De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 28 april pagina 1

28 april 1895 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 931 DE AMSTERDAMMER A°. 1895. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dit Nummer bevat een Bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 {Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel b;j de Vijzelstraat, 542. Zondag 28 April Abonnement per 3 maanden .... Voor Indiëpsr jaar Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer Reclames per regel ?1.50, fr. p. post ? 1.65 mail 10.. 0.12' . . 0.20 ? 0.40 I N H O 17 Di YAN TEEBE EN VAN NABIJ: Een onbeduidenc verslag, door B. Het Knebelgesetz". SOCIAL] AANGELEGENHEDEN: De Vrouwenbeweging Duitschland, door Pro Socio. TOONEEL EN MU ZIEK: Kroniek, door T. d. G. Muziek in de hoofd stad, door Van Milligen. KUNST EN LETTEREN Ethnographie en Konstkroniek, door S Muller Fz. Boekbeoordeeling, door Z. Z. Z. WETENSCHAP Arische levenswijsheid uit het oude Indië, door Di H. C. Muller. I. INGEZONDEN. NEDERLAND IN BEELD EN SCHRIFT: Dagbladpers, door J. H. G FEUILLETON: Augustin Robespierre, door Dr Jan ten Brink. I. SCHAAKSPEL. VOOR DA MES, door E-e. RECLAMES. VARIA. AL LEBLEI. PEN- EN POTLOODKBASSEN. AD YEBTENTIEN. iiiiiiitttiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiii Verschillende hoof d ambten aren eji takken van den publieken dienst hebben ten plich ieder jaar aan de regeering een verslag uit te brengen, betreffende de aangelegenheden tot hun ressort behoorende. Het valt niette ontkennen, dat sommige dezer rapporten zeer geschikt zijn om een blik te doen slaan in verschillende toestanden en de oeconomische verhoudingen der bevolking. Anderen echter schijnen met opzet ingericht om niets te zeggen, of te verbergen, hetgeen men in de eerste plaats zou meenen te moeten vinden. Tot deze laatste soort behoort het dezer da gen bij de Tweede Kamer ingediende: Ver slag omtrent den toestand van het Kroon domein. Dit domein bezit in verschillende deelen van Nederland uitgestrekte eigendommen, bestaande uit bosschen, weiden, losse bouwperceelen, tienden en geheele hofsteden. Het zou van belang zijn te weten, hoe op deze goederen de toestand is der pach ters, welke de huurprijzen zijn en of bij het bepalen der pacht rekening is gehouden met den achteruitgang der prijzen van alle landbouwproducten, waarover allerwege in ons land wordt geklaagd. Slechts een en kele opgaaf vinden wij, wat de hoogte der pacht aangaat en wel van twee hofsteden in het rentambt Middelburg, die voor f 48 per H.A. en voor den tijd van 7 en 10 jaren opnieuw werden verpacht; of eenige afslag van pacht werd toegestaan wordt niet ver meld, alleen wordt gezegd »dat de pachtconditiën naar de behoefte die zich daartoe deed gevoelen, waren herzien" en de veron derstelling, dat eerder verhooging dan verla ging heeft plaats gehad, komt minder gewaagd voor, wanneer ik een pachtcontract uit een ander rentambt van het kroondomein, dat voor mij ligt, nazie en vind, hoe zelfs dit jaar, bij nog ongunstiger verhoudingen inde landbouwwereld, een pacht van f 4000 werd verhoogd met ? 200 per jaar. Een lange reeks van opgaven is in het rapport opgenomen omtrent den toestand der schuren, woonhuizen en andere gebou wen, tot de bezittingen van het kroondomein behoorende, omtrent den toestand van de landbouwbevolking op deze goederen werk zaam, van de welvaart of den teruggang der pachters vinden wij geen enkel woord. Toch is het genoeg bekend, dat in vele streken de oogst in 1894 zoo ellendig was en de prijzen van vele graansoorten zoo verre be neden de meest middelmatige markt, dat bijna de geheele pacht uit eigen middelen moest worden betaald. Dat in een der rentambten de gezamen lijke pachters zich daarom tot de admini stratie hebben gewend met verzoek om de aanzienlijke schade te willen doen nagaan door de overvloedige regens veroorzaakt en in verhouding daarvan eenigen afslag toe te staan, wordt niet in het verslag vermeld en dus evenmin, dat zij op dit verzoek een wei gerend antwoord hebben ontvangen. Bij al het weinig zeggende omtrent de domein^ac/iters, naast de gedetailleerde op gaven omtrent alle rampen door vuur, water of wind, die de doEaeingebouwen en domeingronden hebben getroffen, geven toch een paar zinsneden in het verslag ten duidelijkste aan, hoe ook hier, waar men gaarne anders had gehoopt, de grondeigenaar verre staat van het wel en wee van den landbouwer, die den grond voor hem bewerkt. »In het rent ambt Hulst, zoo wordt gezegd, werd belang rijke verwoesting veroorzaakt door den hagel." De pachters echter, zoo wordt er bijgevoegd, waren lid van eene onderlinge verzekering maatschappij, zoodat het verlies bijna geheel werd vergoed. Het domeinbestuur zelf staat buiten deze verzekering, de vermelding in het verslag van deze onvoorziene ramp zou alleen dan van beteekenis zijn, indien de premie door het domein werd betaald of althans het »bijna", dat aan de vergoeding te kort kwam, door kwijtschelding van pacht of anderszins werd bijgepast. Hier van is echter geen sprake omdat de gewone restrictie, waartoe het Burg. Wetb. uitlokt, om ook bij onvoorziene rampen in geen ge val vrijstelling van pacht toe te staan, ook is opgenomen in de huurcontracten vanwege het besproken domein. »Op n hoeve, zoo lezen wij elders, gele»gen onder het rentambt Arnhem, brak on»der het vee het miltvuur uit en leed de »pachtster groote verliezen." Geen enkel woord zegt, dat zij eenige te gemoetkoming ontving! Nog een zonderlinge omissie bevat dit ver slag evenals dat van het vorige laar. De inkomsten van het kroondomein, zoo wordt gezegd, waren aanmerkelijk lager, ten gevolge vooral van de steeds mindere opbrengst der tienden en de uitgaven hooger door de noodzakelijke herstellingen aan gebouwen. Er wordt echter niet bijgevoegd, hoeveel daartegenover de vermeerdering der in komsten bedroeg tengevolge van de ver hooging b. v. der pachten van eenige «be langrijke bouwhoeven, gelegen in het rent ambt Roosendaal", waarvan in een vorioverslag wordt melding gemaakt en evenmin vinden wij met een enkel woord gewag ge maakt van de vermindering van uitgaven, als een gevolg van de aanzienlijke verlaging van de grondbelasting, twee jaren geleden door de peraequatie dier belasting verkregen. In een enkel rentambt bedraagt dit min stens ? 500 per jaar; toch heeft geen enkele pachter aldaar of elders, om deze reden eenige vermindering van pacht ontvangen, zoodat geheel dit bedrag kan worden geboekt als een extra voordeel, het domein in den schoot geworpen, door eene wijziging in de wetgeving, zooals men meende ten bate van den landbouwer. S. B. Het Knebelgeselz". «Onzekerheid is de karakteristiek van onze >olitiek", schrijft de Frankfurter Zl.ui/. aan den vooravond van het weder samenkomen der afgevaardigden tot den Rijksdag. Juister con de nieuwe koers die wordt gevaren sedert de nu tachtigjarige loods aan wal werd gezet, niet worden aangegeven. Van een vast pro gram, doorgevoerd tot in zijn allerschadelijkste consequenties is de Rijksregeering gekomen op een program van toevallig heden, waarin nauwelijks nog een systeem valt te ontdekken, een program zoo over laden tevens, dat de Rijksdag, ook al bleef hij tot in het hartje van den zomer bijeen, het niet zou kunnen afwerken. Maar bekend genoeg is het, dat de vergaderingen die na Pinksteren worden gehouden door slechts de kleinste helft der leden plegen te worden bezocht, zoodat de onbevoegdheid om besluiten te nemen dan aan de orde van den dag is. Een lijstje van wat de Rijksdag onderhanden heeft, zal den lezer medelijden inboezemen om den langdurigen, ver van normalen arbeidsdag, waaraan de leden zich hebben te onderwerpen. Aangekondigd, maar nog niet ontvangen zijn de ontwerpen tegen onedele concurrentie en op de suikerbelasting; die op den brandewijn en de beursbelasting wachten op de eerste lezing; de tabaksbe lasting en de met haar verband houdende financieele hervorming zijn door de com missies behandeld; de eerste was begraven geweest, had het centrum er niet de reddende hand naar uitgestoken. Verder liggen nog een hervorming der rechtspraak, van het proceswezen, van de fabriekswet op behan deling te wachten, moet de beroepstelling worden voorbereid, moeten de juridische bepalingen voor de binnenscheepvaart worden herzien en de handelsovereenkomsten met Spanje. Om nu van een vijfligtal voorstellen, uit den boezem van den Rijksdag zelf o. a. het voorstel-Kanitz, een aantal petitionementen en aangevochten stembusuitspraken te zwijgen. Het voornaamste hebben wij bo vendien voor het laatst bewaard: de »Umsturz-vorlage'', of het »Knebelgesetz", gelijk het thans niet alleen in de dem-cratische bladen wordt genoemd. De afgevaardigde tot den Rijksdag worde echter niet te luide beklaagd. Meer en meer wordt het gewoonte, den eigenlijken arbeid over te liten aan de commissies van voorbe reiding die uit de leden en naar de verhou ding der partijen gekozen, vóór de ontwerpen in de volle vergadering komen, ze nauw keurig onderzoeken, en dikwijls belangrijk wijzigen. In die commissies nemen speciali teiten zitting, en overigens de degelijkste leden der partij; de zieltjes zonder zorg heb ben dus bij de stemming alleen op het advies hunner voormannen af te gaan, om zich als waardige leden hunner partij te gedragen. Bovendien beslist het »Seniorenkonvent" over de volgorde bij de behandeling der ontwer pen, in overleg met de regeering; de ballast wordt dan overboord geworpen, en alleen de onderwerpen die zich het meest naar voren dringen worden afgedaan. Ditmaal zal de»Umsturzvorlage" den hoofd schotel vormen van de parlementaire discus sies. »Ik heet de heeren welkom bij hun weder opgevatten, naar ik hoop vruchtbaren arbeid"; deze korte maar krachtige ope ningsrede van den heer Von Buol, mag wel in de eerste plaats op dit ontwerp haar in vloed oefenen. Want het staat te verwachten, dat het tot een zee van woorden zal aan leiding geven, met een resultaat dat wel door een kinderhand kan worden omvat. Men weet, dat de stemming over het gelukwenschen van Bismarck aan het «Knebelgesetz", dat door bijna iedereen voor onmogelijk was ver klaard, nieuwe kansen heeft gegeven. Intusschen hebben de democraten van de vakan tie van den Rijksdag gebruik gemaakt, om een laaie, dag aan dag opnieuw aangevatte agitatie er tegen te verwekken, met het ge volg, dat langzamerhand de wél trage publieke opinie is wakker geworden. Kunstenaars en geleerden, eenvoudige burgers en hooggeplaatsten hebben er tegen gepetitioneerd; de magistraat van Berlijn en de gemeenteraad hebben zich in de beweging geschaard trots ongenade van boven, en de vereeniging van geschiedkundigen achtte een verklaring van harentwege misplaatst, maar buiten de katho lieke en officieele kringen waren zij bijna de eenigen die niet protesteerden. De couranten hebben voor een reuzenpetitionement hard nekkig propaganda gemaakt, zoodat niet al leen de nationaal-liberalen terugkwamen van hun ingenomenheid met het ontwerp, die van Baden onderteekenden de verzoeksch'. iften, en de Jjdi/i.ic-lte Xntionul-Liliei-ale Korrr.^ioin/cii'.- gaf den naïeven raad, protestvergaderiugen te houden »na de tweede lezing, als het lot van het ontwerp met zekerheid is te voorzien" maar zelfs de conserva tieven gingen wankelen. De duitsch-conservatieve partijdag, te Nürnberg vergaderd, nam eenstemmig de resolutie aan tegen de »Umsturzvorlage". De regeering van het altijd liberale Würtemberg zal, zoo heet het, in den bondsraad tegen stemmen Hiermede is echter over het lot van het ontwerp de teerling nog niet geworpen. De afkeuring der conservatieven vindt voorna melijk haar grond in de wijzigingen, door de commissie aangebracht; de bepalingen ter verscherping der discipline in het leger ko men hun gewenscht voor; zij nemen echter aanstoot aan het ontbreken van bedreiging met straf tegen het boycotsysteem ; zij achten de bepalingen ter bestrijding der sociaal democratie niet scherp en sluitend genoeg; naar hun meening zijn de belangen der katholieken te veel op den voorgrond gesteld en behoorden ook de kerkhervormers door de wet te worden beschermd. Luther, van wien nota bene menige uiting leeft, die hem onder den wrekenden arm dezer wet zou brengen ! Een wijziging hier en daar zou dus de »Rijksgetrou\ven" gemakkelijk uit hun oppo sitie terughalen, te meer, daar de keizer op de aanneming van het «Knebelgezetz'1 schijnt te blijven staan, het moge dan worden ge wijzigd of niet. De Norddcutxche Allgemeine Ztng. heeft dan ook geen oogenblik geaar zeld. Haar imponeerde, zoo verzekerde zij, al het vergaderen en al het petitioneeren van het »Volk der Denker und Dichter" rondom haar niet het minst. Juist het lawaai tegen het ontwerp gemaakt, de schimpnamen eraan gegeven, bewijzen zijn noodzakelijk heid ; de professoren en kunstenaars deden beter met in hun studeerkamer en atelier te blijven, en wie op straat ging schreeuwen bewees eenvoudig zijn onkunde met den tegenwoordigen toestand van het Duitsche Rijk. Het is ten slotte gebleken dat dit orgaan beter dan alle anderen op de hoogte is van de stemming in de «allerhoogste" kringen ; zijn weifelende partijgenooten draaien wel licht nog bij, evenals de nationaal-liberalen, die kunnen zwenken als een garderegiment. Het centrum, oogenschijnlijk niets willende laten vallen van zijn nog niet bezegelde verovering, blijft van alle regeeringspartijen het meest consequent. »Wil men een christelijken staat," zoo redeneert het bij monde van de Kijlniwhc Volkztntj., »dan moet men niet toelaten, dat hij door atheïstische pro paganda wordt ondermijnd." Woorden, die zeker door Wilhelm II, die zich zoo sterk gevoelt als »König und Kaiser von Gottes Gnaden", met volle instemming zullen zijn gelezen. »Men kan de kroon niet beschermen, wanneer het altaar vogelvrij is. De liberale professoren hebben het atheïsme uitgevonden, de sociaal-demokraten brengen het in de wandeling." Het ontwerp is a prendre ou a laisser, zegt het blad; van een vergelijk willen wij niet weten. Het centrum is nog altijd de partij die zij was bij het leven van \Vindthorst: zonder haar krijgt geen regee ring in Duitschland iets gedaan, en zij kan dus gemakkelijk een hoogen toon voeren. Maar het is niet de hooge toon, doch de kunst van geven en nemen, zij het dan ook van nemen vooral, die het centrum sterk moet maken. Er zal dus op de woorden van de K. Volkxztng. wel wat zijn af te dingen. Volgens het jongste nieuws echter is ook voor het Centrum de vreugde van het ont werp af. De laatste berichten luiden, dat de regee ring tevreden zou zijn indien alleen op het socialistisch drijven in leger en vloot strengere straften werden gesteld. Er zou dan van het »Knebelgezetz" niet veel overblijven. Het zou met een kapitulatie gelijk staan. Van meer dan n kant is trouwens in de laatste dagen de vraag gedaan, of het niet beter was door eigen voorbeeld, dan door wetten den eerbied voor de gestelde machten te onderhouden. Freiherr von Kotze is door den keizer zelf aan de burgerlijke rechtspraak onttrokken; vrijgesproken, is het eerste wat de keizerlijke ceremoniemeester gaat doen, duelleeren: hij stelt zich dus »nach berühmtem Muster1' boven de wet. Hij duelleert op den stillen Zaterdag, en als hij gewond wordt, is de keizer een der eersten die met bloemen hem de bewijzen zijner sympathie komt brengen. Kan in de oogen van wie aan wet en godsdienst houden zulk voorgaan meer goedkeuring vinden dan een zoetelijk echtbreuknovelletje?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl