Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No, 918
Maar daarmede begonnen de moeielijkheden
eerst recht. Met een zuurzoet gezicht vroe
gen de Débats weder: »De heer Bourgeois is
radicaal: waarom maakt hij geen radicaal
Kabinet? Een vrij groot aantal gematigde
afgevaardigden zijn van oordeel, dat men in
de gegeven omstandigheden eene loyale proef
moet nemen met een geavanceerd ministerie.
Al deelen wij dit gevoelen niet, toch begrij
pen wij het; mogelijk is er wel iets waars in.
Welnu, laat men dan een zuiver en flink
radicaal ministerie maken. Dat zal duidelijk
zijn en moedig. De Kamer zal het Kabi
net steunen of het omverwerpen, maar in
elk geval zal zij dan weten wat zij doet. En
wij zullen, ofschoon wij zulk een ministerie
bestrijden, alle recht doen wedervaren aan
de eerlijkheid van zijne houding en de ener
gie van zijne poging."
Het Fransche blad weet natuurlijk zeer
goed, dat bij de tegenwoordige samenstelling
der Fransche Kamer aan een homogeen radi
caal ministerie niet te denken valt. Men
begrijpt dus wat het tweede advies waard
was. De heer Bourgeois heeft, waarschijnlijk
zeer tegen zijn zin, weer een beroep moeten
doen op de politique de concentration, en,
evenals vele zijner voorgangers, zijn heil ge
zocht in een ministerie van tamelijk bonte
samenstelling, waarin enkele bekende radi
calen zitting hebben. Zulk eene samenstel
ling verdient eer verwaterd dan geconcen
treerd genoemd te worden; met wat goeden
wil en heel veel zelfverloochening kan zij
echter een bruikbaar cabinet d'affaires op
leveren. De fout van den heer Bourgeois is
geweest, dat hij in zijne eerste combinatie te
veel in het oog loopende namen wilde bij
een brengen. »C'est parfait'' spotte de
Figaro toen de eerste lijst der uitverkorenen
bekend werd »pourvu qu'ils ne s'expliquent
pas.r' En een ander blad herinnert, hoe
Mac Mahon indertijd ook concentratie-minis
teries tot stand bracht onder de leuze der
Union conservatrice; de maarschalk ontving
de candidaten voor de portefeuilles n voor
n en wees dan elk hunner een afzonder
lijke kamer aan, om het resultaat der be
sprekingen af te wachten; met elkaar te
spreken was hun streng verboden: dat zou
alles hebben bedorven !
Ongelukkig hebben de eerste uitverkore
nen van den heer Bourgeois, de steunpilaren
van zijn toekomstig kabinet, wél met elkaar
gesproken, met name de heeren Poincar
en Cavaignac, van welke de een even sterk
tegen als de ander voor eene inkomsten
belasting is. Die inkomsten-belasting moet
juist aan het ministerie het radicale tintje
geven; maar aan den anderen kant was de
medewerking van den heer Poincaréook veel
waard, omdat deze, als minister van finan
ciën in het vorige Kabinet, zijn eigen be
grooting in het nieuwe zou kunnen ver
dedigen.
De heer Bourgeois moest den president mel
den, dat zijne combinatie mislukt was. Doch
de heer Faure wist hem over te halen om nog
maals aan het werk te gaan, en Woensdagavond
was naar de telegraaf meldde, een nieuw minis
terie tot stand gekomen. De
kabinetsforrneerder had den knoop doorgehakt en zelf, behalve
het voorzitterschap van den ministerraad, de
portefeuille van financiën genomen, de heer
Hanotaux bleef bij buitetilandsche zaken,
terwijl de man van de inkomsten-belasting,
de heer Cavaignac, aan het departement van
oorlog voor andere dingen zou hebben te
zorgen. De senatoren Demole, Combes en
de Verninac kregen de portefeuilles van
justitie, marine en landbouw; de heer Lockroy
werd minister van onderwijs. Sarrien van
binnenlandsche zaken, Leveillévan koloniën,
Richard van koophandel en Terriër van open
bare werken.
Intusschen volgde Donderdag reeds het
bericht, dat de heer Bourgeois voor de tweede
maal, en nu voor goed, zijn taak had opge
geven. Denkelijk hadden de heeren weer
een onder-onsje gehad! Terwijl wij schrijven,
duurt de crisis nog voort, en aan gevaar
lijke profetieën zullen wij ons maar niet
?wagen.
Lorfl Ranflolpli CünrcMIl f,
Eene eigenaardige figuur is uit de Engelsche
politieke wereld verdwenen: de stichter en
leider van de zoogenoemde vierde partij, die
der torydemocraten, Lord Randolph Churchill.
Lord Randolph werd als tweede zoon van
den hertog van Marlborough in 1849 op het
kasteel Blenheim geboren. In zijne jonge
jaren gaf hij geen blijken van eenigen aan
leg ; noch te Eton, noch te Oxford verwierf hij
een enkele onderscheiding. Door den invloed
van zijne familie verkreeg hij in 1871 een
parlementszetel voor Woodstock. Aanvanke
lijk scheen hij ook als volksvertegenwoor
diger onbeduidend te zullen blijven ; wat men
van hem hoorde; was nu en dan een brutale
uitval, die door niemand ernstig werd opge
nomen. Doch na den dood van Lord
Beaconsfield trad hij plotseling op den voorgrond.
De nalatenschap van den conservatieven
staatsman was onder Lord Salisbury en Sir
Stafford Northcote verdeeld: de eerste was
den jongen afstammeling der Marlborough's
nog te machtig, maar den tweeden besloot
hij te verdringen, en dit gelukte hem vol
komen. Lord Randolph verwekte eerst slechts
algemeene vroolijkheid, wanneer hij uit naam
van »zijne partij" een geweldig hoog woord
voerde. Die partij telde toen in 't geheel
vier leden: Arthur Balfour, John Gorst,
Henry Drummond Wolff en Lord Randolph
zelf als leider. De caricatuur-teekenaars be
leefden goede tijden; »Randy" met zijn kleine
gestalte, zijn ronde, uitpuilende oogen, zijn
stompen wipneus en ziju dikken knevel werd
door hen in allerlei fantastische vormen vormen
voorgesteld, liefst als een onbeschaamde mops
hond of als een lastige steekmug. Het was
eene groote overwinning voor Lord Randolph,
dat Gladstone zijne in- en uitvallen op
welwillend-deftige wijze begon te beantwoorden.
Dit stempelde hem tot een man van
beteekenis en maakte het voor hem mogelijk, in
de loome, inerte conservatieve partij nieuw
leven te brengen. Toen hij op den schijnbaar
dwazen invloed kwam om de sleutelbloem
tot lievelingsbloem van den overleden Lord
Beaconsfield te proclameeren en eene
PrimroseLeayue te stichten, namen alle leiders der
partij aan deze conservatieve vrijmetselarij
deel. Lord Salisbury trad zelfs als groot
meester der orde op, en de Liga breinde zich
spoedig over het geheele land uit en vond
ook bij de dames medewerking en steun.
Bij den val van het kabinet-Gladstone
werd Lord Randolph als staats-secretaris voor
Indiëin het Tory-kabinet opgenomen; en in
het tweede ministerie-Salisbury werd hij
zelfs kanselier der schatkist en leider der
regeeringspartij in het Lagerhuis. Tot ver
bazing der aanschouwers vervulde hij die
hoogst belangrijke betrekkingen op schitte
rende wijze, en weldra twijfelde niemand
meer aan zijn toekomst. Maar na slechts
enkele maanden vernam men met niet minder
verbazing, dat Lord Randolph Churchill zijn
ontslag had genomen als minister. Overtuigd
van zijne onontbeerlijkheid, meende hij, dat
men pogingen zou doen om hem terug te
houden, maar hierin bedroog hij zich deerlijk.
Lord Randolph's politieke loopbaan eindigde
in het jaar 1880. Men hoorde later nog van
zijne reizen, en een enkele maal trad hij ook
nog in het Lagerhuis op; maar het scheen
dat zijne kracht gebroken was. /ijne geest
vermogens namen klaarblijkelijk af; van
eene tot herstel van gezondheid ondernomen
reis om de wereld keerde hij voor eenige
weken doodziek terug, en Donderdag kwam
het lang verwachte einde.
Lord Randolph Churchill, hoe onbereken
baar ook, heeft ongetwijfeld nieuw leven ge
bracht in de conservatieve partij, en het
wordt als een nawerking van zijn invloed
erkend, dat ook thans nog bij de verkiezingen
keer op keer de Tories meerderheden
verwerwerven.
miiimiimiiii
SociaU
Lonteclie Sociale Wetgeving,
Een onzer lezers vraagt ons, ook ter ver
gelijking met hetgeen onlangs op dit stuk te
Amsterdam is tot stand gekomen, een korte
uiteenzetting van de bepalingen die in Londen
bestaan ten aanzien van loon en arbeidsduur,
waarvan wij herhaaldelijk, laatstelijk nog de
vorige week, in onze artikelen melding maak
ten. Wij voldoen daaraan gaarne door de
volgende mededeelingen.
De overheidszorg in dit opzicht dateert te
Londen van af het oogenblik dat 'Ie
CountyCouncil sedert >le hervorming der gemeentelijke
instellingen een meer democratisch karakter
kreeg. Reeds den 5den Maart 188!), dus i>ij het
begin der beweging, besloot de Raad om van
eiken contracteerenden aannemer de verkla
ring te vorderen dat hij zou laten werken
voor zoodanig Icon en met zoodanigen arbeids
tijd als in elk vak als behoorlijk (fair) was
aangenomen, en om, ingeval het tegendeel
bleek, van zulk een aannemer het bod niet
aan te nemen.
Deze bepaling voldeed echter niet, omdat
de goede en eerlijke aannemers daardoor van
mededinging werden afgeschrikt. Van daar
dat de Londensche Raad reeds op 27 Mei
1892 met groote meerderheid een nieuwe re
geling in overweging nam waardoor alle, ou
dernemers verplicht zouden worden te ver
klaren, dat zij den loonstandaard van het
vak zouden betalen en den arbeidstijd en de
voorwaarden zouden in acht nen>cn die voor
elke plaats door de vakvereenigingen waren
vastgesteld; een lijst der looneri moest aan
het contract worden toegevoegd en
nietnakoming der voorwaarden behoorde te wor
den gestraft. Een amendement, waarbij de
verklaring alleen tot de kwestie van het loon
zou worden beperkt, werd verworpen. Een
op deze grondslagen berustend besluit werd
ter uitwerking en uitvoering opgedragen aan
een speciale commissie uit den Raad, het
zoogenaamde Fair Wages Commiüee.
In December 1892 werd het rapport van
dit comitéin behandeling genomen, en werden
op grond daarvan de volgende bepalingen
vastgesteld, die uitdrukkelijk mede geldig
werden verklaard ten aanzien van de ver
houding van den Raad tegenover zijn eigen
arbeiders :
1. In de County Hall zal een lijst worden
bijgehouden van de loonen en den arbeids
duur die de Raad zal in acht nemen bij de
werken in het bouwvak en de industrie, welke
hij zonder tusschenkomst van een aannemer
uitvoert.
Deze lijst zal worden vastgesteld door 's
Raads Work OommiUee en gebaseerd zijn op
de loflnen en den arbeidstijd, die bij de vak
vereenigingen gelden.
2- Bij aanbestedingen voor werken (binnen
20 mijlen van Charing-Cross) zal in het bestek
onder bedreiging van straf de eisch worden
opgenomen dat de op de lijst door den council
aangegeven loonen en arbeidsuren daarbij
zullen worden gevolgd.
3. Laat de ondernemer, verder dan 20
mijlen van Charing-Cross, arbeid verrichten,
dan is hij gehouden de verschillende klassen
van arbeiders, die hij in dienst neemt, zoo
mede de loonen en arbeidsuren van elk dezer
klassen, op te geven. G-een aanbod zal worden
aangenomen, waarbij de loonen en arbeids
uren niet overeenstemmen met die welke
door de vakvereenigingen van het betrokken
district zijn aangenomen en in praktijk
gebracht.
4. Aan de contracten wordt toegevoegd een
lijst vau het door den aannnemer te betalen
loon en den in acht te nemen arbeidsduur.
5. Zonder speciale toestemming is de onder
aanbesteding van werk niet geoorloofd. Heeft
deze plaats, dan blijft niettemin de aannemer
aansprakelijk voor de opvolging der arbeids
voorwaarden.
G. In zoover afwijkingen van den loonstan
daard en den arbeidsduur tusschen de aan
nemers en de arbeiders zijn overeengekomen,
treden deze voor den duur der overeenkomst
in plaats van de lijst des Councils. Waar geen
loonstaudaard door vakvereenigingen is vast
gesteld, geschiedt dit door den Council zelf
standig.
Overigens bleek de Raad sterk geneigd de
uitvoering van werken in eiijen beheer te be
vorderen ten einde zich los te maken van die
aannemers, die de gestelde arbeidsvoor waarden
met aanzienlijke prijsverhoogingen beant
woordden. In 1s93 werd tot dit einde een
arbtidsdepartement opgericht, dat inderdaad
omvangrijke werken heeft ter hand genomen.
Wij hopen met dit beknopte antwoord te
kunnen volstaan en verwijzen den lezer die
? van deze dingen, en van de toepassing der
i gemeentelijke sociale politiek in het algemeen
meer mocht willen weten, naar het hoogst
merkwaardig opstel van Dr Victor Mataja
in het Zeitschrift f'iir Volkswirtsciiaft.
.Social! politik umi Verwaltung," Band III, all. IV.
i
Bank van Leening en Volkswelvaart.
! Hoc voorzichtig mm moet, zijn met, hot trek
ken van cnncluML'ii uit statistische geirevcns, blijkt
' uit cic nieiiedeelinircn van ileu Directeur der bank
van leeiiina' te Parijs, den heer Kil. Duviil.
Over 't algemeen beschouwt men de arbeiders
als de beste klanten vau de bank en de stijging
van liet, bedrag der belecniugen ais ecu bewijs van
toenemende dimde. Volgens den heer Duval is
dit geheel onjuist, ja is zelfs liet tegendeel liet
geval. Hij veiv.ekett naaielijk dat: ais er veel
omüiiat in /.aken, de kleine handel en de kleine
; //nijverheid aan de bank van Icening liet kapitaal
\ vragen dat, zij noodig hebben eu dat, zij
ner! //yens goedkonper kunnen krijgen, hoe hoog daar
//de rente ook moge zijn. Als eea crisis een
stag//natie i u de productie veroorzaakt doet zich het
gevolg onmiddellijk gevoelen aau de Bank vau
| Leening in dezen zin dat een dei1 bronnen die
hare magazijnen vult minder overvloedig gaat
vloeien: de nijverheid eu de handel doen minder
! //dikwijls en voor minder groote sommen een beroep
//op hare fondsen. Dezelfde oorza'-ik brengt
hetzelfde gevolg teweeg ten aanzien vau de arbeider?.
//Hij den gewonen staat, van zaken, verpanden
dexe veel eu lossen ze geregeld af; maar als er
//gebrek aau werk begint te komen, worden de
! atlos^ingcu minder. Een langdurige werkeloosheid
j //maakt ze weldra onmogelijk.
Dit is een andere oorzaak vau vermindering
//in de beweging der magazijnen. L" i t langdurig
werkgebrek vloeit ecu nog ernstiger feit voort: de
panden die niet gelost of vernieuwd worde»,
worden verkocht eu het verpande voorwerp zelf
ver,/dwijnt. Ah de ellende invloed uitoefent op het
aantal panden eu dit in tijden van crisis
vcr//meerdert, dan is die invloed dus noodzakelijk
zeer beperkt omdat de bronnen, waarover de
arbeidende klassen kunnen beschikken, spoedig
zijn uitgeput als zij niet door den arbeid worden
vernieuwd. Men mag, stenueudo op de ervaring
//dus beweren dat de opcraticn der Bank vau Leening
recht evenredig ziju aau de beweging in de wereld
van zaken en omgekeerd evenredig aan de ellende".
Aldus de directeur der Bank vau Leening te
Parijs.
Merkwaardig is ook hoe het aantal beleeners
en het bedrag der beleeningen verdeeld is over
de verschillende klassen der maatschappij.
Op 1000 beleeners en 1000 francs beleening
telt men:
89 kooplieden en fabriekanten met 253 fr.
157 beambten ,- 139
565 arbeiders // 250
189 van verschillend beroep // 352 //
Verdeelt men de verpande voorwerpen naar
hunnen aard in bepaalde kostbaarheden (byoux)
en andere zaken dan kiijgt men voor 1S93 het
volgende resultaat:
Kostbaarheden 820000 stuks met een waarde
vau 152 millioen.
Andere voorwerpen 541000 sfuks met een waarde
van slechts 3 M millioen.
De heer uval merkt hierbij op dat het aantal
voorwerpen van eerste behoefte sinds 1882 is ge
daald van 837 tot 5 H duizend stuks of vau een
waarde vau O'j millioen tot 3 M millioen. Daaruit
zou "wellicht tot, een vooruitgang in welvaart
mcgen worden besloten bij de arbeidende klasse,
maar vergeten mag hierbij niet, worden dat zaken
als bijv. horloges, die telkens meer onder ieders
bereik vallen en zeer veel worden verpand, tot
de kostbaarheden zijn gerekend.
Ook overigens getuigen de overgelegde tabellen
evenwel nog van groote ontbering: Cijfers als
315000 stuks mannen- en vrouwenkleren, 103000
lakens, 83000 stuks lijllinnen, 37000 stuks dekens,
3000 naaimachines, 5000 boeken, 2300 muziekin
strumenten, 4500 lorgnetten, bewijzen zeker wel
dat ook in Parijs de strijd dfs levens onder de
verschillende standen alles behalve gemakkelijk
te strijden is.
Socius.
Rijrart?erter.
Evenals van de maandelijks aangekomen
zeeschepen te Amsterdam, is eene grafische
voorstelling bewerkt van het Rijnvaartverkeer
van Amsterdam, als bijlage tot het verslag
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken
over het jaar 1894.
Het Rijnvaartverkeer van 1883 tot 1891
geeft de volgenden cijfers :
In- en vilklariinjen van Amsterdam te Lobith.
1883,1^87 gemiddeld 133321 ton.
188.81892 17:1294 .,
1893 ,, 19(Ui9G
Is91 ,. 235.812
Te Anifi/cn/am annijclM'inen llijnxclicpm:
189IS. 137 schepen met 171277 M1
l S! U, 'M 209.795 ..
Vermeerdering van schepen 2(J pCt.
inhoud 2U.-1
In de 235.^12 ton te Lobith voor Anisr.
inen uitgeklaard, deelden de Amst.
Rijiibeurtvaart voor 801)00 en de Amstel
Rijn-MaasStoomvaart Mij. voor 50.000 ton.
Van 18^3 tot 1*91 nam de bruto inhoud der
schepen door de Noordzce-sluizen geschut
toe van 7. 170.275 (o» tot IL. 1 95.031. Een ver
meerdering alzoo van de i-cheepvaarl beweging,
en van het Rijnvaart verkeer, die op ten betere
toekomst wijzen.
MerMscüe
De Nederlandsche Bell-Telephoou Maat
schappij had op l Januari 1^90 op de volgende
plaatsen rietten in exploitatie: Amsterdam,
Rotterdam,':- Gravenhage, Arnhem. Groningen,
Utrecht, Haarlem, Zaandam, Dordrecht,Schie
dam, Banrn, Hilversum, Bussum, Amersfoort,
Maassluis en Vlaardingen.
Het totaal aantal geabonneerden is + -1300,
waarvan voor Amsterdam 1750, Rotterdam
+ 10i>0 en 's Gravenliage + 100.
Het aantal telegrammen door de Maat
schappij behandeld is gestegen van L'O.iiOO in
1S83 tot Kll.OÜO in 1891, en dat der intercom
munale gesprekken van 50,000 in ls!)0 tot
110,000 in 1891.
Voor Amsterdam vervalt de concessie der
Maatschappij in den loop van dit jaar.
mmiiiiliiiiiiiiliiinniiiinniiiiniiliMiiliiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiilliiilliiMiiiilülll
Inhoud van verschillende dagbladen.
II a n d e l s b l a d l .fan. Ifet eerste
reyceringsjaar i'im den (ïoucerncur Gen. r. d. Wijck. Lof
over diens werkzaamheden. Nnij eens
Oj,nterland en Wentsttllittgicerf, bestrijding van
l'yttersen's beweringen.
20 Jan. 'sRijkts financiën 18!4. 22 Jan. Het
bel'id in 'Lombuk I. door Ma j. uijs. i'! Jan. II.
Aanslag van uitwouenden; Mr. Pijnappel contra
Mr. Vissering, liet oorlan door Dr. Ad. v.
Scheltoma. -M Jan. De Liberale partij, aanbeveling
aan 'de liberale partij om zich voorloopig niet
te binden aan een program en zich te bepalen
tot het duidelijk uitspreken van de richtini/.
De Standaard, 21 Jan. Kiiyper's woord
aan zijn lezers bij zijn wederopvatting van do
hoofdredactie.
23 Jan. De dreigende wolk. De sociaal-demo
cratische en de niet de soc. democratie verwante
denkbeelden. In de bijt. (Staalman als eenigzins
vreemde eend). 25 Jan. Kolonisatie. (In Oost en
West).