De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 21 april pagina 2

21 april 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 930 uit Japan de vredesvoorwaarden in haren L; geheelen omvang eerst zullen worden open baar gemaakt, wanneer zij door de beide , regeeringen zijn geratificeerd, en dat het nog '; ? wel twee of drie weken kan duren, eer dit is geschied. j, .' * * ' * ** Toen de bekende geograaf Elisée Reclus in de vorige week zijne lessen aan de Vrije f t Universiteit te Brussel sloot, was zijn laatste woord gewijd aan de bespreking der vraag, welke gevolgen de overwinning van Japan voor het geheimzinninge Oosten zou hebben. Volgens hem zou dientengevolge China nader worden gebracht bij de Europeesche wereld en ingewijd worden in de Westersche weten schap. .Nauwelijks een kwart eeuw geleden heeft een natie met eene bevolking even talrijk als die van Frankrijk, met eene artistieke, verfijnde beschaving, plotseling gebroken met zijne intellectueele, politieke en maatschappe lijke traditiën; het heeft kloekmoedig zijne nationale eigenliefde ten offer gebracht om 'J bij Europa ter schole te gaan. , ^ En met welk gevolg! De Japanners hebben zich niet bepaald tot eene slaafsche, uiterlijke navolging. Zij hebben de wetenschap en de besc'iaving van Europ'a bestudeerd en die tot de hunne ge> . maakt. Aanvankelijk werden de leerstoelen door buitenlanders bezet en werden Europe anen of Amerikanen aan het hoofd der tech nische en industrieele ondernemingen ge plaatst. Thans heeft Japan de hulp van het buitenland niet meer noodig. Het heeft zijn eigen professoren, gereesheeren, inge nieurs, die in geen enkel opzicht bij hun Europpesche collega's achterstaan. Het heeft een geheel nationaal leger, dat met de meeste moderne legers van Europa kan wedijveren; het fabriceert zelf al wat het voor de bewa pening noodig heeft, en waarvan de voor treffelijkheid is gebleken in den zepevierenden strijd met het tienmaal grootere China. Zal China met deze les zijn voordeel doen? Men zou het haast betwijfelen, want de ge voelige nederlagen, die het voor jaren door Frankrijk en door Engeland zijn toegebracht, hebben op deze inerte massa zoo goed als geen uitwerking gehad. Zoolang niet gebro ken wordt met het mandarinaat en met de regeering door de «geletterden" zal in China niets veranderen, of zullen die veranderin gen niet verder doordringen dan tot de op pervlakte van het reusachtig lichaam. In het begin van Maart heeft de onderkoning van Nanking bij proclamatie eene rijke be looning toegezegd aan ieder, die hem een middel aan de hand kon doen om »de Japansche dwergen uit te roeien." Daarop meldde zich iemand aan, die jaren lang de Chineesche klassieken had bestudeerd en met behulp van die wetenschap een plan had samengesteld, dat hij onfeilbaar achtte. »Men voorzie'1 zoo luidde zijn advies elk soldaat met een zwaard, een emmer vol water en een bamboestengel. Bij den aanval werpt men het water in de mondingen der vijandelijke geweren en kanonnen, zoodat deze niet kunnen worden afgevuurd. Dan brengt men de vijanden ten val, door hun de bamboestengels tusschen de beenen te werpen; niets is gemakkelijker dan hun j daarna het hoofd af te slaan." De onderko' ning was over dit zotte voorstel zeer veront waardigd, en joeg den geleerden adviseur weg. Maar er waren te Nanking vele Chineezen, die het advies volstrekt niet dwaas vonden, en meenden, dat een aan de klas sieken ontleende methode uit den aard der zaak goed moest zijn. De Figaro vergelijkt het China der man darijnen eenigszins ondeugend met een Europa. waarin slechts de klassieke wetenschap werd onderwezen, een Europa zonder spoorwegen, zonder telegraaf en telephoon, zonder groote industrie, zonder geneeskunde, zonder hygiène. »Zoo is de toestand in China: de massa bestaat er uit menschen van zeer ge regeld gedrag, van ongeloofelijke werkkracht en matigheid. Maar om die massa te bestu ren en te doen vooruitgaan, zijn er geen personen, die met de wetten der natuur be kend zijn ; er zijn slechts lieden die «strenge klassieke studiën" hebben gemaakt, die woorden, traditiën, formules uit een vergeten verleden kennen, gelijkende op Europeanen, die niets anders dan Latijn en Grieksch en Romeinsch recht hebben geleerd ... Deze lieden zijn tegen eiken vooruitgang, omdat bij hen slechts het geheugen, de passieve faculteit ontwikkeld is ; zij zijn niet in staat tot waarnemen, uitvinden, tot initiatief nemen, tot alles wat eene krachtige verstandelijke inspanning vordert. Daar zij slechts de zaken van het verleden kennen, hebben zij alleen voor het verleden eerbied. Zulke lieden maken de natie onbewegelijk, maken haar tot een mummie." Het wil er bij ons nog niet in, dat het schitterend eucces van Japan in staat zou zijn de Chineezen met hun mandarinaat te doen breken. Maar als dit inderdaad ge schiedde, dan zouden voor het oude Eu ropa en het jonge Amerika nog heel wat verrassingen kunnen komen! Sociale, IIIIIIlUIIlIIIIIIIIIIIIUtlIIIIIIIIIIIIIIIIIIttllltllllH Wetgeving in Franlmjl Laat mij, door het overpchrijven van eenige zinnen van Joseph Chailley-Bert, een goedconservatief, die zelf in een bundel de ver schillende stukken van sociale wetgeving in Frankrijk heeft bijeengebracht, een schets geven van wat de derde republiek heeft ge meend, voor den werkman te moeten doen. »De wetgever heeft in deze eeuw die gaat verdwijnen van twee standpunten het sociale vraagstuk bekeken : hij heeft de plichten van den individu en de plichten der gemeenschap bestudeerd. De volwassen man moest arbeiden, op hem en op hem alleen rust de zorg voor zijn eigen leven en dat van hen die hij maakt tot de zijnen. Dit is een zware plicht; de Staat erkent het, en tracht de vervnllng ervan ge makkelijk te maken. Het individu moet wer ken, hij moet dus werk kunnen vinden, hij zal dat alleen doen wanneer hij een bekwaam werkman is, en hem wordt dus de gelegen heid gegeven, een vak, een ambacht te leeren. Hij moet weten tot wien zich te wenden; de werkzoekende wordt in aanraking gebracht met hen die werk willen geven. Is hij een maal in de werkplaats, dan beschermt men hem tegen mogelijke ongelukken. Heeft hij ten slotte gewerkt en zijn loon ontvangen, dan komen de wetten tusschenbeide, opdat hij zich een woning kan huren, zich voedsel verschaffen. En niet alleen dat aan het heden wordt gedacht: er worden instellingen van voorzorg (spaarkassen, pensioenfondsen) in het, leven geroepen , en wanneer ten slotte werkzaamheid en spaarzaamheid hem een eigen bezit hebben gefchapen, wordt dat bezit be schermd. Dus: de volwassen man moet kunnen wer ken. Van wat hij verdient moet hij kunnen leven en sparen. De gemeenschap tracht hem werk te verschaffen, hem het sparen gemak kelijk te maken, hem zijn eigendom te ver zekeren." Zuiverder bijna ia het standpunt van den conservatief tegenover de sociale wetgeving niet uit te duiden. Noodeloos is het, hem te wijzen op het verschil tusschen wat hij zegt en wat hij zou moeten zeggen, gebruikte hij geen groote woorden. De gemeenschap als zooda nig, die den franschen werkman aan arbeid helpt! SVie herkent in een dergelijk opsnijden over de instelling der arbeidsbeurzen niet de frase ? Teekenend voor den ernst van defransche Kamer in zake sociale wetgeving is de post in het budget van den minister van Handel, waar onder den titel: «ondersteuning der werk liedenpensioen-fondsen" twee millioen francs zijn uitgetrokken. Een speciale wet zal aangeven hoe dat millioen moet worden besteed. De budget-commissie heeft zich aan den arbeid gezet, en voorgesteld de som vijfen-twintig jaar vast te zetten, en dan uit de rente werklieden te ondersteunen, die uit een pensioenfonds uit recht van eigen bijdragen hoogstens 300 francs trekken, en bovendien niet meer dan 200 francs inkomen hebben. Zoodat dus alleen de wel gestelden onder de arbeiders en van hen alleen zij die in een pensioenfonds hebben bijgedragen, ervan zouden profiteeren. Een tegenvoorstel van Leydet wil van het millioen maken een onder steuningsfonds voor hulpbehoevende fransche burgers, die meer dan 70 jaar oud zijn. En de lieden van het slag van Chailley-Bert, onderkennende dat hier inbreuk wordt ge maakt op hun theorie: de geschikten aan moedigen, de ongeschikten steunen immers naar hun oordeel is geschikt, d. w. z. kan zijn brood verdienen, ieder volwassen man, dank zij ambachtsschool, arbeidsbeurs, woningwet en postspaarbank beijveren zich, deze lastige 2 millioen francs met spoed weg te stoppen in de kassen van reeds bestaande vereenigingen van onderlinge hulp of rilanthropischen aard. Zoo zit de Kamer in een impasse, omdat zij den moed niet heeft van een vaste overtuiging', en sociale beginselen van ingrijpend gevolg alken voteert, nimmer uitvoert. In het voteeren van beginselen, daarin zijn de Franschen altijd sterk geweest. Voor beelden daarvan zijn te over, maar sterker zijn er wel niet dan de sociale decreten uit de revolutietijden. Laten de Zwitsers eens bedenken, dat reeds den Bisten Augustus van 1700 in Frankrijk het recht op arbeid werd erkend, en den 19den Maart 1793 het recht van den arme op onderstand. Het staatje dat ik hier laat volgen, is van een groteske welsprekendheid : 13 Mei 1793 werd vastgesteld het besluit waarbij aan het Comitéd'Agriculture" werd opgedragen een strafwet te ontwerpen tegen de burgers die graan en meel in hun huizen hielden verborgen. 20?28 Juli 1793. Decreet tegen de opkoopers. 19 Augustus 1793. Decreet waarbij de direc teuren der departementen werden gemachtigd, een maximum prijs vast te stellen voor brand hout, houtskool, steenkool enzoovoorts 29 September 1793 Decreet waarbij voor geheel Frankrijk een uniformprijs werd vast gesteld voor de levensmiddelen en de onont beerlijke koopwaren. 2 October 1793- Decreet waarbij alle eetwaren in het maximum-decreet worden opgenomen. 11 Brumaire, van het jaar II. Vaststelling van den prijs der koopwaar op de plaats waar zij wordt vervaardigd. 14 Februari 1794 Wettig verklaring van het algemeen maximum tarief der Fransche Republiek. 4 Nivöse van het jaar III. Wet waarbij worden vervallen verklaard alle anderen, die de vaststelling van een maximum-tarief be vatten! In '48 heeft zich een herhaling van deze komedie voorgedaan. Men leze: Proclamatie betreffende de bescherming en de organisatie van den arbeid (25 Fe bruari '48): »De voorloopige regeering der fransche re publiek neemt de taak op zich, het bestaan van den werkman te verzekeren, door hem te doen arbeiden. »Zij garandeert arbeid aan alle citoyens. »Zij erkent dat de werklieden zich onder ling moeten verbinden, om de vruchten van hun arbeid te kunnen genieten »De voorloopige regeering wijst aan de ar beiders, daar het hun behoort, het millioen toe, dat vrij valt van de civile lijst." En dan worden er weder decreten uitge vaardigd: nationale werkplaatsen moeten worden gesticht (20 Februari); er worden kredieten voor uitgetrokken (22 Mei); zij worden vastgesteld op 3 millioen francs (20 Juni). Een permanente commissie voor de organisatie van den arbeid is den 28sten Februari benoemd, den 2Jen Maart is de arbeisdag beperkt en de handel verboden, den oden Juli krijgen de producttevereenigingen van werklieden een krediet van 3 millioen francs ik heb maar eenige voor beelden genoemd. Napoleon III heeft van al dat moois niet veel overgelaten. De derde republiek is van voren af' aan moeten beginnen. Maar daarom juist klinkt het zoo vreemd, te vernemen dat dank zij haar bemoeiingen, de werkman thans kan arbeiden en sparen naar hartelust, en blijde zijn in de zekerheid van zijn bezit. Het is, alsof de conservatieven het werk der beide revolutiën nog eens over wilden doen! PEO Socio. De Cigarren-Abschnitt-SammlerVerein". Een echt duitsch woord, voor een zaak die, omdat zij in medelijden haar grond vindt, inter nationaal mocht zijn. (Jij zit in een café, staat in de rookkamer van den schouwburg, drentelt langs een perron wachtend op vrienden of familie, enfin, waar gij ook zijt in Duitschland, het kan u gebeuren, dat gij een sigaar uit uw koker neemt, en de punt ervan willende afsnijden of bij ten, zeer beleefd wordt aangesproken. De onbe kende mijnheer neemt u handig uw sigaar uit uw vingers, knipt in een apart doosje de punt er af, steekt het in zijn zak en gaat beleefd groetend verder. Hij is een verzamelaar van sigarenpuntjes. Wanneer hij het doosje vol heeft, zendt hij het naar het dichtstbijzijnd depot van den »Verein", vanwaar in balen van vijftig kilogram de voorraad naar Lahr wordt ge xpedieerd, in het groothertogdom Baden. Lahr is de zetel van den «Cigarren-Abschnitt-SammlerVereir." Hier worden contracten gesloten met snuiffabrieken te Worms en te Otfenbach; wat aan het werk wordt verdiend is bestemd voor het sliijksweeshuis", dat sedert 15 Mei ISisöte Lahr door de kas van den »Verein" wordt onder houden. Lucifers. In Frankrijk worden jaarlijksch ongeveer :'»() milliard lucifers gebruikt, dat is 82 millioen per dag. Stelt men dat er n seconde noodig is om een lucifer af te strijken, dan gebruiken alle Fransclien tezamen daarvoor per dag twee jaar, zeven maanden, negen dagen n uur en acht en twintig seconden. Inhoud van verschillende bladen. *) liet Handelsblad. 1:5 April »Voordeel van bevloeiingswerken," (landrente in Indiö). ] l April. »De Gemeente en de Telephoon''. l(i April. »IIet telephoonbesluit en de Ge meentewet". 2(1 April. >Het telephoonbesluit". De Telegraaf. 1-1, 15 en 11> April. :De tuberculose en hare bestrijding door II. J. C. v. Lent." 17 April. «Veredeling van het ambacht'' (in gezonden). De Standaard. 15 April. »De schaduw zijde der vrijheid". 17 en 19 April. «Proeven van oplossing" (arbeidspensioen). Het Centrum. 17 April. »Politiseerende professoren." De T ij d. 11 April.«Werkstakingen". (Pleidooi voor organisatie van den arbeid). 12 April. »De »Umsturz-Vorlage in Duitsch land" II (slot). 13 April. »Barabbas", »Zeker een leelijk geval" (De kiezerslijsten te Rotterdam). 15 April. »Paschen". 18 April. »De Socialisten en werkstakingen." Het Nieuws van den Dag. 15 April. «Paschen". 18 April. »Effening van. den weg, welke door de gelederen naar den ofüciersrang voert", door X. D e N. Il o 11. C t. 15 April. »Nog eens: de droogmaking der Zuiderzee en de Staatscom missie". ^Tegen dj heeren S. J. Vermaes en A. A. Beekman). De (antir.) N ed.e r l a n d e r. 14 en 17 April. «Gemeenschappelijk belang I, II", (De Staat en de arbeidersbelangen). 19 en 20 April. »Calvijn en democratie I, II". Het Vaderland. 14?1G April. «Ter slui ting der verjaring." I (graanrechten). II et II aagsche Dagblad. 12 April. »Een oude quaestie." (klachten van gemeenten over belastingdruk). 14?K! April. »De gemeenten'nanciën in Frank rijk." 18 April. »Het fiasco van den ijzeren scheeps bouw", door X. Pert. Het Utrechtsche Dagblad. 13 April. «Geeft den armen!" Arnh. C t. 15 April. »Nog eens bescherming naar aanleiding van den af zon i erl ij ken herdruk der debatten, motie-Dobbelman". M i d d e l b. C t. »De interpellatie-Lohman". 17 April. «Calvinisten" (antwoord aan De Volk-:stim). W i n s c h. C t. 14 April. »De Leeuwarder politie verordening.'1 De Delftsche Opmerker. 13 April. »Mis gezien." (De Gron. motie over de Liberale Unie.) De X e d e r l a n d e r (Wbld.) 13 April. »Een nationaal congres." »De Duitsche pensioenwet." De Liberaal. 1:5 April. «Minimumloon en arbeidsduur." »0nze landsverdediging", door W.H. de Beaufort. De Volksstem. 20 April. »De Gewerenwet." «Calvinisten." »Twee erkende grieven." (bedrijfsbelasting). »Kiesrechtbeweging." V e n l o o s c h Weekblad. 13 April. »Strooperijen op protectionistisch gebied." (D. Ilr. Kolkman in de Kamer.) De Baanbreker. 13 April. »0ns eerste congres" (der arbeiderspartij te Deventer). F r i e s c h V o l k s b l a d. 14 April. «Da droogmaking der Zuiderzee. I." Bildtsche C t. 18 April. »Wintercursussen in Lar.dbouwkunde." Patrimonium. 20 April. «Voorheen en nu. I." (gilden.) Recht voor Allen. «Uit de Twentsche slavenkolonie". Weekblad voor de burgerlijke administratie. 18 April. «Art. 135 der Gem. wet." «Vrijstelling van militiedienst op grond van den dienst van een plaatsvervanger, na het overlij len van den vervangene volbracht." Ingezonden door S. met een antwoord van de Redactie. V r ij l and. 15 April. «Waarom juist Yrijlanders ?" *) EMUTIJI. De A m s t. C t. is er den vorigfn keer ongelukkig afgekomen. Onder haar inhouds opgaven staat inspecties, dit had moeten zijn inaptctricef:. Wel maar een drukfout, doch die ernstige gevolgen had kunnen hebben. Yvette Gnilbert, De kritiek moest het aan de toeschouwers niet 7.00 kwalijk nemen, dat zij zoo'n pleizier hadden in de schouwiteiten van Yvette. Zij trad immers op in een netten schouwburg, en er was gezegd dat zij de dingen zoo onschuldig doet voor zijn fatsoen behoefde dus niemand weg te blijven. Wanneer nu iemand, zonder dit zoo kostbaar nationaal bezit te hebben prijsgegeven, en toch eenmaal hier zittend, bevond, dat van het ge bruikelijk . »glisser" bij Yvette geen sprake was, wie zou het hem euvel duiden, dat hij bij dezen prikkelenden kost naar hartelust zich den buik liet schudden, vrijer, naarmate hij anderen vrijer zag? Het is zoo'n genot, eens nmaal in het openbaar, vrijuit, hardop, met het heele lichaam, te kunnen lachen over dingen waar je de rest van je leven voor je fatsoen je neus wel voor behoort op te trekken ! Zelfs bij La Soularde heb ik lui zien lachen. Als Yvette zoo met n beweging, door n houding een heel standje weet te doen zien, met

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl