Historisch Archief 1877-1940
No. 922
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
dezen feestmaaltijd, onderteekend door vyftig per
sonen, die allen een hoogst belangryken naam heb
ben in kunst, letteren of wetenschappen.
Enkele te noemen zal het gehalte van dit comit
openbaren; alphabetiesch treffen wy' aan; Arsène
Alexandre, Antoine, Barrès, Berthelot,
Bracquemond, Chëret, Claretie, Coppée, Daudet, Frarice,
Geffroy, Hennique, de Hérédia, Arsène en Henri
Houssaye, Huijsmans, Loti, Mallarmé, C. Mendès,
Mirbeau, de Régnier, Rodenbach, Rodin, Rops,
Sully, Prndhomme, Zola.
Deze namen zjjn voldoende om het laft'e en
kwaadaardige s'offrir un lanquet te niet te doen
gaan.
Maar de beide Goncourts hebben geheel hun
leven door, steeds een geweldigen tegenstand
ontmoet, bjj alles wat hun overkwam, wat Edmond
mjj eens deed schrijven mats ignorez vowi
vraiment que ma carrière ne s1 est faite qu' a vee des
sifflets et des reintements?" Vele redenen droegen
hiertoe bij, o. a. hun aristocratische de.
In Nederland hebben op 't laatste oogenblik
enkele artisten en bizondere vereerders van de
Goncourt het plan gevormd aan dit feest mede
te werken, en zoo hebben z\j op Vrijdag 22 dezer
den delicatén schrijver eene huidebetuiging ge
stuurd.
Deze bestaat uit een perkament, waarop smaak
vol in Gothische typen gekaligrapheerd door den
wapenteekenaar J. M. Lion, staat: ^Hommage a
Eduard de Goncourt", terwy in de georneerde H
het Hollandsche blazoen de nationaliteit aantoont.
Alles in rood en goud met zwart. Onder den
titel staan twee regels aangehaald, uit de schit
terende en uitmuntende studie over de Goncourt
door van Deyssel in de Verzamelde Opstellen en
zorgvuldig vertaald:
»d. G. is de genesis van het proza der twin
tigste eeuw."
»onze kunst heeft in de leer te gaan bij de G.
voor het styleeren."
Daarna volgen de namen 1) zondermeer ; maar
in z\jn geheel is het een document van blijvende
waarde voor den gevierden schrijver.
Zeer bizonder is de hulde die de heer Krelage
te Haarlem aan de Goncourt bewijst bij deze
gelegenheid, door hem te vragen zijn naam aan
een nieuwe soort hyacinth te mogen geven.
In een sierlijk geschreven brief vraagt hij den
grooten franschen schrijver vergunning hem in
April specimens (bloemen) te mogen zenden van
enkele nieuwe soorten hyacinthen, opdat de
Goncourt zelf moge uitkiezen welke de eer zal
hebben zijn naam te dragen, en de heer Krelage
uit hierbij den wensch dat deze nieuwe soort
zich moge vermenigvuldigen ten einde over de
geheele wereld den naam van de Goncourt te
herinneren, zoowel thans als in latere tijden,
aan zyn vrienden en bewonderaars.
Ontegenzeggelijk is dit een zeer eigenaardige
hulde van den grooten Nederlandschen
bloembollenkweeker, die aan zijne wetenschap een
groote kunstmin paart.
Van : Josef Isracls; Jacob Maris ; H. W. Mesdag
en mevrouw Mesdag-van Houten ; Breitner; Jan
Veth ; M. Bauer; Toorop ; de Bock ; E. Bosch ;
Haverman; S. de Swart: Ph. Zilcken; Isaac
Israëls en Willem Kloos; L. van Deyssel; H.
Gorter ?, F. van Eeden; M. van der Maarel ?, Mr.
G. van Tienhoven Jr.
De Prentenveiling-Van Stockum.
Met een enkel woord maakten wij in ons
vorig nummer reeds melding van de zeer
beliliiiiiiiiiMiiiiiimiiiimiiiiiiiimiiiiiliilii
heeft u gemist. O, met mijn broeder" zijn
gelaat betrok. »Wij krijgen nog een wals.
Weet u wel dat u den geheelen avond nog
niet met mij gedanst hebt ?"
Sir Geoffrey keerde naar het terras terug.
De duisternis was niet merkbaar toegenomen,
tal van rustelooze, zomersche geluiden trilden
door de nachtelijke stilte, wemelende licht
stippen vielen naar buiten en met den zoeten
geur der oranjebloesems drongen een gegons
en geruisch van ontelbare jeugdige stemmen
door tot aan de rivier en de in schaduw ge
hulde boomen.
Sir Geoffrey stak een sigarette aan. »Ik
heb mij duidelijk genoeg uitgedrukt," dacht
hij. »Ik kon het toch niet rechtstreeks zeggen.
Met Cecil is het iets anders; met hem moet
men precies zeggen waar het op neerkomt.
Van morgen heb ik hem ronduit gezegd, dat
ik zal ophouden hem zijn jaargeld te geven
als hij miss Dalton ten huwelijk vraagt. Dat
is een taal, die Cecil verstaat. En moralisten
spreken over het nut van den tegenspoed en
de verplichtingen der liefde. Stel je voor om
het met Cecil te hebben over het nut van
den tegenspoed. De verplichting om het spel
op te geven en een kaartje met p. p. c. aan
aan Mlle Zenaide te zenden."
Hij leunde met het hoofd tegen een der
marmeren pilaren. Het was de fijne kop van
een droomer, met een peinzend, door zorgen
gerimpeld voorhoofd.
»Als ik haar eens gezegd had dat de doctoren
eigenlijk een einde aan het lijden mijner vrouw
moesten maken," dacht hij, »wat zou zij daarvan
gegruwd hebben. Mijn God, hoe dikwijls heb ik
daar niet over nagedacht. Wat een folterend,
noodeloos leed over de geheele aarde, terwijl
de menschen te dom zijn om er een einde aan
langryke veiling van prenten, welke de volgende
week, te beginnen op 28 Februari, door de
boekhandelaarsfirma Van Stockum en Zonen te
's Gravenhage zal worden gehouden.
In ongeveer 1000 nummers zullen daar 3 a
4000 prenten onder den hamer komen, waaron
der werken van H. Bary, J. Both, F. Boucher,
P. Breughel, Adr. Brouwer, Mc. de Bruyn,
C. A. Coypel, W. J. Delft, Albr. Dürer, C. Dusart,
R. Earlom. H. Goltzius, W. Hollar, Romein de
Hooghe, J. Houbraken, K. du Jardin, N. Lancret,
Dirk Maes, G. Morland, P. Pontius, P.
Serwouter, Virgil Solis, P. van Somer, J.
Suyderhoef, C. Troost, W. Vaillant, J. van de Velde,
J. Verkolje, Corn. Visscher, Lucas Vorsterman.
De collectie bevat verder een (iO-tal portretten,
waaronder zeer zeldzame, van vorsten uit het
huis van Oranje; een 100-tal werken van »Maitres
ornemanistes" uit de Kie en 17e eeuw, die, naar
wij hopen, voor onze vaderlandsche musea niet
verloren zullen gaan; 1200 afbeeldingen en
plattegronden van 's Gravenhage in vroeger tijden,
en ongeveer 2800 afbeeldingen van Nederlandsche
steden en dorpen, van de 17e eeuw tot op onzen tijd.
De geheele verzameling is nog van Zondag tot
Woensdag a. s. dagelijks van 10 tot 4 uur, in
Pulchri Studio te 's Hage te bezichtigen.
B\j de heeren Preyer & ("ie., locaal »Pictura",
Wolvenstraat 19, is geëxposeerd een schilderij
van F. P. ter Meulen, »Bij de stal".
Bij de firma E. J. van Wisselingh & Co., Spui
23, is geëxposeerd eene schilderij van W. Witsen,
«Avondschemering".
Kunst en Verkiezingen.
De democratische Daily Chronicle te Londen
heeft besloten, gedurende de verkiezings-campagne
voor den provincialen raad in zijne kolommen
illustratiën op te nemen van de beste Engelsche
meesters, als Burne-Jones, Linley Sambourne,
Walter Crane, Joseph Pennell enz. De reeks
wordt geopend met eene uitgebreide symbolische
studie van Burne Jones; de schilder stelt daarin
den arbeid voor, den eersten tuin van de wereld
bewerkend. Volgens het stemmige Journal des
Débats zal deze serie van teekeningon eene
echte verkiezings-polemiek met de teekenstift
worden, en belooft zij den verzamelaars eene
reeks van revolutionaire prenten van hooge
artistieke waarde.
Met dat «revolutionaire" zal het zoo'n vaart
wel niet loopen. De deftigste Nederlandsche
collectioneur behoeft zich door dit noodkreetje
van de Débats niet te laten afschrikken.
Gekleurde standbeelden.
Wie nu nog komt met het bericht dat de oude
Grieken hun beeldhouwwerken plachten te kleu
ren komt met oud nieuws. De beelden van den
Acropolis hebben er het bewijs voor geleverd,
zoo niet de Grieksche schrijvers het reeds hadden
gedaan. De basreliefs van den ^sarcofaag van
Alexander", die in het museum van Constant!
nopel voor iederen bezoeker te bezichtigen is,
bewijzen dat tot vrij recenten datum met het
aanbrengen van kleuren op het marmer is voort
gegaan. En ten slotte is uit de nog overgebleven
sporen van verfwerk op den Hermes van Olympia
de gevolgtrekking te maken, dat ook ten tijde
van Praxiteles de beeldhouwer zijn werk beschil
derde. Maxme Collignon heeft bij deze alge
meen bekende voorbeelden thans nog een aantal
andere gevoegd, die niet minder »schlagend" zijn,
in een artikel in de Revue des deux mondes.
Met groote helderheid spreekt hij over de kwestie,
en hij legt voornamelijk hierop den nadruk, dat
het den Grieken er niet om te doen is geweest,
hun standbeelden de kleur der werkelijkheid te
geven, maar dat het beschilderen, naar algemeen
en zeer trouw gevolgde regels alleen diende om
de bekoring van den vorm te verhoogen, van den
vorm, die de souvereine meesteres bleef.
iiliimiilliliilifmüiniiiliiiiiiiiiMllliiiiiiiiinmiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiimnmiiiiii
te maken! Dat men gekastijd wordt is een
goddelijke instelling, maar dat men een on
herstelbare zieke, die zich haar toestand niet
bewust is, een afdoend verdoovingsmiddel
geeft is des duivels! Wanneer zal hun gods
dienst en hun gezond verstand die dwazen
toch doen inzien dat al het lijden, als het
voorkomen had kunnen worden, verkeerd, en
als het geen doel heeft, een ongerijmdheid
is. Wat helpt het eene krankzinnige vrouw
of zij haar leven lang al schreit ? En
ondertusschen kwellen wij elkaar zooveel wij maar
kunnen door het streven naar rechtvaardig
heid en ons zelven door het jagen naar genot.
Zooveel voor den Russischen grootvorst
zooveel voor Minnie Dalton. Soms denk ik
dat het een monomanie van mij begint te
worden. Ik walg, ik walg tot gek wordens
toe van al dat onnoodige aardsche leed."
Hij ging naar een der ramen en keek naar
binnen, naar den stroom van gasten, zijn
gasten die zich bewogen in het prachtige,
schitterend verlichte vertrek. Zij moesten het
zonder hun gastheer stellen.
»Zijn lichtzinnigheid, zijn onbezonnenheid,"
dacht hij, terwijl zijn voorhoofd zich meer en
meer fronsde, »zou ik hem misschien wel
kunnen vergeven. Men zegt dat dat wel
terecht kan komen. Maar dat andere niet.
Laat hem trouwen met een ongevoelige vrouw.
Een onschuldig meisje als Minnie Dalton
kan ik onmogelijk opofferen aan aan
dat andere.
'Wordt vervolgd).
Auguste Vacquerie. t
Een naam, verbonden aan de periode in de
fransche letteren, waarin Victor Hugo onbestreden
alleenheerscher was. Zelden is een zoo absoluut
koningschap gevolgd door een zoo absolute ont
kenning, en Vacquerie, eenmaal een soort Roelant
in de romantieke tafelronde, was in de laatste
jaren een op stal gezette Pegasus, gerespecteerd
om zijn onkreukbaar karakter, een man die veler
sympathie had, maar op niemand invloed. Een
man van moed nog: trots het geringe succes van
zijn Rapjiel nam hij de door Portalis' vlucht
verweesde XlXe Siècle in zijn moedige strijd
vaardigheid aan, om weldra te sterven. De
rumoerige dagen der romantiek hebben hem ge
kend als een der rumoerigsten: een litterator
van wien de woorden zijn: »Le théAtre c'est Ie
Golgotha de l'idée", wiens tooneelstuk
Tragaldabas werd uitgefloten tot door de figuranten en
den souffleur, die en entendant sifjler, siffla.
Politicus in bondgenootschap met de zoons
van Hugo en Paul Meurice, was hij bovendien
met den heros der romantieken door
aanhuwlijking verbonden. Zijn broeder trouwde met de
dochter van Hugo, kort na hun huwlijk verdron
ken beiden bij Havre.
BOEKAANKONDIGING.
Nieuwe Paneeltjes. Novelle door ANXA
KOUSKKT. Uitgave van H. J. W. Becht.
Er ligt in de kleine novellen van Anna Koubert
een eigenaardige bekoring, door de eenvoudige
frischheid, die ze kenmerkt; ze zijn niet ouder
wetsch, maar ook niet nieuwerwetsch, pretentieus
geschreven. Sober en zonder onnoodigen omhaal
van woorden vertelt de schrijfster, wat zij te
vertellen heeft. Inderdaad 't zijn paneeltjes uit
't burgerlijk leven, met frissche kleuren geschil
derd en goed geteekend. ;>Een keerpunt" is
ongetwijfeld het beste verhaal uit den bundel,
en even als »0ns engagement" een stukje onder
vinding, zou men bijna zeggen. »Ken lustrum",
het derde paneeltje, kon een nieuwerwetsch
pendantje zijn voor een der schetsen uit de Veer's
>Trouring". «Kleine Lette" is een kinderverhaal
en past minder bij de anderen; de kindertype
is verdienstelijk geteekend, maar de details zijn
hier en daar te uitvoerig. Wanneer de jeugdige
schrijfster de belofte nakomt, die zij in dit boekje
doet, kan de litteratuur goed werk van haar
verwachten. M.
De Kinderwereld en Voor de Kinderkamer,
uitgaven van Schillemans & Van Belkum te
Zutphen, geschreven en geredigeerd door P.
Louwerse, zijn het een korter, het ander reeds
jaren lang, welkome vrienden in de kinderkamer.
De naam van den schrijver en de goede zorgen
van den uitgever wekken den kindervriend op,
zijn kleine medeburgers te verblijden met een
jaargang van deze werkjes.
De Groote Markt fan Haarlem in den
loop der tijden. Populair historische
schets door C. TE LINTU.M. Haarlem.
II. D. Tjeenk Willink, 1895.
De schrijver heeft »de aandacht van Haarlem
mers en wellicht ook vreemdelingen (willen)
vestigen op de poëtische schoonheden in de
onmiddellijke nabijheid."
En deze mededeeling in de voorrede en de
titel doen van dit boekje iets anders verwachten
dan het werkelijk geeft, doch den meesten lezers
zal het ten slotte niet deren, dat hun in plaats
van het beloofde een schets van Haarlem's ge
schiedenis wordt geboden, een verhaal in stukken
en brokken, een populaire causerie. De heer
Te Lintum toch blijkt een prettig verteller, die
veel omtrent de geschiedenis van Noord-Holland's
hoofdstad heeft gelezen en nu en dan eenige
aanteekeningen maakte zoowel op de Haarlemsche
bibliotheek als in 't archief. Een enkele maal
vergist zich de schrijver; vaak laat hij zich
verleiden tot allerlei opmerkingen tusschen
haakjes, die j of wat te grappig, of wat te naief
klinken; hier en daar zou de beteekenis van het
boekje hebben gewonnen, wanneer de auteur
sommige zaken wat meer had uitgebreid (ik
noem hier slechts de beteekenis van de gilden,
hun invloed op de regeering enz. welke grooter
is geweest, dan de heer T. L. blijkens de noot
op bl. 7;i 't wil doen gelooven) doch desalniettemin
geeft dit werkje een aardig beeld van Ilaarlem's
geschiedenis, en zal het wellicht velen opwekken
andere zij het dan ook minder populaire
schrijvers te raadplegen.
F. A. BLIS.
liet leven van Willem van Zuylen.
Amterdam, van Ilolkema A Warendorf.
1855?1895.
Veertig jaar lang heeft van Xrylen reeds op
de planken geleefd, met korte tusschenpoozen
van gebrek aan emplooi in het ook voor hem
moeilijke begin van zijn loopbaan. Met recht
geleefd op de planken, want d;iar en nergens
anders heeft hij zijn opvoeding genoten. Kn
self-made als hij is, betreurt hij het eenigzins,
dat tegenwoordig, van de tooneelschool af, de
carrière zooveel gemakkelijker gaat, waardoor
het deelen van elkanders tegenspoeden niet meer
zoo dikwijls voorkomt; hij betreurt het dat de
jongere acteurs, hervormers van hun stand", de
vormen, de beschaafde gewoonten, den kijk op
de dingen dezer samenleving hebben verbreid,
dien zij in lum familiekringen hadden verkregen.
Daardoor wisten zij gelijkstelling met andere
artiesten te verkrijgen : schilders, letterkundigen,
musici, maar daarmede >demoraliseerden" zij den
stand der acteurs.
lOr valt over deze meoning te twisten ; maar
dit zij zoo liet wil, een man als van Zuylen mag
zoo spreken als hij doet, zijn gansche leven is
een harde dobber geweest. Neen, zeker, dit was
niet het burgermansbestaan van den grutter, wiens
zoete winste ieder jaar bescheidenlek toeneemt.
En is hij trots allen tegenspoed toch omhoog
gekomen, leeft hij, nu Nederland'» eerste blij
spelspeler, niet meer zoo bohémien als toen hij
sopkadetjes voor zijn broeders verzamelde, boh
mien is hij in zijn hart gebleven, zij het dan ook
een bohémien, die er prijs op stelt, zyn burger
lijke verplichtingen zoo getrouw mogelijk te zijn
nagekomen.
Eigen Haard, uitgave van den heer Tjeenk
Willink te Haarlem, heeft het Nederlandsch pu
bliek zeer uitvoerig de geschiedenis van den
oorlog op Lombok verhaald en daarbij een groot
aantal portretten, afbeeldingen van bivaks, groe
pen van militairen, groepen op Lomboksche
poorten, vijvers, tempels, enz. gegeven. Voor allen
die belang stellen in de merkwaardige wapen
feiten daar bedreven, en welk Nederlander zou
daaromtrent onverschillig zijn.' zal deze uitgave
een welkome verschijning zijn. Met al de zorg, die
de illustraties van Eigen Haard kenmerken, uit
gevoerd, vormen de teekeningen, meerendeels naar
photographieën van den officier van gezondheid
O.-I. leger dr. Neeb, een zeer fraaie verzameling,
welke met den degelijken tekst een uiterst on
derhoudend geheel uitmaken. Behalve het verhaal
van de expeditie is in deze afzonderlijke uitgaaf
opgenomen een gedicht Van den lande van Over
zee, door ('. Honigh, Een jeugdig held, episode
uit den oorlog op Lombok, door A. F. H. Booms,
gep. luit.-kol. O.-I. leger (II. ,L de Jong) en
Het Vorstenhuis van Lombok, door R. A. van
Sandick.
Inhoud van Noord en Zuid, art. 0: Arenlezing
XII, door A. S. Kok; Van Koetsveld's «Schetsen
uit de Pastorij te Mastland" XVII, door J. C.
Groothuis; Concrete en abstracte substantieven
(slot), door (,'. II. den Hertog; Na een halve
eeuw. Aanteekeningen, opmerkingen en verkla
ringen bij ^Waarheid en Droomen". Een
afscheidsbezoek in 1871 (vervolg), door Taco H. de Beer;
Verscheidenheden.
NIEUWE UITGAVEN.
Ant. L. Akkerhuys. Strijd. Oorspronkelijke
roman. Utrecht, A. W. Bruna.
Elite Aubert. Uit de hoofdstad. Een twintig
jarige landbewoonster te Kristiania. Uit het
Noorsch vertaald door A. M. Gerth van Wijk.
's Gravenhage, Haagsche Boekhandel- en Uit
geversmaatschappij .
Rev. J. Irwin Brown B. D. ,1 esus charpenter,
teacher, physician. Rotterdam, J. M. Bredée.
H. G. van Leeuwen. De storm te
Scheveningen van 22?23 December 1894. Gedichten.
's Gravenhage, A. J. Dikstra & Co. Uitgegeven
ten voordeele van de verongelukte visschersvloot.
J. C. van Slee. De Rijnsburger collegianten.
Geschiedkundig onderzoek, bekroond door Teyler's
Godgeleerd genootschap. Haarlem, de Erven Bohn.
De Friesche Volkspartij. Statuten van het
Friesch comitévan de volkspartij met de noodige
inlichtingen voor allen die er bij aangesloten zijn
of zich er bij willen aansluiten. St. Annaparochie,
J. Kuiken J r.
Onze Weezen. Een woord naar aanleiding van
het verslag der commissie van onderzoek in zake
Neerbosch door Madra, Dordrechi, J. P. Revers,
Wie is de zaakwaarnemer en zult gij u nog
langer van hem bedienen? Een woord ter inlich
ting door een candidaat-notaris. Gouda, G. B.
van Goor en Zonen.
Meta von Zweimarck (Louise Stratenus). Een
hersenschim. Oorspronkelijke novelle. U'trecht,
A. W. Bruna.
lï. Husen. Beginselen der onderwijs- en op
voedingsleer. Deell. Amsterdam, Höveker en Zoon.
Annie Lucas. Stad en burcht. Een verhaal
uit den tijd der hervorming in Zwitserland. Uit
het Engelsch door F. L. S. Met een voorrede
van J. II. L. Roozemeijer, Amsterdam, F. W.
Egeling.
Dr. A. Luyten. Het ontstaan van den oorlog
van 1870. Amsterdam, Allert de Lange.
Maatschappij »tot nut van 't algemeen". Per
soonlijke bemoeiingen van meer ontwikkelden in
't belang van minder ontwikkelden
(Toynbeewerk). Rapport, uitgebracht door een commissie
van onderzoek. Secretaris-rapporteur: Mr. A. van
Gijn, Amsterdam, S. L. van Looy en II. Gerlings.
Reglementen en voorschriften betreffende de
eischen die voor de verschillende maatschappe
lijke betrekkingen aan de oogen en het gezichts
vermogen worden gesteld. Rotterdam, W. J. van
Hengel.
S. ran Groningen. Trois morceaux pour piano.
Romance. Idylle, Caprice. Berlin, Ries & Erler;
Leide, .loh. ,1. Kggers.
C. A. Wulffraat J/-. Twee liederen voor man
nenkoor. Rotterdam, Wenk iV Birkhoff.
Portret van Charles Rochussen, Ets, door "Wilin
Steelink. Frederik Muller & Co.
M. Brenning. Die Vergiftung durch Schlangen.
Stuttgart, Ferd. Enke.
ff. r. Kapff-Exsenther. Versorgung. Roman.
Herlin, Ilugo Steinitz.
K. L. Tallqvist. Die assyrische Beschw
rungsserie Maqlii, nach den Originalen im British
Museum. Leipzig, Eduard Pfeiffer.
Antoine Albalet, Le mal d'écrire et Ie roman
contemporain. Paris, Ernest Flammarion.
Gaston Dodu. Ilistoire des institutions
monarchiques <iues dans Ie royame latin de Jérusalem.
1099?1291. Paris, Hachêtte & Cie.
Gyp (Cesse Mirabeau). Leurs ames. Paris.
Calmann Levy.
J. J. Jus.ierand. Le roman d'un roi d'Ecosse.
Paris, llachette et Cie.
M. Maryan. Le mvsti-re de Kerhir. Paris,
Librairie Blériot (Ilenri Gautier).
G. 'l'arde. Kssais et mélanges sociologiques.
Paris A. Storck. G. Masson.
Walter Besant. Bevond the dreams ofavarico.
London, Chatto & Windus.
O. Browning. The age of the condottieri. A
short history of mediaeval Italy. 1490?L>>0.
London, Methuen & Co.
R. Buchanau and H. Murray. The charlatan.
London, Chatto >t Windus.
F. Mat-ion Craicford. The Ralstons. London,
Macmillan >t Co.
S. Levett?l'eats. The honour of' Savelli, Lon
don, Sampson Low & Co,
W. M. F. Petri. Egyptian tales, translated
from the papyri. Illustrated by Tristram Ellis
(lirst series). London, Methuen & Co.
G. Smith. The melancholy of Steven Allard.
London, -Macmillan en Co.
W. B. Woodgate. Tandem A. novel. London,
llurst & Blackett.