De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 3 februari pagina 2

3 februari 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 919 woord. Indien er ongelukkigen zijn voor wier mtanische gemoedsgesteldheid het zien van ten geboren heros in het kwaad tot prikkel lan verstrekken om gelijke daden te ver lichten, dan is het verslag van die terechtxitting ongevaarlijk zeker niet. En geheel Nederland, de lagere kringen in de eerste plaats, hebben dit afschuwelijk tafereel moeten genieten en genoten ook. Zou het met de waardigheid der dagbla den en met de beschaving, die wij ons zelf en ons volk zoo gaarne willen toeschrijven, ?iet meer in overeenstemming zijn, zich eenToudig te bepalen tot een vermelding in aljemeene termen van de zaak, die berecht ?wordt, tot een uittreksel uit het requisitoir CD de pleitredenen? Zoo als het thans is, bieden de best ingechte bladen, ook de gemoedelijkste, zooals Jhet Centrum, de ongezondste lectuur. Indien er een schriftelijke propoganda van «fe misdaad mogelijk is, dan staan niet in e eerste plaats de feuilletonnisten daaraan lehuldig, neen, meer dan alle andere schrijvers, propageeren de kranten diefstal, ««erfelijkheid en moord. Onwillekeurig, tegen hun bedoeling, leveren de dagbladen «e» encyclopaedie voor oplichters, helers en itelers, voor doodslagers van allerlei soort. Hoeveel valt er voor een weetgierige niet te Jeeren, alleen reeds uit de processen-Joniaux en Boes? Maar, zoo gaat het steeds voort, in een schier geregelden cursus. (1) Daarvan zal men het schadelijke inzien, «n men zal daarna ook het ongeoorloofde er yan ontdekken. Dat de pers op den duur iier en in het buitenland een zoo slaafsche dienares van de slechte volksneigingen zal blijven, zich steeds krachtiger inspannende om aan een vooze tot in het vieze verloopende aieuwsgierigheid te voldoen, ondenkbaar is het o. i., al schijnt de moeielijkheid op dit oogenblik groot. Het eenig mogelijke zou misschien zijn, dat de groote dagbladen ten onzent, in onder ling overleg, het voorbeeld gaven van eene intooming hunner dienstvaardigheid, jegens een uit ziekelijke zucht naar zenuwprikkeling te veel eischend publiek. Bern en te Stockholm. In het jaar 1876 koos de oude vorst Gortschakoff hem tot zijn assistent fadlatus) bij het ministerie van buitenlandsche zaken. Zes j°ren later volgde de benoeming van Von Giers tot minister van buitenlandsche zaken, hetgeen hij feite lijk gedurende de laatste levensjaren van vorst Gortschakoff reeds was geweest. Von Giers was geen aanmatigende per soonlijkheid, allerminst tegenover den czar. Alexander III was trouwens veel te zeer vervuld van het bewustzijn zijner roeping als alleenheerscher, en daarbij veel te wan trouwend, om een Bismarck-type naast zich te dulden. Hij wilde zijn eigen politiek hebben, en meende in alle oprechtheid, dat hij die ook werkelijk had. D rustige, voorzichtige, stil zwijgende, van alle intriges afkeerige, zich nooit opdringende en vooral in zijn optreden tegenover den monarch hoogst bescheiden Von Giers was juist een man naar het hart van Alexander III, die zijne kennis van personen en zaken wist te waardeeren en in hem een geschikt werktuig zag voor de uitvoering van den keizerlijken wil. De heer Von Giers heeft nooit voorgegeven meer te willen zijn; maar dat hij meer en veel meer geweest is, weet ieder die den czar en diens raadsman van nabij gekend heeft. Waar de minister van buitenlandsche zaken met den czar van gevoelen verschilde, gaf hij bescheiden toe, maar hij zorgde tevens, dat de schadelijke gevolgen van eene politiek, die hij niet goed keurde, zooveel mogelijk beperkt werden. Zoo is het onder anderen gegaan met de Fransch Russische alliantie, die zonder de kalme bezadigdheid van Von Giers wellicht gevaarlijk voor den Europeeschen vrede zou zijn geworden, e Franschen zelven zien dit in; hunne bladen althans spreken bijna zonder uitzondering met groote waardeering over den Russischen staatsman, dien zijne landslieden dikwijls genoeg voor een Duitscher hebben uitgemaakt. Waarschijnlijk zal de pas tot gezant te Berlijn benoemde vorst Lobanoff-Rostowski dien post niet aanvaarden, maar tot opvolger van Von Giers worden benoemd. Uit Bulgarije. (1) In het verslag aangaande het procesJoniaux lazen wij in een der bladen : Om trent de rnorphine worden noz belangrijke verklaringen afgelegd. Verschillende prepa- j laten van rnorphine worden voorgebracht, nl. in water, in e/mr de Ore i. in bockbier en in koJfie. De rechters, de juiyleden en sommige journalisten drinken daarvan en constateeren een zeer rlauw-bitteren smaak, maar in koffie met suiker rolstrckl ijccn smaal;. Het blijkt dat de morphine snel opgelost wordt., alleen in het bier wat langzamer." Minister Von (Jirrs. i Het bericht, van het overlijden van den 74jarigen Russisclien minister van buiten landsche zaken Von Giers komt niet onver- 'wacht; sedert j'tren was de oude diplomaat lijdend, en sleclits op uitdrukkelijk verlangen j ?van czar Xikolaas is hij ouder de nieuwe i regeering zijne functiën blijven vervullen. i De heer Von Giers was af komstig uit eene Finlandsche (oorspronkelijk Zwee Ische) fami lie, en gehuwd met eeise Roenieitischo vorstin Kantakuzene. Voor een volbloed Kus heeft men hem daarom in Rusland no'>it willen aanzien, en ieder weet wat dit voor een Russisch staatsman beteekent. In het jaar 1804 zeide czar Alexander II tot een uit ijne betrekking ontslagen, iiiet-Iftissischen gouverneur generaal: «Nationale en orthodoxe dweepers kan ik alleen met volbloed Ru'sen in toorn houden; niet-Russen en j.iet ortho doxen komen der nationale, massa reeds bij voorbaat verdacht voor en zijn daardoor aan Landen en voeten gebonden." De tegenstanders van den heer Von Giers en hij had er vele! hebben dit keizerlijk .woord niet vergeten, en vooral gezorgd, dat het den heer Von Giers voortdurend werd herinnerd. Indien deze laatste zich des niettemin jaren lang en onder drie alleenheerschers in zijne hoogst belangrijke positie heeft, weten te handhaven, dan volgt reeds hieruit, dat hij een man van meer dan gewone beteekenis is geweest. Nikolai von Giers, die zijne opleiding ont ving aan het lyceum van Zarskoje-Selo, trad op l S jarigen leeftijd in staatsdienst, bij de Aziatische afdeeling van het departement van buitenlandsche zaken; in 1S42 werd hij verbonden aan het consulaat te Jassy, waar van hem in 1849 de leiding werd opgedragen. Na den Krim-oorlog werd hij geplaatst bij het gezantschap te Omstantinopel; in de volgende jaren vindt men hem achtereen volgens als consul-generaal te Alexandri en te Bjekarest, als gezant te Teheran, te Xa den val van Stamboeloff hebben de zaken in Bulgarije eene zonderlinge wending genomen. Zooals men weet, bestond hot kabinet-St.oïloft' hoofdzakelijk uit conserva tieven ; slechts twee der ministers, Tontcheft' en Radoslawoff, behoorden tot de liberale partij. Conservatieven en liberalen hadden trouwens samengewerkt om Stamboeloff ten val te brengen. De meerderheid en de min derheid in het kabinet bleven echter, zoo goed en zoo kwaad als het ging, samenwer ken tot de verkiezingen van September jongstleden, hetgeen Si.oïloff en zijn vrienden niet belette, in het geheim de Rados!a\\isten tegen te werken. Desniettemin bracht-n de verkiezingen den conservatieven niet do ge wenschte meerderheid. Mag men de gee-evens van de ^irolmdn. liet orgaan van Sinmboelolt', wiens vrienden zich bij de verkiezingen onthielden, als juist aannemen, dan bestond de nieuwe Kamer uit 40 unionisten uit O >stRocmelië, -JM aanhangers van den banneling ZankoiF, '>7 Radoslawistcn (liberalen i, ?_'(! Stoïiovisten (eoiiserva(ieven), N partijgangers van den nog steeds in de gevangenis zillenden Karavelofl' en -l socialisten. De inihislor-prcsideiit besloot onder deze omstandigheden, /ieh van zijne beide liberale collega's te scheiden: de hoeren RadoslawoÜ' en Tontsdiefïnamen een tamelijk o.'ivrij\\ ontslag. Om elders de elementen voor eene meerderheid te, vinden, diende Stoïloll' een amnestie ontwerp in, waardoor de '\iisM>p!dlo aanhangers van Zankoll' en Karaveiolf moesten worden gewonnen, terwijl hij tevens meende te mogen rekenen op den sieun der Oost-Roemeliers, welke hij bij de verkiezingen niet had bestreden. Kort voor Nieuwu'.ar heeft de Sobranje liet amneslicontweni aan genomen, waarbij alleen eene uitzondering werd gemaakt voor de ministers, die sedert 1ss.'! waren veroordeeld wegens misdrijven begaan in de, uitoefening hunner fnnetiën, en voor de militairen van hoogeren rang, die aan de samenzwering tegen vorst Aiexander van Buttenberg hadden deelgenomen. Zankolt' on Ivoekanofl' hebben dientengevolge verlof verkregen om in Bulgarije terug te kecren, en Kiiravelofïwerd uit de gevange nis ontslagen. Zoowel de terugkeer van Zankoll' als ,],, bevrijding van Karavelod' gaven aanleiding tot allerlei demonstratie!). In de grensplaats Slivnitza, waar vele zijner vrienden hem op wachtten, verklaarde Zunkoll', dat het de plicht was van eiken Bulgaar, mede te wer ken tot eene verzoening niet Rusland, -liulgarije'' zeide hij »kan onmogelijk bestaan zonder Rusland. Indien de vorst zijn volk waarlijk liefheeft, zal die verzoe ning gemakkelijk tot stand komen. 11 ij -zal dan geen bezwaar maken om tot den Grieksch orthodoxen godsdienst over te gaan." Een tamelijk onwaarschijnlijke onderstelling, als men bedenkt, dat vorst Ferdinand hemel en aarde bewogen heeft, om de Bulgaarsche grondwet in dien zin te doen wijzigen, dat zijn zoon en erfgenaam Boris in den RoomschKatholieken godsdienst mocht worden op gevoed ! Maar toch weten de correspondenten van buitenlandsche bladen te melden, dat ZankofF reeds tot de intimen der vorstelijke hofhou ding behoort. De oude intrigant heeft dus den eerzuchtigen vorst in zijn zwak weten te tasten. Zoo schijnt derhalve Bulgarije weer geheel in Russisch vaarwater te zullen komen. Het is voor niemand een geheim, dat het verlangen van vorst Ferdinand om eindelijk als wettig vorst van Bulgarije te worden erkend, de eerste en voornaamste aanleiding is geweest voor deze wending in de politiek van het vorstendom. Wij behoeven hier niet te her halen, dat wij ten sterkste betwijfelen, of deze verandering ook eene verbetering mag worden genoemd. In n opzicht is de Bulgaarsche regee ring, in haren ijver om Rusland ter wille te zijn, zeker te ver gegaan. Zij heeft na melijk eene vervolging ingesteld tegen den ex-premier Stamboeloff, en wel wegens mede plichtigheid aan den moord, in diens tegen woordigheid op zijn ambtgenoot BeltchefF gepleegd. Die vervolging schijnt ons niet slechts ongerijmd maar ook in hooge mate onpolitiek. De Taitpi, die ten opzichte van Stamboeloff steeds eene zeer strenge critiek heeft uitgeoefend, noemt deze aanklacht een voudig monsterachtig. »Men beweert, dat de gewezen premier in Maart l S!) l zijn co'lega den minister van financiën Beltcheff zou hebben laten ver moorden. Hij zou daarbij een dubbel doel hebben gehad : vooreerst zich te ontdoen van een werktuig, dat hem niet meer van nut kon zijn, en in de tweede plaats de verant woordelijkheid van het misdrijf te schuiven op politieke tegenstanders, welker verdwijning in zijn belang was. Hij zou Beltcheff in een val hebben gelokt, door hem uit te noodigen, zich met hem te begeven naar eene eenzame plaats, waar hij hem door een omgekochten gendarme, die hen beiden escorteerde, liet doodschieten. »Zeker, indien er bewijzen bestaan voor zulk een misdaad, zou voor den dader geen straf zwaar genoeg zijn. Maar die bewijzen moeten onwederlegbaar en onwederstaanbaar zijn, vóór de Bulgaarsche regeering de hand kan leggen op den heer Stamboeloff. Alles wat, naar eene vervolging zweemt, zou ia de politieke wereld zulk een beweging van walging en afgrijzen uitlokken, dat reeds de hierdoor ontketende reactie voldoende zou zijn om den heer SuunboeloiF weder aan het hoofd der regeering te brengen, al schijnt !;ij liet er zelf op toegelegd te bobben 0:11 door de. heiligheid van zijn taal en de fouten van zijn gedrag zich dien terugkeer af te snijden. Het mmislerie-Sioïiofl' mag niet uit bet oog verliezen, dat zo >wel zijn belang als zijn plicht hot medebrengen, do justitie slechts in de uiterste noodzakelijkheid aan liet werk Ie zetten. Xiemand zal straffeloosheid vragen voor een groot misdadiger, maar elke wille keurige verv'i'ging /on met- de grootste ge strengheid worden veroord"eld.'' Het is ie ho"!! dat de Bulgaarsche re goerng c/.t? en dergelijke niet in den wind zal slaan en dat zi Ier \\ille van een plasdankje uit St. P waarschuwingen '?'? ?>" niet, tors burg, ha ir eigen goede l rouw in verdenking zal brengen en aan Bulgarije een onbere kenbaar nadeel zal toebrengen. Voorloopig In ef't, zij mot haar op'reden tejren Stamboe loff niets anders bereikl dan eene beslist gunstige wending do-r openbare meening ten (iM'<ii'liio v,-ui den ox-pivmior. Kr zijn xelf's lieden die beweren, dat vorst Ferdinand. als hij zich niei s|)oedig mot Stamboolorl' ver zoent, waarschijnlijk den langslen tijd in Bulgarije /al zijn geweest. llllillllHIIIIIIIII iimiiiMiiiii y ooi-alt aangtltqtnfitbtn De Vrouw ia Staat en Samenleving. i. lvn beweging in ons n,"g slechts weinig werd tocb. ook uil een maatschappelijk oogpunt, van groot belang is en in den laalsion lijd groole vorderingen hoeft gemaakt, is die voor do recble.n der vrouw in Siaal en Maatschappij. 'Tol voor betrekkelijk korten tijd nam nie mand die zoogenaamde vrouwen-emancipatie nog ernstig op. lnt"gondool. zij was een zeer rijke bron van allerlei spot bij de mannen, on de vrouwen zelven meenden aan haar fatsoen verplicht te zijn er vooral niet min der boog dan de mannen don neus voor op te trekken. Hierin is langzamerhand ver andering gekomen. De ontwikkeling onzer moderne samenleving, die zich aan niets stoort en het allerminst zeker aan de spotternij van bekrompen menschen, is ook in dit opzicht begonnen de begrippen en verhoudingen te ver vormen naar haar inderdaad souvereinen wil. Zij heeft in den strijd om het bestaan ook de vrouw de wereld ingedreven ten einde een zelfstandig bestaan te zoeken door eigen ar beid in concurrentie met den man en toen deze haar daarbij tal van belemmeringen in den weg legde, zijne scholen en betrekkingen voor haar zooveel mogelijk gesloten hield, toen vereenigde zij zich met hare lotgenooten, daarbij zich mede werpende op de politiek, omdat zij had leeren gevoelen en begrijpen dat ook hare wettelijke positie harer onwaar dig was en dat zij invloed op de staatsmacht noodig had om in hare stelling verbetering te brengen. En zoo ontstond er dan een politieke en sociale kwestie mér: de toelating der vrouw tot het actieve Staatsburgerschap en tot de ambten en b strekkingen, waarop tot dusver de man zich als eenig rechthebbende had beschouwd, een vraagstuk waarvan het ons alleen moet verwonderen dat het zich niet eerder aan ons heeft opgedrongen, in aan merking genomen de werkelijk grove wan verhoudingen waaruit bet is voortgekomen. Ons althans is het onbegrijpelijk hoe zelfs beschaafde mannen zoo lang zwijgend een toestand kunnen blijven dulden waarbij de vrouw, zoodra zij zich als echtgenoote aan ons verbindt, ophoudt een afzonderlijk indi vidu te zijn, tengevolge van een wetgeving, die haar het recht beneemt om over haar vermogen, over baar kinderen, zelfs over haar eigen persoon te beschikken. Er is iets lafhartigs in zulk een verhouding gelegen, vooral omdat zij intreedt meestal zonder dat de vrouw het weet en omdat zij door onze, wij zouden bijna zegggen frycnnaluurlijke huwelijkswetgeving in de meeste gevallen feitelijk onontbindbaar is gemaakt, zoodat de vrouw onbewust en voor altijd wordt over geleverd aan de willekeur van den man ook al is hij een slecht individu of al blijkt Liter dal, t wee menschen werden saarngekoppeld, die volstrekt niet bij elkander behooren. Een vrouw, als het er op aankomt, te brengen in zulk een toestand van wettelijke slavernij, bewijst wel dat mannelijke galanterie nog heel iets andrirs is dan hoogachting, te meer waar de hier blijkende geringschatting zich niet alleen bepaalt tot de f/rliu/rtle vrouw en dus nog met een xc-Jtijn van grond zou kunnen worden verdedigd met een beroep op de eenbeid des gezin?, maar zich ook uitstrekt tot de ongehuwde vrouwen, die o:is burgerlijk >recht ' unit minderjarigen, idioten en ver oordeelden) onbevoegd verklaart lot de uitoefening der voogdij en zelfs tot het af leggen van getuigenissen, waartoe de eerste de boste straatslijper zonder eenig bezwaar wordt toegelaten ! Ons verwondert het dan ook geenszins dat alleen reeds het denkbeeld onder zulk een wetgeving (e leven en de mogelijkheid daar van wellicht eens de dupe te zullen worden, bet gemoed van elke beschaaf 'o vrouw in opstand brengt. Het volhingen om uil deze vernede rende po-;ilie te worden verlost, is volkomen te billijken en zelfs mo.'t bij eenig do irdenkon worden hr-goirovon, dat blooto wijziging, ja zelfs afscb:ifli-!gva:i de ded^tivfl >nde wette lijke bepalingen niet voldoen Ie is. m.iar dat, wil de vrouw werkelijk ten allen tijde een zelfstandige stelling l;nini''ii innemen, zij do gelegenheid moet hebben om desverlangd (>ii'tf/ifiiil;< lijl; rui/ </< n i//</n haar bron l te ver dienen. Wetioiijko vrijheid zond..'r materieele 'Arf.-iandiglu-id is de toestand van den t'i'ij<~n arbeider leert. Lel' (en slotte Joch niets dan i«-liijn '. Vele vrouwen gevoelen dit volkomen, sommigen zoli's zóó diep. dat zij elke arbeid-wetgeving, in b aar belang beraamd, afwijzen, omdat daardoor hare borocpsvrijheid v,ordr, aangerand on dientengevolge hare kans o]) onafhankelijkheid noodzakelijk moet ver minderen. Op dit laatste gedeelte der kwestie willen wij bier niet ingaan, waar het ons voorioopig alleen te doen was om aan te toonen dat reeds op bovenstaande gronden de vrouw hot recht hoeft te vorderen dat haar een waardig be.-taan worde mogelijk gemaakt door open stelling ook voor baar van de maatschappelijke betrekkingen waarvoor zij zich aanbiedt on door de opvoeding en het onderwijs van de ; moi.-jes zoodanig in (e richten dat /ij oven goed als de jongens zich de daartoe vereisclite kundigheden kunnen eigen maken. Doeh niet alleen om meer direct de zelfstandigheid der vrouw Ie waarborgen tegenover den man, moeten deze maatregelen noodzakelijk worden geacht: ook andere omstandigheden vin soci alen aard dringen daartoe. I minors zoowel wegens hare grootere getalsterkte als wegens de telkens groo er bezwaren aan het huwelijks leven verbonden blijven vele vrouwen onge huwd en dikwijls onverzorgd. Haar te belem: meren in het verkrijgen eener kostwinning is grof onbillijk en ten eenenmale in strijd met de voorwaarden waarop een moreel bestaan alleen mogelijk is. Voeg hier nu nog bij de zeer vele

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl