De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 7 april pagina 4

7 april 1895 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

ti ?ir.. DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, No. 928 lesome rivalry will, before long, render the architectural productions of both islands available for the purposes of scientiflc research" (bl. 662). Laat ons trachten nu op onze beurt weer voor te komen, ook in de studie der andere kunsten. En laat de kunst daarbij de wetenschap niet versmaden, al is ze wat dor, en de wetenschap de kunst niet, zelfs al schrijft ze wat bombastisch. Dan zal er geen twist meer zijn, maar volle e;ndracht tusschen Jan Veth en mij. Rotterdam. J. F. NIEHMEIJEB. iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiii De Tentoonstelling van de Hollanflscne Teetaaatscliapüte New-Yoit (Februari-Maart 1895). Een eenvoudige, op Hollandsen papier gedrukte ?circulaire kondigde in Februari 1.1. de opening aan van de Eerste (»offici'il") Expositie van de Hollandsche Teekenmaatschappij, in de zalen van de firma Boussod, Valadon & Co., in de hoofdstad der Vereenigde Staten, en diende tevens als aitnoodiging om deze opening by te wonen. Korten tyd nadat zij rondgezohden was kwam een in haast bedrukt reepje bekend maken dat de opening van deze tentoonstelling vier dagen was uitgesteld (19 Februari) wegens het te laat Aankomen van het s.s. Lu Gr.iscogne, waarvan de kommervolle reis genoeg bekend is, en deze verzameling van een honderd, meest uitgezochte Hollandsche aquarellen, aan een groot gevaar heeft Blootgesteld, gelukkig zonder gevolgen. De opening had dan ook plaats op l!) Fe bruari, en de catalogus, vermeldende 113 num mers, van bijna alle leden, (afwezig op deze expositie waren slechts: E. Bosch, van der Maarel, Sadée, de Haas en Thérèse Schwarze) is versierd met een goed portret van den pre sident Jozef Israëls in photogravure en eene reproductie van een pen'teekening van dien meester. Tevens wordt deze catalogus ingeleid door een korte voorrede over »modern water-color Painting", waarin vermeld wordt dat een revolutie plaats had in deze kunst, in Holland, onder den invloed van Israëls, Mesdag en Mauve, die aan dit procédéeen ontwikkeling hebben gegeven, waarvan Turner, David Cox, enz. nooit van ge droomd zouden hebben, en dat deze wijze van doorwerken met waterverf, de hollandsche ar tiesten heeft in staat gesteld met deze stof de meest ernstige en indrukwekkende werken te produceeren, waarvan ook gezegd wordt dat de duurzaamheid zeer groot is, terwijl eenige jaren geleden een bijgeloof zonder basis dit ontkende. Jozef Israëls heeft ook een «official notice' in het Engelsen geschreven en zorgvuldig gefacsimileerd doen voorafgaan, waarin hij onder meer zegt dat het succes van de Hollandsche afdeeling van schoone kunsten te Chicago bevestigde, hoe zeer de moderne Hollandsche kunst in Amerika wordt gewaardeerd ; dat deze verzameling beperkt is tot werk van de leden en honoraire ledenvan de H. T. M., die Nederlanders van geboorte zijn, en dat h\j hoopt dat deze tentoonstelling waardig zal zijn de gunst te genieten van de beschaafde en sympathieke Amerikaansche kunstliefhebbers en critici, die zich zoo ingenomen hebben getoond met Hollandsche kunstwerken. mi HUI i iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiii Een jongmensch mei protectie. NAAR KLAUS RITTLAND. De jonge man had zeer hooge protectie. Hij was namelijk, op de eene of andere manier, vermaagschapt aan een regeerend vorst. Wel is waar op een wijze, die de Almanach de Gotha met stilzwijgen voorbijgaat. Maar de familiebetrekking bestond toch en werkte. Arno de Testra heette hij, luitenant op pensioen. Een beeldschoon man; niet boven de middelbare lengte, vrij slank, buigzaam, goudblond, lokkig haar en een reusachtigen goudblonden knevel, die het fijne, vrouwe lijk teedere gezicht eene zekere mannelijke uitdrukking gaf; anders zou dit te zeer aan een schalmei-blazenden herder van Meisner porcelein herinnerd hebben. Het eerst kruisten zich onze wegen in Konstantinopel toen ik daar reeds ander half jaar vice-consul was. Ik had met kennissen afgesproken de schat kamer van den sultan te gaan bezien. Daartoe was altijd een formeel verlof van hooger hand noodig, dat slechts aanzienlijke vreemdelingen soms bekomen konden door hun consulaat. In dit geval waren de begunstigden een graaf Schlippenstein met zijn gemalin, bij In verhouding tot de groote zorgvuldigheid waarmede deze tentoonstelling voorbereid werd, is de opinie van de pers niet buitengewoon enthousiast. Wel worden de eigenschappen der Hollandsche aquarellisten over het algemeen zeer juist gewaardeerd door de voornaamste NewYorksche dagbladen, maar toch zegt een dezer dat, hoewel de beste schilders van de Hollandsche school vertegenwoordigd zijn met goede werken, de conclusie wijselijk mag getrokken worden dat dat de »Amerikaansche water-color societies" weinig te vreezen hadden van deze «invasie" (sic). Dat men uit deze tentoonstelling kan opmaken dat het Amerikaansche publiek reeds goed bekend is met de beste Hollandsche schilders, en dat er klaarblijkelijk niet veel goeds is achtergebleven, daar de Hollanders in hun poging »to put their best foot forward" zeker dit geede zouden heb ben opgenomen. (Geheel juist is dit niet, daar enkele zeer goede artiesten niet Lid van de H. Teekenmaatschappij z(jn: men denke aan Veth, Witsen, Karsen, Toorop, o. a. aan Oosterzee die in den catalogus vermeld is, kenden wij nog niet als zoodanig). Overigens wordt over de meestbekende onzer schilders weinig geschreven. De critiek is tenmin'te in de Vereenigde Staten zóó ver dat ze «opleidend" optreedt, en de nieuwere, daar min der- of onbekende artiesten het uitvoerigst be spreekt. Dit alles is zeer eigenaardig, en niet onbelang rijk om te vergelijken met sommige verslagen van tentoonstellingen die ten onzent verschijnen. De breedte van den Atlantischen oceaan is vol doende om een geheel andere zienswijze tot stand te brengen, en, wat hier te veel in acht wordt genomen, de autoriteit, de anciënniteit, of de jeugd van een schilder, zijn daar onbekende zaken; daardoor is die critiek over 't algemeen veel zuiverder en meer ad rem dan het hier het geval pleegt te zijn. Jozef Israëls' inzending telt acht nummers, waarvan een blad zegt dat deze niet tot zijn belangrijkste werken behooren, noch door uit voering noch door groote, waartegen een ander vermeldt dat zij alle »admirable" zijn, en een paar bijzonder treffend door zijn eigenaardig sentiment en opvallende teerheid van behandeling. Dan oogsten veel lof de werken van Bosboom, Jacob en Willem Maris, Kever, Mesdag en mevrouw Mesdag-van Houten, de Josseling de Jong met zijne ?>Scheveningsche meisjes", mevrouw Bilders van Bosse, van Essen, Neuhuys, Offermans, Rielofs, Weissenbruch, Poggenbeek, Ter Meulen, Tholen, Bastert, Blommers, die elk in 't bizonder meer of minder uitvoerig behandeld worden. Maar als nog niet in Amerika bekend worden Breitner, Isaac Israëls, Haverman en Zilcken het meest besproken. Isaac Israëls vindt men een der persoonlijkste Hollandsche artiesten, met een uitmuntenden stijl, zeer origineel, hoewel een enkel maal aan Rafaëlli doende denken, maar geheel vrij van den invloed zijns vaders, die groot is op de Hollandsche school van het oogenblik. Zeer wordt geroemd de kracht van Breitner, die zoo merkwaardig is dat men zich (daar) verwondert niet vroeger reeds van hem gehoord te hebben; zijne doorwerkte schilders-eigen schappen, zijn eenvoudig «brushwork," dat zeer »effective" is, die aan zijne onderwerpen, straat scènes in Amsterdam, den gevaarlijken kant van illustratief te worden geheel ontnemen. Uit dit alles kan men zien dat deze tentoonstelling in elk geval minstens ongemeen de aandacht trekt. P. wie zich nog een ander Duitsch heer wilde aansluiten, een geleerde uit Frankfort, een wonderlijk, stilzwijgend, rijk oud heer, die reeds sedert jaren de wereld doorreisde en zooals hij mij in vertrouwen meedeelde arbeidde aan een groot werk over kuituurgeschiedenis : De historische ontwikkeling van het schoeisel. Wij begaven ons te zamen naar het Hotel de Byzance om het grafelijk echtpaar af te halen. Daar wij ons reeds eenigszins verlaat hadden, stelden dezen ons, in aller ijl, voor aan eenigen hunner vrienden, die op het punt waren plaats te nemen in een tweede rijtuig om aan de schatkamer-expeditie deel te nemen. Het waren mrs. Wennington-White uit Yorkshire met haar beide dochters, alle drie enorme, blonde vrouwengestalten van zuiver Engelsch ras men kon haar aanzien, dat haar voorvaderen zich sedert eeuwen goed gevoed hadden ! Zij spraken alle drie met dezelfde volle altstem en vonden alles'>vreeselijk inte ressant." De vierde plaats in het rijtuig werd ingenomen door een jong, aristocratisch uitziend heer, die mij werd voorgesteld als de heer Testra. Zijn naam was mij niet onbekend meer. Hij had zich 's morgens toen ik juist afwezig was aan het consulaat voorge steld. »Een charmant mensch!" had de consul tot mij gezegd. »Hij is mij aanbevolen door een collega; hij wil hier gaarne eene belrek king hebben. Wij moeten eens zieii wat wij doen kunnen. ..." Voor het Yeni-Serail iri Stamboul gekomen, waar zich de »kaz>ic, liiun<n/it/>i" (keizerlijke schat) bevindt, werden wij zeer plechtig ont vangen. Ongeveer een dozijn Turksche beDeMe's Mniralnlderinpn in de Hallen tellieren, Ik geloof niet, dat er in Noord-Nederland twintig personen, neen, twintig artiesten zouden te vinden zijn, die de muurschilderingen, waarvan ik even, alvorens de te Brussel uitgevoerde schil derijen van de Lalaing te bespreken, een karak teristiek wil geven, anders dan bij name kennen. En toch behooren deze muurschilderingen tot de eigenaardigste en mooiste, die er ergens te zien zijn, evenals de Ypersche Hallen alleen kunnen vermeld worden naast de allervoortreffelijkste monumenten van middeleeuwschen bouwtrant. Verscheidene meesters voerden voor dit uniek mooie gebouw muurschilderingen uit. Guffens en Swerts beschilderden al fresco de huwelijkszaal, om de waarheid te zeggen in het stadhuis, dat, echter, inwendig met de Hallen in verband staat en er eigenlijk maar n groot geheel mee uit maakt; en Pauwels schilderde, in ongeveer de helft van de onvergelijkbaar groote bovenzaal, een tiental epizoden uit de burgerlijke en militaire geschiedenis der stad schilderijen veel meer dan muurversieringen, gevende en zijnde alles behalve juist het eenige wat zij zijn moesten : de picturale aanvulling van de schepping des bouw meesters. De andere helft dezer bovenzaal werd beschil derd door Delbeke, den «zotten" Delbeke, zooals men den een weinig excentrieken man, niet alleen in 't kleine, stille Yperen noemde. En zie wat noch Pauwels hier, noch jaren later nu, de Lalaing te Brussel vonden, dat wist deze zonderling te treffen en wel du premier coup. Wat hij uitvoerde, is echte, onvervalschte muur schildering, opgevat, niet als een op zich zelf staande arbeid, maar als eenvoudige, natuurlijke, noodzakelijke dekoratie van het architecturale schoon. Van het karakter des gebouws, van zijn hoofdlijnen, van zijn eigenaardig, door smal-hooge vensterramen, langs twee zijden tegelijk binnen dringend licht, leidde hij het karakter af van zijn eigen opvatting. Ware het mogelijk zijn muurschil deringen te verplaatsen, ze b.v. over te brengen naar een gebouw in Vlaamschen renaissance-stijl gelijk het Stadhuis van Antwerpen, zij zouden er alles, alles bij inschieten. Doch in die zaal, waar voor in dat licht, waarin de artist ze schil derde, voldoen zij weergaloos mooi. Geen oorlogstafereelen, alleen het stille leven in het huis der poorters, in de werkplaats der ambachtslieden, in den winkel der neringdoenden, toovert hij ons voor oogen. Weinig, zeer weinig personages zijn hem genoeg: drie, vier, hoogstens vijf of zes, doch uitgekozen onder tientallen, zoo dat zij werkelijk typeeren wat de schilder hen wilde doen voorstellen, en dan geteekend, zóó buiten alle klassieke richting en akademische traditie, als had.Ie Delbeke geleefd in een land, waar noch eenig teekenonderricht te ontvangen, noch eenig museum te bezoeken is. liet naïeve en primi tieve van deze teekening doet juist daarom zoo verleidelijk aan, omdat het, hier ten minste niet, als zoo vaak op onzen tijd elders, iets aangeleerds, iets afgekekens, iets vooraf berekends is, maar omdat het is het natuurlijk, noodzakelijk uitvloeisel van het zelfzoeken en knoeien van den artist. Het is wat het is, omdat het niet anders wilde, ook niet anders kón. Hij voelde dat zóó, en deed dan stomweg, gelijk hij voelde. De kleur bestaat bijna geheel uit effen, platte tonen, zonder veel schaduw, zonder veel nuan ceering. Zij is helder als j)/>jiw-azVschildering, llllllimilliimilllllliiili ambten waren en Jiaie opgesteld bij de voor deur. Een daaraan bevestigd zegel werd verbroken, toen eerst openden zich voor ons de streng bewaakte zalen. Nieuwsgierig gingen wij den overvloed van schitterende kostbaarheden voorbij, die de Ottomannische heerschers hier sedert eeuwen hebben opeengehoopt. Meer dan al de hier tentoongestelde pracht, boeide de rijke, heerlijke wapenverzameling onze aandacht. liet zwaard, het voornaam ste, meest beteekenisvolle symbool van Mo hammed en zijn fanatieke leer, dat bij de troonsbestijging van Mohamedaansche heer schers de plaats van den scepter inneemt zij worden niet gekroond, maar omgord met het zwaard was hier in zijne edelste, be roemdste exemplaren vertegenwoordigd. De met Christenbloed bevlekte kling van Mo hammed II, de sabel van don schrikwekkenden Tamerlan, de met diamanten versierde dolk van den Perzischen alleenheerscher met gehavende vaandels, versierd met de halve maan het flonkerde en schitterde alles om ons heen vol verleidelijke heerlijkheid een vonkelend militair stilleven. Het vurigst, het best bekend met de wetenschap der wa penen toonde zich de heer de estra. Zijn fraai gelaat gloeide bij het aanschouwen er van en zijn oogen schitterden van genot. Nietwaar? zoo wendde hij zich tot mij hier komen wij in een soort roes, zooals de dames als zij een Parijsch modemagezijn binnenkomen ! De misses Wennington protesteerden »al het historische was zoo interessant." Blijk baar in de meening dat de heer de estra, die haar beiden evenzeer scheen te bevallen, badend in een licht als van een door geen enkel wolkje verduisterden lentemorgenhemel. En, zonderling is het, wat al anachronismen in kostuum enz. de man zich heeft veroorloofd; hoe enkele figuren als 't ware een Assyrisch, andere een Grieksch, andere een modern voor komen hebben, en hoe toch ondanks dit alles het geheel ons werkelijk verplaatst in de middel eeuwen. Niet, zooals bij Alma Tadema, Guffens Leys ook wel wat, door de archeologische juistheid: maar door den eenvoud en het primitieve van den »indruk" alleen. Geen geleerde, angstvallig geïnventariseerde resurrectie van het verleden, niets dan een poëti sche droom wat vaag, wat onjuist, wat dwaas zelfs, zooals alle droornen zijn van iets dat men zeer lang en zeer devoot in 't hart heefïgedragen. Doch, als muurschildering, als logische door voering van het idee : »als schilder een gebouw versieren," wellicht het allermerkwaardigste, dat er ergens in geheel Europa te vinden is. POL DE MONT. Jules Cüret, De Cliérets wonen »buiten-in-de-rust", vrij ver van het zenuwachtig krioelend gewemel der wereldstad-herrie, vroeger te Bois-Colombes achter Asnières, thans te Courbevoie. Dagelijks, 's Zon dags meestal uitgezonderd, gebruiken zij den banlieue-spoorweg vice versa. Bij hen woonde de 27-jarige voorzoon der vrouw uit haar eerste hu welijk, die in de laatste dagen van het vong jaar overleed. Niettegenstaande den leeftijd van Jen zoon ziet de moeder er trouwens nog opvallend jeugdig uit, koket-smaakvol gekleed, met elegant manteltje met opstaaüden kraag, cliiek hoedje met iijue, kleun 'e vogel- veer, witgrijs sluiert je. Een aantrekkelijk staal der levendig-bedrijvige Parisienne, een eigenaardig-bekoorlijk specimen der typische parijeche cluirm.eu.ie. 's Avonds is bet echt paar reeds vroegtijdig moe, slaapbehoevend, naar bfd-nachtrust hunkerend I? -halve gedurende het déjeuner-unr staat Jules Cliéret den geil /elen dag. Het teekenwerk op de groote, ontzacblijk dikke litliografeersteeuen duldt geen zittende beeueu-rust. Alles gaat loopend, met korte pasjes, langzaam er om heen, iu de hem-lsmouweu, de gedachten aau den afgemeten tred van een geblinddoekt paard in den molen opwekkend. Hij is gewoon, met opge heven losse hand op den steen te teekenen, terwijl hij op de andere als op een steunpunt rust. De zwarte afbeeldingen zijner aanplak-réclanieprenten in den Courrier Francais zijn naar den doukerblauwen steen een der vier gephotografeerd. ') Die gedwongen lichaamsbeweging waarbij a Mfitivais jeu botuie ii/ii/e gemaakt moet worden duurt gemiddeld 'u zeven uur: van half tien tot twaalf, van n, twee tot zes of zeven. Mevrouw Marie Cliéret is zóó doodaf van haar tallooze rotirxes en villa, haar onverpoosde rourses a travers Paris, dat zij zich iia tienen niet langer kan op houden ... kassiau! Zij bereddert alles voor het drukkerij-werk van haar man. In haar sierlijk poezele handjes ligt het geheele «zakeu"-deel van zijn beroepsarbeid. Uitsluitend op h^ar schou ders rust het GexrhdJ't. 'K} helpt de prijzen bepa len, bestelt de leveranciers, bezoekt de klanten, doet de boodschappen af, betaalt de rekeningen, incasseert het ontvangen geld ..... tind ruhet nimmer, gelijk Schiller's ideale huisvrouw-moeder. Zij ver vult tegenover haar man zoowat dezelfde padeneffenende rol als Cosima Waguer tegenover den hare ') In de londensche New Review van Juli 11. heeft de kunstenaar zijn technische procédés zelf uiteengezet, helaas te lang om hier zelfs maar in hoofdpunten over te nemen, zoodat ik er slechts naar verwijzen, kan IIIHIIIIUIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIII11IIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiimimiiiiiiiimimi geen Engelsch verstond, hoorde ik Miss Meg tot hare zuster zeggen : Awfully nice fellow so very amusirig." Indeed i mompelde Testra voor zich heen tot groote verlegenheid der bloade reuzenzusters ! en begon nu zeer vlot Engelsch met haar te spreken. O, wij hadden niet het minste vermoeden, dat gij zoo perfect Engelsch spreekt, mijnheer de Testra, zei de oude mrs. Wennington. Waar hebt gij dat toch geleerd ? Op de eenige probate, iedereen aan te bevelen manier, madame, antwoordde hij. Ik ben een paar maanden lang verliefd geweest op eene schoone Engelsche op het eiland Wight, waar ik eens, toen ik nog heel jong was, den winter doorbracht. O, u kunt niet gelooven hoe gauw dat gaat op deze manier. Drie maanden liefde in eene vreemde taal dat helpt meer dan driejaar lang grammaire of de Echo of London op den koop Loe. O ! zei rnrs Wennington afkeurend en trok de wenkbrauwen op. Haar dochters giegelden, maar de moeder vond het oogenblik gekomen om afscheid te nemen en het gezelschap verstrooide zich, terwijl de heer de Testra verzocht, zich bij mij te mogen aansluiten. Vergeet niet, waarde Testra, heden avond om negen uur verwacht ik u op de thee op mijn kamer! riep de gravin hem nog toe bij het wegrijden. Hij boog dankend. Toen legde hij zijn arm in de mijne, hoogst vertrouwelijk, alsof wij al oude vrienden waren. Ik heb eene aanbeveling aan u, waarde heer Vice-consul zei hij. Morgen zal ik zoo vrij zijn u die te overhandigen. Van wien

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl