Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 930
uit Japan de vredesvoorwaarden in haren
L; geheelen omvang eerst zullen worden open
baar gemaakt, wanneer zij door de beide
, regeeringen zijn geratificeerd, en dat het nog
'; ? wel twee of drie weken kan duren, eer dit
is geschied.
j, .' * *
' *
** Toen de bekende geograaf Elisée Reclus
in de vorige week zijne lessen aan de Vrije
f t Universiteit te Brussel sloot, was zijn laatste
woord gewijd aan de bespreking der vraag,
welke gevolgen de overwinning van Japan
voor het geheimzinninge Oosten zou hebben.
Volgens hem zou dientengevolge China nader
worden gebracht bij de Europeesche wereld
en ingewijd worden in de Westersche weten
schap.
.Nauwelijks een kwart eeuw geleden heeft
een natie met eene bevolking even talrijk
als die van Frankrijk, met eene artistieke,
verfijnde beschaving, plotseling gebroken met
zijne intellectueele, politieke en maatschappe
lijke traditiën; het heeft kloekmoedig zijne
nationale eigenliefde ten offer gebracht om
'J bij Europa ter schole te gaan.
, ^ En met welk gevolg!
De Japanners hebben zich niet bepaald
tot eene slaafsche, uiterlijke navolging. Zij
hebben de wetenschap en de besc'iaving van
Europ'a bestudeerd en die tot de hunne
ge> . maakt. Aanvankelijk werden de leerstoelen
door buitenlanders bezet en werden Europe
anen of Amerikanen aan het hoofd der tech
nische en industrieele ondernemingen ge
plaatst. Thans heeft Japan de hulp van
het buitenland niet meer noodig. Het heeft
zijn eigen professoren, gereesheeren, inge
nieurs, die in geen enkel opzicht bij hun
Europpesche collega's achterstaan. Het heeft
een geheel nationaal leger, dat met de meeste
moderne legers van Europa kan wedijveren;
het fabriceert zelf al wat het voor de bewa
pening noodig heeft, en waarvan de voor
treffelijkheid is gebleken in den zepevierenden
strijd met het tienmaal grootere China.
Zal China met deze les zijn voordeel doen?
Men zou het haast betwijfelen, want de ge
voelige nederlagen, die het voor jaren door
Frankrijk en door Engeland zijn toegebracht,
hebben op deze inerte massa zoo goed als
geen uitwerking gehad. Zoolang niet gebro
ken wordt met het mandarinaat en met de
regeering door de «geletterden" zal in China
niets veranderen, of zullen die veranderin
gen niet verder doordringen dan tot de op
pervlakte van het reusachtig lichaam. In
het begin van Maart heeft de onderkoning
van Nanking bij proclamatie eene rijke be
looning toegezegd aan ieder, die hem een
middel aan de hand kon doen om »de
Japansche dwergen uit te roeien." Daarop
meldde zich iemand aan, die jaren lang de
Chineesche klassieken had bestudeerd en
met behulp van die wetenschap een plan
had samengesteld, dat hij onfeilbaar achtte.
»Men voorzie'1 zoo luidde zijn advies
elk soldaat met een zwaard, een emmer vol
water en een bamboestengel. Bij den aanval
werpt men het water in de mondingen der
vijandelijke geweren en kanonnen, zoodat
deze niet kunnen worden afgevuurd. Dan
brengt men de vijanden ten val, door hun
de bamboestengels tusschen de beenen te
werpen; niets is gemakkelijker dan hun
j daarna het hoofd af te slaan." De
onderko' ning was over dit zotte voorstel zeer veront
waardigd, en joeg den geleerden adviseur
weg. Maar er waren te Nanking vele
Chineezen, die het advies volstrekt niet dwaas
vonden, en meenden, dat een aan de klas
sieken ontleende methode uit den aard der
zaak goed moest zijn.
De Figaro vergelijkt het China der man
darijnen eenigszins ondeugend met een Europa.
waarin slechts de klassieke wetenschap werd
onderwezen, een Europa zonder spoorwegen,
zonder telegraaf en telephoon, zonder groote
industrie, zonder geneeskunde, zonder
hygiène. »Zoo is de toestand in China: de
massa bestaat er uit menschen van zeer ge
regeld gedrag, van ongeloofelijke werkkracht
en matigheid. Maar om die massa te bestu
ren en te doen vooruitgaan, zijn er geen
personen, die met de wetten der natuur be
kend zijn ; er zijn slechts lieden die «strenge
klassieke studiën" hebben gemaakt, die
woorden, traditiën, formules uit een vergeten
verleden kennen, gelijkende op Europeanen,
die niets anders dan Latijn en Grieksch en
Romeinsch recht hebben geleerd ... Deze
lieden zijn tegen eiken vooruitgang, omdat
bij hen slechts het geheugen, de passieve
faculteit ontwikkeld is ; zij zijn niet in staat
tot waarnemen, uitvinden, tot initiatief nemen,
tot alles wat eene krachtige verstandelijke
inspanning vordert. Daar zij slechts de zaken
van het verleden kennen, hebben zij alleen
voor het verleden eerbied. Zulke lieden
maken de natie onbewegelijk, maken haar
tot een mummie."
Het wil er bij ons nog niet in, dat het
schitterend eucces van Japan in staat zou
zijn de Chineezen met hun mandarinaat te
doen breken. Maar als dit inderdaad ge
schiedde, dan zouden voor het oude Eu
ropa en het jonge Amerika nog heel wat
verrassingen kunnen komen!
Sociale,
IIIIIIlUIIlIIIIIIIIIIIIUtlIIIIIIIIIIIIIIIIIIttllltllllH
Wetgeving in Franlmjl
Laat mij, door het overpchrijven van eenige
zinnen van Joseph Chailley-Bert, een
goedconservatief, die zelf in een bundel de ver
schillende stukken van sociale wetgeving in
Frankrijk heeft bijeengebracht, een schets
geven van wat de derde republiek heeft ge
meend, voor den werkman te moeten doen.
»De wetgever heeft in deze eeuw die gaat
verdwijnen van twee standpunten het sociale
vraagstuk bekeken : hij heeft de plichten van
den individu en de plichten der gemeenschap
bestudeerd.
De volwassen man moest arbeiden, op hem
en op hem alleen rust de zorg voor zijn eigen
leven en dat van hen die hij maakt tot de
zijnen. Dit is een zware plicht; de Staat
erkent het, en tracht de vervnllng ervan ge
makkelijk te maken. Het individu moet wer
ken, hij moet dus werk kunnen vinden, hij
zal dat alleen doen wanneer hij een bekwaam
werkman is, en hem wordt dus de gelegen
heid gegeven, een vak, een ambacht te leeren.
Hij moet weten tot wien zich te wenden; de
werkzoekende wordt in aanraking gebracht
met hen die werk willen geven. Is hij een
maal in de werkplaats, dan beschermt men
hem tegen mogelijke ongelukken. Heeft hij
ten slotte gewerkt en zijn loon ontvangen,
dan komen de wetten tusschenbeide, opdat
hij zich een woning kan huren, zich voedsel
verschaffen. En niet alleen dat aan het heden
wordt gedacht: er worden instellingen van
voorzorg (spaarkassen, pensioenfondsen) in
het, leven geroepen , en wanneer ten slotte
werkzaamheid en spaarzaamheid hem een eigen
bezit hebben gefchapen, wordt dat bezit be
schermd.
Dus: de volwassen man moet kunnen wer
ken. Van wat hij verdient moet hij kunnen
leven en sparen. De gemeenschap tracht hem
werk te verschaffen, hem het sparen gemak
kelijk te maken, hem zijn eigendom te ver
zekeren."
Zuiverder bijna ia het standpunt van den
conservatief tegenover de sociale wetgeving
niet uit te duiden. Noodeloos is het, hem te
wijzen op het verschil tusschen wat hij zegt
en wat hij zou moeten zeggen, gebruikte hij geen
groote woorden. De gemeenschap als zooda
nig, die den franschen werkman aan arbeid
helpt! SVie herkent in een dergelijk opsnijden
over de instelling der arbeidsbeurzen niet de
frase ?
Teekenend voor den ernst van defransche
Kamer in zake sociale wetgeving is de post
in het budget van den minister van Handel,
waar onder den titel: «ondersteuning der
werk liedenpensioen-fondsen" twee millioen
francs zijn uitgetrokken. Een speciale wet
zal aangeven hoe dat millioen moet worden
besteed. De budget-commissie heeft zich aan
den arbeid gezet, en voorgesteld de som
vijfen-twintig jaar vast te zetten, en dan uit de
rente werklieden te ondersteunen, die uit een
pensioenfonds uit recht van eigen bijdragen
hoogstens 300 francs trekken, en bovendien
niet meer dan 200 francs inkomen hebben.
Zoodat dus alleen de wel gestelden onder de
arbeiders en van hen alleen zij die in een
pensioenfonds hebben bijgedragen, ervan
zouden profiteeren. Een tegenvoorstel van
Leydet wil van het millioen maken een onder
steuningsfonds voor hulpbehoevende fransche
burgers, die meer dan 70 jaar oud zijn. En
de lieden van het slag van Chailley-Bert,
onderkennende dat hier inbreuk wordt ge
maakt op hun theorie: de geschikten aan
moedigen, de ongeschikten steunen immers
naar hun oordeel is geschikt, d. w. z. kan zijn
brood verdienen, ieder volwassen man, dank
zij ambachtsschool, arbeidsbeurs, woningwet en
postspaarbank beijveren zich, deze lastige 2
millioen francs met spoed weg te stoppen in de
kassen van reeds bestaande vereenigingen van
onderlinge hulp of rilanthropischen aard. Zoo
zit de Kamer in een impasse, omdat zij den
moed niet heeft van een vaste overtuiging',
en sociale beginselen van ingrijpend gevolg
alken voteert, nimmer uitvoert.
In het voteeren van beginselen, daarin
zijn de Franschen altijd sterk geweest. Voor
beelden daarvan zijn te over, maar sterker
zijn er wel niet dan de sociale decreten uit
de revolutietijden. Laten de Zwitsers eens
bedenken, dat reeds den Bisten Augustus van
1700 in Frankrijk het recht op arbeid werd
erkend, en den 19den Maart 1793 het recht
van den arme op onderstand. Het staatje
dat ik hier laat volgen, is van een groteske
welsprekendheid :
13 Mei 1793 werd vastgesteld het besluit
waarbij aan het Comitéd'Agriculture" werd
opgedragen een strafwet te ontwerpen tegen
de burgers die graan en meel in hun huizen
hielden verborgen.
20?28 Juli 1793. Decreet tegen de opkoopers.
19 Augustus 1793. Decreet waarbij de direc
teuren der departementen werden gemachtigd,
een maximum prijs vast te stellen voor brand
hout, houtskool, steenkool enzoovoorts
29 September 1793 Decreet waarbij voor
geheel Frankrijk een uniformprijs werd vast
gesteld voor de levensmiddelen en de onont
beerlijke koopwaren.
2 October 1793- Decreet waarbij alle eetwaren
in het maximum-decreet worden opgenomen.
11 Brumaire, van het jaar II. Vaststelling
van den prijs der koopwaar op de plaats waar
zij wordt vervaardigd.
14 Februari 1794 Wettig verklaring van
het algemeen maximum tarief der Fransche
Republiek.
4 Nivöse van het jaar III. Wet waarbij
worden vervallen verklaard alle anderen, die
de vaststelling van een maximum-tarief be
vatten!
In '48 heeft zich een herhaling van deze
komedie voorgedaan. Men leze:
Proclamatie betreffende de bescherming
en de organisatie van den arbeid (25 Fe
bruari '48):
»De voorloopige regeering der fransche re
publiek neemt de taak op zich, het bestaan
van den werkman te verzekeren, door hem
te doen arbeiden.
»Zij garandeert arbeid aan alle citoyens.
»Zij erkent dat de werklieden zich onder
ling moeten verbinden, om de vruchten van
hun arbeid te kunnen genieten
»De voorloopige regeering wijst aan de ar
beiders, daar het hun behoort, het millioen
toe, dat vrij valt van de civile lijst."
En dan worden er weder decreten uitge
vaardigd: nationale werkplaatsen moeten
worden gesticht (20 Februari); er worden
kredieten voor uitgetrokken (22 Mei); zij
worden vastgesteld op 3 millioen francs (20
Juni). Een permanente commissie voor de
organisatie van den arbeid is den 28sten
Februari benoemd, den 2Jen Maart is de
arbeisdag beperkt en de handel verboden,
den oden Juli krijgen de
producttevereenigingen van werklieden een krediet van 3
millioen francs ik heb maar eenige voor
beelden genoemd.
Napoleon III heeft van al dat moois niet
veel overgelaten. De derde republiek is van
voren af' aan moeten beginnen. Maar daarom
juist klinkt het zoo vreemd, te vernemen dat
dank zij haar bemoeiingen, de werkman thans
kan arbeiden en sparen naar hartelust, en
blijde zijn in de zekerheid van zijn bezit.
Het is, alsof de conservatieven het werk der
beide revolutiën nog eens over wilden doen!
PEO Socio.
De
Cigarren-Abschnitt-SammlerVerein".
Een echt duitsch woord, voor een zaak die,
omdat zij in medelijden haar grond vindt, inter
nationaal mocht zijn. (Jij zit in een café, staat
in de rookkamer van den schouwburg, drentelt
langs een perron wachtend op vrienden of familie,
enfin, waar gij ook zijt in Duitschland, het kan
u gebeuren, dat gij een sigaar uit uw koker
neemt, en de punt ervan willende afsnijden of bij
ten, zeer beleefd wordt aangesproken. De onbe
kende mijnheer neemt u handig uw sigaar uit
uw vingers, knipt in een apart doosje de punt
er af, steekt het in zijn zak en gaat beleefd
groetend verder. Hij is een verzamelaar van
sigarenpuntjes. Wanneer hij het doosje vol heeft,
zendt hij het naar het dichtstbijzijnd depot
van den »Verein", vanwaar in balen van vijftig
kilogram de voorraad naar Lahr wordt ge
xpedieerd, in het groothertogdom Baden. Lahr is de
zetel van den
«Cigarren-Abschnitt-SammlerVereir." Hier worden contracten gesloten met
snuiffabrieken te Worms en te Otfenbach; wat
aan het werk wordt verdiend is bestemd voor
het sliijksweeshuis", dat sedert 15 Mei ISisöte
Lahr door de kas van den »Verein" wordt onder
houden.
Lucifers.
In Frankrijk worden jaarlijksch ongeveer :'»()
milliard lucifers gebruikt, dat is 82 millioen per
dag. Stelt men dat er n seconde noodig is
om een lucifer af te strijken, dan gebruiken alle
Fransclien tezamen daarvoor per dag twee jaar,
zeven maanden, negen dagen n uur en acht
en twintig seconden.
Inhoud van verschillende bladen. *)
liet Handelsblad. 1:5 April »Voordeel
van bevloeiingswerken," (landrente in Indiö).
] l April. »De Gemeente en de Telephoon''.
l(i April. »IIet telephoonbesluit en de Ge
meentewet".
2(1 April. >Het telephoonbesluit".
De Telegraaf. 1-1, 15 en 11> April. :De
tuberculose en hare bestrijding door II. J. C.
v. Lent."
17 April. «Veredeling van het ambacht'' (in
gezonden).
De Standaard. 15 April. »De schaduw
zijde der vrijheid".
17 en 19 April. «Proeven van oplossing"
(arbeidspensioen).
Het Centrum. 17 April. »Politiseerende
professoren."
De T ij d. 11 April.«Werkstakingen". (Pleidooi
voor organisatie van den arbeid).
12 April. »De »Umsturz-Vorlage in Duitsch
land" II (slot).
13 April. »Barabbas", »Zeker een leelijk geval"
(De kiezerslijsten te Rotterdam).
15 April. »Paschen".
18 April. »De Socialisten en werkstakingen."
Het Nieuws van den Dag. 15 April.
«Paschen".
18 April. »Effening van. den weg, welke door
de gelederen naar den ofüciersrang voert", door X.
D e N. Il o 11. C t. 15 April. »Nog eens: de
droogmaking der Zuiderzee en de Staatscom
missie". ^Tegen dj heeren S. J. Vermaes en
A. A. Beekman).
De (antir.) N ed.e r l a n d e r. 14 en 17 April.
«Gemeenschappelijk belang I, II", (De Staat en
de arbeidersbelangen).
19 en 20 April. »Calvijn en democratie I, II".
Het Vaderland. 14?1G April. «Ter slui
ting der verjaring." I (graanrechten).
II et II aagsche Dagblad. 12 April. »Een
oude quaestie." (klachten van gemeenten over
belastingdruk).
14?K! April. »De gemeenten'nanciën in Frank
rijk."
18 April. »Het fiasco van den ijzeren scheeps
bouw", door X. Pert.
Het Utrechtsche Dagblad. 13 April.
«Geeft den armen!"
Arnh. C t. 15 April. »Nog eens bescherming
naar aanleiding van den af zon i erl ij ken herdruk
der debatten, motie-Dobbelman".
M i d d e l b. C t. »De interpellatie-Lohman".
17 April. «Calvinisten" (antwoord aan De
Volk-:stim).
W i n s c h. C t. 14 April. »De Leeuwarder
politie verordening.'1
De Delftsche Opmerker. 13 April.
»Mis gezien." (De Gron. motie over de Liberale
Unie.)
De X e d e r l a n d e r (Wbld.) 13 April. »Een
nationaal congres." »De Duitsche pensioenwet."
De Liberaal. 1:5 April. «Minimumloon en
arbeidsduur." »0nze landsverdediging", door W.H.
de Beaufort.
De Volksstem. 20 April. »De
Gewerenwet." «Calvinisten." »Twee erkende grieven."
(bedrijfsbelasting). »Kiesrechtbeweging."
V e n l o o s c h Weekblad. 13 April.
»Strooperijen op protectionistisch gebied." (D. Ilr.
Kolkman in de Kamer.)
De Baanbreker. 13 April. »0ns eerste
congres" (der arbeiderspartij te Deventer).
F r i e s c h V o l k s b l a d. 14 April. «Da
droogmaking der Zuiderzee. I."
Bildtsche C t. 18 April. »Wintercursussen
in Lar.dbouwkunde."
Patrimonium. 20 April. «Voorheen en nu.
I." (gilden.)
Recht voor Allen. «Uit de Twentsche
slavenkolonie".
Weekblad voor de burgerlijke
administratie. 18 April. «Art. 135 der
Gem. wet." «Vrijstelling van militiedienst op
grond van den dienst van een plaatsvervanger,
na het overlij len van den vervangene volbracht."
Ingezonden door S. met een antwoord van de
Redactie.
V r ij l and. 15 April. «Waarom juist
Yrijlanders ?"
*) EMUTIJI. De A m s t. C t. is er den vorigfn
keer ongelukkig afgekomen. Onder haar inhouds
opgaven staat inspecties, dit had moeten zijn
inaptctricef:. Wel maar een drukfout, doch die
ernstige gevolgen had kunnen hebben.
Yvette Gnilbert,
De kritiek moest het aan de toeschouwers niet
7.00 kwalijk nemen, dat zij zoo'n pleizier hadden
in de schouwiteiten van Yvette. Zij trad immers
op in een netten schouwburg, en er was gezegd
dat zij de dingen zoo onschuldig doet voor
zijn fatsoen behoefde dus niemand weg te blijven.
Wanneer nu iemand, zonder dit zoo kostbaar
nationaal bezit te hebben prijsgegeven, en toch
eenmaal hier zittend, bevond, dat van het ge
bruikelijk . »glisser" bij Yvette geen sprake was,
wie zou het hem euvel duiden, dat hij bij
dezen prikkelenden kost naar hartelust zich den
buik liet schudden, vrijer, naarmate hij anderen
vrijer zag? Het is zoo'n genot, eens nmaal
in het openbaar, vrijuit, hardop, met het heele
lichaam, te kunnen lachen over dingen waar je
de rest van je leven voor je fatsoen je neus wel
voor behoort op te trekken !
Zelfs bij La Soularde heb ik lui zien lachen.
Als Yvette zoo met n beweging, door n
houding een heel standje weet te doen zien, met