De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 17 februari pagina 6

17 februari 1895 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. No. 921 in Beeld exx Solxrift. (K U NS TI N D U S TR IE). Van meubelen en sloteen. Wie onzer werd niet dikwijls getroffen door de groote vaak niet te overkomen moei lijkheid, welke ieder verstandig man en iedere vrouw van smaak hadden te overwinnen, zoodra zij, zich verheffende boven de banale dingen des dagelijkschen levens, een tehuis wilden scheppen, dat beantwoordde n aan hun behoefte voor comfort n aan hun zin voor het schoone tevens. De best onderwezen man van de wereld, oogenschijnlijk door zijn opleiding daartoe geroepen, in staat om op gezonde wijze over een boek te oordeelen, een standbeeld mooi te vinden, een schilderij te begrijpen en te verklaren, is, waar het op het inrichten van zijn tehuis aankomt, bijna even hulpeloos, als de grootste weetniet. Daar hij boven dien bewust is van zijn relatieve minder heid, de hinderpalen kent die hem in den weg staan, wijl hij vreest de een of andere dwaling te begaan, die hem allicht bespotte lijk zou kunnen maken, is hij al zeer ge lukkig indien hij zijn zorgen kan laden op de schouders van een ander; kunstenaar, of kunstindustrieel, dikwijls niet meer dan een eenvoudig koopman, meer of min met zijn vak bekend, meer of min bekwaam, is deze geroepen n plan te ontwerpen om de wo ning, te meubelen en te decoreeren, waarin anderen moeten leven, beminnen en sterven. Dit was in de gouden eeuw der vrije Ne derlanden geheel anders. De regenten en rijke kooplieden dier dagen kochten geen ameublement of meubelstuk, zooals thans, maar lieten dit vaak naar eigen teekening of naar die van groote kunstenaars, door meesters in het vak vervaardi gen en dit was de oorzaak dat er mees terstukken uit de werkplaatsen der meubel makers kwamen, die nu nog de bewondering van alle opwekken en waarvoor thans schat ten gelds worden betaald. Wien het gegund is een blik te slaan in onze oude Amsterdamsche patricische huizen, waarvan er, he laas, zoovelen reeds voor kantoorlokalen worden verhuurd, ziet onmiddelijk welke meesters de vaderen waren in de kunst om hun huis te versieren. Zij hadden een staf van kunstenaars om zich heen, die het niet ver nederend vonden een plafond te beschilderen of een schoorsteen te beeldhouwen. Deze waren artiesten en artisans tevens en wisten, voorgegaan door den eigenaar, op de pa tricische woning den stempel van diens leven en werken te plaatsen. Wij weten, dat die schoone dagen voorbij zijn. De man die maanden besteedde om een Hollandsche kast te beeldhouwen, bestaat niet meer. De techniek heeft den gewonen handenarbeid nagenoeg overal verdrongen, de galvanoplastie verdreef den drijver, de naaimachine verricht thans het fijnste naaldwerk en zelfs het ornament wordt gestoken door de machine. De verdeeling van den arbeid heeft bovendien op de kunstindustrie zoo groot een invloed uitgeoefend, dat het nagenoeg onmogelijk is, dat het genie van den kunstenaar op n voorwerp geheel haar stempel drukt. Er kwam nog iets bij, dat vooral het meu belmakersvak betrof. De smaak voor de renaissance in het algemeen en voor de Hol landsche renaissance in het bijzonder moest, vijf-en-twintig jaar geleden, nog geboren wor den. Onze meubelen, voor zoover ze niet copieën waren van de vormen, die het eerste keizerrijk ons had nagelaten, hadden volko- j men geen stijl en zoo hier en daar ziet men op de verkooping nog wel eens een ameuble ment opduiken de bekende tête-a-tête met i zes stoelen en de door de dames vroeger zoo zeer begeerde bonheur-du-jour dat een trouwe afspiegeling is van de smakeloosheid, die in die dagen bij het meubelen van een huis voorzat. Dit is nu wel anders geworden; school gaande bij de vaderen, een voorbeeld ne mende aan onze Fransche naburen, waren er meubelmakers in ons land, die i er naar streefden deze industrie uit haar ! diep verval op te heffen; thans wordt zij, ook in het buitenland, met eere genoemd en wanneer men nu zich een te huis wil inrichten, beantwoordende aan goeden smaak en comfort, een huis waarin het aangenaam is te leven en te beminnen, dan is het zoo moeilijk niet den kunst-industrieel te vinden, die in het labyrinth van vormen en stijlen u den weg wijst. :[: * * Het was de heer M. H. F. J a n s e n, die in 1853 een stoffeerders- en meubelzaak oprichtte, zoo nederig bij haar debuut, weldra zich uitbreidende, thans zoo rijk in haar Het is een mooi groot gebouw van vier ver diepingen, met een voorgevel van zes en twintig en een diepte van twee en twintig meter, en uit een architectonisch oogpunt vooral wanneer men het doel in het oog houdt, waarvoor het is opgericht, zeer te prijzen. De reusachtige groote spiegelruiten laten van de straat reeds een groot gedeelte van het maga zijn aan den beganen grond zien, terwijl men de fraaie meubelen kan bewonderen, welke de Werkplaatsen van de heeren Jansen hebHET MAQAZIJN or UXT £ voorname uiting. De stichter der iirma be greep terecht hoe oen actief intelligent man in Nederland er het zijne toe kon doen, om de industrie der vaderen in haar oude eer te herstellen. Zijn drie zouen, die thans de zaak onder de Hrma H. F. J a n s e n & Zonen drijven, hebben waardig de voet stappen van hun vader gevolgd. Bij de oprichting legde de firma zich in het eerst meer bijzonder toe op stoffeering, maar sedert zestien jaren maakt zij zelve meubelen, in alle stijlen en dit met te meer succes, waar nagenoeg alles, de grondstoffen natuurlijk uitgezonderd, vanaf het zagen van het hout, tot het borduren der stoffen, in hun werkplaatsen geschiedt. Deze wijze van fabriceeren biedt dat voor deel aan, dat de firmanten tot in de minste onderdeelen den gang der fabricatie kunnen volgen, waardoor niets aan het toeval wordt overgelaten, terwijl men bij beter tevens goedkooper arbeid erlangt. Het nieuwe magazijn op het Spui beslaat on geveer 000 vierkante meters en is in de plaats gekomen van eenige oude pakhuizen, die dit fraaie gedeelte van de stad zeer ontsierdenben verlaten eii voor de spiegelruiten zijn geëtaleerd. Wanneer men de groote deur is binnen getreden, waarboven het koninklijke wapen aantoont dat de heeren Jansen hof leveranciers zijn, ziet men onmiddellijk hoe de vier verdiepingen uit rondloopende gale rijen bestaan, die door kolommen worden ge dragen, totdat het oog stuit op het gekleurde glas, dat het platte dak van het gebouw dekt en een fraai gedempt bovenlicht laat doorvallen. Rechts geeft een porti ere toegang tot een wacht-salon, dat door zijn fraaie stoffeering en inrichting reeds dadelijk een voorproef geeft van hetgeen den bezoekers wacht. Een breede dubbele trap op den achter grond van den rez-de-chaussée voert in de eerste plaats naar den entresol, waarvan wij een afbeelding geven. Deze is nu juist geen magazijn, maar een fraai tentoonstellingssalon, waar de bezoekers zich kunnen overtuigen van het effect, dat dit of dat genre, deze of gene stijl van een ameublement of een meubel op hen ma ken. Een menigte kleinere meubels, gracieuse luxe-stoeltjes, tafeltjes, damesbureaux, gu ridons in alle stijlen, en soms ook in geen anderen stijl dan die der fantaisie, zijn hier geëtaleerd. Een verdieping hooger vind t men alle typen van deftige salonmeubels, eet- en slaapkamergarnituren, allen in de fabriek van de heeren Jansen, waarvan wij later een be schrijving zullen geven, vervaardigd. De derde verdieping dient voor kleinere meubels, die hetzij afzonderlijk of te zamen als saloneet- of slaapkamer-garnituur zijn tentoon gesteld. De vierde verdieping is geheel ingericht voor ruime luchtige werkplaatsen, die onder de leiding van een der broeders staan. Hier wordt, door tal van bekwame werksters, alles vervaardigd wat op de stoffeering betrekking heeft en worden, hetzij met de hand, hetzij met de machine, op alle soorten van stoffen, zijde, satijn, fluweel en peluche, de borduur werken aangebracht, die naar eigen teekeningen vervaardigd, zoozeer de aandacht der mannen van het vak en niet het minst der dames trekken. Van het platte dak van het gebouw zagen wij in de heldere stralen van de winterzon, geheel Amsterdam aan onze voeten liggen en heel in de verte de Zuiderzee, wier ijs en sneeuwmassa's samensmolten met den gezichteinder. Een fraaie lift voerde ons snel naar be neden, ten einde nog een bezoek te brengen aan het sousterrein, dat onder het geheele gebouw doorloopt, waarin lange rijen rollea van de prachtigste tapijten staan gerang schikt en groote calorifères zorgen voor de verwarming van alle magazijnen en werk plaatsen. Het is niet wel doenlijk een beschrijving te geven van de ameublementen en meu bels, welke op de drie verdiepingen en in het magazijn gelijkvloers het oog treffen. Wezen wij reeds op de prachtige dubbele trap met haar draperiën en luxe-meubels, hier en daar een aangenaam zitje aanbie dende, in den entresol ontmoetten wij een salon Louis XIV, geheel van rose-satijn en geborduurd blauw peluche. Een portière van dezelfde stof met een sous-portière van rose-damassé, geeft den toegang; het behang sel is van een rooskleurige zijde met blauwpeluchen randen, de stoelen zijn van dezelfde stof, in het midden staat een dames-schrijfbureau van citroenhont, afgezet met een amaranth-kleurig soort van hout. Dit ameu blement verraadt een bijzonder goeden smaak en men betreurt het, dat de markiezin er aan ontbreekt, voor wie het een passende omgeving zou wezen. Meer deftig is een klein salon, stijl Louis XVI. De stoffeering is van zijde en peluche van de kleur der heliotroop, terwijl de meu belen van olijf kleurig-groen hout met koper zijn afgezet. Zoo zagen we op de derde verdieping een slaapkamer voor een jong meisje van verlakt crème-kleurig hout, waarop los en bevallig fraaie rozen waren geschilderd. Maar het schoonste is zeker het salongarnituur in den stijl van den galanten Koning, dat in een der expositiekasten van de straat is te zien. Het bestaat uit twee canapé's, vier fauteuils, vier gewone stoelen, twee tafels en twee salonmeubels. De grond stof is palisanderhout, met cuivre vernis afgezet. De canapé's en de stoelen zijn be kleed met het kostbare Aubusson, waarop in allerfraaist naald werk rozen en andere bloemen zijn geborduurd. De tafels en salonmeubels zijn met sierlijke arabesken en bloemen ingelegd. De meubelgordijnen, welke het salon zullen tooien, waarin dit garnituur zal worden geplaatst, zijn van gedamasseerde zijde, in een tint van rose fanée. Van het oogenblik dat men het magazijn binnentreedt, ontmoet men trouwens, waar heen men ook de schreden wendt, een grooten overvloed van prachtige meubelen, smaakvol gerangschikt, portières van allerlei stof en kleuren. Rijke stoffen, elegant gedrapeerd, gobelins, prachtig geborduurde gordijnen, ' Perzische en Smyrnasche tapijten, bronzen, tagères en dan die mille riens, welke een salon of een boudoir zoo gezellig kunnen i maken. De groote verdienste van de heeren Jansen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl