De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 10 februari pagina 7

10 februari 1895 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 920 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. land en de wetenschap ontvallen. F r a nciscus Johannes Stamkart, hoogleeraar aan de Polytechnische schooi te Delft, mede-adviseur der Regeering in zake levens verzekering, die in 1882 overleed; Mare M a 11 h i e u von Baumhauer, referen daris en hoofd van de afdeeling statistiek aan het Ministerie van Binnenlandsche Zaken, die in 1878 zijn welbesteed leven eindigde, en Dirk van Lankeren Matthes, Directeur van de Amsterdamsche Hoogere Burgerschool, gestorven in 1894. Onder de levenden tellen wij Pierre J. Holman, Mozes Henriquez Pimen t e l, Marinus Snoer, Corneille Louis L and ré, Guillaume Jacques Daniel Mounieren last not least, P i eter van Geer en A d r i a n u s J a c obus van P e s c h,_ wier werken en ver handelingen, berekeningen en adviezen bij de mannen der wetenschap en praktij kin ruimen kring bekend zijn. Den Isten November 1880 werden de sta tuten goedgekeurd der Algemeene Maatschappij van Levensverzekering en Lijfrente gevestigd te Amsterdam en kon deze met een ka pitaal van ? 1,000,000 haar werkzaamheden aanvangen. Als directeuren zijn thans in functie de heeren dr. S. R. J. van S c h e v i c h a v e n, E. W. S co 11 en J. F. L Blankenberg, en als commissarissen de heeren mr. Yf. van der Vliet, advocaat te Amsterdam, voorzitter; mr. H. L. M. Luden, president van de arrondissements rechtbank te Amsterdam, vice-voorzitter; mr. G. van Tienhoven, _oud Minister van Buitenlandsche Zaken, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal te 's Gravenhage; mr. J. P. R. Tak van P o o r t v l i e t, oud-Minister( van Binnenlandsche Zaken, lid van de Tweede Kamer der Staten-Gene raal te 's Gravenhage; dr. P. v a n Geer, hoogleeraar in de wis- en natuurkunde te Leiden ; W. A. baron van der Feltz, oud burgemeester van Assen, oud-lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te Assen; jhr. mr. L. F. H. M i c h i e l s van K e s s enich, Advocaat te Roermond; jhr. mr. J. B. A- J. M. V e r h e y e n. Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Inspecteur van het lager onderwijs, Kamerheer in buitengewonen dienst van wijlen Z. M. den Koning, te 's-Her togen bosch; jhr. mr. J. H. F. K. van S windere n, Lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Burgemeester van Gaasterland, te Rrjs (Friesland); mr. J. H. Geer ts erna Czn., oud-minister, oud-commissaris der Koningin in de pro vincie Overijssel, lid van de Eerste Kamer der Staten-GeDeraal, te 's Gravenhage; mr. J. G. S c h l v i n c k, wethouder te Am sterdam ; J. Dinger, koopman te Batavia; J- P. M. J o 11 y, koopman te Soerabaia; mr W. F. L. G e r i c k e. lands advocaat te Soerabaia; mr. W. M. Reepmaker, ad vocaat te Rotterdam, secretaris. Toen de maatschappij het aan allen wel bekende bureau in de Spiegelstraat betrok, had zij nog niet ten volle zeven millioen verzekerd kapitaal en 67 duizend gulden ver zekerde rente. Sinds haar stichting ging echter het levensverzekeringswezen in Nederland met reuzenschreden vooruit en natuurlijk is het, dat de directie daarvan voordeel trok. Thans is het verzekerd kapitaal aangegroeid tot ongeveer drie en veertig miJlioen gulden en 470 duizend gulden verzekerde rente. Dit vorderde een voortdurende uitbreiding van personeel, zoodat het weldra noodzakelijk werd naar nieuwe lokalen om te zien. Een klein huisje op den hoek van de Baafjessteeg en het Damrak werd door de maatschappij voor geldbelegging aangekocht en toen rijpte het denkbeeld om een terrein te verkrijgen, groot genoeg om een eigen gebouw te doen verrijzen, dat tevens zou zijn, indien we 't zoo mogen noemen, een adreskaart" der maatschappij. CHRISTIAAN HUYGENS. Het gelukte de directie door koop pi. m. 525 vierk. meter grond te verkrijgen ? spoedig werd tot den bouw besloten, terwijl den in de hoofdstad weibekenden architect H. P. B e rlage werd opgedragen een plan te ontwerpen. Den 5en April 1893 werd het werk aanbesteed. Aannemers werden de heeren P h. A. W a rners en W. D. Verbeek & Zone n, en den eersten Mei 1894 werd het nieuwe gebouw betrokken. In Architectura zegt de heer Kromhout een gevoelen dat we volkomen kunnen onderschrijven het volgende: Berlage heeft onze stad met een zeer geslaagd bouwwerk verrijkt, waarvan het niet genoeg te waardeeren valt, dat de ontwerper met groote zelf beheersching een sober, monu mentaal en kunstvol geheel heeft gewrocht. De flinke onderbouw met zijn typische détails, de verdiepingen daarboven en eindelijk de met eenvoudige middelen, een schitterend effect makende bovenverdieping, geflankeerd door een ongemeen geslaagden topgevel van indrukwekkende lijn-combinatie, vormen een geheel, dat eenig is in Amsterdam en door zijne< verhoudingen, omlijningen, silhouet en détails als eene manifestatie mag gelden op bouwkundig gebied. De innige samenhang tusschen de bouw den gevel maakte, gehuldigd worden voor zijne flinke, echt persoonlijke composities, die, geheel in overeenstemming blijvend met de architectonische groepeeringen er om heen, nog deze verdienste hebben, dat zij goed in den aard van het materieel gebleven zijn. »Waar men zoo uiterst zelden in de ge legenheid is, iets wezenlijks moois te kunnen aanwijzen, is het een verademing wanneer Jou \X PK WlTT. deelen en sculpturale détails herinnert aan bouwwerken uit vervlogen goede tijden. .De kleuren-combinatie van hard- en zand steen is eveneens zeer geslaagd en, hoewel staande te midden van kleinere baksteenen gebouwen en daardoor in zekeren zin geïso leerd, is het geen importatiewerk, maar van vaderlandschen bodem gebleven, met een Hollandsen aspect en met Hollandschen geest. deze gelegenheid zich voordoet. »En op het Damrak is met dit gebouw weer eens iets moois gekomen." Een bijzonderheid heeft de heer Krom hout zeker nog verzuimd op te merken. Nevens zijn architectonische deugden, zijn mooie lijn-combinatie en andere uitstekende eigenschappen, of' liever in weerwil daarvan, is de bouwmeester er toch in geslaagd om Tl; U'I'KSHAI.. »Ook inwendig zijn mooie partijen aanwezig. De trappenhal met zijne typische inzichten, goed gedetailleerde steunpunten, maakt een indruk evenredig aan dien van het buitenwerk. »Naast den architekt, moet de heer Z ij l, die de vele hardsteenen sculptuurwerken voor aan het gebouw het eigenaardig karakter te geven van het doel waarvoor de directie het bestemde Dit komt vooral in de détails uit, maar ook de algemeene indruk is zoodanig, dat de voorbijganger dadelijk begrijpt waar voor het gebouw moet dienen. Wie dan ook met de geschiedenis van het levensyerzekeringswezen is vertrouwd ziet onmiddellijk in het beeld van J o h a n de W i 11, in de nis rechts geplaatst, het doel duidelijk uitge sproken. Alle beeldhouwwerken, vervaardigd door den Amsterdamschen jongen _beeldhouwer Z ij l, zoo ook de mozaiekvulling in den boog boven het tweelichtraam der 3e verdieping zijn orna menten en symbolen die spreken van levens verzekering. Zelfs de lijst om de sehildjes van het huisnummer, naast de ingangsportiek, is uit een decoratief van slangen samenge steld, waarmee Asklepios, de god der gezond heid, steeds werd afgeheeld. De bizonskoppen in het kanteel der kolom tusschen de ramen wijzen op kracht; de muurpilasters der bo venste verdieping worden gesteund door culsde-lampe, een duif, een valk, een haan en een uil voorstellende, als symbolen van vrede, scherpzinnigheid, waakzaamheid en wijsheid. De ouderlijke zorg vindt in den pelikaan op den topgevel haar uiting, terwijl de zes pprtretkoppen, ter zijde van de muurpilasters uitgehakt, bekende mannen op het gebied van de levensverzekering voorstellen. Het menschenpaar, waaruit het ijzeren hek om het balkon zich als 't ware ontwikkelt, geeft het leven teiug in zijn tweeëenheid -. de vrouw en den man. Een portiek, die van de straat door een verschuifbaar ijzeren hek afgesloten kan worden, geeft toegang tot de vestibule, waarvan links een portiersloge en rechts de ingang van het magazijn, dat thans verhuurd is. Het trappenhuis is zeker een der hoofdsieraden van dit gebouw en drukt den stempel op het geheel. Op de eerste verdieping vindt men in de eerste plaats aan de zijde van het Damrak de kamer voor de vergaderingen van Commissarissen, de leden van den Kaad van advies en van de directie. Zij is niet al te groot en deftig gemeubeld. In een nis is boven de verwarmingsplaats een zwart marmeren plaat aangebracht, waarop de namen van commissarissen en directeuren, die in functie waren, toen tot den bouw be sloten werd. Dit vertrek ligt tusschen twee kleinere ver trekken, die op dezelfde wijze gestoffeerd zijn als het middenvertrek, en bestemd zijn voor twee der directeuren. Achter n dezer ligt een derde vertrek aan de Baafjessteeg, be stemd voor den derden directeur. Daarachter, eveneens aan genoemde steeg, ligt het bureau van de correspondentie. De drie directeurs kamers en de vergaderzaal correspondeeren onderling zóó. dat elke directeur direct uit zijn kamer in de zaal kan komen. De direc teurs-kamer, die niet aan de Baafjessteeg grenst, en de vergaderzaal hebben ook uit gangen op den corridor van het trappenhuis, en van daar kan men twee spreekkamertjes betreden, die aan de andere zijden uitmon den in de directeurs-kamer aan de Baafjes steeg en in de correspondentie-kamer. Van deze laatste en ook van den corridor van het trappenhuis komt men in het bureau van de boekhouding, dat de achterzijde van de binnen plaats inneemt. Dit lokaal is door een glazen wand met schuifdeuren gescheiden van het ver trek, waar de kwitantien worden geschreven en het archief wordt beheerd. Door twee zware ijzeren branddeuren komt men van hieruit in het Archiefgebouwtje, dat geheel op zich zelf staat en volkomen brandvrij is. Deze torenachtige vierkante ruimte, door gloeilampjes verlicht, waarin alleen steen, ijzer en papier aanwezig zijn, maakt een zonderling grootschen indruk, die tevens een gevoel van absolute veiligheid opwekt. Zij meet vijf meters in het vierkant en bestaat uit omgaande roostervloeren, verbonden door een ijzeren spiltrap, die vijftien meters hoog is. Terugkeerende naar het vertrek van waar men het archief bereikt vindt men in den achtermuur een deur, die naar een trap geleidt. Deze voert naar de tweede verdieping en wel het eerst naar het bureau der wiskundige controle en van daar naar het wiskundig bureau. Dit laatste vertrek komt weer op den corridor van het trappenhuis uit. De overige vertrekken op de tweede en derde verdieping zijn verhuurdJOHANNES HUDWE. Als een middel tegen brandgevaar kan de lift op elke verdieping met een branddeur worden afgesloten. Men heeft de opmerking gemaakt dat de Maatschappij haar eisenen zeer hoog heeft gesteld, maar te loven valt het in een directie dat zij, hoewel het doel niet uit het oog verlie zende, toch er naar streefde om het schoone te huldigen. Te voldoen aan de eischen van den dag, al grooter en grooter geworden door het verrijzen van kolossale gebouwen voor levensverzekeringen welker torens als zooveel reusachtige reclameborden ten hemel stijgen, en dan tevens edele lijnen, kunst en schoon heid te huldigen is een hooge opvatting der zaak van het levensverzekeringswezen; dat de directie daarbij de hand wist te leggen op een bouwkunstenaar als Berlage, ge tuigt van haar praktischen blik. I. H. G.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl