Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 926
diende met zijne ambtgenooten een verzoek
om ontslag in bij de koningin-regentes. Deze
laatste ontbood den maarschalk, en droeg
hem de samenstelling van een nieuw minis
terie op. Daarin echter had Martinez Campos
geen lust; hij beweerde dat Sagasta moest
aanblijven, omdat men anders zou beweren,
dat de regeering door het leger was omver
geworpen ; maar tevens bleef hij staan op
zijn eiscb, dat de journalisten voor den krijgs
raad zouden worden gedaagd.
Natuurlijk kon Sagasta deze voorwaarde
niet aannemen, en zijn conservatieve tegen
stander, Canovas del Castillo, was evenmin
geneigd om onder deze omstandigheden de
regeering over te nemen. Martinez Campos
beheerscht thans den toestand; hij heeft den
kapitein-generaal Bermudez Reina, die de
houding der troepen scherp had afgekeurd,
uit zijn ambt ontzet en zelf het bevel over
het garnizoen van Madrid op zich genomen,
terwijl hij de journalisten, op welke de offi
cieren het gemunt hadden, gedwongen heeft
voor den krijgsraad te verschijnen.
Zoo staan thans de zaken. De man, die
zich met toestemming der koningin-regentes
een zoodanig terrorisme kan veroorloven,
heeft in de geschiedenis van Spanje eene
groote rol gespeeld. Hij legde den grondslag
tot zijn roem bij den Marokkaanschen veld
tocht van 1859, de expeditie naar Cuba van
1864 en den oorlog tegen de Carlisten. Toen
in 1873 de Spaansche republiek voor de
monarchie onder koning Amadeo plaats
maakte, werd Martinez Campos benoemd
tot bevelhebber van het derde legercorps,
en behaalde daarmede een zoo groot succes,
dat hij een coup d'élat durfde wagen en
prins Alfonso, den zoon van de vroegere
koningin Isabella, tot koning van Spanje
proclameerde. Zestien dagen later (14 Jan
uari 1875) deed Alfonso XIII zijn intocht
in Madrid, en sedert dien tijd is Martiuez
Campoa de beschermer der Alfonsistische
monarchie, maar tevens de mau, die in alle
moeielijke omstandigbedon zijn zin wist door
te drijven. Martinez Campos heeft zich in
derdaad in vele'opzichten zeer verdienstelijk
gemaakt, maar bij het leger is zijne populari
teit buitengewoon groot. Dam1 mag hij zich
alles veroorloven. Toen in 1803 de veldtocht
tegen de Kabylen zou worden begonnen,
wilde de minister van oorlog, generaal Lopez
Dominguez, zelf het bevel over het expeditie
leger op zich nemen. Martinez Campos vond
echter, dat niet den minister, maar hem het
opperbevel toekwam. Hij zond uit Bareelona,
waar hij kapitein-generaal was, een dépêche
aan Lopez Dominguez, met de lakonische
mededeeling: »Ik kom te Madrid en heb
eene audiëntie van de koningin gevraagd."
De minister wist genoeg en begreep dat hij
bonne mine d mauvais jeu moest maken. Hij
had nog juist den tijd om naar het station
te gaan, daar Martinez Campos af te wachten,
en hem te begroeten met de mededeeling,
dat de ministerraad hem «eenstemmig" tot
opperbevelhebber der expeditie had voorge
dragen.
Martinez Campos bezit feitelijk zooveel
macht en invloed, dat het presidentschap
van het kabinet voor hem geenerlei aan
trekkelijkheid meer heeft. Dit is werkelijk
jammer, want het zou voor de hand liggen,
dat de man, die achter de coulissen de
draden der politiek in handen houdt, thans
ook eens toonde, wat hij als practisch
regeeringsman kan tot stand brengen. Doch voor
de pers zouden, naar wij vreezen, onder zijn
régime slechte dagen aanbreken.
niiiilliiiiiiiiiliiiiitiiiiiuiiutitiiiiiiiiuiilllliiiiiuiiltiuiiiiiimHiiniiuiiiiiiiu
>ociai&
l Miiimitiiiiiiiuiitiim
iiiHiiMimiiinuiiMiiiiniiiiH
Hoe de Hertzta-emeilitie miipMte.
Dr. Hertzka uit Wcentn heeft na zijn romans
Fieiland en Eine Reine, nacli Freiland, waarvan
de eerste ook in het Hollandsen is vertaald,
een expeditie uitgerust weten te krijgen, die
het ideaal, in zijn roman gesteld, en dat ik
hier gemakshalve, al is het niet geheel juist,
het ideaal der landnationalisatie zal noemen,
zou gaan verwezenlijken. Deze expeditie is
mislukt. Ik mag veronderstellen, dat ook
hier te lande een voldoend aantal lieden van
de Freilandbeweging met belangstelling heeft
kennis genomen, om een verhaal van de
juiste toedracht dezer zaak genade te doen
vinden in de oogen der lezers van het Week
blad. De voorstanders der beweging- zullen
er een wapen in vinden tegen al te snelle
oordeelvellingen der tegenstanders. Want niet
alleen dat de expeditie is mislukt, tot een
proef op de Fieilandtheoriön, hoe gering ook,
is het niet gekomen. Vóór de drie en twintig
deelnemers hun bestemming hadden bereikt,
zijn zij uiteengestoven naar alle deelen der
wereld, voor een niet gering deel elkander
alles behalve een aangenamen levensloop
toewenschende. Wel zelden is op meer lichtvaar
dige wijze een gezelschap bijeengebracht, dat
bestemd om zijn verschillende elementen door
opoffering van persoonlijke eigenaardigheden
op den duur te doen vergroeien als tot een
vastaaneengesloten gezin, zooveel tegenstrijdig
heid in kleine wenschen niet alleen, maar ook
in groote doeleinden en verlangens huisvestte.
Het heette dat uit een zeer groot aantal
begeerigen twintig tot vijf en twintig der meest
geschikten zouden worden gekozen, om onder
d« leiding van een flinken aanvoerder op
een apart voor de afrikaansche rivieren ge
bouwd stoomschip de Tana op te varen zoo
ver dat mogelijk zou blijken, en daarna, met
behulp van de nieuwste middelen der weten
schap door te trekken tot in het hart van
Oost Afrika, waar Freiland zou worden ver
wezenlijkt, ledere deelnemer zou 1000 mark
betalen, of zooveel meer als hij voor de zaak
over had. Zoo geschiedde het, dat den 28sten
Februari 1894 negentien pioniers der toe
komstmaatschappij zich te Hamburg inscheep
ten op het stoomschip Bundesrat dat hen naar
Lama zou brengen waar de leider der expeditie
hen reeds wachtte. Vier anderen volgden op
de Reichstag. De eerste, maar een omineuse
teleurstelling tevens, ondervonden de reizigers
reeds hier, een der deelnemers had 4000, een
ander 3000 mark betaald; die van 4000 was
alb derde-, die van 3000 mark als tweede-klasse
passagier op de rol ingeschreven; eenige
heeren daarentegen die zich voor het minimum
der bijdrage of niet veel meer hadden ver
bonden, reisden eerste klasse omdat zij
heeren waren. Een van hen had zelfs nog
geen penning gestort. Eenmaal op Lamu
aangekomen, volgden de tweede en volgende
teleurstellingen elkander in snelle reeks op, tot
het noodlottig einde van de ontbinding met
onvermijdelijke snelheid de laatste idealen
deed ineenstorten!
De drie en twintig deelnemers vormden
een zonderling allegaartje. De aanvoerder,
dr. Wilhelm, was een man van drieëndertig
jaar, natuuronderzoeker en kavallerie-officier,
een idealistische natuur, die door een zwaar
verlies somber was geworden, maar de zaak
van Freiland oprecht toegedaan. Hij was
beminnelijk in den omgang, maar miste de
zelfstandigheid, noodig om naar binnen en
naar buiten met kracht op te treden tegen
misbruiken en tegenwerking. Eerst toen het
te laat was, vond hij zichzelf geheel terug.
Naast 'zich, als een soort plaatsvervanger,
liad hij een kapitein der infanterie, die, hij
wist zelf misschien niet waarom, een vrij
langdurig verlof gebruikte om zijn mederei
zigers op alle mogelijke manieren te doen
gevoelen, hoe overbodig hij in hun gezel.-chap
was. De secretaris der expeditie was een
Oostenrijker ; ook hij was officier en boven
dien staatsambtenaar geweest; hij moge niet
in alle opzichten een sociabel man zijn ge
weest, met anderen, als den dokter, een tuin
man, een machinist was hij voor de
Freilandzaak een der bruikbare elementen. In het
geheel waren negen van de drie en twintig
overtuigde partijgangers van Freiland. Onder
de overige veertien waren de zonderlingste
exemplaren van de moderne maatschappij te
vinden. Een Württemberger die meende een
soort Miïnchhausen-rtis te maken ; een edel
man die door zijn familie vooreen poos werd
geamoveerd ; een officier die dacht in een
soort Lissonne-gexelschap te zijn, en wien liet
lot ten deel viel, midden in Afrika meer dan
twee maanden lang de wacht te houden bij
een bezending negerchampagne en whisky,
en vier Engelschen, van wie een geschikt
was, de tweede zijn best deed om de looo
mark die hij had betaald, bij gebreke van
baar geld, in den vorm van middageten te
rug te krijgen, en de derde niet het minst
tot het mislukken der expeditie heeft bijge
dragen. De vierde noemde zich «captain",
en was een volslagen gek. Hij beging de
eene dwaasheid na de andere en werd ten
slotte door zijn eigen overheid van zijn wa
pens beroofd, toen hij als nieuwste sport het
schieten op negervrouwen had uitgevonden.
Dat was geen onvoorzichtigheid bij hem, maar
hij vond die vrouwen het meest geschikte
doel voor zijn kogels. Toen hij vier oifers
had gemaakt, meende de commandant van
Lamu dat het mooi genoeg was. Een
Helgolarider verdronk op Pinkstermaandag in zee.
Te Lamu, op de hoofdplaats van het ei huid
dat denzelfden naam draagt, waar het
Engelsche gezag door tweeoverheidspersonen wordt
vertegenwoordigden gehandhaafd door
Askaris, inlandsche soldaten met uitgemergelde
lichamen en een allerprimitiefste bewapening,
werd de expeditie ingekwartierd in het afzon
derlijk voor haar gebouwde Freiland-huis,
een massieve woning van koraalsteen, beneden
de keuken en de bergplaats, op de eerste
verdieping eene ruime, luchtige en goed ver
lichte eetzaal, de apotheek, en de slaapkamers
voor zoover die niet op de tweede verdieping
lagen. Het bleek nu, dat dr. Hertzka wel
onvergeeflijk snel de deelnemers had uitge
zonden. Voor geld zou hij zorgen, dat was
er genoeg, en alle instrumenten en bagage,
ruilwaren enzoovoorts waren in de beste orde.
Zoo heette het. Maar terwijl het geld bijna
geheel ontbrak, omdat er aan giften veel
minder inkwam dan waarop dr. Hertzka had
gehoopt, waren de meegebrachte goederen
voor een deel geheel onbruikbaar, voor een
ander deel snel verbruikt. Er was een klein
stoomschip, en twee ijzeren schuiten; het
stoomschip heeft zijn geschiktheid niet be
hoeven te bewijzen, een der schuiten is den
eersten dag dat zij in dienst werd genomen
op een rif gestooten en gezonken. De natuur
kundige werktuigen zagen er goed uit, maar
er was niemand onder de expeditieleden
de met zorg gekozenen! die ermede wist
om te gaan. De medicijnen vormden een
zonderlinge verzameling. De domste apothe
kersleerling had een betere keuze gedaan. De
beroemde Congo-kist, waarvan zooveel ophef
was gemaakt, was op slechts n persoon
berekend; chirurgische instrumenten ontbra
ken geheel. Er was zelfs geen tang om tanden
te trekken. De ruilwaren bestonden uit
speeldoozen, draaiorgels, onzinnige doeken en
paarlen die lang uit de mode waren voor
de negers altijd goed genoeg, had dr. Hertzka
zeker gemeend.
Toen dus het eerste middagmaal in
Freilandhuis werd gebruikt, en het eten slecht en het
drinken nog slechter was, had de plaatsver
vanger van dr. Wilhelm, die nog te Zanzibar
was, wel wat beters kunnen doen dan de heeren
waarschuwen om niet te «mopperen," anders
zou hij hen direct naar huis terug zenden.
Een der vrienden beweerde dat hij gaarne
naar huis terug wilde, en dus met opzet mop
perde, maar er was geen geld om hem terug
te zenden en hij bleef, ook nadat dr.
Wilhelm was gekomen. De voeding werd nu
beter. Ieder der leden kreeg des morgens thee,
brood, boter en eieren, te twaalf uur drie ge
rechten en wijn, des avonds soep en weder
drie gerechten en wijn, koffie, sigaren, siga
retten, tabak. Sommigen gingen op eigen kosten
buiten Freilaiid-huis wonen. De mopperende
Engflschntan verstoorde dag aan dag den
vrede, en toen hij den aanvoerder, trots diens
toegevendheid jegens hem, een gek noemde,
trokken de Duitschers bij wijze van protest
naar de apotheek om daar hun middagmaal
te gebruiken: met de hooggeroemde verdraag
zaamheid der Freilanders was het voorgoed uit.
Het demoraliseerer.d verblijf te Lamu werd
gerekt van l April tot ver in Mei, omdat de
Engelsche «overheid" de geweren der expeditie
ter stempeling in beslag had genomen. Ein
delijk, den '2(>sten Mei was het zoover, dat
drie man, die ieder nog '200 roepijen uit eigen
zak betaalden, als voorpost vooruitgingen. De
anderen zouden in kleine groepen volgen.
Met groote moeite kregen dr. Wilhelm en
twee anderen hun geweer terug ; toen echter
de deelnemers hun uitgeleide doden, wandelde
ook de mopperende Engelschman met zijn
geweer op den schouder: hij had blijkbaar
particuliere relaties met de overheid.'' Tot
Kimbo werden zij door het stoomschip der
expeditie gebracht; vandaar ging het met.
dragers, ezels, jongens en een askari het bin
nenland in. Zonderling genoeg, ging de
Engelschman mede. Da benoodigde roepijen
had hij wel niet betaald, maar hij bood
aan, in plaats daarvan een kleine schuit voor
ongeveer 30 roepijen uit eigen middelen te
koop^ii, en die voor twee roe-pijen daags
aan de expeditie te verhuren. Te Engatana
aangekomen, ontving de aanvoerder van
het drietal van dr. Wilhelm de boodschap.
dat hij zijn plaats aan den Engelschman
moest afstaan. Van dien dag af' was het
optrekken uit. De levensmiddelen en ruil
waren verdwenen grootendeels on begrijpelij
kerwijze ; na cenigeu tijd rukte de Engelsch
man niet het tweede lid, een zijner
landgenooten, uit, en liet den overgebleven
Duitscher bij wat van den voorraad restte,
de wacht houden. Te Lamu gekomen, ver
namen de heeren, dat de expeditie was ont
bonden, en dat zij reisgeld konden krijgen
voor een biljet, derde klasse naar Hamburg.
De Engelschman sloeg toen voor, als zijn deel
den in het binnenland overgebleven voorraad
te ontvangen, en dr. Wilhelm zou dat heb
ben aangenomen, had de andtr niet in een
dronken bui verklapt, dat er nog voel meer
was dan hij voorgaf, en dat hij het plan had,
daaruit, het beste mede te nemen op een reisje,
de Tana op, dat hij op eigen houtje wilde
ondernemen. Toen dr. Wilhem weigerde,
dreigde hij, op al den eigendom van Frei
land" beslag te leggen, en om geld te krij
gen, moest de aanvoerder weder naar Zanzi
bar. Den Ssten Augustus was hij terug; dat
was de dag van het, uiteengaan der laatste
overblijfsels der expeditie.
Aldus eindigde ongelukkig deze sociale
proefneming. Zij moge geen bewijs tegen de
onuitvocrbaiirheid van de Freiland-theorie
zijn, zij is in ieder geval een waarschuwing
tegen het droomen van een ideaalstaat of
een ideale maatschappij, zoolang er rekening
moet worden gehouden met de macht van
menschen die alles behalve ideale exemplaren
van hun geslacht zijn!
PRO Socio.
Inhoud van verschillende bladen.
Handelsblad. 20 Maart. «Landbouw
crediet" (slot)
21 Maart. «Een telefoonnet aangevraagd."
Standaard. IS Maart. «Tweeërlei bedding"
(uut) (reveil).
20 Maart. «Teren op het oude" (de calvinis
tische beginselen).
22 Maart. «Partjj en beginsel".
Centrum, 18 Maart. «Motie Dobbelman."
19 Maart. «Herleving" (Monsterverbond).
20 Maart. «De Plattelandsclub."
21 Maart. «Verzekering tegen ongelukken" (in
gezonden).
22 Maart. «Een Reginselstryd 't" (bescher
mende rechten).
23 Maart. »Een oude en een nieuwe geest"
(droit d'accroissement).
De T ij d, 14 Maart. «Dr. Kuijper's oordeel
over Groen".
15 Maart. «Xieuw licht over Lourdes :" contra
J. G. ten Bokkel in de Vr/tgen des Tyds.
1(1 Maart. «Hoofd en Hart" I; 18 Maart II (slot)
19 Maart. «Verbeurdverklaring en Vervolging"
(de gestichten der religieuzen in Frankrijk).
20 Maart. »De protectionisten aan het woord" I,
21 Maart II.
Het X i e u w s van den Dag. 15 Maart.
»15 Maart 1870?1805" : Het jubileum van liet
Nieuws vnn den l)arj.
18 Maart. «Onze tijdsbepaling": pleidooi voor
de invoering van den Midden-Europeeschen tijd.
19 Maart. »Lenteboden".
20 Maart. «Nochthans" : de Bussumsche moord.
X. R otter d. C r t. 17 Maart. «Het Kamer
verslag over mr. Hartogh's wetsvoorstel l" ; 20
Maart II (slot).
De Maasbode. 13 Maart. «Een hooggetijde"
(het mirakel van Amsterdam), door M. A. Th. pr.
\ l Maart, «Graanrechten" IV (slat).
15 Maart. «Een en ander naar aanleiding der
motie-Dobbelman" (ingezonden) T, l (i Maart II,
17 Maart III (slof).
20 Maart. «Graanrechten en zandboerderijen".
21 Maart. »IIet legaat aan de kerk te
MontMaitre."
D e (antirev ) X e d e r l a n d e r. 21 en 23 Maart.
.Uit de Tweede Kamer" I, II (de heeren De Hoer
en van Alphen over do motie-Dobbelman).
22 Maart. «-Ken voortreffelijk wetsvoorstel" (van
Hartogh).
liet Vaderland. 11 Maart. «E^n over
eenkomst met België1' II.
1718 Maart. >Ilet ontwerp Hartogh en de her
ziening onzer wetboeken :" een pleidooi voor dat
ontwerp.
Het Haag s olie Dagblad. 11 Maart.
»Geen tegenstelling'', (over het kantongerecht te
Ridderkerk).
15 Maart. «Reactie ?" Een eenzijdige
plattelandspartij.
li 18 Maart. «Het voorstel-Hartogh".
l'.l Maart. Graanrechten". (Ingezonden), door
Ilartsen.
20 Maart. >De juiste beteekenis" (van het
optreden van den staatsraad lleydenrijck in zake
de gewerenwet).
II e t l' t r e c h t s c h e Dagblad. 17 Maart.
Maximumwerktijd en minimumloon" I: bestrij
ding van bepalingen iu gemoentebestekkon omtrent
het laatste, 19 Maart II: verdediging van het
eerste
Arnh. ('t. 20 Maart. «De Kamer van Koop
handel te Groningen over graanrechteir'.
Mi d de l b. C t. 19-20 Maart. >Esn Hink
pleidooi tegen heffing van graanrechten" l, II
(van den heer de Boer).
22 Maart. «Van onder op''. (Do werkzaamheden
van de regfcring).
I'r o v. G r o n. C t. 18 Maart. De politieke
toestand (Mr. Veegens in de Vragen des tijds).
l; i in b. Koerier. 18 Maart, slloe is de
gewerenwet er doorgekomen 'l"
Sociaal Weekblad. 23 Maart. Loon
en arbeidsduur in de Kamer" I. »ITet Britsche
wetsontwerp betreffende raden van verzoening en
van scheidsrechterlijke uitspraak." >>Iv;n incident
in de Fransche lucitersfabricage." ->De botsing
in het Lngelsche schoenmakersbedrijf" I.
De Liberaal, lii Maart. Vrijhandel of
bescherming?" de inotie-Gerritsen.
D e N e d e r l a n d e r (\Vkbl ) \(\ Maart.
«Loon en arbeidstijd," de motie-Gerritsen.
Recht v. Allen. 19-20 Maart. »De
Boykot."
?_'l?22 Maart. JÜdders van de droevige figuur
en behartigers van grol' eigenbelang
"W i n s c h o t e r C t. 17 Maart,
l'ensioenverzekering.
I) e l i' t s c h e O p m erker. 11> Maart. Do
Gewerenwet aangenomen.
20 Maart. Loon en arbeidsduur.
V e n l o's Weekblad. Hot ideaal eener
club." «De nieuwe generen."
/ a a n i. C t. 20 Maart. Loon en arbeidsduur".
De V o l k s b a n i e r. 21 Maart. «De kleer
makers."
De Baanbreker, l i! Maart. »18 Maart
1871."
De Wachter. Ui Maart. -De vergadering
van 10 Maart als politieke gebeurtenis."
li i l (l t s c h e C t. 21 Maart. »De
graanrechten in de Tweede Kamer."
De V o l k s s t e m. 23 Maart. Bestrijding
der Prostitutie." «Een verzoek van Boaz aan
11. M. de Regentes." »C. l'. Metelerkamp (f)-"
II e t Schoolblad. J)e aansluiting van
bet militair onderwijs aan het middelb. onderw."
De Wekker, li> Maart. -Losse gedachten"
III, door J. O. Rosenboom te Hommerts.
N' e d. Landbouw W e e k b l a d. lii Maart.
»De paarden voor, niet achter den wagen."
(Landbouw-crediet. Oogstverzekering).