Historisch Archief 1877-1940
No. 919
DB AMSTEBDAMMEB, WEEKBLAD VOOB NEDERLAND.
de kunst van grime, in moeiehjke gevallen ge
bruik maakten van een hoogst eenvoudig procédé,
n. I. op bet voorhoofd en de wangen een zeer
doorschijnend masker van doek aan te brengen.
De wjjze waarop Garrick zich oud en jong wist
te maken wekte toen de grootste verbazing op.
Niemand wilde gelooven dat die grijsaard de
jonge Garrick was, zoodat hij de ongeloovigen in
zijn kleedkamer op de vele potjes wees zeggende.
Hieruit haal ik den leeftijd dien ik voor moet stellen.
Kean kwam in Engeland voor het eerst in
1827 op het denkbeeld Othello met een bruine
gelaatskleur te spelen, hetgeen algemeene in
stemming vond. Doch Talma had te Parijs reeds
v\jf-en-dertig jaar vroeger dit denïrt>oeld uitge
voerd en wel in overleg met Ducis, die zeide:
»Quant a la couleur d'Othello, j'ai cru pouvoir
dispenser de lui donner un visage noir en m'
cartant sur ce point de l'usage du théatre de
Londres, j'ai penséque Ie teint jaune et cuivré,
pouvant d'ailleurs convenir anssi a un Africain,
aurait l'avantage de ne point révolter l'oeil du
public et surtout celui des femmes, et que eette
couleur leur permettrait bien mit-ux de jouir de
ce qu'il y a de plus délicieux au théatre,
c'esta-dire de tout Ie charme que la force, la variét
et Ie jeu des passions répandent sur Ie visage
mobile et animéd'un jeune acteur bouillant,
sensible et animéde jalousie et d'amour."
De Othello van Ducïs werd in 1792 in de
Comédie Francaise gespeeld door Talma en mej.
Desgarcms. Talma peinsde altijd over het
costuum dat Othello moest dragen, wat uit
aanteekeningen, na ziyn dood gevonden, blijkt. Eerst
kleedde hij zich als barbaar, doch later anders,
overwegende dat Othello, christen en generaal te
Venetiëgeworden zgnde, zich ook als zoodanig
moest kleeden, en dat hij geen tulband kon dra
gen wanneer hij christenen tegen de Muzelman
nen moest aanvoeren. Hij is werkelijk eens in
Venetiaansch costuum opgetreden,bij
zijnafscheidsvoorstelling in de Académie Royale de Musique,
doch in de Comédie Frangaise, waar hij met de
traditie rekening moest houden, herhaalde hij
die proeve niet.
Men vond daar dat de uitingen van woede en
jalouzie veel meer pasten bij een eenigszins
barbaarsch costuum en uiterlijk, dan bij iemand die
gekleed was als iedereen. En zoo bleef Talma
als moor gekleed, welke traditie ook voor den
Othello van Rossini bewaard bleef. Maurel, de
voortreffelijke zanger en acteur die Verdi'sJago
heeft gecreëerd, heeft eene brochure over de
mise-en-scène van Othello geschreven waarin hij
o. a. zegt: Othello zwart te maken is een bewijs
van slechten smaak en strijdig met Othello's ex
pressieve en nobele physionomie, zijne machtige
stem en besliste gebaren. Meer als een licht,
gebronsde kleur mag men niet aanwenden. Hij
is het dus vrij wel met Ducis en Talma eens.
Rossi droeg een Turksch costuum, wat naar
men zegt zijn spel niet ten goede kwam.
Zooals de heer Saléza te Parijs Othello gespeeld
heeft, is hij (wellicht zonder het te weten) geheel
in den styl van eostume en grime gebleven zooals
Talma die rol te Parijs wilde spelen en zooals
hij die slechts eenmaal gespeeld heeft.
L'Attaque du Moulin.
De opvoering van De Aanvil op den Molen
(l'Attaque du moulin) bij de Ned. Opera in den
Stadsschouwburg is, daar de componist Bruneau
verhinderd is vroeger te komen, uitgesteld tot
Dinsdag 12 Febr. a.s. Aan de opvoering, waarbij
getrouw de Parijsche mise-en-scène wordt ge
volgd en aan de nieuwe decors wordt alle mo
gelijke zorg besteed.
Fransche critici over Pour la Couronne."
Jules Lemaftre zegt in de Débats-. Van het
eerste oogenblik af gevoelt gij een groote gerust
heid over u komen. Men is dadelijk overtuigd,
dat het eigen werk is, en oorspronkelijk Fransch
werk, dat er orde zal zijn in den gedachtengang,
waarheid in het gevoel, juistheid in de beelden;
dat de vergelijkingen zullen worden volgehou
den, dat alle volzinnen op hun pooten terecht
zullen komen, dat de ontwikkeling zal gaan vol
gens de regelen der rhetoriek, dat is: van het
gezond verstand. Men ziet zelfs de meeste rij
men vooruit, en te beter naarmate zij minder
vulgair zijn: dat is een der goede, of wilt gij,
slechte eigenschappen der Parnassiens.
Hij vergelijkt verder Coppée onophoudelijk met
Hugo, Corneille, Sofocles, noemt hem een wa
ren gréco-latin, en citeert uit het vijfde bedrijf,
waar Constantin staat tegenover het standbeeld
van zyn vader, deze verzen :
Compare uos destins, muu pèrc; conuxmte
'Pa gloire imméritée et raoa mjuste bonte.
Tu mérites l' opprobre et ta m'en vois couvrir.
Ton juge est condamné, ton boum-au va mourir,
En nous deux, la justice est deus fois outrafiée;
Spectre, es-tu satisfiiit? Victime, est.-tu vengée y
Trioinpbe, homme d'airaiu, on va meurtrir ma chair.
11 est bon que je meure, il est bon qui j'cxpie.
J'ai du frapper, je n'ai pas pu faire autrement,
Mais j'ai tuémon père, il faut uu cbaiiment;
Et nous ruines tous deux, dans l'affivuse avcutuïc,
lui, ti-aitre a son pays, moi, traïtre a la nature.
Je t'ai pris. justicier intègre et couvaincu,
L» vie, i» tui sans qui je n'eusse pas ve'su:
II est juste, a present, que je me sacrifiv,
Et sauve ton honneur, en te dounaut ma vic.
Je suis quitte euvers toi. J'ai lavétout est bien,
Ton crime dans ton sang, ta gloire dans Ie mien.
Dat is heel mooi, zegt Lemaitre, en van het
beste en zuiverste klassieke fransch.
Sarcey geeft in zijn kroniek in de Temps ner
gens een stukje, voor kenschetsend citaat ge
schikt, maar hij is het in zijn opvatting zoo goed
als geheel met Lemaitre eens.
Benefiet mej. Tartaud.
Gaarne vestigen wij de aandacht op het a.s.
benefiet van mej. Emilie J. Tartaud die, ver
bonden is aan het operette-gezelschap van de
heeren Gust Prot & Zoon, in den Frascati-schouwburg.
Het heeft plaats op 7 Februari a.s. Opgevoerd
wordt de «Krekel en de Mier", operette waarin zy
de hoofdrol vervult. Zeker zal het der jeugdige
begaafde zangeres niet aan belangstelling op haar
eere-avond ontbreken. We wenschen haar een
stampvolle zaal.
Karl von Bongardt f.
Karl von Bongardt, den '27 sten Januari te
Detmold op 48jarigen leeftijd plotseling overleden,
als directeur van den vorstelijken schouwburg,
een geboren Keulenaar, zal zeker ook door Ne
derlanders, voornamelijk te Rotterdam, met sym
pathie worden herdacht. Daar toch was deze
verdienstelijke Mozart ? en Wagnerzanger een
tijdlang als uitvoerend artiest en regisseur aan de
opera verbonden.
Galeoto.
El gran Galeoto, het ook ten onzent bekende
stuk van Echegaray, is vertaald in het Grieksch
en te Athene met grooten bijval ontvangen. Zoo
veranderen de tijden: Griekenland, zich verkwik
kend aan drama's van barbaren!
IIIIIIIIIIIIIIIIIIMIII1IIII1II1IIIIIIIIII11IIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIII
Hulde aan Jozef Israëls,
Hoewel de dagbladen uitvoerig het feest be
schreven hebben dat Israëls werd gegeven, acht
ik het voor de lezers van dit weekblad niet
overbodig in 't kort de groote lijnen van deze
hulde even vast te zetten.
Men weet hoe door den dood van Mevrouw
Israëls?Schaap het feest dat een jaar geleden
gevierd zou zijn geworden, onbepaald werd uit
gesteld, en hoe het Comitévan 's Gravenhage
besloot het te doen plaats hebben op den '27cn
Januari van dit jaar.
Dien Zondag nu, ten twee ure, was de zaal van
Pulchri-Studio vol, ongewoon vol. Zoowel de
kunstbroeders als allen die maar eenigszins in
betrekking tot kunst staan, waren aanwezig.
In het midden der zaal zat de jubilaris, om
geven door zijne familieleden, collega's en vrienden.
Vóór hem, tegen den wand, was geplaatst het
groote tegel-tab l eau, dat de President van
>Pulchri", H. W. Mesdag, die te Groningen les gehad
heeft van denzelfden teekenmeester als Israëls,
aanbood, na hem in eenige gevoelvolle en kern
achtige woorden te hebben toegesproken.
Toen volgde professor (Juack, namens Amster
dam, met een zorgvuldig ingebonden album,
bevattende de handteekeningen van allen, die
medegewerkt hebben om een >statuette" van Israëls
door den beeldhouwer Leenhott' te doen ver
vaardigen, welke in het nieuwe Museum van
Moderne Kunst te Amsterdam geplaatst zal wor
den. Daarna sprak de heer Alberda van Ekenstein,
namens Groningen, den jubilaris het
eere-lidmaatschap van het Genootschap Pictura aanbie
dende, en een brief van gelukwenschen van do
Akademie Minerva, van welke beide instellingen
de heer Alberda voorzitter is.
Mesdag bood hem toen het fraai
gekalligrapheerde diploma van Eere-lidmaatschap van
Pulchri Studio aan, en prof. Dake, voorzitter van
Arti et Amicitiae, sprak namens dit genootschap,
waarop alle aanwezigen den grooten meester gingen
gelukwenschen.
Toen werd het groote tegel-tableau bekeken.
In blank eikenhouten, zorgvuldig bewerkte lijsten
zijn gevat, in 't midden drie groote vierkante
tegels met de handteekeningen van alle deelne
mers aan dit hulde-hewijs. Rondom deze zijn
geplaatst, een soort van omlijsting der handtee
keningen vormende, tegels die de onderworpen
voorstellen van Israëls' meest bekende schilderijen.
Dit werk werd vervaardigd in de
Rozenburgfabriek. Het geheel is ruim twee vierkante meters (
groot.
Evenwel de grootste, de zeldzaamste huldo t
die Israël werd bewezen is de tentoonstelling l
zijner werken die de wanden van de zoo gunstig
verlichte zaal van ;>Pulchri" sieren.
Mooier hulde aan den geuialen schilder was
ondenkbaar.
Op elk vak hangen, allen ,u la rampe". drie
of vier schilderijen, rustig geplaatst, mot oen
tusschenruimte die voldoende is om ze uitmun
tend tot hun recht to doen komen, en zóó is de
geheele zaal gevuld met een veertig-tal uitge
lezen doeken on teekeningen van den grooten
kunstenaar, die een aangrijpeiiden indruk maken.
De zér groote schilder openbaart zich hier
op nige wijze.
Velen zijner boste werken zijn hier aanwezig,
uit de meeste particuliere verzamelingen van ons
land, en uit die van de hoeren Staats Korbes,
Young, Roberts. Drucker te Londen, als: Alleen
op de wereld", »The cottage Madonna", >de Koster'1
:>de Spelers", »Als men oud wordt", «Moederzorg",
en portretten als »Thorbecke", >Goudsmit", enz.
Men weet dat de heer ,1. Staats Forbes de
»promotor" van Israëls is geweest in Engeland,
een intelligente Maeceen die den schilder voor
dat hij bekend was, daadwerkelijk steunde door
velen zijner beste werken te verzamelen.
Door de onvergelijkelijke schildering, spreekt
hier het delicate doordringende, aangrijpende
sentiment van Israëls zooals nimmer beter, tot
den gevoeligen toeschouwer. Juister dan meestal
kan het woord van Bacon voor deze schilderijen
van Israëls gezegd worden, »ars est homo additus
naturae". Nergens kan men zien zooals hier hoe
gelijkmatig dit verheven, nobele sentiment zijne
werken van de laatste twintig jaren bezielt en
doorstraalt. Wie heeft zooals Israëls doen ge
voelen door zijn werk dat niets wat menschelijk
is een mensch vreemd moet zijn ?
Woorden zijn er niet om dit te beschrijven,
en zijn ook overbodig; de werken zijn onsterfelijk.
Israëls blijkt hier volkomen te zijn wat hij is,
een der grootste schilders van deze eeuw, een
der grootste schilders van altijd.
Een goed begrepen teekening van Braakensiek
deed Rembrandt in het atelier van Israöls komen
en hem een lauwerkrans aanbieden, : in naam
van de Nederlandsche Schilderkunst." Indien
Rembrandt leefde zou onze Titan den modernen
meester met bewondering en sympathie de hand
drukken.
Laten zij, die Israëls nog niet begrijpen, maar
schimpen en schelden ! Israëls' werk is daar voor
hot nageslacht, een der schoonste parelen aan
do intellectueele kroon van Nederland, een dier
weinige preciosa, precieuser dan vele tonnen
gouds, die in de toekomst Nederland voor de
vergetelheid zullen bewaren.
Zouden die honderdduizenden vreemdelingen»
die elk jaar Amsterdam, Haarlem en 's Graven
hage bezoeken zich de moeite geven hierheen te
komen als niet de schilderijen onzer groote
meesters daar hingen '? Voorzeker niet !
Men vergeet over 't algemeen te licht liet be
lang van de kunst voor een land.
Zoo juist zeide Th. Gautier, in een meer
malen aangehaald vers :
/fout passél'Art robuste
Seul a l'óternité.
Et la medaille austère
<L>ue trouve un laboureur
Sous terre
Revele un empereur.
En zóó zal van onze negentiende eeuw veel,
hél veel voorbijgaan en verdwijnen, maar de
naam van Jozef Israëls zal in de tijden blijven
schitteren.
Nadat dien Zondag de zaal van >Pukhri" weder
leeg was, gingen in don Ouden Doelen eengroot
honderdtal personen aan den feestmaaltijd aan
zitten die den jubilaris werd aangeboden. Onder
deze werden opgemerkt, minister van Houten, de
ex-ministur van Tienhoven, de heer Staats Forbes,
die opzettelijk was overgekomen om aan het feest
deel te nemen, en de besten onzer schilders en
kunstliefhebbers.
Maandagavond werd nog eene intieme bijeen
komst in -Pulchri" gehouden, waar vele deel
nemers aan den maaltijd van den vorigen dag
aanwezig waren. Hier werd Israëls op joviale
wijze gefèteerd, rondgedragen door Mesdag en
Blommers, gekroond mot lauweren door Thérèse
Schwartze, en hier schonk hij zijn onlangs ge
schilderd portret aan het Genootschap dat trotsch
kan zijn hem zoolang reeds onder zijn leden te
tellen.
Pu. Z.
Over 't algemeen zijn, evenals producten van
Maleische kunstnijverheid, kahins, sarongs, koper
OH tinwerk, photografieiui van ons heerlijk Indi
niet of zeer moeielijk ten onzent verkrijgbaar. Om
deze reder, is het van belang te vermelden dat de
photograaf te 's Gravenhage, de heer .loh.
Eekhardt, op het goede idee is gekomen, toevallig
in het bezit van een paar honderd clichés, meestal
zeer goede, serieën van 1:_' photograiieën in por
tefeuille uit te geven.
Onder deze zijn uitmuntende en talrijke land
schappen, kampongs, volkstypen en gezichten te
Batavia, Semarang, Soerabaya, l'adang, Atjeh,
enz., evenals belangrijke tafereelen van het
inlandsche en Chineesche leven.
Wanneer zal een standaardwerk over Insulimle
geheel naar de eischen van den tegenwoordigen
tijd uitgevoerd, eens onderhanden genomen wor
den V Welk een hoogst belangrijk en onontgon
nen veld zou dit voor een doorta-itenden uit
gever zijn !
I'.
In aanvulling van het bericht in het vorige
nummer van dit weekblad betredende de
golegenheids-uitgave Schc veilingen-Oonstantinopel,"
die zeer goed verzorgd belooft te worden, diene
dat onder i!e bijdragen der schilders niet minder
belangrijke voorkomen dan onder die der schrij
vers. Zoo hebben Israëls, .laeob Maris (een zeld
zaamheid), II. W. Mesdag, fraaie proeven van
hun talent afgestaan. Van onzen populaircn zee
schilder, naast een kalmen zons-ondergang, een
reproductie van een zijner allerlaatste schilde
rijen, Nu den storm", dat een indrukwekkend
moment verbeeldt van de vernieling der
visschersvloot, oneindig completer dan de talrijke
photographiën naar de natuur, die slechts fragmenten geven.
Th. Schwartze, de Uock, Breitner, Gabriül, Cauer,
van der Maarel. Koelofs, Xilcken, l'oggenbeek,
ISlommers, Kramers. Richard Bisschop, Toorop,
v. Hoijtema, Haverman, Kink, ter Meulen. Wit
kamp, Etienne Bosch, Mevr. Ronner, Siebe ten
Cate en de Josselin Jong, stonden mede zeer
interessante bladen ter reproductie af.
Onder de buitenlanders noemen wij in de eerste
plaats F. Khnopif met een zeldzaam doorwerkte
en fraaie teekening, een »Sphinge"; Max
Liebermann; Puvis de Chavarmes die veroorloofde een
prachtige onuitgegeven teekening »La Charité",
te reproduceeren, en nog Ibels, Lucien Wolles,
Emile Tillmans. Hierbij moeten nog gevoegd
worden oorspronkelijke muzikale compositiën van
Gottfried Mann (-«Songe Arabe", voor piano)
Hollman en Richard Hol. Men kan zien uit het
bovenstaande, en uit het vorige bericht, dat deze
uitgave lang niet alledaagsch zal zijn, en van
een voor het soort ongemeen artistiek gehalte.
P.
uit ZMederM.
?-/PtnTi i.'Airr": een merkwaardige tentoonstelling
in de hoofdstad.
Van de drie tot heden door den kunstkring
Pour l'Art ingerichte jaarsalons, is de thans in
de zalen van =>het museum van nieuwere meesters'
nog voor een maand opene tentoonstelling in
meer dan n opzicht de merkwaardigste. Niet
alleen is het getal der deelnemers, maar ook het
gehalte der ingezonden werken door den band
grooter dan in '03 en '94. Ook is het niet te
loochenen, dat, ditmaal meer dan te voren, de
Brusselsche leden van den kring de aandacht
voor eigen werk in beslag nemen. Ontbreken
wellicht ook enkelen, bleven anderen eenvoudig
zich zelf gelijk, weer anderen, en aldus Colmant,
Hauotieaux, Dardenne, Omar Coppens,
Fernandubois, Thys deden werkelijken vooruitgang.
Toch meen ik geen onrechtvaardigheid te be
gaan, indien ik vooral gewicht hecht aan de
inzendingen van niet-leden en in de allereerste
plaats van buitenlanders, onder welke laatsten
verschil ligen, wier scheppingen thans voor den
allereersten keer in Zuid-Nederland te zien zijn.
Hoe interessant de twintig schetsen en teeke
ningen van Puvis de Ghavannes voor de nadere
kennis van zijn kunstopvatting" en »manier van
werken" ook weze, toch gewaag ik dan ook veel
liever van Ringel d'Illzach,
Rouault-Champdavoine, A. Point, Antonie Gandara, G. O.
Desvallières, Howard-G. Cushing, Emile Bourdelle te
Parijs, en van J. Sattler teRobertsaubij Straatsburg.
Van Gandara houd ik zeer veel. Schilder van
doodgewone dingen, weet hij daaraan, door een
partikuliere behandeling, een ongemeene waarde,
een ideale, durf ik zeggen, bij te zetten. Zoo
van iemand, dan kan men vooral van hem zeggen,
dat hij met liefde schildert. Zonder haar ook
maar eenigszins te doen liegen, voert hij zijn visies
der dingen op tot liooge dichterlijkheid ; zonder
ze onwaar en onsolied te maken, maakt hij de
natuur zoo schoon, zoo edel mogelijk. Zijn schil
derijen zijn niet gelikt, en toch is er elk idee
aan verf zoo te eenemaal vreemd aan, dat men
zou geneigd zijn te zeggen: dat is geschilderd
met louter gevoelens, niet met kleinzielige kwastjes
en kleur. Wat hij te zien geeft is het leven,
maar schooner, betooverender, hooger dan het
leven. En zou niet juist daarom zijn werk ons
zoo zeer aantrekken? Zijn ?> Klein mei»je in 't
zeel" rechtvaardigt ruimschoots al dezen lof. Dat
betoovereude kinderkopje, die zachtgewaterde,
lief blauwe, zoo geheel en al zielvolle oogen,dat
verrukkelijk mondje met zijn ietwat dikke lipjes,
het is om te stelen, om te kussen.
Ook Renault zond een enkel stuk: een tame
lijk groot schilderij, voorstellende Jezus te midden
lier doktoren. Een artist, die er niet voor terug
schrikt, zich oen leerling van onsterfelijken te
bekennen; een die, naar de Wijzewa's verlangen,
vasthoudt aan glorieuze traditiön,
ommetBrunetit'Te te spieken, een toekomstig pro/'deur. Voor
de hand ligt in zijn arbeid het bewijs, dat hij
de gothieken, en?meen ik, vooral Lukas, liefde
vol bestudeerde althans wat betreft de opvat
ting zijner personen. Wat bij deze in de aller
eerste plaats treft ia: karakter. Sprekend is het
in de beide op den voorgrond zittende joodscbe
schriftgeleerden, luisterend, met klimmend ver
bazen, naar den orakelenden knaap. Wat de
kleur betreft, die schijnt Renault wel wat van
Rembrandt te hebben afgekeken of willen afkijken.
Zonder het hybridisch te maken, versmelten deze
twee zeer verschillende invloeden samen tot een
zeer interessant geheel. Neoromantisch in den
volsten zin des woords.
A me d' Automne is, van A. Point, een uiterst
arsitokratisch schilderij: in gedempte tonen, elk
schreeuwerig toetsje is weggeveegd, elke hard
heid verzacht, baadt, in een wondermooi
malfkleurig licht, een najaarsbosch en heel voor
aan een edelgeteekend vrouwenliguur.
Bourdelle en Ringel d'Illzach zonden beeld
houwwerk. De laatstöo. a. prachtig bestudeerde
mas^ues in gekleurd hard was van Dr. Charcot
en van dichter Rollinat, de eerste een Coquelin
cadet, een Boer tut Lanywedoe, en vooral ecu
Dvode 3Ii>ri<ij'is, was moegelijk gedaan.
Van Cushing een zestal portretten vol ziel,
de koppen uiterst treffend doch sober, niet uit
voerig, maar elke trek zeer intens en diep, de
rest nauwelijks aangeduid; van Desvallières
een kranige Goliath en vooral een eigenaardig