Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.926
in. Boold on
(INDUSTRIE).
Van Fietsen.
»The average intelligence of the Cycling
fraternity can, with justice, hèsaid to be
above that of any other association of men
and women, devoted to pastime, sport, and
exercise, in the world"; met dit compliment
aan de wielrijders begint Robert P. Scottde
voorrede van zijn boek Cycling Art, Energy
and Locomotion, dat in 1889 te Philadelphia
verscheen. De »Cycling fraternity" is zoo
uitgebreid geworden, dat wij het einde dezer
eeuw wel Kunnen bestempelen met den naam
van het tijdperk van het levende wiel en
daar nu het zich op de gemakkelijkste en
snelste wijze van zijn plaats bewegen immer
geweest is een der grootste vraagstukken der
steeds vooruitgaande beschaving, de
»Cycling fraternity'', die een internationaal ka
rakter draagt, dit probleem op het oogenblik
reeds zeer voldoende heeft opgelost, meenen
we dat het compliment wel verdiend is.
Toch is het rijwiel, de velocipède, de fiets,
of hoe men dit middel om zich snel te be
wegen noemen wil, niet van zulk een recente
vinding als de kinderen van het einde onzer
eeuw wel droom en.
Reeds in 1818 werd in Engeland door een
zekeren Dennis Johnson patent aangevraagd
voor een tweewieler, waarbij de beenen nog
den grond raakten en het rijwiel zoowat dienst
deed als derde voortrollend been, welk
voerJOHNSON-MACHINE.
tuig als de urvader van de tegenwoordige
safety kan beschouwd worden en men wil,
dat reeds in 1693 een zekeren Ozanam, een
Franschman, een vierwielig rijwiel heeft ge
maakt, dat door de beenen werd voortbewogen.
In 1804 nam een zekere Bolton in de
Vereenigde Staten patent
voor een nieuwe machine.
Deze (zie de afbeelding)
maakte in den beginne nog
al opgang, maar werd later
weer, evenals de zeilwagen
van Prins Maurits, als een
werktuigkundige aardigheid
beschouwd. Van Nicéphore
Niepce, de uitvinder der fo
tografie, die behalve een uit
stekend chemicus ook een
bekwaam werktuigkundige
was, wordt verhaald, dat hij
volgens het Bolton-type in
1815 een voertuig vervaar
digde, waarmee hij en zijn
broeder zich zeer snel langs
gewone wegen konden voort
bewegen.
Het waren echter alle
machines die wel getuigden
van het intellect der uitvin
ders, maar die toch voor de
praktijk weinig waard waren.
Een koopman van
Lesmabgon in Lanarkshire,
Schotland, Gavin Dalzell
geheeten, die een bijzonder
talent had voor uitvindingen
op mechanisch gebied, ver
vaardigde echter in 1845
een rijwiel, dat de prototype
was van de tegenwoordige
zoo populaire safety, den
fiets, zooals wij deze overal
zien, in vorm nagenoeg ge
lijk, slechts in bewerking
en in onderdeelen verschil
lende.
In 1888 werd dit rijwiel
door zijn zoon J. B. Dalzell
op de Stanley Show ten
toongesteld. Het was hoofd
zakelijk van hout gemaakt, dat, hoewel worm
stekig, nog bijzonder sterk was, vooral de
wielen. Het hoofdwiel, de drijver, was van
hout, met ijzer beslagen had een doorsnede
van omstreeks veertig inches (een inch.
0,025 M.) en twaalf spaken, elk van een
inch in diameter Het voorwiel was van
gelijke constructie, maar had slechts dertig
inches in doorsnede.
De afbeelding, genomen naar een
teekening, vervaardigd door een ooggetuige toen
de uitvinder met deze machine in -1846
over de wegen van Lanarkshire reed, geeft
duidelijk te zien dat we hier te doen heb
ben met het beginsel, dat ook aan het tegen
woordige wegwiel ten grondslag ligt.
Het zou ons te ver voeren als we hier een
stelling, de voorzitter van den Algemeen
Nederlandsehen Wielrijders Bond, »dat in
Nederland de rijwielhandel nog was in handen
van een schoolknaap en dat de dorpssmid
was een fabrikant van beteekenis."
Wij hebben dien tijd gekend maar, hij ligt
gelukkig, dank zij den Nederlandschen onder
nemingsgeest , reeds oogenschijnlijk verre
achter ons.
Een Fransch journalist, Pierre Giffard,
zeide eenmaal: Je ne cesserai de lerépéter:
la vélocipédie n'est pas seulement un sport,
deelen en een door de praktijk en door de
jaren gescherpte concurrentie waren te over
winnen, aleer het eerste in Nederland ver
vaardigde rijwiel werd verkocht.
* *
*
In 1887 werd te Utrecht op bescheiden
voet een proef genomen met het vervaardigen
van rijwielen. Begon men met vijf werklieden
weldra werd het aantal vijftien en een paar
jaren daarna werd door deSim plex
Automatic Machine Co. waartoe deze
En gelsche naam ? aan den Amsterdamsche
straatweg een terrein aangekocht ongeveer
1200 M" groot, waarop eene nieuwe fabriek
werd gebouwd, die thans aan zeventig werk
lieden brood verschaft.
Dat men bij den bouw en de inrichting
der fabriek te rade ging met de ondervinding,
welke men in het buitenland had opgedaan,
lag in den aard der zaak. Zoo zijn alle werk
plaatsen gelijkvloers rondom de
kantoorloBOLTOX-MACIHNK.
schets gaven van alle uitvindingen op dit ge
bied, waarvoor in Engeland en Amerika van
1846 patent zijn genomen. De lage machine
met ketting, zooals deze thans algemeen gere
den wordt, werd door K. Starley in Enge
land uitgevonden, die daaraan den naam
van safet/i gaf en toen daarna de Clineher-,
Palmer- en Dunlopbanden en door de fabri
kanten tal van verbeteringen, in raam, stuur,
trapas, kettingwielen, velgen en zadel wer
den toegepast, werd het rijwiel weldra tot
een volkomenheid gebracht, die het deed
zijn een der wonderen der techniek en
mechanica, waarvan we ons nog op de jong
ste tentoonstelling in het Paleis voor Volks
vlijt hebben kunnen overtuigen.
c'est un bienfait social,'' en zelfs de
slagersen bakkersknecht die eiken morgen hun wa
ren per rijwiel rondbrengen, beamen, hoewel
zij nooit van Pierre Giffard gehoord hebben,
dit gevoelen volkomen. Waar wij een
Alijemeenen Nederlandschen I Vielrijdrmbond
hebben, die 4500 leden telt een »CycIing
fraternity" die dus niet alleen door
«intellegence" maar ook door het aantal van zich
kan doen spreken en daarnaast wellicht nog
driedubbel zooveel niet-leden, die aan »fietsen''
doen, is het geen wonder, dat thans hier te
lande, nu zoo velen de zegeningen van dezen
»bienfait social'' inzien, gewezen kan worden
op meer dan een fabriek van rijwielen, die
jaarlijks ongeveer voor een waarde van vijf
tonnen gouds produceeren, een feit, zeker
DRAAIERIJ
Het was het buitenland en vooral Enge
land, dat ons land in den regel van rijwielen
voorzag.
»Het is betrekkelijk kort geleden/' zeide
bij de opening van bovengenoemde
tentoonvan vrij groote beteekenis bij een volk, dat,
alleen op het gebied van boter, kaas en
jenever zijn nationaliteitsgevoel hoog houdt,
maar overigens alles beter acht te zijn, wat
uit de vreemde komt. Hardnekkige
vooroorkalen gebouwd, die, een meter hooger, zich
midden in het gebouw bevinden, zoodat men
naar alle zijden uitzicht heeft in de fabriek,
terwijl een zaagdak overal helder licht doet
invallen.
De fabriek binnenkomende, vindt men
rechts het magazijn, dat het
entrepot der fabriek is. Het
ruwe materiaal wordt aldaar
opgeslagen en in partijen
met geleibrief uitgegeven.
Hebben de werklieden zulk
een partij behandeld, dan
komt deze weer in den tot
dusver bewerkten toestand
op het magazijn terug. Alle
stukken worden nu met ge
hard stalen mallen in vorm
en afmeting gecontroleerd.
Zijn zij goedgekeurd, dan
gaan zij weer verder naar
andere afdeelingen. Het ma
gazijn bevat verschillende
stellingen, verdeeld in een
groot aantal vakken. Wan
neer men nu nagaat, dat een
rijwiel uit ongeveer 250
deelen en deeltjes bestaat
en dat de fabriek zes ver
schillende typen van rijwie
len bouwt, waarvan wel niet
alle deelen verschillend zijn
maar toch vele, dat in
de zomermaanden honderden
fietsen plotseling moeten af
geleverd worden, dan kan
men zich eenigszins een denk
beeld vormen, hoe dit maga
zijn, waarin de deelen en
deeltjes in drie stadion
ruw, afgewerkt en vernikkeld
in loketten bewaard wor
den, er uitziet. Langs de
muren staan papierdunne
metalen buizen, zuiver rond
en zonder naad, naar de
afmetingen in dikke bossen
gerangschikt. Stalen stangen
leunen in diversediktenzwaar
tegen elkander. Stapels
wielbanden liggen daar, wachtende op den zomer
als zij langs de vlakke wegen van Nederland
zullen rollen.
Uit het magazijn komt men in de berg
plaats voor gereedschappen in de
onmiddel