Historisch Archief 1877-1940
No. 929
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na de aanneming van Mr. Hartogh's wetsvoorstel.
Vertoornde adm/Mten: Snel recht is al erg genoeg, maar als je nu ook nog met goedkoop recht aankomt, krijg je met ons te doen."
^IIIIIIIIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllM
S N UIF J D S.
Een dag of wat heb ik in den waan ge
leefd, dat ik alles van het ontwerp tot
herziening van de belasting op het Personeel
afwist. Ik had ook mijn berekeningen al
eemaakt, en het kwam uit, dat het nieuwe
Personeel mij veel meer zon kosten dan het
oude. Ik was een beetje nijdig op de
N. Rott. Ct., gelijk meer mensehen, en
was het met mijn vrienden er over eens. dat
de V. R. C. had dienen te bedenken, dat een
slechte tijding altijd vroeg genoeg komt, en zij
dus haar misselijk bericht had moeten bewaren,
tot de nood aan den man kwam en zij het
met voeg niet langer achter had kunnen
houden. Maar wat blijkt nu? Niets-minder
dan dat deschoonmaakster van Financiën uit
de papiermand van Sprenger van Kijk stukjes
papier had opgeraapt en die waarschijnlijk
aan den correspondent van de N. R. O. heeit
verkocht om hem in de gelegenheid te stellen
zijn redactie daarmede te pleizieren. Dat zal
dien man wat gekost hebben! 't Zou mij niet
verwonderen of Pisuisse, die de kamerover
zichten schrijft, heeft daar de hand in gehad.
Dagelijks, als de kamer zit, in den Haag;
altijd er op uit om zich in te lichten omtrent
de geheimen van onze eerste staatslieden,
teneinde te beter hun bedoelingen te
begrijEen, die hij noodig heeft te kennen, als hij
un speeches moet ontleden, zal hij ook wel
l met de huisknechts en waarom ook niet met
de schoonmaaksters, op goeden voet trachten
te verkeeren, want hij heeft ervaring en
nadenken genoeg om te weten, dat niemand
een_groot man blijft voor zijn personeel. Maar
nu is hij er juist door dat personeel toch
ingeloopen ten opzichte van het Personeeel, en
heeft die sluwe schoonmaakster de JV. B. C.
verl&agd tot een vuilmaakster van Z. E.
den Minister van Financiën. Ik heb er een
oogenblik over gedacht, mijn abonnement
op de N. Rott, Ct. op te zeggen, maar toch
maar even, want ik begreep, dat ik dan ook de
kameroverzichten zou missen waar ik moeilijk
meer buiten kan, en ook, meende ik, zou het
kunnen gebeuren, dat er uit zoq'n papier
mand nog eens iets te voorschijn kwam,
waardoor de lezers van de N. Rotterdammer
allen anderen menschen vooruit waren. Nu ik
eenmaal weet, hoe ver het reportagestelsel
van de N. TL wordt doorgevoerd, wil ik mij
die kans niet benemen. Intusschen wordt het
voor ons allen, die er een papiermand op na
houden, zaak, terdege opteletten. of daar ook
iets in zou kunnen voorkomen, dat van (ie
gading van een correspondent der ..V 11.
mocht zijn. Pisuisse zal zijn onderzoekings
tochten tot den Haag beperken, maar wij
hebhen hier te Amsterdam zeker ook wel iemand
die voor de N. II. (J. de snippers nusnuft'elt.
Soms heb ik wel eens gedacht bij het lezen van
correspondenties uit de hoofdstad: waar haalt
de kerel het van (laan ! maar nu is er met die
pikante Haagsche
schooiiinaakstergeschiedenis een tipje van den sluier opgelicht en wor
den rnij meer dingen helder dan ik het onbe
scheiden publiek vertellen wil. Maar ik erken
het gaarne, alles is nog niet verklaard, en
zoo zou ik voor mij zelfs geen beslist antwoord
durven geven op de vraag: of er niet wei
eens bij ontstentenis van een schoonmaak
ster van een gedresseerd hondje gebruik
wordt gemaakt, dat opgeraapte kattebelletjes
apporteert ?
In een der bladen lees ik dat nu voor het
eerst ook inlandsehe militairen zijn gedeco
reerd en dat dit verdient geprezen te worden.
Gelijke belooningen voor even dappere daden,
dat is volgens de wet en ook al stond
het niet in de wet dat is liberaal! Ik ben
het daarmee eens, alleen zou ik zeggen,
ciat is niet uitsluitend liberaal, maar het is
ook radicaal, ook sociaal, ook katholiek, ook
antirevolutiotiair dat is iets wat alle par
tijen zullen goedkeuren eenvoudig omdat
het billijk is. Een inlandsch soldaat, die voor
Nederland zijn haclvje waagt, heeft niet min
der recht op onze dankbaarheid, dan een
Nederlandsch militair, die voor de belangen
van zijn vaderland strijdt. Maar wat het
decoreeren van irdanders nog opmerkelijker
maakt het is dat het plaats vond, terwijl
Ds. Rogge geen ridderkruis ontving.
Dit geeft te denken.
Toch aan moed kan het hem niet ontbroken
hebben en aan trouw evenmin ; zijn beroep
waarborgt beiden. Het moet dus aan zijn
beleid hebben gelegen.
Welk beleid kan een geestelijke ook op het
oorlogsveld aan den dag leggen ? In het
heetst van liet gevecht, als men op het punt
staat de overwinning te behalen, zal hij er
nog op belust zijn vrede te sluiten.
Zoo is het best te begrijpen dat men in een
oorlog meer heeft aan een inlandsehen stuk
rijder dan aan een Ilollandscheii dominé.
* *
*
De directeur van het Ethrogniphisch Mu
seum te Leiden klaagt al weer steen en been
over gebrek aan ruimte. Hij moet zelfs de
doorgangen tu?schen ee koiten volproppen en
kan den boel dus niet nazien, zooitat het hem
niet verwonderen zou, als enkele collecties
door insecten bleken ver.voest of aangetast te
zijn. En hij durft het publiek baast niet meer
bij zijn schatten toe te laten, omdat hij niet
tegen lange vingers kan waken.
De regceriiig schijnt tot nog toe die verza
meling van voorwerpen op het gebied van
land- en volkenkunde beschouwd te hebben
als een collectie oud-roest, men mag zich
waarlijk verwonderen, dat zij voor zoo'n ver
schoppeling van een museum er nog een
directeur op na houdt.
Vergis ik mij echter niet, dan zijn er voor
den braven directeur beter tijden in vooruit
zicht. Hij schrijft nl. :
Een zoo compleet mogelijke collectie van
Indische poppen ter voorstelling van de klee
derdrachten, eigen aan verschillende bevol
kingen, rangen en standen van den
Oostindischeu archipel, werd door dames van
Nederlandsch-Indiövoor H. M. de Koningin
bijeengebracht. Eerst werd zij te Batavia ten
toon gesteld, daarop aan de, Koningin ten
geschenke aangeboden, in de Gothische zaal
te 's Graven hage ten toonl gesteld en toen
volgens besluit van H. M de
KoninginRegentes ingelijfd bij 's Rijks Ethnoymphisch
Museum, met het oog opj de, diensten, die
zulk een verzameling voor de keunis der ze
den en gewoonten van Insulinde aan de
Nederlaudsche natie zou kunnen bewijzen."
Deze schitterende collectie, eenig in haar
soort, ligt thans in kisten opgestapeld in de
doorgangen tusschen de kasten in het Museum '.
Wie zal zeggen aan welke vernielende wer
kingen zij binnen een niet lang verschiet zal
worden blootgesteld!
Van den catalogus dezer poppen in de.
Gothische zaal bleki-n twee oplagen noodig
te zijn. Eerst tegen het einde werd een zeer
uitvoerige catalogus niet belangrijke noten
?uit de mededeelingen der plaatselijke comités,
| samengesteld door den heer II. C. Bakhuizen
; van den Brink, uit Batavia ontvangen. Het
! getal bezoeken bedroeh ongeveer tienduizend,
(ie opbrengst der tentoonstelling, die ten bate
der wetenschappelijke expeditie van liorneo
strekte, beliep /' i^üL'."
i Te verwachten is na deze mededoelir.g een
monster petitioniiement van alle dames eu
kinderen in Nederland ten gunste van een
i nieuw Ethnographisch Museum. En dan zal
het berghok op de l jtidsche Hoogt woerd wel
dra tot de geschiedenis behooren.
l