De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 10 februari pagina 3

10 februari 1895 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

R». 920 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. in haar Hoofdbestuur op en de Hilversumscbe gemeenteraad verklaarde haar zelfs benoembaar in het schooltoezicht. Het Be stuur der Vereeniging 'lesselschade ontwik kelde op de jongste jaarvergadering het plan tot het oprichten van een Bureau van Voor lichting ten behoeve van betrekking-zoe kenden en van ouders die hunnen dochters een zelfstandige positie in de maatschappij wenschen te bezorger, terwijl de Voorzit ster der Vereeniging, Mevr. de Bosch Kernper, zich verdienstelijk maakte door haar optreden voor het onderwijs in koken en huishouden, waaruit zeker wel blijkt dat ook de vooruitstrevende vrouw deze zaken meer hervormen en verbeteren dan verwaarloozen 'wil, zooals vele tegenstanders het vaak willen doen voorkomen. In de verschillende ambten en betrekkingen waarin de vrouw reeds werk zaam is gaf zij voorts door bekwaamheid en ijver een démenti aan hen die haar daartoe vroeger reeds a priori ongeschikt hadden verklaard en zelfs op het gebied van literatuur leverde zij het een en ander dat ten volle de aandacht waardig is, waaronder in de eerste plaats het werkje mag worden genoemd van Mei. Kooistra te Groningen over de opvoeding van het meisje, een boekje in zeer geavanceerde rich tiug met veel gevoel en degelijke zaakkennis geschreven. Wij weten zeer goed dat dit alles tezamen genomen nog in de verste verte niet bewijst dat de wereld reeds voor de idealen der mo derne vrouw zou zijn gewonnen; volstrekt niet, de publieke opinie is nog slechts aan 't kenteren en dat er nog heel wat moet ge beuren voordat zij beslist een keer in de goede richting zal hebben genomen blijkt nog maar al te zeer o. a. uit de be vooroordeel de gesprek ken en beschouwingen die men nog overvloe dig kan aantreffen; uit ministerieele beschik kingen als die waarbij onlangs werd bekend gemaakt dat bij voldoend examen voor klerk der posterijen en telegrafie toch slechts een vierde der plaatsen voor de vrouwelijke aspiranten zouden beschikbaar zijn ; uit ar gumenten als waarmede de niet toelating van meisjes op het gyinnasium te Maastricht werd verdedigd door een katholiek, die be weerde dat het bezoek van vrouwelijke indi viduen deze inrichtingen zou verlagen tot zwijnenstallen", en uit vele andere diergelijke oordeelvellingen, die een ieder in zijn kring wel eens zal hebben vernomen. Maar trots dit alles mag toch dunkt ons op de hierboven ontwikkelde gronden thans wel reeds worden geconstateerd, dat ook op dit gebied het ijs is gebroken en dat indien de vrouwen voortgaan zich zoo dapper te weren als zij in de laatste jaren hebben gedaan, zij er weldra in zullen slagen een macht te ontwikkelen, waarmede in het staatkundig en maatschap pelijk leven ernstig rekening zal moeten wor den gehouden. Een Macht bayen de Wut, Dat een democratische regeeringsvorm en een tamelijk uitgebreide arbeidswetgeving alleen niet voldoende zijn om de arbeiders tegen de over macht van het kapitaal te beschermen, leeren ons de rapporten der kantonnale besturen en der fabrieksinspecteurs in Zwitserland over de uit voering der arbeidswetgeving. Daaruit blijkt toch dat ook ginds de ongerech tigheden nog vele zijn, doordat de bestaande wetten slecht worden nageleefd en uitgevoerd. De aan de fabrieksinspectie onderworpen bouw plannen voor fabiieken enz. bijv. laten blijkens de rapporten uit een gezondheidsoogpunt nog veel te wenschen over, wat de inspecteurs den wensoh doet uitspreken dat bij de opleiding voor archi tect een cursus in de hygiëne worde ingesteld. Wat verder dit punt betreft, blijkt uit de klachten der inspecteurs het zeker curieuse feit dat ge bouwen, waarvan de plannen nog pas in onder zoek zyn, soms reeds kant en klaar, ja misschien reeds in werking zijn! De reinheid liet in de laatste jaren in ver schillende inrichtingen veel te wenschen over, ook de ventilatie, mede door de schuld der arbeiders zelven. Gemis van gezonde eetkamers komt veelvuldig voor. De uitvoering der wetgeving betreffende de ongelukken is nog in menig opzicht onvoldoende. Er heerscht dikwijls grenzenlooze onverschillig heid in het aangeven of meer nog in het onder zoeken en de verdere behandeling der aangiften, waardoor de getroffenen ernstig benadeeld kun nen worden. Bij inrichtingen waarin de ongelukken »in schrikverwekkende menigte" voorkomen, zooals bijv. in zagerijen, is meestal de tegenstand tegen voorzorgsmaatregelen het grootst. Geklaagd wordt voorts over de groote zorgeloosheid bij steen groeven en dergelijk werk onder den grond. «Hier munten vele ondernemers uit door de «onverschilligheid, waarmee zij het gevaar voor «menschenlevens aanzien, ja daarmee eigenlijk «spelen." In de lucifers-industrie komt de phosphornecrose nog veelvuldig voor, zelfs in de beter ingerichte fabrieken. Er komen echter telkens nog weer kleine, slecht ingerichte fabrieken bij; niettegenstaande het verbod worden kinderen aan 't werk gesteld en liet bezoek der geneesheeren wordt verwaarloosd. Ten aanzien van de schadeloosstelling bij ongelukken en ziekte heerscht nog groote onze kerheid, waarvan de verzekeringsmaatschappijen en werkgevers misbruik maken ten nadeele der arbeiders. De eersten koopen hunne verplichtingen, achter den rug der arbeidgevers om, voor een gering bedrag af en den laatste verkorten dikwijls de schadeloosstelling op grond van beweerde eigen schuld. Talrijk zijn voorts de klachten over loonaftrekken en boeten. Over de vermindering van den normalen ar beidstijd werd veel gesproken, maar er kwam weinig tot stand. De inspecteurs klagen dat de weldaad van den wettelijken arbeidsdag maar al te dikwijls illusoir wordt gemaakt door allerlei manoeuvres met de schafttijden en door zonder noodzaak verleende verlenging van den arbeidstijd. Ten aanzien van den vrouwen- en kinder arbeid ontmoeten wij de oude klacht dat in de borduurderij het gebruik van kinderen het meest voorkomt en dat de ambtelijke inspecties niet voldoende zijn om wetsovertredingen tegen te gaan. liet verbod van arbeid door kraamvrouwen stuit maar al te vaak af op do onmogelijkheid voor deze om zonder verdienste te leven. Het truck-stelsel is ook in Zwitserland nog lang niet onderdrukt. De fabriekant is dikwijls kroeghouder en houdt soms zelfs speelschulden van het loon zijner arbeiders af. Onder de talrijke gevallen, waarin de patroon voorschotten verleent of voor zijn arbeiders Ievensbenoodi4dheden in koopt, is dikwijls een truck-systeem verborgen van de ergste soort. Ook op de uitvoering der fabriekswetgeving door de autoriteiten zelven valt nog veel aan te merken. De kantonnale regeeringen doen hun best, maar de lagere colleges en beambten ver lammen zeer dikwijls haar streven door onver schilligheid, vaak zelfs door directe tegenwerking. Zelfs de rechterlijke macht werkt niet voldoende mede ; vooral op het platteland worden overtre dingen bijna met tegenzin vervolgd. Er worden menigmaal vonnissen geveld, welke doen denken dat men de wet vooral maar op de ruimst moge lijke schaal moet ontduiken orn de overtreding trots de boete zeer rendeerend te mak-n ! Ten aanzien van de schadevergoeding wegens ongelukken komen, zooals wij reeds zeiden, vele onregelmatigheden voor. Vooral de groote spoor wegondernemingen geven zich alle moeite om aan de betaling van schadevergoeding te ontko men en om het meerendeel der ongelukken aan het toeval toe te schrijven ten einde zoodoende de ziekenkassen der arbeiders mede te kunnen laten betalen. Klachten wegens ongenoegzame schadeloosstelling komen hier menigvuldig voor. Van de fabrieksreglementen wordt gezegd dat ze meer het karakter hebben van politieveror deningen dan van een regeling der verhouding tusschen patroon en arbeider. 7,e vloeien dan ook over van boeten- en strafbepalingen, maar zwijgen over de hoofdzaak. Ziedaar nu Zwitserland, het land dor demo cratie en der arbeidswetgeving bij uitnemendheid ! Natuurlijk staan hier voel goede resultaten tegenover, maar toch springen de bovenvermelde tekortkomingen zeer in het oog en doen zij onwillekeurig de vraag rijzen hoe zulke dingen mogelijk zijn in een land waar het volk zichzelf regeert en de publieke opinie zulk een grooten invloed bezit 'i Zou het niet zijn omdat er in onze moderne samenleving nog een macht bestaat sterker dan de wet, de macht der bezitsverhoudingen, geprikkfld door de concurrentie, die de fabriekanten haast almachtig, de arbeiders totaal afhankelijk maakt ? Sociu.s. Inhoud van verschillende bladen. Het II a n d e l s b l a d, 2 Febr. Amsterdam en de Duinwater leiding- Maatschappij. o Febr. Noord-Hollwds seewerinyen. (Plicht van het Rijk daarin bij te dragen). (i Febr. De. Liberale Unie. 7 Febr. De wetgevende arbeid. 8 Febr. Nog eens officieel* wetenschap. (Dr. Kuypers artikelen hierover in de Heraut). De Standaard. 4, t> en 8 Febr. Demo cratische, klippen. II, III, IV. D e T ij d, '2 Feb. De laatste maarschalk van Frankrijk (Canrobert). 4 Febr. Rijken en armen, door Jan Holland. Over de beteekenis dezer woorden. 5 Febr. Armen en gebreklijdenden, door Jan Holland. (j Febr. Een terechtwijzing gegeven en aan vaard. (Over het blad La Vciité). 7 Febr. De onderwijzer en de maatschappij (over het optreden van mr. Kerdijk). II e t Centrum. 4 ^ebr. Li o XIII en de Amerikanen. II. slot. (Apost. schrijven). 5 Febr. Werkloon. (Familieleven). (i Febr. Een kwaal van den Tijd (genotzucht). 7 Febr. No/j een enkel woord. A. en B. 8 Febr. Een dilemma (familieleven). Nieuws v. d. D a g, l Febr. 1S70 l Febr. 1805 (het jubileum van het Nieuws). 4 Febr. Flinke gymnati'isten, door L. K. te A. 7 Febr. De nuttige handwerken voor miitje?, door K. te H. l! e c h t voor A 11 e n, 7 en 8 Febr. Uit de Twentsche Slavenkolonie, Patrimonium. Invoerrechten. De H a a n b r e k e r. G root-industrie. D e W e r k m a n s b o d e. Febr. Agenda van de Jaarlijksche algem. Vergadering. Hoe htt met de uitbreiding van het kiesrecht gesteld j's. De Bode. Propageer de Jiondsideecn. liet Schoolblad. Een voorstel tot betere scltoolregiling te Amsterdam (Schelling van Kloosterhuis). Sr.hook. Sociaal W e e k b l a d. '2 Febr. Het einduitslnct der Staatscommissie van arbeids-enquëte II, 1) Febr. III (slot) door mr. Th. Falkenburg. Het arbeidscontract, door P. !> Febr. Nog eens: graiinrechten III (slot) door mr. Treub. D> mijnwerkers in Duittchland in 189-1, door T. M. Wibout. Arnh. C t. De Liberale Unie en de kiesvereenighigen (gunstige beoordeeling der bestuurscirculaire). De Liberaal, 2 Febr. De Friesche gemeenten. Dr. Kuyper in de Tweede Kamer. P r o v. G r o n. C t. 4 Febr. Een nieuw pro gram (L U.). 6 Febr. Langu den weg (kron. enkrit.') mr. Levy's brochure over de vaderlijke macht ; Winschoter C t. Begripsverwarring, door Julius. Een bestrijding van het artikel der redactie over de L. U. circulaire Venloosch Weekblad. Na eene felle bestrijding een fchitteren.de zegepraal (Uitzonde ringswetten). Limburger Koerier. (> Febr. nüand-t vO'irtdringen in Azië. (Ken strijd om de heer schappij in O. Az . De Trans- "Siberische spoonvetj), door M. de Ras. 4 Febr. (rra/mrechten. De W e k k e r. 2 Febr. Over rekenboeken. II. (j Febr. Antwoord aan het Soc. Weekblad over de Jte,//i«g cnn graanrcehten . De Nederlander (dagbl ), 4 Febr. W-i.t ^cij wllen. (Staatsonthouding en eigeninitiatief). 7 Febr. Een vraag en een antwaord. (Over kiesrecht uit breiding). 2 Febr. De Lnndbouwkwf-xHf. De Nederlander (Wkbl.), 2 Febr. De Liberale Unie. \\r i,arom een program 'l (Verde diging der circulaire van 2 Jan.) Het V a d e r l a n d, 2 Febr. Von Gie>:«, door mr. J. B. B. .'! Febr. Arbtilsinspectie (over het ingediende wetsontwerp.) G Febr. Een haoe.n te Scheveningen (over de brochure van jhr. Ortt.) II e t II a a g s c h e D a g l a d, l Febr. De groote steden (bestrijding der Amsterdamsche »grensregeling.") 3 4 Febr. De maatschappij vin Weldadigheid, door J. K. W. Ouarles van Ufford ; (naar aan leiding van Erica en het j laroerlag}. 5 Febr. Afkeurenswaardige inmenging, door Rochussen (over het advies van mr. Piepers in zake de Costa-Rica-Packet-kwestie). (i Febr. HO-jarig bestaan van het (Haagsche) t'trechtsch Dagblad, ?'» Febr. %<'><'> blij ven wij er in, (over de Utr. gemeenteschuld). N. R o 1 1 e r d. C r t., De droogmaking der Zuiderzee en het verslag der Staatscommissie IV (slot). 7 Febr, Nog iets over graanrechten (bestrijding van cijfers der Maasbode.*) De Maasbode, 2 Febr. De uitslag der verkiezing 'voor den Rotterdamsche gemeenteraad). 3 Febr. De, moderne secteschool (over de op vatting der M i d d e l b. C r t ). (j Febr. De Zeereeiw. Puter EnlJmch en de chr i <ti l ijk*', democratie, door J. II. \Vijners (over een schrijven van genoemden pater aan de Unwers). 7 Feb. Ken omv'iard g stuk, Vooruitgang" icaard g? (over een circulaire der Rott. Kiesvereeniging «Vooruitgang.") Delftsche Opmerker. 2 Febr. Het Hoi>l''ii>unt (Verbetering van arbeiderswoningen). (i Febr. Vrijhandel of Pi otectie II (Verdediging van vrijhandel). Kroniek. Pour la Comonne, van FUA\<;OIS: COITKE. Zulke stukken zijn geschreven om in een groote schouwburgzaal, vol volk, helder licht, op een ruim tooneel met veel kunstwerk, uitvoerig en imponcerend decoratief, door bekwame acteurs in effektvolle costuums te worden gespeeld. Wat men er van mee naar huis draagt, wat men er van overhoudt om in zijn stoel te lezen, is een tekstboekje. Men moet bedenken dat de schouw burg van een kunstinstituut een plaats van pleizier is geworden. De schrijvers behooren voor het meerendeel tot een klasse van welbetaalde beambten, in dirokten dienst van de direkteuren, die weer alleen te vragen hebben voor welk vermaak het publiek het meeste geld over heeft. En dit publiek, men weet wat het is. De ontzenuwde, haastige en gehaaste, die de kunst niet geleerd heeft en daarom ook niet verstaat, die alleen om verstrooi ing vraagt en welken weinige voor de leus nog gehuldigde idealen hetzij dwaasheden, hetzij dom heden, hetzij gemeenplaatsen zijn; de aan alle beschaving vijandige en van allo verheffing afkeerige menigte onzer damei en heeren: geen régime dat een voor de kunst zoo noodlottige samenspanning in de hand werkt als het onze. Van twee kanten gaan deuren open en waaien verfrisschende winden naar binnen. De een is de kunst van de allerlaatste jaren, de wedergeboorte van den menschelijken geest die zich telkens verjongt. Onder onze voeten beeft de grond van de dreuning van naderende groote gebeurtenissen. De gevoelige geesten worden onrustig, zooals vogels bij een komend onweer. Maar de massa is niet ontroerd, de toekomst dringt niet in hare neusgaten, noch opent haar oog iets van licht achter de wolken. De andere stroom is de herinnering van het verleden. Zij raakt enkele auteurs van dezen tijd, die in dat levende water hunne kunst be waren voor de verdorrende aanraking met de beschaving van hunnen tijd. De eene en de andere klasse van schrijvers hebben hunne decadenten en hunne karikaturen. Het werk van Francois Coppee ziet er te ernstig uit om hem bij de laatsten te stellen, maar is niet zoo goed dat hem een plaats toekomt boven de eersten. Het belang rijke in zijne drama's; het streven om buiten gewone menschen af te beelden in buitengewone levensmomenten en een stijl van treffende anti thesen, fameuse beelden en verzen, die tevens deftig en zoetvloeiend zijn, behoort tot een manier welke eenmaal klassiek was. Inmiddels is de bevoegdheid der dichters uitgebreid, de gren zen waarbinnen zij zich vroeger hadden te bewegen, zijn weggenomen; en wat voor ge meenzaam, incorrect, plat, ondichterlijk en dwaas zou gehouden zijn, heeft men nu de vrijheid naar eigen keuze aan te wenden. Coppee in zijne drama's derhalve, is veel meer een na volger van Victor Hugo dan van Racine. liet komt er eerder toe van deze omstandigheid de schaduwkant te zwart te maken dan hare goede zijde te apprecieeren. Racine .«ounietg schreven hebben, want zijne alexandrijnen veroorloofden deze vrijheid niet : Le vieux Siilliiu, rêv.uit s'ippliecs et gilicls Aulit laucésur nous sus paebas et ses be\s Les plus erueis ceu:v-la que ces damués preferent ; Mats, ace ni.ri'x n,tuxi y«Vy/t' Iroiiiht', lix trt)'n;ï;r'i'iit Mïc.lit'.l dcboitt au tciid de cliaque di'lilé. Noch dit; als te familiaar, te sentimenteel, te wulpsch: Comme .;e suis chargé, pourtatit, et ce que e'tst (,)iii de nous! Car l;i ^loirc hélas! me siillisait Jamais je ne rêvui couroune ui rovaume. . . . Muis tu \ius et tu mis <Kus ccLie ruile [.aume, l'ju tixaitt siu' mes veiix tes yeux uamourauts, Ta petite mam pair aux ou^les tauspareuts Tuis dans uos belles uuits d'iiuimir, units ou l'ou vcille, Tu inurmunis Ie mot l'aial :i i»»" oreilli: . . . Je t'amie' La saveni' de ta rhnir jeuui' et ehau Ie Dans les eombats, autuiir de moi. eireille et i'ode! Uaiis Tacre odeur du sau;.i' je ue puis l'oublier L'odcur que les ebcvaux laUseiit sur IVreiller! Noch dit, eindelijk, als te veel in den blijspeltoon. C'est bieu. Tu nous diras. cc suir, tes uouveaux airs . . . Tu sais, ees ekauts foumaiiis, ees légendes \ahques Qui foul |K'ur. Mau\ais oril. soiv:ères, bruculaqu s. . Les temuies sout aiusi. 3iirhel. Nuus mms pLiis'Uis A ces eonles att'reu>es qui dülllicut des t'rissoüs, l'oui' qu';'i noliv terreur notrc ami s'nüeresse Et nous rassure euliu avcc ure eare.-sc. Xoo, uit deze citaten van Coppeé's jongstverschenen werk, het den l!' Januari in het Tiiratre do l'Odéon gespeelde drama I'our la Coi<'ou,.e, de gunstige invloed van latere tijdsomstandiglr den en nieuwere modellen, eenig^zins te bespeu ren valt, is het stuk van Coppóe, en niet alleen dit stuk, tevens een maatstaf van den teruggang van het fransche ernstige drama. Men gevoelt duidelijk dat deze hoogdravendheid niet de na tuurlijke, met eene geestelijke beweging in de werkelijkheid gelijken tred houdende vlucht is. Het is pure ideologie, zonder aanknoopingspunten met de omgeving van den auteur, op steunsels in het reëele leven van dezen tijd. liet is geïnspireerd door lectuur; opgeschroefd eerder dan verheven ; in de nevelen zwevend, wijl het bestemd was ten hemel te stijgen. Men behoeft Corneille en Victor Hugo maar te noemen, zich het publiek van hunne dagen voor te stellen, om het verschil te be speuren tusschen den stormwind van het vroegere enthousiasme en den blaasbalg van de nieuwere opgewondenheid. Corneille vond en vond zonder zoeken de schoonheid die hom voerde in de daden en de ideeën van de heldengestalten zijner ge wijde en ongewijde geschiedenissen: Horace, De Cid, Polyeucte, Cinna. lictor Ilugo, in hem had zich opgestapeld en stortte zich uit over Frank rijk, de meer dan dertig jaar gebreidelde en ver kropte revolutionnaire geestdrift van het beste deel des Franschen volks. Zijn kritiek en zijn drama was de doodslag van het drama en de kritiek, welke tegen de nieuwe kunst even fel had gewoed als de reactie onder Napoleon en de Restauratie tegen de nieuwere staatkunde. Mijn hemel, wat is er dat Frangois Coppée bezielt of maar zou kunnen bezielen? Hij moet zich een ontzaggeüjke moeite geven, /ijn publiek moet met brandnetels gegeeseld worden, wil het trage bloed in beweging komen en de slappe zenuw eenige tinteling gevoelen. Dit genre is een en al peper en heeft zooveel van echte literatuur, als het savant menu in een wereldsche restauratie van echt voedsel. Het tooneel moet zich met zulke stukken aantrekkelijk maken in denzclfden tijd als de couranten hunne lezers lokken met woordelijke verslagen van moord-en echtbreukprocessen. Het dramatische interest moet do nieuwsgierigheid wezen. Hoe zul de held zich redden in omstandigheden die voor ons, burgerheoren en dames, wezenlijk hoogst bezwaarlijk zouden zijn? Hij Corneille hebben wij inet geboren helden te doen, bij Coppée lijden zij aan een manie van zich groot t-- hou den. Ken zoon die achter een gordijn de zamenzwering beluistert van zijn vader met eene jonge vrouw om het vaderland en den toever trouwden post aan den vijand over te leveren. Een vader en zoon die onder den sterrehemel in een bergpas elkaar bevechten op leven en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl