De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 3 februari pagina 5

3 februari 1895 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 919 DB AMSTEBDAMMEB, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND. de kunst van grime, in moeiehjke gevallen ge bruik maakten van een hoogst eenvoudig procédé, n. I. op bet voorhoofd en de wangen een zeer doorschijnend masker van doek aan te brengen. De wjjze waarop Garrick zich oud en jong wist te maken wekte toen de grootste verbazing op. Niemand wilde gelooven dat die grijsaard de jonge Garrick was, zoodat hij de ongeloovigen in zijn kleedkamer op de vele potjes wees zeggende. Hieruit haal ik den leeftijd dien ik voor moet stellen. Kean kwam in Engeland voor het eerst in 1827 op het denkbeeld Othello met een bruine gelaatskleur te spelen, hetgeen algemeene in stemming vond. Doch Talma had te Parijs reeds v\jf-en-dertig jaar vroeger dit denïrt>oeld uitge voerd en wel in overleg met Ducis, die zeide: »Quant a la couleur d'Othello, j'ai cru pouvoir dispenser de lui donner un visage noir en m' cartant sur ce point de l'usage du théatre de Londres, j'ai penséque Ie teint jaune et cuivré, pouvant d'ailleurs convenir anssi a un Africain, aurait l'avantage de ne point révolter l'oeil du public et surtout celui des femmes, et que eette couleur leur permettrait bien mit-ux de jouir de ce qu'il y a de plus délicieux au théatre, c'esta-dire de tout Ie charme que la force, la variét et Ie jeu des passions répandent sur Ie visage mobile et animéd'un jeune acteur bouillant, sensible et animéde jalousie et d'amour." De Othello van Ducïs werd in 1792 in de Comédie Francaise gespeeld door Talma en mej. Desgarcms. Talma peinsde altijd over het costuum dat Othello moest dragen, wat uit aanteekeningen, na ziyn dood gevonden, blijkt. Eerst kleedde hij zich als barbaar, doch later anders, overwegende dat Othello, christen en generaal te Venetiëgeworden zgnde, zich ook als zoodanig moest kleeden, en dat hij geen tulband kon dra gen wanneer hij christenen tegen de Muzelman nen moest aanvoeren. Hij is werkelijk eens in Venetiaansch costuum opgetreden,bij zijnafscheidsvoorstelling in de Académie Royale de Musique, doch in de Comédie Frangaise, waar hij met de traditie rekening moest houden, herhaalde hij die proeve niet. Men vond daar dat de uitingen van woede en jalouzie veel meer pasten bij een eenigszins barbaarsch costuum en uiterlijk, dan bij iemand die gekleed was als iedereen. En zoo bleef Talma als moor gekleed, welke traditie ook voor den Othello van Rossini bewaard bleef. Maurel, de voortreffelijke zanger en acteur die Verdi'sJago heeft gecreëerd, heeft eene brochure over de mise-en-scène van Othello geschreven waarin hij o. a. zegt: Othello zwart te maken is een bewijs van slechten smaak en strijdig met Othello's ex pressieve en nobele physionomie, zijne machtige stem en besliste gebaren. Meer als een licht, gebronsde kleur mag men niet aanwenden. Hij is het dus vrij wel met Ducis en Talma eens. Rossi droeg een Turksch costuum, wat naar men zegt zijn spel niet ten goede kwam. Zooals de heer Saléza te Parijs Othello gespeeld heeft, is hij (wellicht zonder het te weten) geheel in den styl van eostume en grime gebleven zooals Talma die rol te Parijs wilde spelen en zooals hij die slechts eenmaal gespeeld heeft. L'Attaque du Moulin. De opvoering van De Aanvil op den Molen (l'Attaque du moulin) bij de Ned. Opera in den Stadsschouwburg is, daar de componist Bruneau verhinderd is vroeger te komen, uitgesteld tot Dinsdag 12 Febr. a.s. Aan de opvoering, waarbij getrouw de Parijsche mise-en-scène wordt ge volgd en aan de nieuwe decors wordt alle mo gelijke zorg besteed. Fransche critici over Pour la Couronne." Jules Lemaftre zegt in de Débats-. Van het eerste oogenblik af gevoelt gij een groote gerust heid over u komen. Men is dadelijk overtuigd, dat het eigen werk is, en oorspronkelijk Fransch werk, dat er orde zal zijn in den gedachtengang, waarheid in het gevoel, juistheid in de beelden; dat de vergelijkingen zullen worden volgehou den, dat alle volzinnen op hun pooten terecht zullen komen, dat de ontwikkeling zal gaan vol gens de regelen der rhetoriek, dat is: van het gezond verstand. Men ziet zelfs de meeste rij men vooruit, en te beter naarmate zij minder vulgair zijn: dat is een der goede, of wilt gij, slechte eigenschappen der Parnassiens. Hij vergelijkt verder Coppée onophoudelijk met Hugo, Corneille, Sofocles, noemt hem een wa ren gréco-latin, en citeert uit het vijfde bedrijf, waar Constantin staat tegenover het standbeeld van zyn vader, deze verzen : Compare uos destins, muu pèrc; conuxmte 'Pa gloire imméritée et raoa mjuste bonte. Tu mérites l' opprobre et ta m'en vois couvrir. Ton juge est condamné, ton boum-au va mourir, En nous deux, la justice est deus fois outrafiée; Spectre, es-tu satisfiiit? Victime, est.-tu vengée y Trioinpbe, homme d'airaiu, on va meurtrir ma chair. 11 est bon que je meure, il est bon qui j'cxpie. J'ai du frapper, je n'ai pas pu faire autrement, Mais j'ai tuémon père, il faut uu cbaiiment; Et nous ruines tous deux, dans l'affivuse avcutuïc, lui, ti-aitre a son pays, moi, traïtre a la nature. Je t'ai pris. justicier intègre et couvaincu, L» vie, i» tui sans qui je n'eusse pas ve'su: II est juste, a present, que je me sacrifiv, Et sauve ton honneur, en te dounaut ma vic. Je suis quitte euvers toi. J'ai lavétout est bien, Ton crime dans ton sang, ta gloire dans Ie mien. Dat is heel mooi, zegt Lemaitre, en van het beste en zuiverste klassieke fransch. Sarcey geeft in zijn kroniek in de Temps ner gens een stukje, voor kenschetsend citaat ge schikt, maar hij is het in zijn opvatting zoo goed als geheel met Lemaitre eens. Benefiet mej. Tartaud. Gaarne vestigen wij de aandacht op het a.s. benefiet van mej. Emilie J. Tartaud die, ver bonden is aan het operette-gezelschap van de heeren Gust Prot & Zoon, in den Frascati-schouwburg. Het heeft plaats op 7 Februari a.s. Opgevoerd wordt de «Krekel en de Mier", operette waarin zy de hoofdrol vervult. Zeker zal het der jeugdige begaafde zangeres niet aan belangstelling op haar eere-avond ontbreken. We wenschen haar een stampvolle zaal. Karl von Bongardt f. Karl von Bongardt, den '27 sten Januari te Detmold op 48jarigen leeftijd plotseling overleden, als directeur van den vorstelijken schouwburg, een geboren Keulenaar, zal zeker ook door Ne derlanders, voornamelijk te Rotterdam, met sym pathie worden herdacht. Daar toch was deze verdienstelijke Mozart ? en Wagnerzanger een tijdlang als uitvoerend artiest en regisseur aan de opera verbonden. Galeoto. El gran Galeoto, het ook ten onzent bekende stuk van Echegaray, is vertaald in het Grieksch en te Athene met grooten bijval ontvangen. Zoo veranderen de tijden: Griekenland, zich verkwik kend aan drama's van barbaren! IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII1IIII1II1IIIIIIIIII11IIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII Hulde aan Jozef Israëls, Hoewel de dagbladen uitvoerig het feest be schreven hebben dat Israëls werd gegeven, acht ik het voor de lezers van dit weekblad niet overbodig in 't kort de groote lijnen van deze hulde even vast te zetten. Men weet hoe door den dood van Mevrouw Israëls?Schaap het feest dat een jaar geleden gevierd zou zijn geworden, onbepaald werd uit gesteld, en hoe het Comitévan 's Gravenhage besloot het te doen plaats hebben op den '27cn Januari van dit jaar. Dien Zondag nu, ten twee ure, was de zaal van Pulchri-Studio vol, ongewoon vol. Zoowel de kunstbroeders als allen die maar eenigszins in betrekking tot kunst staan, waren aanwezig. In het midden der zaal zat de jubilaris, om geven door zijne familieleden, collega's en vrienden. Vóór hem, tegen den wand, was geplaatst het groote tegel-tab l eau, dat de President van >Pulchri", H. W. Mesdag, die te Groningen les gehad heeft van denzelfden teekenmeester als Israëls, aanbood, na hem in eenige gevoelvolle en kern achtige woorden te hebben toegesproken. Toen volgde professor (Juack, namens Amster dam, met een zorgvuldig ingebonden album, bevattende de handteekeningen van allen, die medegewerkt hebben om een >statuette" van Israëls door den beeldhouwer Leenhott' te doen ver vaardigen, welke in het nieuwe Museum van Moderne Kunst te Amsterdam geplaatst zal wor den. Daarna sprak de heer Alberda van Ekenstein, namens Groningen, den jubilaris het eere-lidmaatschap van het Genootschap Pictura aanbie dende, en een brief van gelukwenschen van do Akademie Minerva, van welke beide instellingen de heer Alberda voorzitter is. Mesdag bood hem toen het fraai gekalligrapheerde diploma van Eere-lidmaatschap van Pulchri Studio aan, en prof. Dake, voorzitter van Arti et Amicitiae, sprak namens dit genootschap, waarop alle aanwezigen den grooten meester gingen gelukwenschen. Toen werd het groote tegel-tableau bekeken. In blank eikenhouten, zorgvuldig bewerkte lijsten zijn gevat, in 't midden drie groote vierkante tegels met de handteekeningen van alle deelne mers aan dit hulde-hewijs. Rondom deze zijn geplaatst, een soort van omlijsting der handtee keningen vormende, tegels die de onderworpen voorstellen van Israëls' meest bekende schilderijen. Dit werk werd vervaardigd in de Rozenburgfabriek. Het geheel is ruim twee vierkante meters ( groot. Evenwel de grootste, de zeldzaamste huldo t die Israël werd bewezen is de tentoonstelling l zijner werken die de wanden van de zoo gunstig verlichte zaal van ;>Pulchri" sieren. Mooier hulde aan den geuialen schilder was ondenkbaar. Op elk vak hangen, allen ,u la rampe". drie of vier schilderijen, rustig geplaatst, mot oen tusschenruimte die voldoende is om ze uitmun tend tot hun recht to doen komen, en zóó is de geheele zaal gevuld met een veertig-tal uitge lezen doeken on teekeningen van den grooten kunstenaar, die een aangrijpeiiden indruk maken. De zér groote schilder openbaart zich hier op nige wijze. Velen zijner boste werken zijn hier aanwezig, uit de meeste particuliere verzamelingen van ons land, en uit die van de hoeren Staats Korbes, Young, Roberts. Drucker te Londen, als: Alleen op de wereld", »The cottage Madonna", >de Koster'1 :>de Spelers", »Als men oud wordt", «Moederzorg", en portretten als »Thorbecke", >Goudsmit", enz. Men weet dat de heer ,1. Staats Forbes de »promotor" van Israëls is geweest in Engeland, een intelligente Maeceen die den schilder voor dat hij bekend was, daadwerkelijk steunde door velen zijner beste werken te verzamelen. Door de onvergelijkelijke schildering, spreekt hier het delicate doordringende, aangrijpende sentiment van Israëls zooals nimmer beter, tot den gevoeligen toeschouwer. Juister dan meestal kan het woord van Bacon voor deze schilderijen van Israëls gezegd worden, »ars est homo additus naturae". Nergens kan men zien zooals hier hoe gelijkmatig dit verheven, nobele sentiment zijne werken van de laatste twintig jaren bezielt en doorstraalt. Wie heeft zooals Israëls doen ge voelen door zijn werk dat niets wat menschelijk is een mensch vreemd moet zijn ? Woorden zijn er niet om dit te beschrijven, en zijn ook overbodig; de werken zijn onsterfelijk. Israëls blijkt hier volkomen te zijn wat hij is, een der grootste schilders van deze eeuw, een der grootste schilders van altijd. Een goed begrepen teekening van Braakensiek deed Rembrandt in het atelier van Israöls komen en hem een lauwerkrans aanbieden, : in naam van de Nederlandsche Schilderkunst." Indien Rembrandt leefde zou onze Titan den modernen meester met bewondering en sympathie de hand drukken. Laten zij, die Israëls nog niet begrijpen, maar schimpen en schelden ! Israëls' werk is daar voor hot nageslacht, een der schoonste parelen aan do intellectueele kroon van Nederland, een dier weinige preciosa, precieuser dan vele tonnen gouds, die in de toekomst Nederland voor de vergetelheid zullen bewaren. Zouden die honderdduizenden vreemdelingen» die elk jaar Amsterdam, Haarlem en 's Graven hage bezoeken zich de moeite geven hierheen te komen als niet de schilderijen onzer groote meesters daar hingen '? Voorzeker niet ! Men vergeet over 't algemeen te licht liet be lang van de kunst voor een land. Zoo juist zeide Th. Gautier, in een meer malen aangehaald vers : /fout passél'Art robuste Seul a l'óternité. Et la medaille austère <L>ue trouve un laboureur Sous terre Revele un empereur. En zóó zal van onze negentiende eeuw veel, hél veel voorbijgaan en verdwijnen, maar de naam van Jozef Israëls zal in de tijden blijven schitteren. Nadat dien Zondag de zaal van >Pukhri" weder leeg was, gingen in don Ouden Doelen eengroot honderdtal personen aan den feestmaaltijd aan zitten die den jubilaris werd aangeboden. Onder deze werden opgemerkt, minister van Houten, de ex-ministur van Tienhoven, de heer Staats Forbes, die opzettelijk was overgekomen om aan het feest deel te nemen, en de besten onzer schilders en kunstliefhebbers. Maandagavond werd nog eene intieme bijeen komst in -Pulchri" gehouden, waar vele deel nemers aan den maaltijd van den vorigen dag aanwezig waren. Hier werd Israëls op joviale wijze gefèteerd, rondgedragen door Mesdag en Blommers, gekroond mot lauweren door Thérèse Schwartze, en hier schonk hij zijn onlangs ge schilderd portret aan het Genootschap dat trotsch kan zijn hem zoolang reeds onder zijn leden te tellen. Pu. Z. Over 't algemeen zijn, evenals producten van Maleische kunstnijverheid, kahins, sarongs, koper OH tinwerk, photografieiui van ons heerlijk Indi niet of zeer moeielijk ten onzent verkrijgbaar. Om deze reder, is het van belang te vermelden dat de photograaf te 's Gravenhage, de heer .loh. Eekhardt, op het goede idee is gekomen, toevallig in het bezit van een paar honderd clichés, meestal zeer goede, serieën van 1:_' photograiieën in por tefeuille uit te geven. Onder deze zijn uitmuntende en talrijke land schappen, kampongs, volkstypen en gezichten te Batavia, Semarang, Soerabaya, l'adang, Atjeh, enz., evenals belangrijke tafereelen van het inlandsche en Chineesche leven. Wanneer zal een standaardwerk over Insulimle geheel naar de eischen van den tegenwoordigen tijd uitgevoerd, eens onderhanden genomen wor den V Welk een hoogst belangrijk en onontgon nen veld zou dit voor een doorta-itenden uit gever zijn ! I'. In aanvulling van het bericht in het vorige nummer van dit weekblad betredende de golegenheids-uitgave Schc veilingen-Oonstantinopel," die zeer goed verzorgd belooft te worden, diene dat onder i!e bijdragen der schilders niet minder belangrijke voorkomen dan onder die der schrij vers. Zoo hebben Israëls, .laeob Maris (een zeld zaamheid), II. W. Mesdag, fraaie proeven van hun talent afgestaan. Van onzen populaircn zee schilder, naast een kalmen zons-ondergang, een reproductie van een zijner allerlaatste schilde rijen, Nu den storm", dat een indrukwekkend moment verbeeldt van de vernieling der visschersvloot, oneindig completer dan de talrijke photographiën naar de natuur, die slechts fragmenten geven. Th. Schwartze, de Uock, Breitner, Gabriül, Cauer, van der Maarel. Koelofs, Xilcken, l'oggenbeek, ISlommers, Kramers. Richard Bisschop, Toorop, v. Hoijtema, Haverman, Kink, ter Meulen. Wit kamp, Etienne Bosch, Mevr. Ronner, Siebe ten Cate en de Josselin Jong, stonden mede zeer interessante bladen ter reproductie af. Onder de buitenlanders noemen wij in de eerste plaats F. Khnopif met een zeldzaam doorwerkte en fraaie teekening, een »Sphinge"; Max Liebermann; Puvis de Chavarmes die veroorloofde een prachtige onuitgegeven teekening »La Charité", te reproduceeren, en nog Ibels, Lucien Wolles, Emile Tillmans. Hierbij moeten nog gevoegd worden oorspronkelijke muzikale compositiën van Gottfried Mann (-«Songe Arabe", voor piano) Hollman en Richard Hol. Men kan zien uit het bovenstaande, en uit het vorige bericht, dat deze uitgave lang niet alledaagsch zal zijn, en van een voor het soort ongemeen artistiek gehalte. P. uit ZMederM. ?-/PtnTi i.'Airr": een merkwaardige tentoonstelling in de hoofdstad. Van de drie tot heden door den kunstkring Pour l'Art ingerichte jaarsalons, is de thans in de zalen van =>het museum van nieuwere meesters' nog voor een maand opene tentoonstelling in meer dan n opzicht de merkwaardigste. Niet alleen is het getal der deelnemers, maar ook het gehalte der ingezonden werken door den band grooter dan in '03 en '94. Ook is het niet te loochenen, dat, ditmaal meer dan te voren, de Brusselsche leden van den kring de aandacht voor eigen werk in beslag nemen. Ontbreken wellicht ook enkelen, bleven anderen eenvoudig zich zelf gelijk, weer anderen, en aldus Colmant, Hauotieaux, Dardenne, Omar Coppens, Fernandubois, Thys deden werkelijken vooruitgang. Toch meen ik geen onrechtvaardigheid te be gaan, indien ik vooral gewicht hecht aan de inzendingen van niet-leden en in de allereerste plaats van buitenlanders, onder welke laatsten verschil ligen, wier scheppingen thans voor den allereersten keer in Zuid-Nederland te zien zijn. Hoe interessant de twintig schetsen en teeke ningen van Puvis de Ghavannes voor de nadere kennis van zijn kunstopvatting" en »manier van werken" ook weze, toch gewaag ik dan ook veel liever van Ringel d'Illzach, Rouault-Champdavoine, A. Point, Antonie Gandara, G. O. Desvallières, Howard-G. Cushing, Emile Bourdelle te Parijs, en van J. Sattler teRobertsaubij Straatsburg. Van Gandara houd ik zeer veel. Schilder van doodgewone dingen, weet hij daaraan, door een partikuliere behandeling, een ongemeene waarde, een ideale, durf ik zeggen, bij te zetten. Zoo van iemand, dan kan men vooral van hem zeggen, dat hij met liefde schildert. Zonder haar ook maar eenigszins te doen liegen, voert hij zijn visies der dingen op tot liooge dichterlijkheid ; zonder ze onwaar en onsolied te maken, maakt hij de natuur zoo schoon, zoo edel mogelijk. Zijn schil derijen zijn niet gelikt, en toch is er elk idee aan verf zoo te eenemaal vreemd aan, dat men zou geneigd zijn te zeggen: dat is geschilderd met louter gevoelens, niet met kleinzielige kwastjes en kleur. Wat hij te zien geeft is het leven, maar schooner, betooverender, hooger dan het leven. En zou niet juist daarom zijn werk ons zoo zeer aantrekken? Zijn ?> Klein mei»je in 't zeel" rechtvaardigt ruimschoots al dezen lof. Dat betoovereude kinderkopje, die zachtgewaterde, lief blauwe, zoo geheel en al zielvolle oogen,dat verrukkelijk mondje met zijn ietwat dikke lipjes, het is om te stelen, om te kussen. Ook Renault zond een enkel stuk: een tame lijk groot schilderij, voorstellende Jezus te midden lier doktoren. Een artist, die er niet voor terug schrikt, zich oen leerling van onsterfelijken te bekennen; een die, naar de Wijzewa's verlangen, vasthoudt aan glorieuze traditiön, ommetBrunetit'Te te spieken, een toekomstig pro/'deur. Voor de hand ligt in zijn arbeid het bewijs, dat hij de gothieken, en?meen ik, vooral Lukas, liefde vol bestudeerde althans wat betreft de opvat ting zijner personen. Wat bij deze in de aller eerste plaats treft ia: karakter. Sprekend is het in de beide op den voorgrond zittende joodscbe schriftgeleerden, luisterend, met klimmend ver bazen, naar den orakelenden knaap. Wat de kleur betreft, die schijnt Renault wel wat van Rembrandt te hebben afgekeken of willen afkijken. Zonder het hybridisch te maken, versmelten deze twee zeer verschillende invloeden samen tot een zeer interessant geheel. Neoromantisch in den volsten zin des woords. A me d' Automne is, van A. Point, een uiterst arsitokratisch schilderij: in gedempte tonen, elk schreeuwerig toetsje is weggeveegd, elke hard heid verzacht, baadt, in een wondermooi malfkleurig licht, een najaarsbosch en heel voor aan een edelgeteekend vrouwenliguur. Bourdelle en Ringel d'Illzach zonden beeld houwwerk. De laatstöo. a. prachtig bestudeerde mas^ues in gekleurd hard was van Dr. Charcot en van dichter Rollinat, de eerste een Coquelin cadet, een Boer tut Lanywedoe, en vooral ecu Dvode 3Ii>ri<ij'is, was moegelijk gedaan. Van Cushing een zestal portretten vol ziel, de koppen uiterst treffend doch sober, niet uit voerig, maar elke trek zeer intens en diep, de rest nauwelijks aangeduid; van Desvallières een kranige Goliath en vooral een eigenaardig

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl