Historisch Archief 1877-1940
R». 920
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
in haar Hoofdbestuur op en de
Hilversumscbe gemeenteraad verklaarde haar zelfs
benoembaar in het schooltoezicht. Het Be
stuur der Vereeniging 'lesselschade ontwik
kelde op de jongste jaarvergadering het plan
tot het oprichten van een Bureau van Voor
lichting ten behoeve van betrekking-zoe
kenden en van ouders die hunnen dochters
een zelfstandige positie in de maatschappij
wenschen te bezorger, terwijl de Voorzit
ster der Vereeniging, Mevr. de Bosch
Kernper, zich verdienstelijk maakte door haar
optreden voor het onderwijs in koken en
huishouden, waaruit zeker wel blijkt dat ook
de vooruitstrevende vrouw deze zaken meer
hervormen en verbeteren dan verwaarloozen
'wil, zooals vele tegenstanders het vaak willen
doen voorkomen. In de verschillende ambten
en betrekkingen waarin de vrouw reeds werk
zaam is gaf zij voorts door bekwaamheid en ijver
een démenti aan hen die haar daartoe vroeger
reeds a priori ongeschikt hadden verklaard
en zelfs op het gebied van literatuur leverde
zij het een en ander dat ten volle de aandacht
waardig is, waaronder in de eerste plaats het
werkje mag worden genoemd van Mei. Kooistra
te Groningen over de opvoeding van het
meisje, een boekje in zeer geavanceerde rich
tiug met veel gevoel en degelijke zaakkennis
geschreven.
Wij weten zeer goed dat dit alles tezamen
genomen nog in de verste verte niet bewijst
dat de wereld reeds voor de idealen der mo
derne vrouw zou zijn gewonnen; volstrekt
niet, de publieke opinie is nog slechts aan
't kenteren en dat er nog heel wat moet ge
beuren voordat zij beslist een keer in de goede
richting zal hebben genomen blijkt nog maar
al te zeer o. a. uit de be vooroordeel de gesprek
ken en beschouwingen die men nog overvloe
dig kan aantreffen; uit ministerieele beschik
kingen als die waarbij onlangs werd bekend
gemaakt dat bij voldoend examen voor klerk
der posterijen en telegrafie toch slechts een
vierde der plaatsen voor de vrouwelijke
aspiranten zouden beschikbaar zijn ; uit ar
gumenten als waarmede de niet toelating
van meisjes op het gyinnasium te Maastricht
werd verdedigd door een katholiek, die be
weerde dat het bezoek van vrouwelijke indi
viduen deze inrichtingen zou verlagen tot
zwijnenstallen", en uit vele andere
diergelijke oordeelvellingen, die een ieder in zijn
kring wel eens zal hebben vernomen. Maar
trots dit alles mag toch dunkt ons op de
hierboven ontwikkelde gronden thans wel reeds
worden geconstateerd, dat ook op dit gebied
het ijs is gebroken en dat indien de vrouwen
voortgaan zich zoo dapper te weren als zij in
de laatste jaren hebben gedaan, zij er weldra
in zullen slagen een macht te ontwikkelen,
waarmede in het staatkundig en maatschap
pelijk leven ernstig rekening zal moeten wor
den gehouden.
Een Macht bayen de Wut,
Dat een democratische regeeringsvorm en een
tamelijk uitgebreide arbeidswetgeving alleen niet
voldoende zijn om de arbeiders tegen de over
macht van het kapitaal te beschermen, leeren
ons de rapporten der kantonnale besturen en der
fabrieksinspecteurs in Zwitserland over de uit
voering der arbeidswetgeving.
Daaruit blijkt toch dat ook ginds de ongerech
tigheden nog vele zijn, doordat de bestaande
wetten slecht worden nageleefd en uitgevoerd.
De aan de fabrieksinspectie onderworpen bouw
plannen voor fabiieken enz. bijv. laten blijkens de
rapporten uit een gezondheidsoogpunt nog veel
te wenschen over, wat de inspecteurs den wensoh
doet uitspreken dat bij de opleiding voor archi
tect een cursus in de hygiëne worde ingesteld.
Wat verder dit punt betreft, blijkt uit de klachten
der inspecteurs het zeker curieuse feit dat ge
bouwen, waarvan de plannen nog pas in onder
zoek zyn, soms reeds kant en klaar, ja misschien
reeds in werking zijn!
De reinheid liet in de laatste jaren in ver
schillende inrichtingen veel te wenschen over,
ook de ventilatie, mede door de schuld der
arbeiders zelven. Gemis van gezonde eetkamers
komt veelvuldig voor.
De uitvoering der wetgeving betreffende de
ongelukken is nog in menig opzicht onvoldoende.
Er heerscht dikwijls grenzenlooze onverschillig
heid in het aangeven of meer nog in het onder
zoeken en de verdere behandeling der aangiften,
waardoor de getroffenen ernstig benadeeld kun
nen worden.
Bij inrichtingen waarin de ongelukken »in
schrikverwekkende menigte" voorkomen, zooals
bijv. in zagerijen, is meestal de tegenstand tegen
voorzorgsmaatregelen het grootst. Geklaagd wordt
voorts over de groote zorgeloosheid bij steen
groeven en dergelijk werk onder den grond.
«Hier munten vele ondernemers uit door de
«onverschilligheid, waarmee zij het gevaar voor
«menschenlevens aanzien, ja daarmee eigenlijk
«spelen."
In de lucifers-industrie komt de
phosphornecrose nog veelvuldig voor, zelfs in de beter
ingerichte fabrieken. Er komen echter telkens
nog weer kleine, slecht ingerichte fabrieken bij;
niettegenstaande het verbod worden kinderen
aan 't werk gesteld en liet bezoek der
geneesheeren wordt verwaarloosd.
Ten aanzien van de schadeloosstelling bij
ongelukken en ziekte heerscht nog groote onze
kerheid, waarvan de verzekeringsmaatschappijen
en werkgevers misbruik maken ten nadeele der
arbeiders. De eersten koopen hunne verplichtingen,
achter den rug der arbeidgevers om, voor een
gering bedrag af en den laatste verkorten dikwijls
de schadeloosstelling op grond van beweerde
eigen schuld.
Talrijk zijn voorts de klachten over
loonaftrekken en boeten.
Over de vermindering van den normalen ar
beidstijd werd veel gesproken, maar er kwam
weinig tot stand. De inspecteurs klagen dat de
weldaad van den wettelijken arbeidsdag maar al
te dikwijls illusoir wordt gemaakt door allerlei
manoeuvres met de schafttijden en door zonder
noodzaak verleende verlenging van den arbeidstijd.
Ten aanzien van den vrouwen- en kinder
arbeid ontmoeten wij de oude klacht dat in de
borduurderij het gebruik van kinderen het meest
voorkomt en dat de ambtelijke inspecties niet
voldoende zijn om wetsovertredingen tegen te gaan.
liet verbod van arbeid door kraamvrouwen
stuit maar al te vaak af op do onmogelijkheid
voor deze om zonder verdienste te leven.
Het truck-stelsel is ook in Zwitserland nog
lang niet onderdrukt. De fabriekant is dikwijls
kroeghouder en houdt soms zelfs speelschulden
van het loon zijner arbeiders af. Onder de talrijke
gevallen, waarin de patroon voorschotten verleent
of voor zijn arbeiders Ievensbenoodi4dheden in
koopt, is dikwijls een truck-systeem verborgen
van de ergste soort.
Ook op de uitvoering der fabriekswetgeving
door de autoriteiten zelven valt nog veel aan te
merken. De kantonnale regeeringen doen hun
best, maar de lagere colleges en beambten ver
lammen zeer dikwijls haar streven door onver
schilligheid, vaak zelfs door directe tegenwerking.
Zelfs de rechterlijke macht werkt niet voldoende
mede ; vooral op het platteland worden overtre
dingen bijna met tegenzin vervolgd. Er worden
menigmaal vonnissen geveld, welke doen denken
dat men de wet vooral maar op de ruimst moge
lijke schaal moet ontduiken orn de overtreding
trots de boete zeer rendeerend te mak-n !
Ten aanzien van de schadevergoeding wegens
ongelukken komen, zooals wij reeds zeiden, vele
onregelmatigheden voor. Vooral de groote spoor
wegondernemingen geven zich alle moeite om
aan de betaling van schadevergoeding te ontko
men en om het meerendeel der ongelukken aan
het toeval toe te schrijven ten einde zoodoende
de ziekenkassen der arbeiders mede te kunnen
laten betalen. Klachten wegens ongenoegzame
schadeloosstelling komen hier menigvuldig voor.
Van de fabrieksreglementen wordt gezegd dat
ze meer het karakter hebben van politieveror
deningen dan van een regeling der verhouding
tusschen patroon en arbeider. 7,e vloeien dan
ook over van boeten- en strafbepalingen, maar
zwijgen over de hoofdzaak.
Ziedaar nu Zwitserland, het land dor demo
cratie en der arbeidswetgeving bij uitnemendheid !
Natuurlijk staan hier voel goede resultaten
tegenover, maar toch springen de bovenvermelde
tekortkomingen zeer in het oog en doen zij
onwillekeurig de vraag rijzen hoe zulke dingen
mogelijk zijn in een land waar het volk zichzelf
regeert en de publieke opinie zulk een grooten
invloed bezit 'i
Zou het niet zijn omdat er in onze moderne
samenleving nog een macht bestaat sterker dan de
wet, de macht der bezitsverhoudingen,
geprikkfld door de concurrentie, die de fabriekanten
haast almachtig, de arbeiders totaal afhankelijk
maakt ?
Sociu.s.
Inhoud van verschillende bladen.
Het II a n d e l s b l a d, 2 Febr. Amsterdam en
de Duinwater leiding- Maatschappij.
o Febr. Noord-Hollwds seewerinyen. (Plicht
van het Rijk daarin bij te dragen).
(i Febr. De. Liberale Unie.
7 Febr. De wetgevende arbeid.
8 Febr. Nog eens officieel* wetenschap. (Dr.
Kuypers artikelen hierover in de Heraut).
De Standaard. 4, t> en 8 Febr. Demo
cratische, klippen. II, III, IV.
D e T ij d, '2 Feb. De laatste maarschalk van
Frankrijk (Canrobert).
4 Febr. Rijken en armen, door Jan Holland.
Over de beteekenis dezer woorden.
5 Febr. Armen en gebreklijdenden, door Jan
Holland.
(j Febr. Een terechtwijzing gegeven en aan
vaard. (Over het blad La Vciité).
7 Febr. De onderwijzer en de maatschappij
(over het optreden van mr. Kerdijk).
II e t Centrum. 4 ^ebr. Li o XIII en de
Amerikanen. II. slot. (Apost. schrijven).
5 Febr. Werkloon. (Familieleven).
(i Febr. Een kwaal van den Tijd (genotzucht).
7 Febr. No/j een enkel woord. A. en B.
8 Febr. Een dilemma (familieleven).
Nieuws v. d. D a g, l Febr. 1S70 l Febr.
1805 (het jubileum van het Nieuws).
4 Febr. Flinke gymnati'isten, door L. K. te A.
7 Febr. De nuttige handwerken voor miitje?,
door K. te H.
l! e c h t voor A 11 e n, 7 en 8 Febr. Uit de
Twentsche Slavenkolonie,
Patrimonium. Invoerrechten.
De H a a n b r e k e r. G root-industrie.
D e W e r k m a n s b o d e. Febr. Agenda van
de Jaarlijksche algem. Vergadering. Hoe htt met
de uitbreiding van het kiesrecht gesteld j's.
De Bode. Propageer de Jiondsideecn.
liet Schoolblad. Een voorstel tot betere
scltoolregiling te Amsterdam (Schelling van
Kloosterhuis). Sr.hook.
Sociaal W e e k b l a d. '2 Febr. Het
einduitslnct der Staatscommissie van arbeids-enquëte II,
1) Febr. III (slot) door mr. Th. Falkenburg.
Het arbeidscontract, door P.
!> Febr. Nog eens: graiinrechten III (slot) door
mr. Treub. D> mijnwerkers in Duittchland in 189-1,
door T. M. Wibout.
Arnh. C t. De Liberale Unie en de
kiesvereenighigen (gunstige beoordeeling der
bestuurscirculaire).
De Liberaal, 2 Febr. De Friesche gemeenten.
Dr. Kuyper in de Tweede Kamer.
P r o v. G r o n. C t. 4 Febr. Een nieuw pro
gram (L U.).
6 Febr. Langu den weg (kron. enkrit.') mr. Levy's
brochure over de vaderlijke macht ;
Winschoter C t. Begripsverwarring, door
Julius. Een bestrijding van het artikel der redactie
over de L. U. circulaire
Venloosch Weekblad. Na eene felle
bestrijding een fchitteren.de zegepraal (Uitzonde
ringswetten).
Limburger Koerier. (> Febr. nüand-t
vO'irtdringen in Azië. (Ken strijd om de heer
schappij in O. Az . De Trans- "Siberische spoonvetj),
door M. de Ras.
4 Febr. (rra/mrechten.
De W e k k e r. 2 Febr. Over rekenboeken. II.
(j Febr. Antwoord aan het Soc. Weekblad
over de Jte,//i«g cnn graanrcehten .
De Nederlander (dagbl ), 4 Febr. W-i.t
^cij wllen. (Staatsonthouding en eigeninitiatief).
7 Febr. Een vraag en een antwaord. (Over
kiesrecht uit breiding).
2 Febr. De Lnndbouwkwf-xHf.
De Nederlander (Wkbl.), 2 Febr. De
Liberale Unie. \\r i,arom een program 'l (Verde
diging der circulaire van 2 Jan.)
Het V a d e r l a n d, 2 Febr. Von Gie>:«, door
mr. J. B. B.
.'! Febr. Arbtilsinspectie (over het ingediende
wetsontwerp.)
G Febr. Een haoe.n te Scheveningen (over de
brochure van jhr. Ortt.)
II e t II a a g s c h e D a g l a d, l Febr. De
groote steden (bestrijding der Amsterdamsche
»grensregeling.")
3 4 Febr. De maatschappij vin Weldadigheid,
door J. K. W. Ouarles van Ufford ; (naar aan
leiding van Erica en het j laroerlag}.
5 Febr. Afkeurenswaardige inmenging, door
Rochussen (over het advies van mr. Piepers in
zake de Costa-Rica-Packet-kwestie).
(i Febr. HO-jarig bestaan van het (Haagsche)
t'trechtsch Dagblad, ?'» Febr. %<'><'> blij
ven wij er in, (over de Utr. gemeenteschuld).
N. R o 1 1 e r d. C r t., De droogmaking der
Zuiderzee en het verslag der Staatscommissie IV
(slot).
7 Febr, Nog iets over graanrechten (bestrijding
van cijfers der Maasbode.*)
De Maasbode, 2 Febr. De uitslag der
verkiezing 'voor den Rotterdamsche gemeenteraad).
3 Febr. De, moderne secteschool (over de op
vatting der M i d d e l b. C r t ).
(j Febr. De Zeereeiw. Puter EnlJmch en de
chr i <ti l ijk*', democratie, door J. II. \Vijners (over
een schrijven van genoemden pater aan de Unwers).
7 Feb. Ken omv'iard g stuk, Vooruitgang"
icaard g? (over een circulaire der Rott.
Kiesvereeniging «Vooruitgang.")
Delftsche Opmerker. 2 Febr. Het
Hoi>l''ii>unt (Verbetering van arbeiderswoningen).
(i Febr. Vrijhandel of Pi otectie II (Verdediging
van vrijhandel).
Kroniek.
Pour la Comonne, van FUA\<;OIS: COITKE.
Zulke stukken zijn geschreven om in een groote
schouwburgzaal, vol volk, helder licht, op een
ruim tooneel met veel kunstwerk, uitvoerig en
imponcerend decoratief, door bekwame acteurs in
effektvolle costuums te worden gespeeld. Wat
men er van mee naar huis draagt, wat men er
van overhoudt om in zijn stoel te lezen, is een
tekstboekje. Men moet bedenken dat de schouw
burg van een kunstinstituut een plaats van
pleizier is geworden.
De schrijvers behooren voor het meerendeel
tot een klasse van welbetaalde beambten, in
dirokten dienst van de direkteuren, die weer alleen
te vragen hebben voor welk vermaak het publiek
het meeste geld over heeft. En dit publiek, men
weet wat het is. De ontzenuwde, haastige en
gehaaste, die de kunst niet geleerd heeft en
daarom ook niet verstaat, die alleen om verstrooi
ing vraagt en welken weinige voor de leus nog
gehuldigde idealen hetzij dwaasheden, hetzij dom
heden, hetzij gemeenplaatsen zijn; de aan alle
beschaving vijandige en van allo verheffing
afkeerige menigte onzer damei en heeren: geen
régime dat een voor de kunst zoo noodlottige
samenspanning in de hand werkt als het onze.
Van twee kanten gaan deuren open en waaien
verfrisschende winden naar binnen.
De een is de kunst van de allerlaatste jaren,
de wedergeboorte van den menschelijken geest
die zich telkens verjongt. Onder onze voeten beeft
de grond van de dreuning van naderende groote
gebeurtenissen. De gevoelige geesten worden
onrustig, zooals vogels bij een komend onweer.
Maar de massa is niet ontroerd, de toekomst
dringt niet in hare neusgaten, noch opent haar
oog iets van licht achter de wolken. De
andere stroom is de herinnering van het
verleden. Zij raakt enkele auteurs van dezen
tijd, die in dat levende water hunne kunst be
waren voor de verdorrende aanraking met de
beschaving van hunnen tijd. De eene en de andere
klasse van schrijvers hebben hunne decadenten
en hunne karikaturen. Het werk van Francois
Coppee ziet er te ernstig uit om hem bij de
laatsten te stellen, maar is niet zoo goed dat hem
een plaats toekomt boven de eersten. Het belang
rijke in zijne drama's; het streven om buiten
gewone menschen af te beelden in buitengewone
levensmomenten en een stijl van treffende anti
thesen, fameuse beelden en verzen, die tevens
deftig en zoetvloeiend zijn, behoort tot een manier
welke eenmaal klassiek was. Inmiddels is de
bevoegdheid der dichters uitgebreid, de gren
zen waarbinnen zij zich vroeger hadden te
bewegen, zijn weggenomen; en wat voor ge
meenzaam, incorrect, plat, ondichterlijk en dwaas
zou gehouden zijn, heeft men nu de vrijheid
naar eigen keuze aan te wenden. Coppee in
zijne drama's derhalve, is veel meer een na
volger van Victor Hugo dan van Racine. liet
komt er eerder toe van deze omstandigheid de
schaduwkant te zwart te maken dan hare goede
zijde te apprecieeren. Racine .«ounietg schreven
hebben, want zijne alexandrijnen veroorloofden
deze vrijheid niet :
Le vieux Siilliiu, rêv.uit s'ippliecs et gilicls
Aulit laucésur nous sus paebas et ses be\s
Les plus erueis ceu:v-la que ces damués preferent ;
Mats, ace ni.ri'x n,tuxi y«Vy/t' Iroiiiht', lix trt)'n;ï;r'i'iit
Mïc.lit'.l dcboitt au tciid de cliaque di'lilé.
Noch dit; als te familiaar, te sentimenteel, te
wulpsch:
Comme .;e suis chargé, pourtatit, et ce que e'tst
(,)iii de nous! Car l;i ^loirc hélas! me siillisait
Jamais je ne rêvui couroune ui rovaume. . . .
Muis tu \ius et tu mis <Kus ccLie ruile [.aume,
l'ju tixaitt siu' mes veiix tes yeux uamourauts,
Ta petite mam pair aux ou^les tauspareuts
Tuis dans uos belles uuits d'iiuimir, units ou l'ou vcille,
Tu inurmunis Ie mot l'aial :i i»»" oreilli: . . .
Je t'amie' La saveni' de ta rhnir jeuui' et ehau Ie
Dans les eombats, autuiir de moi. eireille et i'ode!
Uaiis Tacre odeur du sau;.i' je ue puis l'oublier
L'odcur que les ebcvaux laUseiit sur IVreiller!
Noch dit, eindelijk, als te veel in den
blijspeltoon.
C'est bieu. Tu nous diras. cc suir, tes uouveaux airs . . .
Tu sais, ees ekauts foumaiiis, ees légendes \ahques
Qui foul |K'ur. Mau\ais oril. soiv:ères, bruculaqu s. .
Les temuies sout aiusi. 3iirhel. Nuus mms pLiis'Uis
A ces eonles att'reu>es qui dülllicut des t'rissoüs,
l'oui' qu';'i noliv terreur notrc ami s'nüeresse
Et nous rassure euliu avcc ure eare.-sc.
Xoo, uit deze citaten van Coppeé's
jongstverschenen werk, het den l!' Januari in het Tiiratre
do l'Odéon gespeelde drama I'our la Coi<'ou,.e,
de gunstige invloed van latere tijdsomstandiglr
den en nieuwere modellen, eenig^zins te bespeu
ren valt, is het stuk van Coppóe, en niet alleen
dit stuk, tevens een maatstaf van den teruggang
van het fransche ernstige drama. Men gevoelt
duidelijk dat deze hoogdravendheid niet de na
tuurlijke, met eene geestelijke beweging in de
werkelijkheid gelijken tred houdende vlucht is.
Het is pure ideologie, zonder
aanknoopingspunten met de omgeving van den auteur, op
steunsels in het reëele leven van dezen tijd. liet is
geïnspireerd door lectuur; opgeschroefd eerder dan
verheven ; in de nevelen zwevend, wijl het bestemd
was ten hemel te stijgen. Men behoeft Corneille en
Victor Hugo maar te noemen, zich het publiek van
hunne dagen voor te stellen, om het verschil te be
speuren tusschen den stormwind van het vroegere
enthousiasme en den blaasbalg van de nieuwere
opgewondenheid. Corneille vond en vond zonder
zoeken de schoonheid die hom voerde in de daden
en de ideeën van de heldengestalten zijner ge
wijde en ongewijde geschiedenissen: Horace, De
Cid, Polyeucte, Cinna. lictor Ilugo, in hem had
zich opgestapeld en stortte zich uit over Frank
rijk, de meer dan dertig jaar gebreidelde en ver
kropte revolutionnaire geestdrift van het beste
deel des Franschen volks. Zijn kritiek en zijn
drama was de doodslag van het drama en de
kritiek, welke tegen de nieuwe kunst even fel
had gewoed als de reactie onder Napoleon en de
Restauratie tegen de nieuwere staatkunde.
Mijn hemel, wat is er dat Frangois Coppée
bezielt of maar zou kunnen bezielen? Hij moet
zich een ontzaggeüjke moeite geven, /ijn publiek
moet met brandnetels gegeeseld worden, wil het
trage bloed in beweging komen en de slappe
zenuw eenige tinteling gevoelen. Dit genre is
een en al peper en heeft zooveel van echte
literatuur, als het savant menu in een wereldsche
restauratie van echt voedsel. Het tooneel moet
zich met zulke stukken aantrekkelijk maken in
denzclfden tijd als de couranten hunne lezers
lokken met woordelijke verslagen van moord-en
echtbreukprocessen. Het dramatische interest
moet do nieuwsgierigheid wezen. Hoe zul
de held zich redden in omstandigheden die
voor ons, burgerheoren en dames, wezenlijk hoogst
bezwaarlijk zouden zijn? Hij Corneille hebben
wij inet geboren helden te doen, bij Coppée
lijden zij aan een manie van zich groot t-- hou
den. Ken zoon die achter een gordijn de
zamenzwering beluistert van zijn vader met eene
jonge vrouw om het vaderland en den toever
trouwden post aan den vijand over te leveren.
Een vader en zoon die onder den sterrehemel
in een bergpas elkaar bevechten op leven en