De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 17 februari pagina 10

17 februari 1895 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMEE, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 921 Syiptnie. (Judy.) Frankrijk: »0, lieve, ik heb toch zoo'n last gehad met mij a dienstboden, voortdurend nieuwe." I&ngiland: »Zoo, lieve V Ik ga ook veranderen ; ik ben van plan mijn tegenwoordige stel af te danken en het oude weer terug te nemen." Allerlei. De bedriegers bedrogen. In den dierentuin te Berlijn heeft men veel last van de ratten en de muizen, die daar worden heengelokt door de om de kooien verspreid liggende kruimels en zaadkorrels. Het bestuur van den tuin trachtte aan die plaag een einde te maken, door eene premie uit te loven voor de geëmployeerden zoo vaak dezen een rat doodden ; de gelukkige jager behoefde aan het bureau al leen den staart van zijn slachtoffer in te leveren. Aanvankelijk ging alles goed ; maar het duurde niet lang, of de employé's bemerkten, dat het in hun belang was, de ratten niet te verdelgen. Om nu toch de premie te verdienen, sneden zij eerst de staarten hunner slachtoffers af, en lieten de ver minkte dieren dan weder los, er op rekenende, dat deze amputatie aan den spreekwoordelijken kinderzegen van het rattengeslacht geen afbreuk zou doen. Dit deed het dan ook niet, maar toch kwamen de bedriegers bedrogen uit, want het nageslacht der staartlooze ratten was eveneens staatloos en leverde dus geen premie-objecten meer op. Een onderzoek van de directie bracht de waarheid aan het licht, en thans worden de klopjachten op ratten en muizen onder behoorlijk toezicht gehouden. De mummie aan het douanekantoor. De bekende historie van de mummie, die door een ijverig grensambtenaar, na vruchtelooze raad pleging van het tarief der invoerrechten, als »stokvisch" werd geclassificeerd en belast, heefc den Parijschen advokaat Charles Limet, die op zijn ouden dag een bundel verzen het licht heeft doen zien, het volgende vermakelijke sonnet in de pen gegeven: LA MOMIE DE RAMSÈS. Le grand gyptologue a découvert enfin La tombe que Ramsès, sous Ie vaste hypogée, Lui-même fit creuser, car, peu sur de itemain, II eüt craint de la voir quelque jour outragée. Le diadème au front, comme ii son apogée, Le Pharaon repose; et, calme, il tient la main Etendue en avant, ;\ peine endommagée, Et prète a se saisir de son sceptre d'airain.... La momie aussitöt, avee soin disposée, Gagne d'ahord Ie Nil, puis débarque a Boulacq, Ou l'attend anxieux Grébaud pour son musée. Mais la douaneestla: »Quoi? Vins nns ou cognac?...'' »Non, momie... une peau... bien sèche..." »Je l'ai vue, »Le tarif est muet... payez comme morue!..." Nog meer adviezen in een heel lastige kwestie. Van de antwoorden, door tooneelspeelsters aan het Fremdenblutt gegeven op de vraag, of kussen op het tooneel door de actrices mogen worden in ontvangst genomen en beantwoord, hebben wij nog de volgende mede te deelen : J u d i c. Het kan gebeuren, dat een kunste nares ter wille van een gril van een al te ernstigen vriend een rol weigert te spelen, waarin enkele woorden van hartstochtelijke teederheid het ge moed van den despoot schijnen te kwetsen; maar met dit voorbehoud kan ik mij een tooneel-peelJota BnlTs tweestrijd, (Puck.) «Het is een hard gelag voor mij, hem te storen, lij is zoo'n goede klant !" ster, die uit schaamte op de planken zich niet wil laten zoenen, evenmin denken als den tooneelspeler, die onder voorwendsel dat zjj met zijn waardigheid in strijd is, een rol weigert waarin hij hier of daar een schop heeft in ontvangst te nemen. Wanneer ik met mijn eigen herinnering te rade ga, kan ik mededeelen, dat ik eenmaal op reis ben geweest met een stuk waarin ik in ieder bedrijf driemaal werd gekust. En dat door een collega, met wien ik eene complete ruzie had; hij was buiten het tooneel even mieserig, onopgevoed en dom als hij op de planken teer gevoelig, beleefd en geestig was. Onze verstand houding is door de kussen die hij mij gaf, geen zier beter geworden. Alles en alles is de kus op het tooneel niet anders dan een schot los kruit: het maakt veel lawaai, maar raakt nergens. Frida Lanius (Weenen): Ein Bühnenkuss hleibt immer rein, Weil auf der Kühne ALes Schein ; Ein Bühnenkuss ist mir ein Muss, Und so ein Kuss, das ist kein Kuss. Pauline Lucca: Het tooneel is de wereld van den schijn, en een kus kan zoo goed nage bootst worden, dat het den toeschouwer voor komt dat bij inderdaad is gegeven. Rosita Mauri (groote opera te Parijs): Op de planken moet een actrice nauwkeurig doen wat de rol van haar eischt. Hoe onaange naam zij het soms mag vinden, om zich te laten kussen; en ik geef u de verzekering dat het soms heel onaangenaam is zij mag geen ander doel voor oogen houden dan het teweeg brengen van den door den schrijver gewilden indruk. Clara Meyer (Berlijn): Ieder tooneelspeler die maar een beetje handigheid heeft, zal bij het publiek de illusie weten te wekken, dat hij zijn partner werkelijk kust, terwijl hij haar niet aanraakt. Een werkelijke kus is nooit ofte nimmer goed te keuren, volgens de wet in den schouwburg zelfs strafbaar. Als alles op het tooneel echt moest zijn goede.hemel ! dan moesten wij ons immers ook laten doodsteken ; en dat is even onpleizierig als zich door iedereen te laten kussen ! Rosa Poppe (Berlijn): Ich glauh's, dass Mancher gerne wüsst', Wie auf der Bühne wird geküsst. Mir scheint die Ueugier bertrieben, Der Bühnenkuss ist nach Belieben, Nur ist es nothig, dass der Kuss Auch einem Kusse gleichen muss. Maria Ueisenhofer (B rlijn): Auf der Bühne kussen? Nie ! Wer wird das erlauben ! Doch es gibt Kollegen, die Uns die Küsse r a u b e n. Muss dann nicht mit Willenskraft Ich die Illusionen Der verehrten Hörerschaft Nicht gebührend schonen ? Und was half's, wenn viel zu spat Wir erzürnt dann schaken .. . Ach, die tiücksicht aufs Parket Zwang uns, still zu halten. Amalia Schünchen (Weenen) : Een kus op het tooneel moet worden beschouwd als een requisiet, dat voor een natuurlijke voorstelling vereischt is, zonder dat de tef-rgevoeligheid van hen die hem geven en ontvangen er d or wordt gekwetst. Vroeger dacht men daar ernst1'g 'r over. Ik herinner mij uit mijn eerste tooneeljaren, dat Frits Devrient voor een kus dien hij mij op de planken had gegeven, drie thaler boete kreeg. En hij betaalde ze graag want ik was toen dertig jaar jonger dan nu. L o u i s e S c h n f e l d (Weenen): Ken vrouw van mijn leeftijd spreekt over kussen niet meer mede. Alleen wil ik wel zeggen, dat ik het een hard gelag zou vinden, als een tooneelspeelster gedwongen was, zich door iederen acteur te laten kussen. Men kan ook zonder den werkelijken kus warm en natuurlijk spel geven. Theresine Sommerstorff G e s s n e r (Berlijn): Ik herinner mij een geval, dat een acteur weigerde, oorvijgen van zijn partner in ontvangst te nemen. De oorvijg staat op denzelfden rang als de kus. Charlotte W o l t e r (Weenen): Kussen is een kwestie van gevoel. Bepalingen zijn daarbij niet te maken. K l a r a Ziegler (München): De zoen op den mond op de planken is uit aesthetische, en vooral col; uit hygiënische overwegingen af te keuren. Daar door geschikt gebarenspel de illusie kan worden gewekt alsof er werkelijk werd ge zoend, houd ik het voor onzedelijk, tooneelspelers te willen dwingen tot iets wat onder andere omstandigheden bepaald stuitend zou kunnen zijn, en dat de elementen in zich draagt om het aesthetische gevoel van man en vrouw te wonden. En nu de aanleiding tot dit plebisciet: De directeur van het Haimund-theater te Weenen heeft het contract met een van zijn beste actrices geresilieerd. Hij deed het met het volgend schrijven: »IIet valt mij niet gernakk lijk, midden in het seizoen een eerste sujet 'e laten gaan, maar ik ben tot de overtuiging gekomen, dat gij niet langer in staat zijt, uw beroep als tooneel speelster uit te oefenen, zonder dagelijks nieuwe conflicten te veroorzaken. Toen gij in het huwelijk zoudt treden, handhaafde ik uw contract, in de onderstelling dat gij ook als getrouwde vrouw de voor uw beroep noodige vrijh id zoudt behouden. Maar nu strekt uw heer gemaal zijn onloochen bare echtelijke rechten zoover uit, dat hij u verbiedt op het tooneel iemand te kussen. Tel kens al gij optreedt, zit hij op de eerste rij; als er een tooneel komt waarin gij moet gekust worden, wordt hij onrustig, en als de kus is gegeven, springt hij op en verlaat de zaal; gij ge raakt daardoor van uw stuk. gij verzet u tegen de kussen, die gij, volgens uwe rol, mot verrukking moest ontvangen en beantwoorden ; gij brengt uwe medespi Iers in de war, en verklaart zelfs onder de voorstelling, dat gij niet verder wilt spelen. Ik waardeer de gevoelens van mijnheer uw ge maal, maar een dergelijke toestand is toch on houdbaar. Een kus, op het tooneel gegeven ten aanschouwe van duizend menschen, is iets geheel convent oneels, en niemand denkt daarbij iets. Als uw heer gemaal u vandaag het kussen ver biedt, kan hij u morgen wel verbieden u te laten omarmen, en overmorgen vindt hij het misschien shocking als gij op den schoot van een mede speler gaat zitten. Met een dergelijke beperking van de persoonlijke vry! eid kan men onmogelijk het emplooi van premie, e a wureuse spelen, en daarom verklaar ik uwcoi tracs met het Raimundtheater ontbonden."' Weinig, maar gosd". De Messnfjeio van Rome deelt de volgende anek dote mede betreffende kardinaal Tosti Het was een der grootste genoegens van Zijne Eminentie, andere lieden te /ien eten, wanneer dezen namelijk met een buitengewonen eetlust waren gezegend. Eens gaf de kardinaal zijn kok last, een maaltijd t:; bereiden, voldoende om l H personen te ver zadigen, maar hij voegde er de opdracht bij, drie menschen op te sporen, die samen het geheele maal zouden kunnen verorberen. De kok bereidde het maal en bracht drie lastdragers mede, die zich het fijne en overvloedige menu uitstekend lieten smaken. Onopgemerkt sloeg de kardinaal hen gade, totdat, tot zijne groote vreugde, het laatste hapje naar binnen gewerkt was. Toen vroegen de lastdragers verlof om hunnen gastheer te bedanken. De kardinaal ontving hen dadelijk en vroeg hun, glimlachend: »Wel, kinderen, hoe hebt gegeten?" «Dank u, Eminentie," zeide de redenaar van het drietal: »poeo, ma bene". Engeland en de Katholieken. Nu er gesproken wordt van een huwelijk van prinses Maud van Wales met den Italiaanschen kroonprins, en voorbarige lieden al zeggen, dat de prinses zal overgaan tot den katholieken gods dienst, is het misschien niet onbelangrijk, eens te herinneren aan de archi-monarchale partij, als zij een partij mag heeten, die in Engeland nog altijd bestaat. Zij noemt zich Jacobijnsch, en brengt iederen verjaardag van de onthoofding van Karel I, dat is den 30sten Januari, bloemkransen bij zijn standbeeld in Charing Cross, met op schriften als: sRemember. O Kingand Martyr We have not forgotten. God save Queen Mary. »Koningin Marie is de vrouw van prins Lodewijk van Beieren, en geldt voor de Jacobijnen als de eenige rechthebbende op den Engelschen troon. Boven dien werd ook dit jaar nog met al den omslag der Engelsche hi,qh-ehurch een vesper gehouden voor den Martyr-King; in den Anglikaanschen kerkekalender staat Karel I dan ook als marte laar vermeld. Al deze drukte wordt door Engelsche politie agenten en verdere rustbewaarders genomen voor wat het is: belachelijke onzin. Maar als prinses Maud het ernstig ging meenen met haar katho licisme, dan zou het Engelsche protestantisme nog wel eens kunnen toonen, dat het alleen hum bug door de vingers ziet. Krijgslisten van Chineezen. Toen in 1S11, bij den eersten oorlog tusschen Engeland en China voor het eerst raderstoombooten de Yang-tse-kiang opvoeren, stonden de langstaarten te gapen van verbazing. Een erg snuggere mandarijn kreeg den inval, een aantal Chineesche oorlogsjonken ook van raderen te voorzien: daardoor zou het voordeel dat de Engelsche vloot had op de Chineesche, naar zijne meening van zelf wegvallen. Sedert zijn vijftig jaar verloopen, maar het hemelsche rijk heeft van den Europeeschen vooruitgang weinig aan schouwd, en het oorlogvoeren is er niet behartigd, zoodat thans de legeraanvoi rders het »wie niet sterk is moet slim zijn zijn", zoo goed mogelijk in toepassing trachten te brengen. Een der vindingrijkste Chineezen heeft dan ook al voorgesteld, in de nabijheid der Japansche vloot een groote menigte varkensblazen in zee te werpen : de Japanners zouden dan wel denken, met zwem mende vijanden te doen te hebben, en al hun animunitie op die blazen verschieten ; daarna zouden zij een gemakkelijke buit worden. Jammer genoeg, is het denkbeeld niet tot uitvoering ge komen ik denk, omdat er geen varkensblazen te vinden waren. Maar een andere snuggere bol trachtte dan toch den vijand van het opvaren der Yang-tse-kiang af te schrikken, door den mandarijnen in overwegirg te geven, alle bewoners an bet eiland Tsoengming. in den mond der rivier uniformen aan te trekken: de Japanners zouden voor een zoo st:rk bewapende vesting den moed wel laten zakken. De vijand kon alleen hij vloed het eiland naderen, gedurende de eb behoefde de uniform dus niet te worden gedragen. Dat was meteen een besparing. Een derde peinsde erover, hoe bet telkens en telkens weder op de vlucht slaan der troepen te keer te gaan, en kwam op het idee, lange muren van stroo achter de opgestelde troepen te zetten, en die gedurende het gevecht brandende te houden. Homerus zou die wijze van strijdvoeren zeker hooglijk hebben geroemd, maar daar een profeet in zijn eigen land niet wordt geëerd, slaan de Chineezen nog onveranderlijk bij ieder gevecht van een eenige beteekenis op de vlucht. Ruzie in een tentoonstellingscomité. In Mei van dit jaar zsl te Kopenhagen een tentoonstelling van uitsluitend producten van vrouwenarbeid worden geopend. Kunst, literatuur, muziek, philanthropie en huishouding zullen zijn : vertegenwoordigd. De onderneming is van vrou wen uitgegaan, de regeering en bijzondere perso! nen steunen haar met 50 (KMI kronen. Maar er zijn moeilijkheden gerezen. Do presidente van het comitéwas mevrouw Oxholm, de echtgenootc van oen kamerbeer. Een der leden was mevrouw Meyer, presidente van de vrouwenvereeniging «Vooruit" en als zoodanig sociaal-democraat MevrouwOxholmvond datnietcomme il faut, endwong mevrouw Meyer, haar ontslag te nemen. Dat heeft de publieke opinie haar zoo kwalijk geno: men, dat zij op haar beurt is afgetreden. Het i mandaat werd nu opgedragen aan barones Reesz Thott, de vrouw van den minister-president. Maar ook deze schijnt niet met een sociaali democraat in een bestuur te willen zitten; zij Twee presidenten. (Judge.) CLEVELAXD (tot Cusimir-Periet) : »Wat ! een president van een republiek, die heengaat omdat het land zijn politiek afkeurt en zijn partij hem niet meer steunt! Hoor eens, dat is al te gek!" heeft bedankt. Het voornemen bestaat thans aan prinses Marie, als zij te Kopenhagen terugkomt den praesidialen hamer aan te bieden. Modern Griekenland. Van oudsher waren de Grieken chicaneus ingeldzaken. Ook nu nog zijn zij het. Dokter G. is een Franschman, geneesheer te Constantinopel. De Grieksche vruchtenkoopman Kosti had een vrouw die zwaar ziek werd, en liet genoemden dokter komen. Maar het zag er zoo schamel uit in de woning van den gierigaard, dat de dokter zeide: »Kun je me wel betalen, vadertje!'' Kcsti liet een paar goudstukken op de tafel rollen en antwoordde: »Dat zul-je hebben, als je mijn vrouw geneest of haar om koud maakt. »Kathinka stierf na eenige da'jen, en werd naar behooren ter aarde besteld. Verschijnt de dokter om zijn duiten. Watblief," vraagt Kosti, »hebje mijn Kathinka misschien genezen V" : Dat weet-je wel beter!" »llel>-je haar dan misschien om koud geholpen?'1 »De hemel beware me, mnn. Wat denk-je wel van me?'' »Maar doktertje. dan krijg-je ook geen drachme van mij; ik heb-j^ immers alleen wat beloofd voor het geval dat je haar zond genezen of omkoud t elpen ?" De Turksche Salomo zal in dit geding de be wijzen zijner rechtvaardigheid en wijsheid hebbert te geven. Uit het MaandV'id tegen de vervalschingen. van dr. l'. F. van Hamel Roos : In den laatsten tijd zijn in Amsterdam en waarschij lijk ook elders, vele broodtrommels. welke kinderen naar school nemen met hun »twaalf-uurtje" er in. verkocht gew rden. Deze trommels dragen tot opschrift «Sandwiches" en zijn zeer gemakkelijk in het gebruik, daar de zijwanden dicht slaan en het trommeltje, eenmaal leej, weinig ruimte meer inneemt. Van binnen zijn deze trommels gekleurd met een witte verf stof, welke blijkens ons chemisch onderzoek loodverbimlinijen bevatte. Deze verfstof laat gemakke'ijk los en stukjes hiervan krr.nen /eer licht in de voedingsmiddelen geraken. Het gebruik van deze broodtrommels is dus, in het belang van de gezondheid der kinderen, te ontraden. Kamers van Arbeid. De leden van het Comitéter verbetering van den maatschappelijke!! en den rechtstoestand der vrouw in Nederland, de heeren E Fokker, W. L. l'. A. Molengraaf!', \V. van der Vlagt, J. C. Overvoerde, en de dames Jeltje de Bosch Kmnper, IL II. Scholten?fommelin, M. van der Laan De Joode, II. Boddaert - Schuurbeque Boeye, hebben een adres ingediend bij den ministervan justitie, met den ernstigen aandrang om in het in te dienen ontwerp voor de Kamers van Arbeid aan de vrouwen het kiesrecht en de verkiesbaarheid zoo uitdrukkelijk en o.idul beUinnig moge lijk te verzekeren, dat omtrent de bedoeling var. den wetgever geen twijfel kunne rijzen. Slmnm's geweld-geneeswijze, (Lustre Bliitter-.) De moderne Dr. Eisenbart, die den Duitschen Michel met een pistool van den socialisten-tand bevrijdt.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl