niets veranderd gedurende de ! laatste vijfentwintig jaar? Ons dunkt, het wordt meer dan lijd dat i men te 's-Hage breke met dien sleur uit vroegere dagen, en afleggen den bespottelijke!) hoogheidswaan, waarin men zichzelf als Regeeringspersoon te voornaam acht om bij het publiceeren aan nog andere bladen als aan de allergrootste te denken. Heeft Mr. v Houten of een zijner ministerieel e collegas : weer eens iets te beschikken, dat hij dan < moge «goedvinden" daarvan deftig en plechtig, naar den eisch van 't ofiicieele, in de Staats courant den volke kond te doen, maar ! dat hij voorts aan de dagbladen een cornmuniquétje zende.... de kosten dezes zullen voor het land niet meer bedragen dan .... n gulden. Een vrijdenkers weeshuis. De circulaire werd ons toegezonden, welke vanwege het bestuur van het iSederl. Vrij denkersfonds wordt verspreid, teneinde geest. verwanten op te wekken deelnemer of dona teur te worden van de Weezenkas van genoemd fonds, »De voornaamste bepalingen van het regle ment der Afdeeling Wezenverpleging zijn: De weezen, met welker opvoeding zich de Weezenkas belast, worden in niet-kerkelijken zin opgevoed, overeenkomstig de beginselen der vrije gedachte. Onder verpleging wordt in dit reglement ver staan : het geheel of gedeetelijk voorzien in het stoffel ijk onderhoud (voeding, kleeding, woning enz.) Onder opvoeding: de zedelijko vorming, het onderwijs, de keuze van, en de opleiding tot een beroep. Deelnemer aan deze kas kan ieder worden, hetzij man of vrouw. Om deelnemer t o worden moet men echter lid zijn van het Xed. Vrijd. fonds, dat uiMuitend voor dit gcr.nl de minimum contributie op 50 ets. per jaar stelt (zie verder art o der algemeeno statuten). Elk deelnemer geeft bij toetreding op, ten behoeve van welke kinderen hij (zij) toetreedt: hetzij voor zijne (hare) eigene kinderen, of voor die van mot name te noemen derden, met opgave van de(r.) persoon met wiens (wier) dood de verzorging dor weezen ten laste van het fonds zou komen. De deelnemers betalen een jaarlijksche con tributie van minstens tien gulden, ongeacht het aantal kinderen van de(n) persoon in art. 5 al. .'i bedoeld, böwidens de gevallen in art. 7 voorzien Deolnenu'rs, die voor de kinderen van meer dan n geziu contribueeren, betalen voor elk gezin afzonderlijk de volle jaarlijksche conlributie, doch hebhen nooit meer dan n stem in de vergaderingen. Onder gezin wordt verstaan een gehuwd paar een weduwe of ongehuwde moeder. Donateurs zijn zij, die jaarlijks bijdragen schenken. Zij hebben recht op toezending van aile ver slagen en verdere gedrukte stukken van de weezenkas uitgaande. Wie in eens /' 1000 stort heeft te allon tijde het recht een wees ter verpleging aan het fonds op te dragen, zonder bij de storting reeds aan wijzing van een bepaald kind daarvoor te doen. Van dit recht kan hij slechts nmaal gebruik maken. De heeren die zich bereid verklaarden inlichtingen te verstrekken zijn : J. G. ten Bokkel, Kamperlaan 10 Haarlem; B. Goudswaard, Xoordsingel l 77 liotterdam ; J. F. II. Gijsberts, V oorstraat 371) Dord recht; W. Klaversteijn, Arosstraat 21 UtrechtN. van Putten, NijhofFstraat 12S Arnhem; J. M. Reitsema, Groote Markt 7a Groningen ; L. J. Vermeer, Haarlemmerdijk 92 Amster dam; F. M. Wibaut, Middelburg, terwijl voorzitter van het bestuur van het Neder!. Vrijdenkersfonds is de heer H. J. Uijldert te Hilversum. Zich de Wcezenverpleging aan te trekken is een verdienstelijk pogen ; men weet hoe veel in dit opzicht hier te lande te wenschen overblijft. Dit te doen als anti-kerkelijken, waar kerkelijken een zoo beschamender) ijver veeltijds aan den dag leggen, het is almede iets wat ieder, van welke richting hij ook zij, zal moeten prijzen. Voor zijn beginselen ker kelijke of anti-kerkclijke, zich opofferingen te getroosten, het bewijst dat men niet alleen een overtuiging, maar ook hart bezit. Wij meenen echter, dat de stichters van deze afdeeling »\Veezenverpleging'' vooral hun naam tegen zullen hebben. Een vereeniging van «denkers" is al iets wat een gewoon mensch met zekeren schroom vervult; wat moet dan wel de indruk zijn, dien een vereeniging van »vrij-denkers" maakt ? Het heeft, tengevolge van de benaming, alles zins den schijn of men te doen heeft met menschen. die het vrijdenken voor een functie houden en het vrij-gedachte als een dogma eeren, en zoo zal men meenen, dat de Weezen, die in dezen denkerskring vallen, veel te vroeg aan het filisoferen zullen worden gezet. Dit zal wel niet het geval wezen. Een te stichten vrijdenkers weeshuis zal een wees huis zijn, waarin men de opvoeding op moreelen, en niet op dogmatischen grondslag wenscht te doen rusten ; maar waarom dan niet liever van een on- of anti-kerkelijk weeshuis gesproken, in plaats van een Vrijdenkersschool, in een tijd als de onze, nu de halve wereld, voor zoover zij denkt, geen last heeft van andere banden, dan die de beperkte hersens capaciteit haar aanlegt? Toch het streven om een weeshuis te stichten, voor eigen geld, om naar eigen principes kinderen te kunnen opvoeden, blijft schoon. Wij vermelden het met ingenomen heid, evenals het bericht, door de bladen gebracht, dat de Amsterdamsche katholieken een eigen gymnasium voor hun zonen zullen bekostigen. Alleen zij, die voor hun begin selen iets over hebben, brengen de wereld een eindje verder. En van al den strijd, dien wij menschen, kerkelijke en onkerke lijke, vaere.), m iet dat toch het doel en het gevolg wezen! De eerste flapn yan liet nieuwe presiflenfscliap, President Felix Faure's verkiezing is over het algemeen, zoowel buiten als binnen Frankrijk met ingenomenheid begroet. De Fransche dagbladen bespreken in uitvoerige artikelen het eervol verleden van dezen selfinndc tna/j, op eene wijze, die zijn karak ter in een gunstig daglicht stelt. Toch waren de eerste dagen van het president schap verre van gemakkelijk, daar zich voor den nieuwbenoemde dadelijk eene ernstige moeielijkheid voordeed. Men weet, dat de presidentscrisis zooal niet hare oorzaak, dan toch hare naaste aanleiding vond in eene ministerieële crisis. Het ministerie-Dupuy was demissionnair, en na het laatste Kamervotum en de houding, daartegenover door het kabinet aangenomen, was het niet wel doenlijk, dit tot blijven over te halen. De eerste belangrijke regeeringsdaad van den president moest dus de op dracht eener kabinetsformatie zijn. Het Journal des Débuls, dat de verkiezing van den heer Faure had aanbevolen, achtte zich waarschijnlijk daardoor gerech tigd tot het geven van een ongevraagd advies. De verkiezing van den heer Faure, zoo redeneerde het conservatief-liberale blad, is eene nederlaag geweest voor do radicalen en socialisten, wier candidaat Henri lirisson slechts 301 stemmen verwierf, terwijl Félix Faure er 430 verkreeg. Dat de beide Kamers gezamenlijk aan deze verkiezing deelnemen, verhoogt nog hare beteekenis. Wel hebben de radicalen en socialisten in de laatste weken ai en toe eene meerderheid gehad onder anderen bij de stemming, op welke de crisis onmiddellijk volgde, maar die ongelukkige stemmingen behoeven niet mede te rekenen : het waren »des vales de surprise on de i-nnfusion". Derhalve moet de heer Faure de samenstelling van een kabinet opgedragen aan een lid der meerder heid, welke hem tot president benoemde. De redeneering van het Journal des I h-bals houdt geen rekening met de parlementaire traditie, volgens welke de kabinetsformeer der dient te worden gekozen uit de meer derheid, welke het vorige Kabinet omver wierp. Het incident der presidentscrisis is geen reden om van dezen regel aftewijken, evenmin als de spijt der conservatieven en opportunisten, die liever een der hunnen als premier zagen optreden. Bij het laatste Kamervotum moge van verwarring of ver rassing sprake zijn geweest, maar heeft Casimir-Perier niet als hoofdmotief van zijn aftreden gewezen op den afval van vele zijner vroegere getrouwen, en dus eene blij vende scheuring geconstateerd in de vroe gere regeeringsmeerderheid ? Zeer terecht heeft derhalve president Faure aan een radicaal, den heer Bourgeois, de samenstelling van een ministerie opgedragen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl