De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 3 maart pagina 2

3 maart 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No, 923 schijnlijk dat aan de Corporation de bevoegd heid, die zij van plan schijnt te vragen, inderdaad zal worden geschonken. Socius. Philanthropie in Amerika. Eenige weken geleden gaven wij een paar cijfers van liefdadige werken, door Amerikaansche par ticulieren gesticht. Ziehier een aanvulling daar van : In 1893 werd aan liefdadige instellingen geschonken ongeveer 80 milKoen, in '94 omstreeks vijftig. De d»pres8t« in handel en bedrijf, » achteruitgang der zilverprijzen en allerlei andere redenen zijn oorzaak van dien achteruitgang. De grootste schenking bedroeg een som van ruim 3 millioen. Dr. Ensch Bratt te Baltimore deed ze ten behoeve van een bibliotheek. Dan volgen er acht van ongeveer 3 millioen, van Thomas Standford voor de Standford-university, van James J. Hill te St. Paul voor paedagogische doelein den, van een ongenoemde te Manchester voor het college der United-Brethren, van C. B. Beek bjj testament voor de vereeniging tot bestrijding van menschelyke boosheid, van Edward Reid te Orange, eveneens bij testament, voor algemeeenfilantropische doeleinden, van mevrouw Miranda Lust te San Francisco voor ambachtsscholen, van Richard Ssiith te Philadelphia voor de stad Philadelphia en nan mevrouw Ira P. Erringtpn te Portland voor de algemeene liefdadigheid. Dotaties werden besproken tot den minimumgrens van f 2500 ten getale van 220; de voornaamsten daarvan z\jn de testamentaire beschikkingen van J. U. de Lavaga en mevrouw Kate M, Johnson, de een e van n drie kwart, de andere van ruim anderhalf millioen, beiden voor een hospitaal te San Francisco; verder die van J. C. Wilmerding ruim een millioen van San Francisco voor de universiteit, van den heer ilosenberg te Galveston voor de openbare bibliotheek en van J. H. Wright Ton New-Yozk voor opvoedingsgestichten ieder 6 ton. Enzaovoorts, enaooTOorts. Museum ter voorkoming van ongelukken. Van het museum van voorwerpen ter voorko ming van ongelukken in fabrieken en werk plaatsen is het derde verslag (1893?1894) uitgekomen, een boekje dat, verspreid, zeker tot de populariteit van deze zoo nuttige instelling veel zal bijdragen. Het bevat, behalve een cata logus van de verschillende voorwerpen, een aantal afbeeldingen van de zalen en het daar geëxpo seerde. Hoe snel het museum vooruitgaat in de belangstelling van nijveren zoowel als door aan koop van de noodige voorwerpen, blijke hieruit, dat van de 204 nummers van den catalogus er omstreeks 90 nieuw zijn, d. w. z. in '94 werden gekocht of ten gi schenke of in bruikleen ontvangen. imilllHinniiiiiiiiiliHiiiiiiHiiiiiiiiiiiHiiiimiiiiiiiHnniiliiiHiiiiHiimimiiii Inhoud van verschillende bladen. Handelsblad. 23, 26 27 Febr. «Over Amsterdam's Scheepvaartbeweging in 1894." I, II, III. 24 Febr. «Godsdienst en Wetenschap." (Berthelot en Brunetière in de JKevue des deux monden). 24 Febr. «Schoolarrest" door W. Degenhardt. 26 Febr. »Wetenschap en Practijk," ingez. door Rochussen (muntquestie). 27 Febr. «Spoorwegtarieven voor Suikervervoer op Java". De Standaard. 25, 27 Febr., l Maart, »Beschermei.de Graanrechten" I, II, III (slot). Het Centrum. 25 Febr. »Een vruchtbare Actie" (de Duitsche Centrumpartij). 27 Febr. «Arbeidsduur" (in België) door dr. Lucas. 28 Febr. «Naar aanleiding van een leemte" (omtrent de verzekering van werklieden). l Maart. »De Vinger op de wonde" (Umsturz vorlage en godsdienst en zedelijkheid). De Tijd. 22 P'ebr. »Wertfouten" (Ingezonden) door Z. 23 Febr. »Graanrechten ?" De motie-Dobbelman aanbevolen. 25 Febr. «Vervreemding ?" door Jan Holland. Tegen het redactioneel artikel over vervreemding der standen. Het X i e u w s van den Dag. 22 Febr. «Lectuur tegen de Fox Gymnasii. 23 Febr. «Nog eens de Vox Gynmasii". 25 Febr. «Ouderwetsche winters", door G. '27 Febr. «Brandend van verlangen'/" Het kie zerschap der lodgers. 28 Febr. »De a.s. benoemingen in de Militaire Willemsorde'', door R. De N. R o 11 e r d. C r t. 24 Febr. «..Handels betrekkingen met Portugal," naar aanleiding der Verklaring tot voorloopige regeling dier betrek kingen. Het Vaderland. 21/25 Febr. «De veilig heidswet." 27 Febr. »0nze handelsbetrekkingen met Por tugal", naar aanleiding ter Verklaring tot voor loopige regeling daarvan. Het Haag s c h e Dagblad. 22 Febr. «De boterquaestie", staatstoezicht bepleit. 24,25 Febr. »Rt.st"; naar aanleiding der rede van prof. Stokvis te Haarlem. 26 Fehr. «Moties van orde." Het Utrechtsch Dagblad. 22 Febr. JEer.e circulaire en hare gevolgen." door H. Joh. Smid, tegen des heeren Bahlmann's opvatting van de circulaire van den G. G. betreffende het voorgevallene in Bezoekie. 24 Febr. «Invoerrecht naar de waarde". Aan beveling van het desbetreffend ontwerp. A r n h. C t. 25 Febr. «De manier van werken in de Tweede Kamer." 27 Febr. «Spraakverwarring over de motie Dob belman." M i d d e l b. C t. 28 Febr. «Verzekering tegen werkeloosheid." P r o v. G r o n. C t. k 25 Febr. »De Friesche motie." De Nederlander. 26 Febr. «Schoolwetwtjziging." 28 Febr. «Tweeërlei democratie" (Frankrijk en Amerika). De Maasbode. 21 Febr. «Katholiek ondervrjjs", door H. B. 23 Febr. Z. H. de Paus en de katholieke werklieden, door P. M. Bots, pr. II, 24 Febr. III. De Liberaal, 23 Febr. «De liberale partij", polomiek met het Centrum. «Kiesrechtbeweging" der soc. dem. arbeiderspartij. «De Standaard en het algemeen stemrecht". »De bevolking vam Frie&land", door F. Hettema. De Nederlander (weekblad). 23 Febr. «Eerst nieuwe kiezers." Limburger Koerier. 26 »Febr. Gewetenlooze verspreiders van geldswaardig buitenLaudsch papier. Eerlyke spoorweg-administratie in het Yankee-land, door M. de Ras." 22, 28 Febr. «Eigen is ook geen vodje". I, II (neutraal of Chr. onderwijs) Recht voor Allen. 23 Febr. »De chris telijke democraten." 28 Febr. «Barbaren ? (de Bourgeoisie)." Nieuwe Winschoter C t. «Verkenning van het terrein. (Umie-rapport)." Delftsche Opmerker. 23 Febr. «Ar menzorg". 27 Febr. «Herleving van den schoolstrijd ?" Friesche Volksblad. 24 Febr. «Loonsverhooging". IV door W. Stoffel. Sociaal Weekblad. 2 Maart. «Het in komen en de grootte van het gezin," door M. C. M. de Groot. «Het congres der Belgische arbeiderspartij". »De werkstaking van Roanne," door P. Werkmansbode voor Februari. «De Li berale Unie." De Wachter, Soc. dem. volksblad, 23 Febr. Een nieuwe kiesrechtbeweging. Bildtsche Courant. 28 Febr. Een be moediging en een teleurstelling (Opsterland). De Baanbreker, 23 Febr. Kiesrechtuitbreiding. tiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimuiiii T O ON L Kronieï, III1II1M11IIIIIIIIIIIIIIII1IIIUUUIIUIIIIIIIWIIIIIIII Het gezelschap van den heer Chrispijn heeft hier voor een matig gevulde zaal met veel succes het Duitsche kluchtspel van Blumenthal en Kadelburg Twee Wapens, en zonder eenig eft'ekt het oorspronkelijk pathologische drama Een Visioen gespeeld. Pathologisch is dit bedrijf slechts in zooverre als er het gezond verstand geheel aan ontbreekt. De auteur werkt met de hevigste mid delen om onbeduidende evenementen teweeg te brengen, en daarentegen acht hij een gesprek over geneeskundige gemeenplaatsen, gevolgd door een paar exclamaties, bevredigende motieven tot et n moord van een jong meisje door haren aanstaande. Als de moeder vandenmoordenaar noodzakelijk van het tooneel verdwijnen moet, om voor hem plaats te maken, weet de schrijver geen beter voorwendsel dan een ongeluk overkomen aan een dokter dien zij juist haar afscheid heeftgegeven. Iedereen schrikt natuurlijk erg als die tijding gebracht wordt, en de douairière zal den patiënt in ontvangst nemen. Daarvoor heeft zij het tooneel te verlaten en weg is ze. Nu komt het meisje, de jonge man tasteenige malen aan zijn hoofd, de tooneeelwind giert even vele keeren achter de schermen, en. na eenige kletserijtjes, van hebt gij mij nog lief ik ! kan de uwe niet zijn o God, het is verschrik- ! kelijk enz. enz., wurgt hij haar, juist op het oogenblik dat de oude mevrouw weer binnen komt. Een pathologisch drama behoort immers de ontwikkeling van het ziektegeval te bevatten; ! en dit bijzondere ziektegeval, de liefde welke i door het sensueele in het bloeddorstige slaat, kon daarom te meer de stofte zijn van een mo dern drama, wijl de schrijver gelegenheid zou vinden in onze moderne maatschappij al die motieven aan te wijzen, welke dezen hartstocht en zoo vele andere overmatig prikkelen en tot ontaarding voeren. Maar dit exposévereischt een geheel andere behandeling dan waarmede de schrijver van Een Visioen zich van de zaak af maakt. Het moet niet een conversatie zijn over medische onderwerpen, maar de pathologische verschijnselen moeten ons getoond worden in do handelingen van do personen en op een wijze die ons belang inboezemt. De verstoring van een eerlijke liefde door dat de man of de vrouw hunne drift sadistisch voelen verloopen, laat zich drama tisch niet door uitroepen, noch door technische redeneering afbeelden. Er is in dit stuk niets dat ons interesseert dan de mededeeling van het geval. liet kon ook zijn dat Stephan Aleid vermoordde om haar goed te stelen, of omdat hij haar van ontrouw ver dacht. De heer Chrispijn zou op geen andere wijze in zijn haar hebben gegrepen, nog zijn oogen anders hebben laten rollen. Deze Stephan beeft blijkbaar reden om erg kwaad, erg zenuw achtig en erg ongelukkig te zijn, maar als liguur in een pathologisch drama beduidt hij niets. De juffrouw die geworgd wordt, heet in het dagelijksch leven juffrouw Eva Westenberg. Zij heeft een innemend gezicht, een aangename stem, goede manieren en geen trucs. * * * Het blijspel dat nu al voor den 25sten keer werd gespeeld, is beter dan vele andere stukken van dit repertoire. Maar wonderlijk is het, hoe weinig het Duitsche publiek van zijne schrijvers schijnt te verlangen, met hoe weinig de schrijvers hun publiek tevreden stellen. Twee Wapens wil zeggen een adellijk en een burgerlijk. Het burgermeisje trouwt met den adellijken heer.De vaders: een rijke Amerikaansche «spekslager",een baron van Wettin gen, liggen spoedig overhoop; en men kent de tafereelen die de fantasie der tooneelschryvers van die verhouding samenstelt. Maar nu, telkens als men denkt dat de auteur een beetje opgang komt om er iets aardigs van te maken, valt h^' op zijn derriére en voert eenige lichaamsverdraaingen uit, waarom gij verzocht wordt te lachen. Even als of iemand, die een grappig verhaal doet, daarbij somtijds een langen neus zet of zijn tong uitsteekt en meent dat deze grimassen even komiek zijn als zijn verhaal. Het is noch fijne waarneming van de werkelijkheid, noch een buitensporige charge. Zooals de schrijver meent dat de lachwekkende tooneelen zich voor doen, geeft hij ze terug. De rijke Amerikaan bij voorbeeld heeft een varken van zilver bij zich in een groot foudraal, en aan het eind van het derde bedrijf slaat hij het foudraal open en houdt, met een triomfeerend, uitdagend gebaar, het zilveren ding aan de adellijke familie van zijn getrouwde dochter voor. Hierin nu is niets belachelijks dan de moeite, welke de schrijver zich geeft om aardig te z\jn, en de ongegeneerdheid waarmee hij voor een oogenblik applaus zijn eigen betere momenten bederft. Want geen enkele Chicagoër spekkoning heeft varkens van zilver, tenzij hij gek mocht zijn en het is de duidelijke bedoeling van de schrijvers hunnen Thomas Forster af te beel den als een verstandig man. Dit is niet het komieke uit de situatie in beeld brengen, maar dit is in de situatie komieke poppetjes brengen die er weinig of niets mee te maken hebben, en het geheel bederven. Een totaal en enorm overdre ven karikatuur zijn deze stukken niet, daarvoor blijven ze te laag bij de grond. Een satire, met een goede observatie tot grondslag, zijn ze even min; daarvoor is de zedenschets te onzinnig con sequent en te weinig gedurfd, Overigens is de dialoog puntiger, minder slap en niet zoo grof als men in deze soort gewoon is te vernemen. De aanleg van eenige tooneelen is verdienstelijk. Wat de vertaling betreft, die goed was de regisseur bedenke dat Rock in het Duitsch niet hetzelfde is als rok in het Ilollandsch, en dat men Aii/enthalt beter met verblijf dan met op onthoud vertaalt. * -,v * Het gezelschap van den heer Chrispijn heeft het kluchtspel zoo goed gespeeld als van eenig ander gezelschap kan worden venvucht. Het is de schuld van het stuk. dat de directeur als de oude baron soms moet doen of hij gek is; zulke passages zijn niet te spelen. Maar de heer Chris pijn voldeed overigens zeer; met een korte, stille manier van spreken en bedaarde bewegingen, die zijn fijnen grijzen kop en eenigszins kaduke beenen completeerden tot een fraai type. Wij wenschen verder den heer Ternooy Apèl te noemen, die een zoo goede jonge rol is geworden als ergens bij ons gevonden wordt. Indien hij oppast dat zijr.e goede manieren geen gemaniereerdheid worden, zijn aangenaam geluid vrij van affectatie blijft, on zijn soberheid niet in droogheid ont aardt, en bovendien dat zijn enboinpoint niet tot logheid zwelt, dan is zijn weg als jeune pre mier gemaakt. Wij ineenen dat de heer Ter nooy ApM vroeger wel eens op paden is ge weest die voor zijn voet niet bestemd waren ; des te grooter is de voldoening waarmode men hem nu als een zeer presentabel akteur terug ziet. I lij heeft een wijze van met een kleine hoofd beweging, een half woord, een lichte trek op zijn gezicht, iets te kennen te geven, die niet alledaagsch is. -Of nu diezelfde man de Zwarte Ikikter kan spelen," zooals zeker toonee!veferaan een vergelijking pleegt uit te drukken, »dat weet j ik niet." Het redeneerende, vlugge en geestige, j is hem eigen. Waren de ouderwetsche termen j nog in zwang, dan zou men den heer Apèl et n goeden boii-tirant noemen; voor een financier h hij nog te jong. De andere rollen werden ook goed gespeeld. W.'it aan dit gezelschap iets innigs geeft, is de bijzonderheid dat het voor een groot doel uit getrouwde paren bestaat: de heer en mevr. Schwab, de heer en mevr. Ternooy ApM, de hoer en mevr. v. d. Horst, do heer en mevr. Westerhoven. OngelwijtVld hoeft men hieraan het goede samenspel te danken, een zaak van gewoonte. Zoo schijnt j deze troep eerder een reizende idylle dan een theatergezelschap. Het fijnere Frarischo blijspel, ook Labiche, dunkt mij zijn aangewezen repertoire. De beste bon-Kivunt intusschen van ons too neel is van dat dos levens afgetreden. P. A. Morin is 76 jaar oud geworden. Hij behoorde tot een geslacht van acteurs die heen gaan en niet wor den vervangen. Een geheel als de troep van het iïulerlundscli Tooneel in bare eerste periode wordt nu nergens gezien, en zou ook niet meer te verkrijgen zijn. Morin was de groote man in de toen nieuwe Fransche stukken. Zijn vroegere vereerders eerden hem niet meer. en hij verwierf een schaar nieuwe. Hij had zich den conversatietoon eigen gemaakt en tot een hier onge kende hoogte gebracht. Van de komediegangers in die dagen is' wel niemand die Morin zal vergeten. v. d. G. fillem van Znyletfs jubileum. WlLLKjr VAX ZrVLEX 1). Jubileum slaat op jubileum, maar voor Willem van Zuylen's feest is toch een uitverkocht huis een vanzelf sprekende zaak. Want de Hollanders hebben veel op met deze bruyante verschijning op hun tooneel; de wijze, deftige, strakke oude ren evenveel als het jonge geslacht, dat reeds met de ontkiemende wijsheid, deftigheid en strakheid op het gelaat loopt, en zoo niet met een Wrerthersche melancholie, dan toch met een zeer nauw daaraan verwante Schopenhaueriaansche wereldverachting de dingen rondom zich aanziet. Waarom verdringt zich dit volk van afgemetenheid voor het loket, wanneer Van Zuylen speelt; waarom vergeet het zijn contenance, en laat het het bo venlichaam slieren in alle stuiptrekkingen van den lach, wanneer bij met zijn wondere drukte n een Duitsche Schwank of een Fransche Vaudeville de hoofdrol speelt? Hoe draagt het den man op de handen, die het brengt tot deze bui tensporigheid ? Laat dit in de eerste plaats gezegd worden: van Zuylen heeft het aangeboren talent van den tooneelspeler. Geheel afgescheiden van de rol die hij speelt, gevoelt ieder, die van Zuylen ziet opkomen, zoo goed als dat met Bouwmeester het geval is, dat hier iemand staat. Daar is een zeker vertrouwen, waarmede die figuur zich over de planken beweegt die zelfs een routine van veertig jaar zonder meer riet kan geven; een onuitgesproken bewustzijn van het recht om hier te staan, om hier een persoon te zijn. In den loop der jaren heeft dit vertrouwen, bij de toe nemende populariteit van den jubilaris van het oogenblik, iets van een zegepraal gekregen. Wan neer van Zuylen opkomt, en de geestdrift barst al dadelijk los, staat hij even stil, maar ook maar even: hij weet wel dat de menschen hem gaarne zien, en hij weet ook wel, dat hij hen weder de lever zal doen schudden. Hun reeds bij voorbaat gebrachten dank aanvaardt hij als met de belofte: wacht maar, ik begin al ! Zijn voorbereiding is altijd zorgvuldig geweest: geen tooneelist in Nederland misschien die meer werk maakt van zijn grime dan Van Zuijlen. en het Ilollandsche publiek, dat zijn acteurs kent tot in de rimpels van hun wangen en de vouwen van hun onderkin, heeft moeite gehad, om van on der den suikerbakker in «Zenuwachtige Vrouwen'', of den artistenkop van Crampton de vertrouwde gelaatstrekken terug te vinden. De miraculeuse vlugheid waarmede hij zijn zinnen pleegt te zeg(V.vx ZiTVLHX AI.s PROFKSSOU CRASICTOK 1) ). gen, maakt het hem tot een onmogelijkheid, met den souffleur in al te nauwe verbinding te staan, en zijn rolvastheid is dan ook bij zoo goed als iedere gelegenheid te bewonderen. Zoo is Van Zuylen, als een man met aangeboren talent, die zijn arbeid consciëntieus verricht, en met de langzaam tot een achtenswaardige hoogte van typeering gebrachte bekwaamheid een in steeds afwisselende karakters immer van harte gaarne geziene liguur geworden wiens grappen en f) Overgenomen uit: «Het leven van Willem van Zuylen, door hem zelf verteld, en naverteld door Henri M. Dekking", verschenen bij Van. Holkema en Warendorf.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl