De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 27 januari pagina 2

27 januari 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No, 918 Maar daarmede begonnen de moeielijkheden eerst recht. Met een zuurzoet gezicht vroe gen de Débats weder: »De heer Bourgeois is radicaal: waarom maakt hij geen radicaal Kabinet? Een vrij groot aantal gematigde afgevaardigden zijn van oordeel, dat men in de gegeven omstandigheden eene loyale proef moet nemen met een geavanceerd ministerie. Al deelen wij dit gevoelen niet, toch begrij pen wij het; mogelijk is er wel iets waars in. Welnu, laat men dan een zuiver en flink radicaal ministerie maken. Dat zal duidelijk zijn en moedig. De Kamer zal het Kabi net steunen of het omverwerpen, maar in elk geval zal zij dan weten wat zij doet. En wij zullen, ofschoon wij zulk een ministerie bestrijden, alle recht doen wedervaren aan de eerlijkheid van zijne houding en de ener gie van zijne poging." Het Fransche blad weet natuurlijk zeer goed, dat bij de tegenwoordige samenstelling der Fransche Kamer aan een homogeen radi caal ministerie niet te denken valt. Men begrijpt dus wat het tweede advies waard was. De heer Bourgeois heeft, waarschijnlijk zeer tegen zijn zin, weer een beroep moeten doen op de politique de concentration, en, evenals vele zijner voorgangers, zijn heil ge zocht in een ministerie van tamelijk bonte samenstelling, waarin enkele bekende radi calen zitting hebben. Zulk eene samenstel ling verdient eer verwaterd dan geconcen treerd genoemd te worden; met wat goeden wil en heel veel zelfverloochening kan zij echter een bruikbaar cabinet d'affaires op leveren. De fout van den heer Bourgeois is geweest, dat hij in zijne eerste combinatie te veel in het oog loopende namen wilde bij een brengen. »C'est parfait'' spotte de Figaro toen de eerste lijst der uitverkorenen bekend werd »pourvu qu'ils ne s'expliquent pas.r' En een ander blad herinnert, hoe Mac Mahon indertijd ook concentratie-minis teries tot stand bracht onder de leuze der Union conservatrice; de maarschalk ontving de candidaten voor de portefeuilles n voor n en wees dan elk hunner een afzonder lijke kamer aan, om het resultaat der be sprekingen af te wachten; met elkaar te spreken was hun streng verboden: dat zou alles hebben bedorven ! Ongelukkig hebben de eerste uitverkore nen van den heer Bourgeois, de steunpilaren van zijn toekomstig kabinet, wél met elkaar gesproken, met name de heeren Poincar en Cavaignac, van welke de een even sterk tegen als de ander voor eene inkomsten belasting is. Die inkomsten-belasting moet juist aan het ministerie het radicale tintje geven; maar aan den anderen kant was de medewerking van den heer Poincaréook veel waard, omdat deze, als minister van finan ciën in het vorige Kabinet, zijn eigen be grooting in het nieuwe zou kunnen ver dedigen. De heer Bourgeois moest den president mel den, dat zijne combinatie mislukt was. Doch de heer Faure wist hem over te halen om nog maals aan het werk te gaan, en Woensdagavond was naar de telegraaf meldde, een nieuw minis terie tot stand gekomen. De kabinetsforrneerder had den knoop doorgehakt en zelf, behalve het voorzitterschap van den ministerraad, de portefeuille van financiën genomen, de heer Hanotaux bleef bij buitetilandsche zaken, terwijl de man van de inkomsten-belasting, de heer Cavaignac, aan het departement van oorlog voor andere dingen zou hebben te zorgen. De senatoren Demole, Combes en de Verninac kregen de portefeuilles van justitie, marine en landbouw; de heer Lockroy werd minister van onderwijs. Sarrien van binnenlandsche zaken, Leveillévan koloniën, Richard van koophandel en Terriër van open bare werken. Intusschen volgde Donderdag reeds het bericht, dat de heer Bourgeois voor de tweede maal, en nu voor goed, zijn taak had opge geven. Denkelijk hadden de heeren weer een onder-onsje gehad! Terwijl wij schrijven, duurt de crisis nog voort, en aan gevaar lijke profetieën zullen wij ons maar niet ?wagen. Lorfl Ranflolpli CünrcMIl f, Eene eigenaardige figuur is uit de Engelsche politieke wereld verdwenen: de stichter en leider van de zoogenoemde vierde partij, die der torydemocraten, Lord Randolph Churchill. Lord Randolph werd als tweede zoon van den hertog van Marlborough in 1849 op het kasteel Blenheim geboren. In zijne jonge jaren gaf hij geen blijken van eenigen aan leg ; noch te Eton, noch te Oxford verwierf hij een enkele onderscheiding. Door den invloed van zijne familie verkreeg hij in 1871 een parlementszetel voor Woodstock. Aanvanke lijk scheen hij ook als volksvertegenwoor diger onbeduidend te zullen blijven ; wat men van hem hoorde; was nu en dan een brutale uitval, die door niemand ernstig werd opge nomen. Doch na den dood van Lord Beaconsfield trad hij plotseling op den voorgrond. De nalatenschap van den conservatieven staatsman was onder Lord Salisbury en Sir Stafford Northcote verdeeld: de eerste was den jongen afstammeling der Marlborough's nog te machtig, maar den tweeden besloot hij te verdringen, en dit gelukte hem vol komen. Lord Randolph verwekte eerst slechts algemeene vroolijkheid, wanneer hij uit naam van »zijne partij" een geweldig hoog woord voerde. Die partij telde toen in 't geheel vier leden: Arthur Balfour, John Gorst, Henry Drummond Wolff en Lord Randolph zelf als leider. De caricatuur-teekenaars be leefden goede tijden; »Randy" met zijn kleine gestalte, zijn ronde, uitpuilende oogen, zijn stompen wipneus en ziju dikken knevel werd door hen in allerlei fantastische vormen vormen voorgesteld, liefst als een onbeschaamde mops hond of als een lastige steekmug. Het was eene groote overwinning voor Lord Randolph, dat Gladstone zijne in- en uitvallen op welwillend-deftige wijze begon te beantwoorden. Dit stempelde hem tot een man van beteekenis en maakte het voor hem mogelijk, in de loome, inerte conservatieve partij nieuw leven te brengen. Toen hij op den schijnbaar dwazen invloed kwam om de sleutelbloem tot lievelingsbloem van den overleden Lord Beaconsfield te proclameeren en eene PrimroseLeayue te stichten, namen alle leiders der partij aan deze conservatieve vrijmetselarij deel. Lord Salisbury trad zelfs als groot meester der orde op, en de Liga breinde zich spoedig over het geheele land uit en vond ook bij de dames medewerking en steun. Bij den val van het kabinet-Gladstone werd Lord Randolph als staats-secretaris voor Indiëin het Tory-kabinet opgenomen; en in het tweede ministerie-Salisbury werd hij zelfs kanselier der schatkist en leider der regeeringspartij in het Lagerhuis. Tot ver bazing der aanschouwers vervulde hij die hoogst belangrijke betrekkingen op schitte rende wijze, en weldra twijfelde niemand meer aan zijn toekomst. Maar na slechts enkele maanden vernam men met niet minder verbazing, dat Lord Randolph Churchill zijn ontslag had genomen als minister. Overtuigd van zijne onontbeerlijkheid, meende hij, dat men pogingen zou doen om hem terug te houden, maar hierin bedroog hij zich deerlijk. Lord Randolph's politieke loopbaan eindigde in het jaar 1880. Men hoorde later nog van zijne reizen, en een enkele maal trad hij ook nog in het Lagerhuis op; maar het scheen dat zijne kracht gebroken was. /ijne geest vermogens namen klaarblijkelijk af; van eene tot herstel van gezondheid ondernomen reis om de wereld keerde hij voor eenige weken doodziek terug, en Donderdag kwam het lang verwachte einde. Lord Randolph Churchill, hoe onbereken baar ook, heeft ongetwijfeld nieuw leven ge bracht in de conservatieve partij, en het wordt als een nawerking van zijn invloed erkend, dat ook thans nog bij de verkiezingen keer op keer de Tories meerderheden verwerwerven. miiimiimiiii SociaU Lonteclie Sociale Wetgeving, Een onzer lezers vraagt ons, ook ter ver gelijking met hetgeen onlangs op dit stuk te Amsterdam is tot stand gekomen, een korte uiteenzetting van de bepalingen die in Londen bestaan ten aanzien van loon en arbeidsduur, waarvan wij herhaaldelijk, laatstelijk nog de vorige week, in onze artikelen melding maak ten. Wij voldoen daaraan gaarne door de volgende mededeelingen. De overheidszorg in dit opzicht dateert te Londen van af het oogenblik dat 'Ie CountyCouncil sedert >le hervorming der gemeentelijke instellingen een meer democratisch karakter kreeg. Reeds den 5den Maart 188!), dus i>ij het begin der beweging, besloot de Raad om van eiken contracteerenden aannemer de verkla ring te vorderen dat hij zou laten werken voor zoodanig Icon en met zoodanigen arbeids tijd als in elk vak als behoorlijk (fair) was aangenomen, en om, ingeval het tegendeel bleek, van zulk een aannemer het bod niet aan te nemen. Deze bepaling voldeed echter niet, omdat de goede en eerlijke aannemers daardoor van mededinging werden afgeschrikt. Van daar dat de Londensche Raad reeds op 27 Mei 1892 met groote meerderheid een nieuwe re geling in overweging nam waardoor alle, ou dernemers verplicht zouden worden te ver klaren, dat zij den loonstandaard van het vak zouden betalen en den arbeidstijd en de voorwaarden zouden in acht nen>cn die voor elke plaats door de vakvereenigingen waren vastgesteld; een lijst der looneri moest aan het contract worden toegevoegd en nietnakoming der voorwaarden behoorde te wor den gestraft. Een amendement, waarbij de verklaring alleen tot de kwestie van het loon zou worden beperkt, werd verworpen. Een op deze grondslagen berustend besluit werd ter uitwerking en uitvoering opgedragen aan een speciale commissie uit den Raad, het zoogenaamde Fair Wages Commiüee. In December 1892 werd het rapport van dit comitéin behandeling genomen, en werden op grond daarvan de volgende bepalingen vastgesteld, die uitdrukkelijk mede geldig werden verklaard ten aanzien van de ver houding van den Raad tegenover zijn eigen arbeiders : 1. In de County Hall zal een lijst worden bijgehouden van de loonen en den arbeids duur die de Raad zal in acht nemen bij de werken in het bouwvak en de industrie, welke hij zonder tusschenkomst van een aannemer uitvoert. Deze lijst zal worden vastgesteld door 's Raads Work OommiUee en gebaseerd zijn op de loflnen en den arbeidstijd, die bij de vak vereenigingen gelden. 2- Bij aanbestedingen voor werken (binnen 20 mijlen van Charing-Cross) zal in het bestek onder bedreiging van straf de eisch worden opgenomen dat de op de lijst door den council aangegeven loonen en arbeidsuren daarbij zullen worden gevolgd. 3. Laat de ondernemer, verder dan 20 mijlen van Charing-Cross, arbeid verrichten, dan is hij gehouden de verschillende klassen van arbeiders, die hij in dienst neemt, zoo mede de loonen en arbeidsuren van elk dezer klassen, op te geven. G-een aanbod zal worden aangenomen, waarbij de loonen en arbeids uren niet overeenstemmen met die welke door de vakvereenigingen van het betrokken district zijn aangenomen en in praktijk gebracht. 4. Aan de contracten wordt toegevoegd een lijst vau het door den aannnemer te betalen loon en den in acht te nemen arbeidsduur. 5. Zonder speciale toestemming is de onder aanbesteding van werk niet geoorloofd. Heeft deze plaats, dan blijft niettemin de aannemer aansprakelijk voor de opvolging der arbeids voorwaarden. G. In zoover afwijkingen van den loonstan daard en den arbeidsduur tusschen de aan nemers en de arbeiders zijn overeengekomen, treden deze voor den duur der overeenkomst in plaats van de lijst des Councils. Waar geen loonstaudaard door vakvereenigingen is vast gesteld, geschiedt dit door den Council zelf standig. Overigens bleek de Raad sterk geneigd de uitvoering van werken in eiijen beheer te be vorderen ten einde zich los te maken van die aannemers, die de gestelde arbeidsvoor waarden met aanzienlijke prijsverhoogingen beant woordden. In 1s93 werd tot dit einde een arbtidsdepartement opgericht, dat inderdaad omvangrijke werken heeft ter hand genomen. Wij hopen met dit beknopte antwoord te kunnen volstaan en verwijzen den lezer die ? van deze dingen, en van de toepassing der i gemeentelijke sociale politiek in het algemeen meer mocht willen weten, naar het hoogst merkwaardig opstel van Dr Victor Mataja in het Zeitschrift f'iir Volkswirtsciiaft. .Social! politik umi Verwaltung," Band III, all. IV. i Bank van Leening en Volkswelvaart. ! Hoc voorzichtig mm moet, zijn met, hot trek ken van cnncluML'ii uit statistische geirevcns, blijkt ' uit cic nieiiedeelinircn van ileu Directeur der bank van leeiiina' te Parijs, den heer Kil. Duviil. Over 't algemeen beschouwt men de arbeiders als de beste klanten vau de bank en de stijging van liet, bedrag der belecniugen ais ecu bewijs van toenemende dimde. Volgens den heer Duval is dit geheel onjuist, ja is zelfs liet tegendeel liet geval. Hij veiv.ekett naaielijk dat: ais er veel omüiiat in /.aken, de kleine handel en de kleine ; //nijverheid aan de bank van Icening liet kapitaal \ vragen dat, zij noodig hebben eu dat, zij ner! //yens goedkonper kunnen krijgen, hoe hoog daar //de rente ook moge zijn. Als eea crisis een stag//natie i u de productie veroorzaakt doet zich het gevolg onmiddellijk gevoelen aau de Bank vau | Leening in dezen zin dat een dei1 bronnen die hare magazijnen vult minder overvloedig gaat vloeien: de nijverheid eu de handel doen minder ! //dikwijls en voor minder groote sommen een beroep //op hare fondsen. Dezelfde oorza'-ik brengt hetzelfde gevolg teweeg ten aanzien vau de arbeider?. //Hij den gewonen staat, van zaken, verpanden dexe veel eu lossen ze geregeld af; maar als er //gebrek aau werk begint te komen, worden de ! atlos^ingcu minder. Een langdurige werkeloosheid j //maakt ze weldra onmogelijk. Dit is een andere oorzaak vau vermindering //in de beweging der magazijnen. L" i t langdurig werkgebrek vloeit ecu nog ernstiger feit voort: de panden die niet gelost of vernieuwd worde», worden verkocht eu het verpande voorwerp zelf ver,/dwijnt. Ah de ellende invloed uitoefent op het aantal panden eu dit in tijden van crisis vcr//meerdert, dan is die invloed dus noodzakelijk zeer beperkt omdat de bronnen, waarover de arbeidende klassen kunnen beschikken, spoedig zijn uitgeput als zij niet door den arbeid worden vernieuwd. Men mag, stenueudo op de ervaring //dus beweren dat de opcraticn der Bank vau Leening recht evenredig ziju aau de beweging in de wereld van zaken en omgekeerd evenredig aan de ellende". Aldus de directeur der Bank vau Leening te Parijs. Merkwaardig is ook hoe het aantal beleeners en het bedrag der beleeningen verdeeld is over de verschillende klassen der maatschappij. Op 1000 beleeners en 1000 francs beleening telt men: 89 kooplieden en fabriekanten met 253 fr. 157 beambten ,- 139 565 arbeiders // 250 189 van verschillend beroep // 352 // Verdeelt men de verpande voorwerpen naar hunnen aard in bepaalde kostbaarheden (byoux) en andere zaken dan kiijgt men voor 1S93 het volgende resultaat: Kostbaarheden 820000 stuks met een waarde vau 152 millioen. Andere voorwerpen 541000 sfuks met een waarde van slechts 3 M millioen. De heer uval merkt hierbij op dat het aantal voorwerpen van eerste behoefte sinds 1882 is ge daald van 837 tot 5 H duizend stuks of vau een waarde vau O'j millioen tot 3 M millioen. Daaruit zou "wellicht tot, een vooruitgang in welvaart mcgen worden besloten bij de arbeidende klasse, maar vergeten mag hierbij niet, worden dat zaken als bijv. horloges, die telkens meer onder ieders bereik vallen en zeer veel worden verpand, tot de kostbaarheden zijn gerekend. Ook overigens getuigen de overgelegde tabellen evenwel nog van groote ontbering: Cijfers als 315000 stuks mannen- en vrouwenkleren, 103000 lakens, 83000 stuks lijllinnen, 37000 stuks dekens, 3000 naaimachines, 5000 boeken, 2300 muziekin strumenten, 4500 lorgnetten, bewijzen zeker wel dat ook in Parijs de strijd dfs levens onder de verschillende standen alles behalve gemakkelijk te strijden is. Socius. Rijrart?erter. Evenals van de maandelijks aangekomen zeeschepen te Amsterdam, is eene grafische voorstelling bewerkt van het Rijnvaartverkeer van Amsterdam, als bijlage tot het verslag van de Kamer van Koophandel en Fabrieken over het jaar 1894. Het Rijnvaartverkeer van 1883 tot 1891 geeft de volgenden cijfers : In- en vilklariinjen van Amsterdam te Lobith. 1883,1^87 gemiddeld 133321 ton. 188.81892 17:1294 ., 1893 ,, 19(Ui9G Is91 ,. 235.812 Te Anifi/cn/am annijclM'inen llijnxclicpm: 189IS. 137 schepen met 171277 M1 l S! U, 'M 209.795 .. Vermeerdering van schepen 2(J pCt. inhoud 2U.-1 In de 235.^12 ton te Lobith voor Anisr. inen uitgeklaard, deelden de Amst. Rijiibeurtvaart voor 801)00 en de Amstel Rijn-MaasStoomvaart Mij. voor 50.000 ton. Van 18^3 tot 1*91 nam de bruto inhoud der schepen door de Noordzce-sluizen geschut toe van 7. 170.275 (o» tot IL. 1 95.031. Een ver meerdering alzoo van de i-cheepvaarl beweging, en van het Rijnvaart verkeer, die op ten betere toekomst wijzen. MerMscüe De Nederlandsche Bell-Telephoou Maat schappij had op l Januari 1^90 op de volgende plaatsen rietten in exploitatie: Amsterdam, Rotterdam,':- Gravenhage, Arnhem. Groningen, Utrecht, Haarlem, Zaandam, Dordrecht,Schie dam, Banrn, Hilversum, Bussum, Amersfoort, Maassluis en Vlaardingen. Het totaal aantal geabonneerden is + -1300, waarvan voor Amsterdam 1750, Rotterdam + 10i>0 en 's Gravenliage + 100. Het aantal telegrammen door de Maat schappij behandeld is gestegen van L'O.iiOO in 1S83 tot Kll.OÜO in 1891, en dat der intercom munale gesprekken van 50,000 in ls!)0 tot 110,000 in 1891. Voor Amsterdam vervalt de concessie der Maatschappij in den loop van dit jaar. mmiiiiliiiiiiiiliiinniiiinniiiiniiliMiiliiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiilliiilliiMiiiilülll Inhoud van verschillende dagbladen. II a n d e l s b l a d l .fan. Ifet eerste reyceringsjaar i'im den (ïoucerncur Gen. r. d. Wijck. Lof over diens werkzaamheden. Nnij eens Oj,nterland en Wentsttllittgicerf, bestrijding van l'yttersen's beweringen. 20 Jan. 'sRijkts financiën 18!4. 22 Jan. Het bel'id in 'Lombuk I. door Ma j. uijs. i'! Jan. II. Aanslag van uitwouenden; Mr. Pijnappel contra Mr. Vissering, liet oorlan door Dr. Ad. v. Scheltoma. -M Jan. De Liberale partij, aanbeveling aan 'de liberale partij om zich voorloopig niet te binden aan een program en zich te bepalen tot het duidelijk uitspreken van de richtini/. De Standaard, 21 Jan. Kiiyper's woord aan zijn lezers bij zijn wederopvatting van do hoofdredactie. 23 Jan. De dreigende wolk. De sociaal-demo cratische en de niet de soc. democratie verwante denkbeelden. In de bijt. (Staalman als eenigzins vreemde eend). 25 Jan. Kolonisatie. (In Oost en West).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl