De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 24 maart pagina 2

24 maart 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 926 diende met zijne ambtgenooten een verzoek om ontslag in bij de koningin-regentes. Deze laatste ontbood den maarschalk, en droeg hem de samenstelling van een nieuw minis terie op. Daarin echter had Martinez Campos geen lust; hij beweerde dat Sagasta moest aanblijven, omdat men anders zou beweren, dat de regeering door het leger was omver geworpen ; maar tevens bleef hij staan op zijn eiscb, dat de journalisten voor den krijgs raad zouden worden gedaagd. Natuurlijk kon Sagasta deze voorwaarde niet aannemen, en zijn conservatieve tegen stander, Canovas del Castillo, was evenmin geneigd om onder deze omstandigheden de regeering over te nemen. Martinez Campos beheerscht thans den toestand; hij heeft den kapitein-generaal Bermudez Reina, die de houding der troepen scherp had afgekeurd, uit zijn ambt ontzet en zelf het bevel over het garnizoen van Madrid op zich genomen, terwijl hij de journalisten, op welke de offi cieren het gemunt hadden, gedwongen heeft voor den krijgsraad te verschijnen. Zoo staan thans de zaken. De man, die zich met toestemming der koningin-regentes een zoodanig terrorisme kan veroorloven, heeft in de geschiedenis van Spanje eene groote rol gespeeld. Hij legde den grondslag tot zijn roem bij den Marokkaanschen veld tocht van 1859, de expeditie naar Cuba van 1864 en den oorlog tegen de Carlisten. Toen in 1873 de Spaansche republiek voor de monarchie onder koning Amadeo plaats maakte, werd Martinez Campos benoemd tot bevelhebber van het derde legercorps, en behaalde daarmede een zoo groot succes, dat hij een coup d'élat durfde wagen en prins Alfonso, den zoon van de vroegere koningin Isabella, tot koning van Spanje proclameerde. Zestien dagen later (14 Jan uari 1875) deed Alfonso XIII zijn intocht in Madrid, en sedert dien tijd is Martiuez Campoa de beschermer der Alfonsistische monarchie, maar tevens de mau, die in alle moeielijke omstandigbedon zijn zin wist door te drijven. Martinez Campos heeft zich in derdaad in vele'opzichten zeer verdienstelijk gemaakt, maar bij het leger is zijne populari teit buitengewoon groot. Dam1 mag hij zich alles veroorloven. Toen in 1803 de veldtocht tegen de Kabylen zou worden begonnen, wilde de minister van oorlog, generaal Lopez Dominguez, zelf het bevel over het expeditie leger op zich nemen. Martinez Campos vond echter, dat niet den minister, maar hem het opperbevel toekwam. Hij zond uit Bareelona, waar hij kapitein-generaal was, een dépêche aan Lopez Dominguez, met de lakonische mededeeling: »Ik kom te Madrid en heb eene audiëntie van de koningin gevraagd." De minister wist genoeg en begreep dat hij bonne mine d mauvais jeu moest maken. Hij had nog juist den tijd om naar het station te gaan, daar Martinez Campos af te wachten, en hem te begroeten met de mededeeling, dat de ministerraad hem «eenstemmig" tot opperbevelhebber der expeditie had voorge dragen. Martinez Campos bezit feitelijk zooveel macht en invloed, dat het presidentschap van het kabinet voor hem geenerlei aan trekkelijkheid meer heeft. Dit is werkelijk jammer, want het zou voor de hand liggen, dat de man, die achter de coulissen de draden der politiek in handen houdt, thans ook eens toonde, wat hij als practisch regeeringsman kan tot stand brengen. Doch voor de pers zouden, naar wij vreezen, onder zijn régime slechte dagen aanbreken. niiiilliiiiiiiiiliiiiitiiiiiuiiutitiiiiiiiiuiilllliiiiiuiiltiuiiiiiimHiiniiuiiiiiiiu >ociai& l Miiimitiiiiiiiuiitiim iiiHiiMimiiinuiiMiiiiniiiiH Hoe de Hertzta-emeilitie miipMte. Dr. Hertzka uit Wcentn heeft na zijn romans Fieiland en Eine Reine, nacli Freiland, waarvan de eerste ook in het Hollandsen is vertaald, een expeditie uitgerust weten te krijgen, die het ideaal, in zijn roman gesteld, en dat ik hier gemakshalve, al is het niet geheel juist, het ideaal der landnationalisatie zal noemen, zou gaan verwezenlijken. Deze expeditie is mislukt. Ik mag veronderstellen, dat ook hier te lande een voldoend aantal lieden van de Freilandbeweging met belangstelling heeft kennis genomen, om een verhaal van de juiste toedracht dezer zaak genade te doen vinden in de oogen der lezers van het Week blad. De voorstanders der beweging- zullen er een wapen in vinden tegen al te snelle oordeelvellingen der tegenstanders. Want niet alleen dat de expeditie is mislukt, tot een proef op de Fieilandtheoriön, hoe gering ook, is het niet gekomen. Vóór de drie en twintig deelnemers hun bestemming hadden bereikt, zijn zij uiteengestoven naar alle deelen der wereld, voor een niet gering deel elkander alles behalve een aangenamen levensloop toewenschende. Wel zelden is op meer lichtvaar dige wijze een gezelschap bijeengebracht, dat bestemd om zijn verschillende elementen door opoffering van persoonlijke eigenaardigheden op den duur te doen vergroeien als tot een vastaaneengesloten gezin, zooveel tegenstrijdig heid in kleine wenschen niet alleen, maar ook in groote doeleinden en verlangens huisvestte. Het heette dat uit een zeer groot aantal begeerigen twintig tot vijf en twintig der meest geschikten zouden worden gekozen, om onder d« leiding van een flinken aanvoerder op een apart voor de afrikaansche rivieren ge bouwd stoomschip de Tana op te varen zoo ver dat mogelijk zou blijken, en daarna, met behulp van de nieuwste middelen der weten schap door te trekken tot in het hart van Oost Afrika, waar Freiland zou worden ver wezenlijkt, ledere deelnemer zou 1000 mark betalen, of zooveel meer als hij voor de zaak over had. Zoo geschiedde het, dat den 28sten Februari 1894 negentien pioniers der toe komstmaatschappij zich te Hamburg inscheep ten op het stoomschip Bundesrat dat hen naar Lama zou brengen waar de leider der expeditie hen reeds wachtte. Vier anderen volgden op de Reichstag. De eerste, maar een omineuse teleurstelling tevens, ondervonden de reizigers reeds hier, een der deelnemers had 4000, een ander 3000 mark betaald; die van 4000 was alb derde-, die van 3000 mark als tweede-klasse passagier op de rol ingeschreven; eenige heeren daarentegen die zich voor het minimum der bijdrage of niet veel meer hadden ver bonden, reisden eerste klasse omdat zij heeren waren. Een van hen had zelfs nog geen penning gestort. Eenmaal op Lamu aangekomen, volgden de tweede en volgende teleurstellingen elkander in snelle reeks op, tot het noodlottig einde van de ontbinding met onvermijdelijke snelheid de laatste idealen deed ineenstorten! De drie en twintig deelnemers vormden een zonderling allegaartje. De aanvoerder, dr. Wilhelm, was een man van drieëndertig jaar, natuuronderzoeker en kavallerie-officier, een idealistische natuur, die door een zwaar verlies somber was geworden, maar de zaak van Freiland oprecht toegedaan. Hij was beminnelijk in den omgang, maar miste de zelfstandigheid, noodig om naar binnen en naar buiten met kracht op te treden tegen misbruiken en tegenwerking. Eerst toen het te laat was, vond hij zichzelf geheel terug. Naast 'zich, als een soort plaatsvervanger, liad hij een kapitein der infanterie, die, hij wist zelf misschien niet waarom, een vrij langdurig verlof gebruikte om zijn mederei zigers op alle mogelijke manieren te doen gevoelen, hoe overbodig hij in hun gezel.-chap was. De secretaris der expeditie was een Oostenrijker ; ook hij was officier en boven dien staatsambtenaar geweest; hij moge niet in alle opzichten een sociabel man zijn ge weest, met anderen, als den dokter, een tuin man, een machinist was hij voor de Freilandzaak een der bruikbare elementen. In het geheel waren negen van de drie en twintig overtuigde partijgangers van Freiland. Onder de overige veertien waren de zonderlingste exemplaren van de moderne maatschappij te vinden. Een Württemberger die meende een soort Miïnchhausen-rtis te maken ; een edel man die door zijn familie vooreen poos werd geamoveerd ; een officier die dacht in een soort Lissonne-gexelschap te zijn, en wien liet lot ten deel viel, midden in Afrika meer dan twee maanden lang de wacht te houden bij een bezending negerchampagne en whisky, en vier Engelschen, van wie een geschikt was, de tweede zijn best deed om de looo mark die hij had betaald, bij gebreke van baar geld, in den vorm van middageten te rug te krijgen, en de derde niet het minst tot het mislukken der expeditie heeft bijge dragen. De vierde noemde zich «captain", en was een volslagen gek. Hij beging de eene dwaasheid na de andere en werd ten slotte door zijn eigen overheid van zijn wa pens beroofd, toen hij als nieuwste sport het schieten op negervrouwen had uitgevonden. Dat was geen onvoorzichtigheid bij hem, maar hij vond die vrouwen het meest geschikte doel voor zijn kogels. Toen hij vier oifers had gemaakt, meende de commandant van Lamu dat het mooi genoeg was. Een Helgolarider verdronk op Pinkstermaandag in zee. Te Lamu, op de hoofdplaats van het ei huid dat denzelfden naam draagt, waar het Engelsche gezag door tweeoverheidspersonen wordt vertegenwoordigden gehandhaafd door Askaris, inlandsche soldaten met uitgemergelde lichamen en een allerprimitiefste bewapening, werd de expeditie ingekwartierd in het afzon derlijk voor haar gebouwde Freiland-huis, een massieve woning van koraalsteen, beneden de keuken en de bergplaats, op de eerste verdieping eene ruime, luchtige en goed ver lichte eetzaal, de apotheek, en de slaapkamers voor zoover die niet op de tweede verdieping lagen. Het bleek nu, dat dr. Hertzka wel onvergeeflijk snel de deelnemers had uitge zonden. Voor geld zou hij zorgen, dat was er genoeg, en alle instrumenten en bagage, ruilwaren enzoovoorts waren in de beste orde. Zoo heette het. Maar terwijl het geld bijna geheel ontbrak, omdat er aan giften veel minder inkwam dan waarop dr. Hertzka had gehoopt, waren de meegebrachte goederen voor een deel geheel onbruikbaar, voor een ander deel snel verbruikt. Er was een klein stoomschip, en twee ijzeren schuiten; het stoomschip heeft zijn geschiktheid niet be hoeven te bewijzen, een der schuiten is den eersten dag dat zij in dienst werd genomen op een rif gestooten en gezonken. De natuur kundige werktuigen zagen er goed uit, maar er was niemand onder de expeditieleden de met zorg gekozenen! die ermede wist om te gaan. De medicijnen vormden een zonderlinge verzameling. De domste apothe kersleerling had een betere keuze gedaan. De beroemde Congo-kist, waarvan zooveel ophef was gemaakt, was op slechts n persoon berekend; chirurgische instrumenten ontbra ken geheel. Er was zelfs geen tang om tanden te trekken. De ruilwaren bestonden uit speeldoozen, draaiorgels, onzinnige doeken en paarlen die lang uit de mode waren voor de negers altijd goed genoeg, had dr. Hertzka zeker gemeend. Toen dus het eerste middagmaal in Freilandhuis werd gebruikt, en het eten slecht en het drinken nog slechter was, had de plaatsver vanger van dr. Wilhelm, die nog te Zanzibar was, wel wat beters kunnen doen dan de heeren waarschuwen om niet te «mopperen," anders zou hij hen direct naar huis terug zenden. Een der vrienden beweerde dat hij gaarne naar huis terug wilde, en dus met opzet mop perde, maar er was geen geld om hem terug te zenden en hij bleef, ook nadat dr. Wilhelm was gekomen. De voeding werd nu beter. Ieder der leden kreeg des morgens thee, brood, boter en eieren, te twaalf uur drie ge rechten en wijn, des avonds soep en weder drie gerechten en wijn, koffie, sigaren, siga retten, tabak. Sommigen gingen op eigen kosten buiten Freilaiid-huis wonen. De mopperende Engflschntan verstoorde dag aan dag den vrede, en toen hij den aanvoerder, trots diens toegevendheid jegens hem, een gek noemde, trokken de Duitschers bij wijze van protest naar de apotheek om daar hun middagmaal te gebruiken: met de hooggeroemde verdraag zaamheid der Freilanders was het voorgoed uit. Het demoraliseerer.d verblijf te Lamu werd gerekt van l April tot ver in Mei, omdat de Engelsche «overheid" de geweren der expeditie ter stempeling in beslag had genomen. Ein delijk, den '2(>sten Mei was het zoover, dat drie man, die ieder nog '200 roepijen uit eigen zak betaalden, als voorpost vooruitgingen. De anderen zouden in kleine groepen volgen. Met groote moeite kregen dr. Wilhelm en twee anderen hun geweer terug ; toen echter de deelnemers hun uitgeleide doden, wandelde ook de mopperende Engelschman met zijn geweer op den schouder: hij had blijkbaar particuliere relaties met de overheid.'' Tot Kimbo werden zij door het stoomschip der expeditie gebracht; vandaar ging het met. dragers, ezels, jongens en een askari het bin nenland in. Zonderling genoeg, ging de Engelschman mede. Da benoodigde roepijen had hij wel niet betaald, maar hij bood aan, in plaats daarvan een kleine schuit voor ongeveer 30 roepijen uit eigen middelen te koop^ii, en die voor twee roe-pijen daags aan de expeditie te verhuren. Te Engatana aangekomen, ontving de aanvoerder van het drietal van dr. Wilhelm de boodschap. dat hij zijn plaats aan den Engelschman moest afstaan. Van dien dag af' was het optrekken uit. De levensmiddelen en ruil waren verdwenen grootendeels on begrijpelij kerwijze ; na cenigeu tijd rukte de Engelsch man niet het tweede lid, een zijner landgenooten, uit, en liet den overgebleven Duitscher bij wat van den voorraad restte, de wacht houden. Te Lamu gekomen, ver namen de heeren, dat de expeditie was ont bonden, en dat zij reisgeld konden krijgen voor een biljet, derde klasse naar Hamburg. De Engelschman sloeg toen voor, als zijn deel den in het binnenland overgebleven voorraad te ontvangen, en dr. Wilhelm zou dat heb ben aangenomen, had de andtr niet in een dronken bui verklapt, dat er nog voel meer was dan hij voorgaf, en dat hij het plan had, daaruit, het beste mede te nemen op een reisje, de Tana op, dat hij op eigen houtje wilde ondernemen. Toen dr. Wilhem weigerde, dreigde hij, op al den eigendom van Frei land" beslag te leggen, en om geld te krij gen, moest de aanvoerder weder naar Zanzi bar. Den Ssten Augustus was hij terug; dat was de dag van het, uiteengaan der laatste overblijfsels der expeditie. Aldus eindigde ongelukkig deze sociale proefneming. Zij moge geen bewijs tegen de onuitvocrbaiirheid van de Freiland-theorie zijn, zij is in ieder geval een waarschuwing tegen het droomen van een ideaalstaat of een ideale maatschappij, zoolang er rekening moet worden gehouden met de macht van menschen die alles behalve ideale exemplaren van hun geslacht zijn! PRO Socio. Inhoud van verschillende bladen. Handelsblad. 20 Maart. «Landbouw crediet" (slot) 21 Maart. «Een telefoonnet aangevraagd." Standaard. IS Maart. «Tweeërlei bedding" (uut) (reveil). 20 Maart. «Teren op het oude" (de calvinis tische beginselen). 22 Maart. «Partjj en beginsel". Centrum, 18 Maart. «Motie Dobbelman." 19 Maart. «Herleving" (Monsterverbond). 20 Maart. «De Plattelandsclub." 21 Maart. «Verzekering tegen ongelukken" (in gezonden). 22 Maart. «Een Reginselstryd 't" (bescher mende rechten). 23 Maart. »Een oude en een nieuwe geest" (droit d'accroissement). De T ij d, 14 Maart. «Dr. Kuijper's oordeel over Groen". 15 Maart. «Xieuw licht over Lourdes :" contra J. G. ten Bokkel in de Vr/tgen des Tyds. 1(1 Maart. «Hoofd en Hart" I; 18 Maart II (slot) 19 Maart. «Verbeurdverklaring en Vervolging" (de gestichten der religieuzen in Frankrijk). 20 Maart. »De protectionisten aan het woord" I, 21 Maart II. Het X i e u w s van den Dag. 15 Maart. »15 Maart 1870?1805" : Het jubileum van liet Nieuws vnn den l)arj. 18 Maart. «Onze tijdsbepaling": pleidooi voor de invoering van den Midden-Europeeschen tijd. 19 Maart. »Lenteboden". 20 Maart. «Nochthans" : de Bussumsche moord. X. R otter d. C r t. 17 Maart. «Het Kamer verslag over mr. Hartogh's wetsvoorstel l" ; 20 Maart II (slot). De Maasbode. 13 Maart. «Een hooggetijde" (het mirakel van Amsterdam), door M. A. Th. pr. \ l Maart, «Graanrechten" IV (slat). 15 Maart. «Een en ander naar aanleiding der motie-Dobbelman" (ingezonden) T, l (i Maart II, 17 Maart III (slof). 20 Maart. «Graanrechten en zandboerderijen". 21 Maart. »IIet legaat aan de kerk te MontMaitre." D e (antirev ) X e d e r l a n d e r. 21 en 23 Maart. .Uit de Tweede Kamer" I, II (de heeren De Hoer en van Alphen over do motie-Dobbelman). 22 Maart. «-Ken voortreffelijk wetsvoorstel" (van Hartogh). liet Vaderland. 11 Maart. «E^n over eenkomst met België1' II. 1718 Maart. >Ilet ontwerp Hartogh en de her ziening onzer wetboeken :" een pleidooi voor dat ontwerp. Het Haag s olie Dagblad. 11 Maart. »Geen tegenstelling'', (over het kantongerecht te Ridderkerk). 15 Maart. «Reactie ?" Een eenzijdige plattelandspartij. li 18 Maart. «Het voorstel-Hartogh". l'.l Maart. Graanrechten". (Ingezonden), door Ilartsen. 20 Maart. >De juiste beteekenis" (van het optreden van den staatsraad lleydenrijck in zake de gewerenwet). II e t l' t r e c h t s c h e Dagblad. 17 Maart. Maximumwerktijd en minimumloon" I: bestrij ding van bepalingen iu gemoentebestekkon omtrent het laatste, 19 Maart II: verdediging van het eerste Arnh. ('t. 20 Maart. «De Kamer van Koop handel te Groningen over graanrechteir'. Mi d de l b. C t. 19-20 Maart. >Esn Hink pleidooi tegen heffing van graanrechten" l, II (van den heer de Boer). 22 Maart. «Van onder op''. (Do werkzaamheden van de regfcring). I'r o v. G r o n. C t. 18 Maart. De politieke toestand (Mr. Veegens in de Vragen des tijds). l; i in b. Koerier. 18 Maart, slloe is de gewerenwet er doorgekomen 'l" Sociaal Weekblad. 23 Maart. Loon en arbeidsduur in de Kamer" I. »ITet Britsche wetsontwerp betreffende raden van verzoening en van scheidsrechterlijke uitspraak." >>Iv;n incident in de Fransche lucitersfabricage." ->De botsing in het Lngelsche schoenmakersbedrijf" I. De Liberaal, lii Maart. Vrijhandel of bescherming?" de inotie-Gerritsen. D e N e d e r l a n d e r (\Vkbl ) \(\ Maart. «Loon en arbeidstijd," de motie-Gerritsen. Recht v. Allen. 19-20 Maart. »De Boykot." ?_'l?22 Maart. JÜdders van de droevige figuur en behartigers van grol' eigenbelang "W i n s c h o t e r C t. 17 Maart, l'ensioenverzekering. I) e l i' t s c h e O p m erker. 11> Maart. Do Gewerenwet aangenomen. 20 Maart. Loon en arbeidsduur. V e n l o's Weekblad. Hot ideaal eener club." «De nieuwe generen." / a a n i. C t. 20 Maart. Loon en arbeidsduur". De V o l k s b a n i e r. 21 Maart. «De kleer makers." De Baanbreker, l i! Maart. »18 Maart 1871." De Wachter. Ui Maart. -De vergadering van 10 Maart als politieke gebeurtenis." li i l (l t s c h e C t. 21 Maart. »De graanrechten in de Tweede Kamer." De V o l k s s t e m. 23 Maart. Bestrijding der Prostitutie." «Een verzoek van Boaz aan 11. M. de Regentes." »C. l'. Metelerkamp (f)-" II e t Schoolblad. J)e aansluiting van bet militair onderwijs aan het middelb. onderw." De Wekker, li> Maart. -Losse gedachten" III, door J. O. Rosenboom te Hommerts. N' e d. Landbouw W e e k b l a d. lii Maart. »De paarden voor, niet achter den wagen." (Landbouw-crediet. Oogstverzekering).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl