Historisch Archief 1877-1940
Ro. 919
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
jonge meisjes, die in het gemoderniseerde gezin
hunner ouders geen bezigheid meer kunnen
vinden en er tot lastposten worden, zoodat
zij de wereld in moeten om een bestaan te
zoeken, en men zal moeten toegeven dat, ook
uit deze oogpunten beschouwd, het niet meer
dan billijk en zeer wenscheUjk is de vrouw op
gelijke voorwaarden met den man toe te laten
in het strijdperk des maatschappelijken levens,
wanneer zij daar hare kansen wenscht te be
proeven.
Verstandige mannen zullen dit natuurlijk be
grijpen en de vrouw de haar toekomende plaats
in Staat en Maatschappij van harte
gunnen.Alleen de^minder verstandige zullen dezen loop der
dingen met leede oogen aanzien, maar hun
zal toch ten f-lotte weinig anders overschieten
dan er met kalmte in te berusten. De feiten
toch bewijzen reeds, dat ook deze beweging
zich niet door vooroordeel laat tegengaan ;
vooral het afgeloopen jaar 1891 getuigt van
zeer groote werkzaamheid op dit gebied
en van snelle vorderingen door de nieuwere
denkbeelden in de publieke opinie gemaakt.
Naast tal van vrouwelijke vakvereenigingen
en de al eenige jaren bestaande Vrije Vrouwen
vereeniging, hebben wij een speciale
vereeniging voor vrouwenkiesrecht zien geboren
worden, die het binnen 't jaar tot meer
dan 300 leden heeft gebracht. Voorts ont
stonden twee andere vereenigingen die het
bewijs leveren dat ook in meer deftige,
zelfs aristocratische kringen, de ideeën
reeds zijn doorgedrongen; wij hebben hier het
oog op de Groningsche Vrouwenvcreeniging
en het Comitétot verbetering van den
maatschappelij/cen en den rechtstoestand der vrouw
in Nederland, waartoe mannen en vrouwen
behooren met adellijke titels en goed klinkende
namen. De propaganda die van deze vereeni
gingen uitging was vrij krachtig: de Vrije
Vromvenverecniging deed geregeld haar
wekelijksch orgaan (»de Evolutie") verschijnen;
verschillende vergaderingen werden belegd
en zoowel aan de Koningin-Regentes als aan
de Tweede Kamer en de Regeering werden
adressen gezonden betreffende het kiesrecht
der vrouw, de toelating van meisjes op bur
gerscholen en gymnasia, de benoeming van
vrouwen in school- en examen commissiën
enz., terwijl in de Staten (leneraal het recht
der vrouw verdedigers heeft gevonden in de
heeren Fokker, van Lier, de Kanter, Kerdijk
en Gerritsen.
(Slot volgt )
Socius.
Bepalingen omtrent arbeidsloon en
werktijd in bestekken.
De heeren prof. mr. II. L. Drucker, F. II. van
Malsen en C. M'jysken, voorzitters der particuliere
arbeidsraden te Leiden, 's Uravenhage en Am
sterdam, hebben, daartoe uit;_enoodigd door de
particuliere arbeidsraden uit een achttal steden
van ons land, een circulaire gezonden aan alle
gemeenteraden van gemeenten met meer dan 5000
inwoners, verzoekende, bepalingen op te nemen
in de bestekken van werken ten behoeve der
gemeente, die den aannemer beletten, het loon
in te krimpen, of den arbeidsduur te verlengen,
met dien verstande, dat tevens beperkende be
palingen worden gemaakt, ter voorkoming van
den toevloed van arbeiders uit gemeenten, die
in haar bestekken geen voorschriften geven om
trent minimum arbeidsloon en maximum werktijd.
Een dergelijk verzoek is gericht tot de ministers
van oorlog, marine en waterstaat.
MllllllllllllllllllllimillllllllHUII
IIMII1I1MIIIIIIII
Inhoud van verschillende dagbladen.
Het Handelsblad, '2ti Jan. Het ai tililerie.
mateiied op Lombok. Onvoldoend geschut.
27 Jan. Den dapperen Dank en Lauwerkransen.
Instelling van het kapittel bij de Mil. "Willems
orde; uitsluiting van stand en rang-verschil; ge
lijke soldij voor de verschillende graden.
29 Jan. Een foutieve motie, Bahlmanns motie
over de suikercultuur.
30 Jan. De heer Borgesius en de
Lombokexpeditie. Verdediging van de wijze waarop zij is
voorbereid, door een offiicier die de expeditie
heeft meegemaakt.
:il Jan. Trage Rechtfpleging.lctüs,: Over 's Minis
ters weigering om het getal rechters in de
Haagsche rechtbank te vergrooten.
De Standaard, 28 Jan. De oude kwaal.
Conservatisme en Calvinisme.
30 Jan. Democratisclie klippen, (de Aristo
cratische-, de Bourgeois- en de democratische
periode).
l Febr A mbtenaren, (toenemende vermeerde
ring van den arbeid buiten den dienst van het
groot-kapitaal).
2 Febr. Tegen elkander. De strijd tusschen
dr. Kuijper en mr. Lohman, een strijd van be
ginselen, geen persoonlijke strijd.
De T ij d, 24 Jan. Verlangt men bericht uit
Indie ? (Ingezonden). Over het briefport voor den
militair in X.-I. Een Sophisme. Polemiek met de
Midddb. rt.
2G Jan. Het maatschappelijk vraagstuk der wo
ning VI; 30 Jan. VII (Slot).
28 en 21) Jan. Een jubeljaar vnn het Mirakel
van Amsterdam, Het mirakel van 1345, door B.
H. Klönne.
Het Centrum. 2 Febr. Leo XIII en de
Amerikanen I. 's Pausen schrijven aan de aarts
bisschoppen en bisschoppen. De geneefkundige
Contant aan 't philoi-ofeeren. F. B. Banning, Arts.
l Febr. Gevaren voor de zedelijkheid. Slechte
boeken en een anatomisch Museum.
31 Jan. Aan de menschen van goeden wil door
Dr. Ch. Lucas (familieleven).
30 Jan. Een vr-tjdenkertweethui*.
29 Jan. Rijkt-bijdrage aan bijzondere scholen,
Dr. Schaepman.
28 Jan. De Regeering en de Kamer. (Stemming
over de uitzonderingswet).
II e t N i e u w s v d. D a g. 28 Jan. Holland's
taal, door L. K. te A. Tegen dr. Jaensch, die meent
dat er geen Ilollandsche natie noch taal meer is.
31 Jan. De t'ttkoutst 0'<zer oud-strijder?, door B.
N. K o 11 e r d. C r t. 25 Jan. Militaire
inundattën I; 27 Jan. II. Over het dienaangaande
ingediend wetsontwerp.
31 Jan. De diroymuking der Zuiderzee en het
verslag der staatscommissie l; l Keb. II. 2 Feb.
III. n bestrijding van dat verslag.
II e t V a d e r l a n d, 27 en 2S Jan. Democratie .
gindi en hier. Over dr. O. C. ^ijtioiV's. »De poli
tiek eener democratie. Het livjk^inii^eum te
Amsterdam (Ingezonden) door J. C. Vogel, te
Voorburg.
Het H a a g s c h e Dagblad, 25 Jan. Een
gewichtig irMigstuk. Over de waarde der Eerste
Kamer.
27 en 28 Jan. Uit de Eerste Kamer. Het
voorloopig verslag en het regeeringsantwoord.
21) Jan. De benadeelde -pat tij m stro f zaken.
(Volgens het Zwitsersch wetsontwerp), door v. M.
Over de scheiding tusschen publiek- en privaat
recht.
31. Jan. 't Conseivatisme. Een verdediging
daarvan.
A r n h. Cour. 28 Jan. Op wiens kosten
beJiooren onze kusten betc/iirmd en onze zeeweringen
onderhouden te worden (door den staat).
30 en 31 Jan. H<.t wetsontweip tot verzekering
vc.n de oibreiigst der invoerrechten. I en II.
De Maasbode, 2) Jan. Houten schepten*,
Het aftreden van Casimir-l'erier.
2(j Jan. Een actiitele bludzi/jde, Over scabreuze
lectuur, door A. P. te W.
II e t U t r e c h t s c h Dagblad, 27 Jan.
Hevordering, Ontslag en pemioneei ing v,;n of/luieren
der landmacht. Bestrijding van het desbetreffend
door den minister van oorlog ingediend wets
ontwerp.
De Nederlander (Wbld.), 2(> Jan.
Toynbeeionk. Over het rapport dienaangaande Mij.
tot Xut v. h. Algemeen. Een meiktcnuidige
oj>inerka g. Polemiek rnet de A'. Rotter d. Cit. over
de kiesrechtkwestie.
De Nederlander (Dgbl.), 2S Jan. De
Middenatand. (Over zijn verleden en toekomst).
2!) en 30 Jan. \Verkiny van graani'echten,bO'
strijding van die rechten.
31 Jan. Op-terlantl eit Westxte lingwerf. Over
zicht van de voornaamste punten van geschil in
de argurnentatiën van dr. Kuijper en van mr.
Lohman bij het kamerdebat.
De Liberaal, 2(i Jan. Armenzorg in 1< j i
esland. Tegen den heer E. do Haan, te Bakkeveen
De Wekker, l i) Jan. i'an nieuwe
w'injfmachine oor blinden. Aanbeveling van dr. Xord's
Skotograph, door II. J. Leuderink, directeur van
het Instituut tot onderwijs van blinden te Am
sterdam.
l'r o v. (i r o n. C t. ->öJan. Het ]iankroet
der Wetenschap (slot). Een beschouwing' naar
aanleiding van lirunetière's artikel.
?'!') Jan. Orer den Landbouw. Voorheen en
t/iuws. Bestrijding van graafrechten.
I, i m b. K o n r i e r. 2S Jan. Eenige
bc^chouwimjen en bedenkt rit/e. n naar (iiniltiding run <!e
voorgeel Ide bewapening onzer infuntet ie met /tut
Mann/icher-geweer, door M de I las. (Bestrijding
van het regeeringsvoorstel) ;
30 Jan. De Gi'ondbilastmq in Limburg, door
J. II. Jansen. (Onbillijke helling, waarvoor ver
goeding gevraagd wordt.)
V e n l o o s c h Weekblad, Voor Nederland
van het meeste b'l'.mg, door L. Halïmans. Aanbe
veling tot het nemen van represailles, tegen
over protectionisme van het buitenland.
Het Nieuwe Schoolblad,
HetLcxleerboek voor de nat. his'oi ie J. S. :V,}'A pCt.
Begunstiging-' (Voorste! Schelts van Kloosterhuis),
de gelijke klassen van verschillende scholen te
samen te biengen op oen school.
De M i d d. C t. 2S Jan. Ee.n lezenswaardig
Nutsrapport over het Toynbee-werk.
De Baanbreker. Bedenkelijke kenteikenen
Gevolgen der toenemende concurrentie.
De Winschoter. De arhto-democratitdie
partij. Ken beschouwing over de circulaire der
Lili. Unie.
Delftsche O p mor k e r. Vrijhandel of
protectie.
De V o l k s b a n i e r. Op den kant.' (Het
naderen der revolutie.)
liimiMiiiiiinnniimuiiitiiMniiiiiiiiinmin.ur.iiuunininmimmiiHiiiiiin
TOONLLKMVZiLK
KroiM.
Een der directieleden van liet Xei/crltnn/xrlt Tiif,i/cil
ichrijft mij oilicicusclijk, dat mijn correspondent,
van wiens welaangepuiite eu dooreenezaakkuudige
liand bestierde pen, ik dcu lezers eeniije ge
heimen van gindsche zijde der voetlichten voorzette
zooals ze ons iu onze eigen, meer geretircerdc
positie niet bereiken, en welke venmikelijk zouden
zijn zoo ze minder bedenkelijk waren, dat deze
rnededeelingen, in een woord, niet juist waren.
Pont-Any is geheel gerepeteerd, herhaaldelijk,
ofschoon niet altijd alle ?") acten achtereen.
Het;eeu ge vermeldt omtrekt den heer Clou*, is niet
oij de première te Amsterdam (1-1 Januari) voor
gevallen ; misschien bij de première te Leeuwarden ?
Ik weet niet, hoe daar de inrichting is, misschien
kan die oorzaak zijn geweest van de vertraging."
Wie weet, maar aangezien in den brief dien ik
ontving van geen plaata gewag werd gemaakt,
r behoudt men de vrijheid zich het bedoelde malheur
j voor te stellen als geschied bij de première te
i Aarlanderveen. Doch het démenti kwam iu mijn
' bezit op een kwalijk gekozen oogenblik. Dien dag
namelijk of den dag daarna, woonde ik een op
voering bij van de Demi-monde. Geen première
ditmaal, maar ei ne wederopvoerii g, Eenpersoonlijk
verwijt wil ik er niemand van maken; noch
den artisten, noch der directie. Even goed als
: mijn vriend de mededeelzame briefschrijver en ik
{ weten deze menscheu dat het zoo niet behoort.
j De omstandigheden zijn machtiger dan zij. De
kiiliek waarvan het sprei kwoord zegt dat zij ge
makkelijk is, heeft toch dit, bezwaar, dat zij het
ongerief waaronder directie en aitisten lijden met
hen moet deelen. De troost, dat het dus halve
smart, i.-, reikt niet, ver. Wij uu wreken in de
j de binnenkamer ons lachende vau wat, wij in de
j schouwburg moesten verduren. Meu late ons dit
i genoegen. Gi eu verwijlen. De tijden zijn te ernstig.
j De humor welken zij ous to' staan te genieten is onge
twijfeld galgeuhumor voor een groot deel. Doch voor
j wie Imngeii moet, is er geeu keus. Laten wij de
noodj zakelijkheid waarin wij verkeeren; de een 0111
j komedie te spelen, de ander om het aan te zien,
de derde om van zijne bevindingen verslag uit te
brengen, de vierde om de directie te voeren, een
volgei.de om de abuizen van de directie te noteereu,
weer ecu volgende om ze te betalen, laat ons
elkander deze noodzakelijkheid niet verzwaren,
noch vcrkerven,door opzettelijke onaangcaaHinliedeii.
Niet alleen op het, tooneel heeft men een rol te
vervullen. Wij hebben allen onze gulden redenen
om sommige dingen te laten, om andere te doen.
Wie zich nu van het doen en laten van derden
zoo weinig aantrekt als met, zijn eigen leventje
bestaanbaar is, is de wijze man of de wijze juf
frouw. . . .
Daarom trof de ollicieuse terechtwijzing het zoo
slecht, wijl deze voorstelling het ergste dat mijn
correspondent bedoeld kan hebben, volkomen be
vestigde. Gespeeld werd dit repertoire stuk met
het talent waarover de artisten beschikken, en met
de ondeugden welke hun eigen zijn. Daar wil ik
voorloopig uiits va i zeggen. Mnir wat, ik nu op
o]) het, oog heb en waarvan ik den licelcn avond mijn
ooiron niet af kon honden, is de enorme slordigheid
van de voorbereiding. Wat, dan wellicht van
'Fui/tJirv niet, waar was, kan in dubbele mate gelden van
de l)e?!i-iiioni/<'. Het, was knoeien vau het begin tot,
het eind. Ken slechter verzorgde representatie bij
te wonen is mij zelden te beurt gevallen. Ken
tweede drama werd gespeeld naast, het drama door
het, programma vermeld. Men was verlangend te
weten, niet enkel wat baronnes d Ange en de
heeren Olivier, Raymond, etc. zou overkomen in
den loop der handeling; maar bovendien hoe de
diverse dames actrices en de heeren acteurs zich
door den tekst, der vijf' bedrijven zouden weten
heen 1e slaan. Deze benieuw dheid vergezelde de
dramatische spanning als haar sciiaduw. Een
noodlot. j;i, is door den se! rij ver opuehaniren boven
ln:t hoofd van meer dan een der hoofdpcrsoi en;
maar men gevoelde dat, het, werkelijk gevaar dit
maal dreigde van de zijde van het, sonffl.'iiri-liok.
\Vij hebben het, rcciit, niet, noch gevoelen uc be
hoefte, daar iemand aansprakelijk voor te stellen.
7oo wc mg houden wij de betrokken p< rsonen ver
antwoordelijk, als Alexandcr Dumas lils voor de
laai welke «ij dien avond mochten vrriummi. De
barones d'Ange, wier memorie b'ijkbaar een zware
kimde had gi vat, zeide in liet neucndc tooned \an
de vierde acte tot, Mareelle?: heb-je <ri hoord
wal die dame gezegd hecfi'r Terwijl de tekst, luidde:
/''/' '/' ./'' '">'/ ri''iifc-/ ;<(?/?/'?// n'nl ju run i/rrn/i/ /</,'/? rn,i.
t/i'i/H gunt.' In een drama dat zooveel misverstanden
bevat als de M",,//-,w<;//Vr', kunnen wij op een mee r
of minder niet l t.teu, en ! et, is dan ook alleen
vof)r de curiositeit als wij hierbij voegen dat, de
in deze voege verkeerd gehoorde vraag ook aan
een verkeerd adres kwam. Niet i-iuzanue, maar
M/ircelle moet haar doen. IL t tooneel tusschen
Olivier en Marcello in liet, tweede' bedrijf man
keerde een vau de beste passages, welke hierdoor
kapul ging dat, Olivier wanneer Mareelle zcsrt. :
ik ben een vrouw, iu plaats van met de bitse
opmerkiiiL', dat hij het, gehoord had maar niet
hart willen gelooven, antwoordde mot de herhaling
van wat hij kort te voren tot zijn vriend Richard
zeide : je kunt wel zeggen, a's een man... Ki;liu,
waartoe dient, mag meu wel vragen, de, omloop
van literarische en niet-literarisclie bestuursleden,
wanneer zij met hun allen nog niet, gedaan kunnen
krijgen dat een van de beste repertoirestukken
althans gekend wordt eer men er mee voor den
da1' komt. ?
Xa de dagen van mevrouw de Vries en Morin
iiad ik ile l)i'iii!-ni(iiii/i.' niet, meer gezien. Mevrouw
Brondgeest is zooveel waarschijnlijker in de eene,
als de heer Clous onwaarschijnlijker in de andere
hoofdrol is. Htt was waarlijk niet noodig ge
weest, dat mevrouw Brondgeest, de hare twee jaar
ouder maakte: waarom dertig in p'aat.s van de ?>.$
in dcu tekst'r De heer Clous mist liet pmstann
dat de rol van Ulivier Jaliu, tegelijk riiixoni/fnr
en eerste-rol, verlangt,. In stukken met mevrouw
Brondgeest, behoorde hij slechts rollen te vervullen,
niet, van minnaars, maar van bedrogen minnaars.
Men meent, somtijds dat de ware Olivier een jonger
broertje heeft gezonden om de dames in zijn naam
iets te berichten: en dat, hijzelf aanstonds komt.
Dergelijke slecht gesorteerde paren zijn grove
aestlietihclie misgrepen.
Waar beide partijen, ieder voor zich. of met, een
]>i/rtm',- die van linniie postuur is, voortrt H'elijk
kunnen voldoen, komen beiden op hun
oiivoordecligst uit dus kwalijk g( llankeerd. Van dezeu
Olivier moeten wij vreezen dat die Suzanue hem
in hare armen niet omhels l, maar gekraakt heeft.
Dezen Olivier in de salons vau de Vicomtesse de
Vernières het hoogste woord te liooren voeren
brengt, ons de vraag op de lippen, waarom Me
vrouw niet, een bediende laat, roepen om dat bru
tale kleintje bij een arm aan de deur te zetten.
Zijne verhouding tot Mareelle wordt er niet be
grijpelijker door. Wat heeft zij toch aan dat
eigenwijzen, pikante heertje gezien? Mevrouw lloltrop die
voor Mareelle speelde, is ook nog al flink van postime.
Het heeft er daarom iets van of htt tot de eigenaar
digheden van de demi-monde behoort, dat jonge ei
mooie, ietwat forsche vrouwen, er plegen te
verlieveii op mannen die onder de maat zijn en wat
onbelangrijk van wezenstrekken. Voor zooverre
wegens zijne uiterlijke middelen, waartoe de steut
behoort die te weinig vol en te ordinair van klank
is, de heer Clous niet volkomen ongeschikt 'n
voor de zware rol, mag men hem de verdienste
niet ontzeggen van er vau te maken wat, bij er
van maken kon. Htt stn kt hem tot eer, dat hij
somtijds eenigszins aan zijn ouderen collega doet
denken en blijkbaar niet versmaadt de deusdeu
vau den heer Morin iu het ooi, te houden. Overigen*
is vau cciie opvatting etc. van Olivier Jaliu niets
te zeggen, wijl de heer Clous deze rol nu eenmaal
niet, spelen kun. De lieer van Schoonhoven komt, in
rolleii als die vau Hyppolyte Richoud niet op dreef. liet.
is waar, dat, hij voor het physieke ons ruiiu-clioots.
vergoedt wat, den heer Clous te koit, komt; eu desoni
van beider figuren zou, door twee gedeeld, eeu zeer
prescnlable afmeting zijn. Maar is dit, voor ons
niet ecu eenigszins schrale troost '?! Men m eene
toch niet, dat, dit, onverschillige zake.ii zijn. Ik
herinner mij den lieer Schoonhoven als Serge Laiiine,
de titelrol van een mooi stuk, waaraan, toen ik
het eenmaal zag, enkel ontbrak, dat het, pistooi
van mevrouw Kleine?Gartman weigerde, /oo eca.
man als Serge f'aniue, een vc rliefde n arqué, kan.
niet alleeu, maar moet eeu imposante lichamelijks
verschijning zijn. /uilen wij dit, stuk niet, eens weer
zien? Voor een heer die gedichten diklameert komt
het, er niet, op aau hoe zijne lisionomie, hoe zijn.
taille is. Maar een tooueelspelcr verbeeldt, van
zijn haar tot zijne teenen, de persoon welke Lij
voorstelt. De lengte van zijn armen is bijna zoo
essentieel als de uitdrukking van zijn sti m. Da*.
in een bepaalde rol, eeue afmeting, of een kleur
of een houding, zoo is als wij haar opmerken,
en niet anders, moet gemotiveerd zijn door iet»
in die rol. Bijzonder groote mannen, als Van Schoon
hoven, moeten niet maar zoo neergezet worden iu een
rol waarbij hunne onmiddelijk het meest in het oog
vallende uiterlijke qualitcit zouder betctkcnis is. De
lieerde Jong, bij voorbeeld, is als o the ie r van het,
Afrikaansehc leger, terecht een uit de kluiten ge\\ assen.
knaap. Maar irctirom, vragen wij ous af, is die
Hippolyte nu juist zoo'ii lange kerel r Htt is eet
zorgelouze regie welke zich van die dingen geea
rekenschap geeft, maar dat ontslaat ons niet »an
den plicht, er rekenschap van te vragen. In deze
wereldsche stukken overigens, zijn de heen u De
Jong en Van Schoonhoven minder wel geplaatst.
dan in kost uurndrama's. Daarin kan meer aau
hunne fantasie worden overgelaten; voor het
salougenre zijn zekere studies noodig welke onze acteurs
maar weinig kunnen maken.
Mevrouw Brondgeest, bij wie een enkele maal
de souiiretfe bovenkwam, waardoor sommige ge
deelten van haar rol iets onwillekeurig kluchtigs
kregen muntte uit door een overvloedigheid
van fraaie kleeren, zoo zelfs dat, de pracht, van
de kostuums welke Mevrouw d'Auge droeg bij zich
aau luis, eenigsznis bedenkelijk moit, heeten, als
strijdig met, de eisclien van (ie rol. Is het harer
zijds een oli'er aan de naam van het stuk, dat, zij
eeu gi kleede en gedecolleteerde avondjapou aan
heeft, in hare eigen woning, en op den dag? Om.
haren o'ïicier te bekoren, meen ik dat eeu een
voudig huisgewaal wel zoo werkzaam zou geweest
zijn; i-iiUiIniiiiiti', gezellig, ehie, treral'liiicerd, maar
niet, zoo schitterend en (ll'iktvol als hel toilet vac
mevrouw Broiidgeest, dat haast een baltoiletscliccii.
De hevige loimeelen met de Xanj ie werden
door beide artisten go. d gespeeld. Mevrouw
rondo-eest deed terecht de tragische positie vau
de Baronesse d'Ange gevoelen, /ij is m mier de
dupe van haar eigen slechtheid, dan vau de braaf
heid der barselie ploertcii die zich met den litcl
versieren vau fatsoenlijk man," eu ee>*t de
vroiiwin helpen bederven op wier zonden ze naderhaud
zich vermeten uit, de booy-te neer te zien. l>r?i>~
iiiini'li' is d;: ap itlie )-;c va:i mannelijke dwingelandij
en Zfltverlieerlijking.
v. li, G.
Oïcr Bnineaii
zijn aanstaande (derde) Zola-opera.
Emile Xola en de muziek, de geenszins onbe
langrijke rol der toonkunst in zijn romans..
Dit even aantrekkelijk als belangwekkend, even
eigenaardig als rijk onderwerp zou voldoende stof
voor een klein essay, een heel monographietje
opleveren. Vroeger behandelde ik het elders, is
Duitschland. Dien arbeid ter gelegener ure of.
vaderlandsch-nationalen bodem over te planten:
? Nicht dumm dilnkto mich das.
Bedenken will ich's;
Wer woiss was ich thu'!"
gelijk Wagner's Loge zegt. Qui vivra verra. NBT
hier, is 't daartoe noch de tijd, noch de phiakv
noch de gelegenheid.
De over muziek handelende hoofdmomenten
in het geweldig-omvangrijk werk van l'auteur
des ?R'iuyon-Macquart" bestaan uit eenige
Wagriana in L/i Curi'e, Nana, l'Oeuvre, uit de
heorlijk-dichtorlijke bloemen-symphonie bij Albine'&
dood in Ie I'arado die geurig-poëtiesche tegen
hanger der kazen-symphonie in Le V entre de
Paii-i ? uit de huishoudelijke dilettanten-uit
voering der »Eïni'dietion (fes po ig nar dn" in. dt
Jlni/uenots (Pot-llouilllt^ enz.
Vóór en boven alles treedt hier echter Lazare
ChaLteau's «Symphonie de la Douleur" (La joi&
de vicrc) op den voorgrond, en niet minder de
karakterschets van de groote meesters der toon
kunst, bij monde van den landschap-schilder ec.