De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 28 april pagina 8

28 april 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

r S' v 8 DE AMSTERDAMMEK, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 931 De verkoop van bladen aan de kiosken, die in 1891 vgf- a zesduizend per maand bedroeg, is thans gestegen tot ruim vijf-entwintig duizend per maand. Aan de bureaux, waar men in 1891 slechts eenige honderden exemplaren per maand verkocht, worden thans ruim veertien dui zend in ne maand in losse exemplaren gedebiteerd. En, ondanks dien verkoop van losse exem plaren, blijft ook het aantal abonnés voort durend stijgen. Van die stijging wordt aanteekening ge houden, niet slechts betreffende de verschil lende plaatsen, maar ook betreffende de ver schillende straten en grachten van Amsterdam. »Is", vroegen wij, »dat niet een reuzenwerk?1' »Niet, nu het eenmaal geregeld is", luidde het antwoord; «natuurlijk heeft het eenige inspanning gekost om het zoover te brengen, maar nu kan ik eiken dag, zonder moeite, opgeven hoe de zaken staan. Alles is tot den dag bij. Wanneer des namiddags te zes uren de bureaux gesloten worden, dan mag er niets wezen, dat nog gedaan zou hebben kunnen worden". Boven de bureaux van de directie en de redactie is de zetterij gelegen, een ruim goed verlicht en goed geventileerd lokaal waar hard gewerkt moet worden, maar waar de door den Directeur geconstateerde goede geest, die onder het personeel heerscht, het werk met lust en ijver doet verrichten. * * * »Ik kom," zeide de directeur, «dagelijks eenige malen op de zetterij, maar ik kan de leiding der werkzaamheden gelukkig geheel overlaten aan den chef, den heer Versie ij en, die mijn volle vertrouwen heeft, en die door de opgewektheid, waarmee hij zijn taak ver vult, zijn tact om met anderen om te gaan, krachtig hseft bijgedragen tot bevordering van den goeden geest, die onder het perso neel heerscht. »Hebt ge," vroegen we, »ook maatregelen op sociaal gebied voor uw personeel getroffen ? Zijn er ook zieken- of andere fondsen?" »Het personeel weet," luidde het antwoord, »dat, ingeval van ziekte, het rekenen kan op uitbetaling van het halve loon, zonder dat het daarvoor iets heeft bij te dragen. En toen niet lang geleden een der oudsten van het personeel overleed de eerste, dien ik door den dood verloor en het bleek dat hij niet voor een behoorlijke begrafenis had gezorgd, is daarin voorzien en werd aan zijn weduwe, voor evenveel jaren als hij in dienst was geweest, een weekgeld toegekend, gelijk aan een derde van het loon, dat de overle dene had verdiend. Ik mag daarvan melding maken, omdat niet ik het was, van wien dit besluit is uitgegaan maar wel van de zaak. Maar bepalingen daaromtrent bestaan er niet. Het behoeft niet beschouwd te worden als een gunst, het mag ook niet beschouwd worden als een recht; het is een stilzwijgend gevolg van een goede verstandhouding, die natuurlijk maakt dat men elkander in tijd van nood niet in den steek laat. Die goede ver standhouding bestaat meer en meer. Ik heb volkomen vertrouwen, dat het personeel mij evenmin in den steek zal laten, als ik het noodig had. Trouwens ik heb daarvan de bewijzen gehad. Toen eenige maanden gele den alle drukkerijen hier ter stede bij beur ten met een werkstaking door haar personeel werden bedreigd, moest ook ik natuurlijk afwachten wat er bij ons zou gaan gebeuren. Ik had goed vertrouwen, maar zekerheid dienaangaande had ik toch niet. Welnu er is ten onzent niets gebeurd. Het werk is ge regeld blijven voortgaan, geen eisch is ver nomen en de onze is nagenoeg de eenige courantendrukkerij geweest, waar het werk ook niet n seconde, is onderbroken. Na tuurlijk heb ik, toen de beweging was afgeloopen, het personeel mijn dank betuigd voor zijn uitstekende houding en wel gezorgd dat het, door mij rustig ter zijde te blijven staan, niet in minder gunstige conditie kwam, dan anderen, die een loonsverhooging hadden afgedwongen. »Het spreekt van zelf dat de band tusschen het personeel en mij en ook tusschen het personeel onderling, door zulk een ervaring, waarin men op elkaar leert steunen, krachtig wordt versterkt. Zij vertrouwen op mij, ik vertrouw op hen; te zamen beschouwen wij ons als beambten eener zelfde zaak, welke bloei onze welvaart is. »Want ook bij het welslagen der onder neming heeft het personeel belang. Van de winst wordt een tantième onder allen ver deeld. Over velen verdeeld, was dat tot dus ver voor ieder afzonderlijk nog geen aanzien lijk bedrag; maar het werd toch door allen als een welkom buitenkansje beschouwd. En dan onze zaak is nog jong; zij had elk in de winst op geen enkele drukkerij wordt toegekend. Maar ik ben er van teruggekeerd. Gaan de zaken niet goed, dan beteekent een klein fonds toch niets; gaan zij wel goed, dan kunnen wij, ook zonder fondsen, voor aller belang werkzaam blijven, en zoo'n jaar vele uitgaven te doen ; het vooruitzicht bestaat, dat ook dit winstaandeel mettertijd stijgen zal. Zoo blijven allen belangstellen en belang hebben bij den bloei der onder neming. lieden, ik mag het ook prijzen als ordeljjke menschen, die op hun zaken passen en voor hun gezin zorgen." * * * buitenkansje tegen het najaar onze balans wordt altijd in de tweede helft van Septem ber vastgesteld is meer waard, wanneer men het in handen krijgt, dan te weten, dat het op eene of andere wijze wordt belegd. Boven de zetterij bevindt zich de zincographie want alles wat het Nieuwsblad noodig heeft wordt in de lokalen vervaar digd door het eigen personeel van het blad. Deze geheele afdeeling staat onder leiding van den heer Schönlein, die met zijn helpers den ganschen dag volop werk heeft, om de gravures voor het geïllustreerde Zon dagsblad te vervaardigen. Een teekenaar is in de ochtenduren bezig met het ontwerpen of overteekenen der platen, die daarna wor den gephotografeerd, op zink gebracht, geëtst en voor den druk gereed gemaakt. Als het noodig is, kan een schets, zooals deze wel eens wordt opgenomen in de dagelijksche courant, in twee uren tijds gereed gemaakt worden. De grootere platen kosten natuurlijk heel wat meer tijd en zorg. Dit werk moet juist hier geschieden, omdat geen enkele andere inrichting, hoe belangrijk deze ook wezen mag, in staat zou zijn de zincographiën te leveren, zooals die noodig zijn voor rotatie-druk; evenmin zouden- de zincographiën, die hier vervaardigd worden, gebruikt kunnen worden op een gewone ISoekdrukpers. »Uw blad," vroegen wij, «bestaat den 1ste Mei twaalf-ea-een-half-jaar: Hebt gij ook personeel dat reeds twaalf-en-een-half-jaar bij u is." »Neen," luidde het antwoord; »\vant wel het blad, maar niet de drukkerij bestaat twaalf-en-een-half-jaar. Het begin der onder neming is zeer klein en bescheiden geweest. Het Xieuwsblad verscheen aanvankelijk twee malen in de week; kort daarna ging het over in andere handen en werd toen driemalen in de week uitgegeven en lo Januari 1884 veranderde het nogmaals van eigenaar. De uitgaaf bleef toen tot September 188(5 driemaal per week. Toen werd de eigen druk kerij opgericht en de dagelijksche uitgaaf ondernomen, die spoedig de drie malen per week verschijnende editie verdrong. In die bijna negen jaren hebben er natuurlijk heel wat mutatiën onder het personeel plaats ge had, maar er zijn toch, die van het begin der oprichting der drukkerij bij ons zijn ge weest en, naar ik durf vertrouwen, ook wel bij ons zullen blijven. Ook onder de »loopers." waarvan wij er thans alleen voor de be zorging in Amsterdam 197 hebben, zijn er, die van den eersten dag af, dat wij zelf de courant drukten en exploiteerden, bij ons zijn geweest." i Het kwam ons voor dat, nu het Xieuivs\ blad roor Xcderlaml zijn koperen feest viert, l nu het bogen kan op zoo groot een succes in zoo j weinig jaren verkregen, onze lezers belang zouden stellen in dit feit. Hoe men ook over de plaats moge den ken, die de journalistiek op het einde dezer j eeuw in de maatschappij moet innemen, i of zij zal wezen een opvoedende of een tijdi verdrijvende en amuseerende kracht, n i ding is zeker, dat de energie van den direc! teur, den heer D. A. van W a a l w ij k, op dit gebied in Nederland onbekende woni deren heeft verricht. De kleine pers kan geen voorbeeld aanhalen, dat daarmee zelfs in de verste verte is te vergelijken. Hij heeft het record geslagen met zóó sterk een cijfer, dat zelfs »de meest gelezen krant van't land" daarvan jaloers kan worden. \ Hij heeft met een zeldzame kennis van ; den uitgebreiden kring zijner lezers, deze ge! geven, wat hun aangenaam smaakte en i daarom is zijn blad eiken avond de welkome gast. Hoe hij zoover gekomen is, hebben wij ; hem zelf laten vertellen. Zijn succes toont j aan, dat talent, een stalen wil, volhar dende ijver en een helder doorzicht nog altijd de vier factoren zijn, die tot de overwinning : kunnen voeren. J. H. G. '/Aanvankelijk heb ik er over gedacht om dit winstaandeel te bestemmen voor een fonds voor een of ander doel, omdat het iets ge heel bijzonders is, waarop door niemand kan worden gerekend, daar een dergelijk aandeel ^ t . ..... Dit is mijn opinie, misschien is de uwe anders misschien dat zulk een belegging elders nuttig is, maar ik ben er trotsch op, dat het bij ons niet noodig is. NVant als ik het personeel loven mag als bekwame werk

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl