De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 19 mei pagina 2

19 mei 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

1'; DE AMSTEEDAMMEB, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 934 staatsgreep aanraadt. »De Rijksdag" zoo schrijft dit blad »heeft opnieuw zijne ab solute onmacht bewezen om op wetgevend gebied iets positiefs tot stand te brengen. Het tijdstip schijnt niet ver meer verwijderd, waarop van deze vertegenwoordiging voor geenerlei begroeiing eene toestemming zal kunnen worden verkregen. Dan zal de re geering zich van zelf gesteld zien voor de vraag, of de eenmaal overgenomen verplich tingen van het rijk en zijn bestaan als staat ten offer moet worden gebracht aan de helaas met de constitutie niet strijdige, alles afbre kende houding van den Rijksdag, dan wel of zij zich over enkele bezwaren, ontleend aan de door niemand bezworen ! grondwet, wil heenzetten, om aan de belangrijkste, eveneens constitutioneele verplichtingen van het rijk te voldoen en dit te bewaren voor vernietiging door eene gewetenlooze en on vaderlandslievende partijpolitiek. Kiest de regeering den laatsten weg, dan is de af schaffing van het bestaande kiesrecht voor den Rijksdag van zelf voorgeschreven." Zou het werkelijk zoover komen ? Wij mogen altijd nog hopen, dat de keizer en zijne raadslieden niet de toevlucht zullen nemen tot een wapen, dat, als een twee snijdend zwaard, voor henzelven gevaarlijk zou kunnen worden. Bij de laatste debatten is gebleken, dat de rijkskanselier, vorst Hohenlöhe, met de Schneidigkeit van den heer Von Köller alles behalve ingenomen is. Op dien grond zou eene reconstructie mogelijk zijn. Natuurlijk niet al te spoedig, anders zou het den schijn hebben, alsof de ministers door den Rijksdag waren omvergeworpen. Nu, men kan aan de hoogste en aller hoogste kringen de voldoening laten, den schijn te hebben gered, als men zelf maar in de werkelijkheid voldoening vindt. Sooiat& liiMiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiinim Het Alcoholisme in FranlrE Het alcoholisme in Frankrijk is van jeug digen datum. Geen betere getuige voor die bewering dan Littrê, in wiens dictionnaire, deel I, verschenen 1863, gij de volgende de finitie van alcoholisme leest : »Een medische term, chronisch alcoholisme, ziekte gekarakteriseerd door een trapsgewij «e verwording van het gestel, en zenuwstoringen; het wordt vooral aangetroffen in koude lan den, waar de zware arbeid de werklieden dwingt tot het gebruik van alcoholische dranken, wat in veel opzichten misbruik tengevolge heeft." Bovendien constateerde Littrê, dat het woord alcoholisme van vreemden oorsprong is, uit gevonden door den Zweedschen geneesheer Magnus Huss, terwijl hij het nu en dan voor komende woord «alcoholisch" afkeurde als een indringer wien het burgerrecht niet mocht gegund. Voor 1830 werd dan ook jaarlijks per hoofd in Frankrijk slechts 1.12 liter alcohol ver bruikt; in 1800 reeds 227 liter; in 1880 3.04; in 1090 4.35. In sommige departementen is het gemiddelde zelfs tot 7 29 liter (Manche) en 1358 liter (Seine-Inférieure) gestegen. Eén liter alcohol echter vertegenwoordigt iets min der dan drie liter brandewijn, van het gehalte als die in den handel wordt gebracht, en neemt men in aanmerking, dat kinderen en verschei dene vrouwen geen alcohol gebruiken, dan drinkt in deze departementen de rnan gemid deld 30 tot 00 liter per jaar. En dit is nog slechts het officieele cijfer. Want er wordt heel wat brandewijn in Frankrijk gestookt, waarvoor geen cent belasting wordt betaald, en die dus ook aan de waarneming van den ofncieelen statisticus ontsnapt. Het is geen hooge raming, wanneer die hoeveelheid wordt ge schat op 2,400,000 liter brandewijn van 40 pCt. jaarlijks. Zoo kan de omstandigheid worden verklaard, dat hier en daar in Normandië, in Picardië, in Vlaanderen, een werkman voor matig en ordelievend doorgaat, en toch een halven liter brandewijn per dag drinkt. De heer Rochard heeft uitgerekend, dat de Fransche natie jaarlijks 1.300 millioen francs uit geeft aan alcohol, en de heer Gould, commis saris van het Bureau du Travail, kwam twee of drie jaar geleden tot de overtuiging, dat een werkmansgezin van het geld dat het voor alcohol besteedt, zich twee vertrekken bij zijn woning kon aanschaften. De oorzaken ? Zonder te meenen, ze in haar veelheid te hebben opgespoord, kan ik toch een. paar speciaal-Fransche aanwijzen. Zoo lang alleen uit den wijnstok brandewijn werd gestookt, was de alcohol te duur, om de drank van allen te zijn. Maar toen het graan, de bsetwortel en de aardappel in de branderijen waren terechtgekomen, kwam er schot in de productie, en daalde de prijs. In 1 880 werd het decreet van 1851 afgeschaft, waarbij aan. iederen kroeghouder het hebben van vergun ning werd voorgeschreven. Ia 18ü9 waren er in Frankrijk 365 875 cabarets en slijterijen ; in '92 waren er 417 558, plus nog 27000 oneeveer, die Parijs alleen bezat. Dat is ongeveer n op de tachtig inwoners. En de cabarets zijn niet drankwinkels in dezen zin, dat de ouvrier er de behoefte voor zijn gezin komt koopen; zij leven van de lieden die canons" komen drinken, en petits ven es." Grévin heeft daarvan een zich in het geheugen hech tend voorbeeld gegeven, met zijn in lompen loopend vèrloopen sujet, dat zijn duiten uittelt in zijn hand, en jammert: Nog maar vijftien ronds", en nog dertig mannezingues" op weg naar huis!'' De mannezingue, de toon bank waarvoor een wippertje wordt genomen, heeit een groot aandeel in de ontwikkeling van het alcoholisme in Frankrijk. Dan heeft in de wijnstreken de eigenaar van een wijnberg het recht, om vrij van de beperkende bepalingen en de geldelijke lasten, aan de stokers van graan, beetwortel en aardappel opgelegd, uit zijn gewas zooveel brandewijn te stoken als hem lust: dit noemt hij een droitimprescriptible du propriêlaire", en geen enkel volksvertegenwoordiger, die zijn stem men uit een wijndistrict moet hebben, of hij is van de heiligheid van dat recht overtuigd. Hoewel dus dikwijls door Nederlanders, die in den vreemde vertoeven, het Fransche volk aan hun landgenooten ten voorbeeld wordt gesteld om zijn matigheid bij groote feesten, woekert het alcoholisme ;er, zij het dan ook in minderen omvang dan ten onzent. Het heeft niet ontbroken aan mannen die trachtten het te keer te gaan. Namen als Olaude, Léon Say, Tirard, Rouvier, Maujan, Guillemet, Burdeau, Poincaré, Méline hebben klank ge noeg om te doen begrijpen, dat het kwaad wel onder de oogen is gezien. Tot wettelijke maatregelen echter is het niet gekomen. Thans wordt weder van verschillende zijden op staatstusschenkomst aangedrongen, en daarbij verwezen naar het Gothenburger stelsel. Intusschen behoeven de kroeghouders zich niet ontijdig beangst te maken. Vóór een stelsel als het Gothenburgsche in een land als Frankrijk wet is geworden, kan er nog een oceaan brandewijn gaan door de keelgaten hunner klanten. Er ligt eeri on overzienbare afstand tusschen de zoo goed als algeheele afwezigheid van bepalingen tegen het alcoholisme gelijk in Frankrijk, en een zoo strenge inbinding in een wettelijk keurslijf als in Noorwegen. Ook al maakt de politie nog geen bepalingen als in Denemarken, waar iedere dronkenman heel netjes eerst naar het bureau, en als hij nuchter is naar huis wordt gebracht, en de kosten van dit trans port komen ten laste van den herbergier die hem het laatst heeft getapt, terwijl bij recidive 's mans zaak wordt gesloten ! l'no Socro. worden gedreven, en kunnen zij een natuurlijken aanleg voor dit werk hebben. Daarom verheugt het mij van harte, dat ook hier te Straatsburg reeds sedert een aantal jaren een georganiseerde studentenvereeniging zich met blijden moed en gelukkigen uitslag aan de armenzorg wijdt. Maar van allen als regel dit te verge^ zqu -fout zijn. Het geven en uitdeeien toch van aalmoezen is in den grond niet ee.i sociaal-juiste daad! de armen willen recht; geen genade! Armoede die gedwon gen is tot bedelen, is daarom steeds het bewij} van sociale misstanden met verwijderde oorzaken. Deze nu leert de jonge man bij zijn armbezoek j zelden kennen. Bovendien: geven maakt zoo licht hoogmoedig; en de student, die niet licht te gering over zichzelf denkt, loopt gevaar een te grooten dunk van zijn eigen ik te krijgen. En ten slotte: bij armbezoek zijn ervaring en tact noodig ; en ook die kunnen de studenten nog niet hebben. Zij zijn vreemd in de stad. en kennen de toestanden der inwoners niet; zij zijn jong, en daarom in den beginne lichtgeloovig, maar, eenmaal bedrogen en ontgoocheld, slaan zij maar al te snel naar het andere uiterste over, en koes. teren een pessimistisch wantrouwen in het menschdom. Eerst te week, en dan te hard: zoo maken zij fouten, waardoor zij voor hun later leven zich den socialen arbeid bemoeilijken, en hun be schermelingen eerder verbitteren dan dankbaar maken " Na ten slotte het Toynbee-werk te hebben besproken en ertoe aangemoedigd, besluit prof. Ziegler met het vooruitzicht te openen, dat hierdoor het volk weder eerbied zal krijgen voor den student, omdat hij studeert en wat weet, en hem beschouwen niet als een overmoedigen jonker des geestes, maar als een deelnemend man van het volk. Dat zal u eenmaal aan de grosne tafel, dat zal ook den toekomstigen th-oloog en medicus geen kwaad doen. Want sociaal zijn, en socialen arbeid verrichten is het eenige goede voor den student, en duizendmaal meer waard, dan nu reeds sociaal-democraat of antisemiet te zijn, en zich zoo te noemen." Suiker als Voedingsmiddel. Wie bovenstaanden term hoort, denkt ook onmid dellijk aan den onvermoeiden propagandist voor de suiker, den heer G. liirnie te Deventer. Thans is het een brochure van Ilenri Hirschberg, Die Zn kerration dfx Soldaten, die de opmerkzaam heid van djn keizer heeft getroffen, en waaruit de heer Birinie eenige conclusies trekt: ?/De belastingschuldige betaalt hier '2"ïcents accijns per kilo suiker. Dat bedraagt over een verbruik vnn r>5,<MH),000 kilo's suiker jaarlijks f l l,sr>l>,i UU, waarvan slechts circa f 1),UUU,U U in de schatkist komt. Jaarlijksch blijft o::geveer f (i,(iuo,uu() aan den strijkstok hangen. We.'d do suiker bij ons. evenals in Duitschland met een consumptierecht belast van 11 cents per kilo. dan zonde het verbruik ongetwijfeld tot SU.OOO.UOO kilo s s ijgen, waardoor, evenals thans circa / il,0(l(l,(>(>() in de schatkist zoude vloeien. De suiker kan dus l (i cents per kilo goedkooper worden, zonder dat de schatkist daarbij schade behoeft te lijden." /egt het voort! Een Duitsch hoogleeraar tot zijn studenten. Professor Ziegler te Straatsburg heeft een boek uitgegeven, ge'iteld: »Der deutsche Student arn Knde des lï» Jahrhunderts." Het is ecu verza meling aanteekeningen voor zijne colleges, waarin hij o. a. zegt: «Onlangs is aan onze school, en speciaal aan de gymnasia, vanwaar gij afkomstig zijt, de eisch gesteld, om deel te nemen aan den strijd tegen de sociaal-democratie, en de jeugd van haar onjuistheid en de verdorvenheid harer leer te overtuigen. Ik heb tegen het misbruik maken van de school ten dienste van oen of andere partij herhaaldelijk mijn stem verheven, en ik doe het ook nu weder met alle kracht; dat kan en dat mag niet van de school worden verlangd; bet is in tegenspraak met haar roeping. Deed zij het toch, dan zou zij ongetwijfeld het tegendeel van haar doel bereiken, ea de helaas reeds zoo diep gapende klove tusschen school en huis nog verwijden. Evenmin mag de hoogeschool aan een dergelijk tendentieus streven haar diensten verleenen, zij heeft wetenschap te onderwijzen, niet partijen te bestrijden en politieke meeningen te keer te gaan''. Prof. Ziegler heeft het over tal van bslangrijke onderwerpen, en wat hij zegt is de aan dacht waard. Eén hoofdstuk draagt tot opschrift: »De sociale arbeid der studenten", en gaat in op de vraag, wat de student als lid der maatschappij heeft te doen. Want de tijd van het individua lisme is uit; -veel liefs en opgewekts moge daar mede verloren gaan : de afzondering der studen ten van de rest van de wereld kan niet op de oude manier blijven voortduren. En zij mag dat ook niet. Wimt ook zij is een van de redenen, waarom de arbeidersbevolking mort t\gen de :>upper ton thousand". Tegen de uitspatt:ngen van het studentenleven trekt de hoogleeraar te velde; hij herinnert er aan, dat de vlijtigen de stillen in den hinde zijn, door de buitenwereld niet opgemerkt, en dat deze alleen oordeelt naar wat zij ziet. Daarna komt een frissche tirade over den standtrots van den student: -.Ken werkman, beteekent in zijn mond: Maar een werkman, en dat is niet alleen bet geval bij grootelui's kin deren, maar bij arbeiderszonen evenzeer !" Wat de directe medewerking van den student betreft aan socialen arbeid, beet het bier: Men heeft in overweging gegeven, den student te doen deelnemen aan de zoogenaamde inwendige zen ding, de armverzorging in de eerste plaats. Ik kan best begrijpen, dat dit in dagen] van epidemie, zooals te Hamburg in den choleratijd, zeer noodig en nuttig is. en dan op de karakter vorming van hen die hun hulp verleenen zeer gunstig werkt. Ook zullen in gewone tijden sommigen door een onwederstaanbare neiging dien kant uit Inhoud van verschillende bladen. Het II a n d c I s b l a d, 12 Mei. Hot zilveren feest der Stoomvaart maatschappij Nederland", een praatje duor A. C. Wertheim. K! Mei. Rijksbijdrage in zake werkliedenpensiorim-ering. l (j .Mei. Particulier grondbezit op Java. 18 Mei, Sparen (Spaarbanken). I) c S t a n d a a r d, 13, 15 en 17 Mei. G oud regelen voor reiisionnecriiig, III, IV, V. II e t Centrum. )3M-i. Verkiezingen voor de l'ruvineiale Staten", door Ur. Schacpniaii (,amenwerkiiiK). 15 Mei. '/. 'deloo/e lectuur.' 17 Mei. Vrome wcnsrhen" (ivieM-eclit). l .S Mei. Ken belangrijke brochure" (vóór of tegen faniilieloon '') De Tijd. 11 Mei. Do Fransche kloosters en de fisons". Een vraag" (aan >><? /,'.?*<</<?,,//./»,,/, ]. 13 Mei. De verkiezingen voor de l'roviuciale Staten' . It Mei, De katholieke kerk en de Anglicanen'1. Voor 't laatst </<? IW.-.</rw" (Polemiek). Het Nieuws van d e n D a g. 10 Mei. Voor den Burgerstand" 'het Burgerziekenhuis!. 13 Mei. Mei", door J. W. v. d. L te Harlingen. 15 Mei. Sport en Carrière". ]<i Mei. Het Xoord-OostzeekanaaF' l, door Atoi ie H'ni. N. Kotter d. C r t. 10 Mei. Land en tuinbouwomlerwijs." I 12 Mei. II ( lot). 12 Mei. ..De verkiezing voor de Provinciale Staten." De (antir.) Nederlander. 13 Mei. Ons standpant" iCalvynl. Iti Mei. '?Werkeloosheid" (proefschrift van Mr. llaaymakersl. D'I- Maasbode, 10 Mei, De K. K. lüldenbond." 1\ Mei, Aan den tand gevoeld" iDe ,V'i:."/"<M'./ en kiesdwaeg). 12 Mei. Virkiezing voor dr Provinciale Staten." Br...*,, Crispi" II, door Laicus. Iviu katholiek die geen katholiek is", (Een waarschuwing) door H. te L. ];') Mei. Kiesdwang". 10 Mei. ,. Protestantsche censuur". H e t V a d e r l a n d. 12 13 Mei. Een kalme ver kiezingsstrijd" (voor de Provinciale Staten). 14 Mei. ,.De verkiezing." Ilii.i g se h Dagblad. 12,13 Mei. Do Staten verkiezing in de Residentie." 14 Mei. 't Laatste woord" (iu den verkiezingsstrijd) U t r e c h r s c h D a g b l a d. !) -Mei, 10 Mei, H M"i. De verkiezingen voor de Provinciale Staten III, 1\ , \ (slot). 12 Mei. De verkiezing voor den gemeenteraad. A r n li. C r t., 17 Mei. Openbare scholen voor achterlijke" kinderen, I. N. Arn h, C r t. 15 Mei. ..Crediettuisbruik". Middel b. C r t., 17 Mei. Da uitslag der Staten verkiezing iu Z'-ohmd. L i m b. Koerier. 15 Mei. Eene schandelijke wi-t. De congregatie» in Frankrijk.) W i ris c h. C t. 12 Mei. Op zuiver torrc-lu." (schei ding in de liberale partij). De Nederlander (weekblad) 11 Mei. Deware vrienden1' (mejnfï. de Jong op het congres van de volksschool). De Liberaal 11 Mei. De Rijkspnstbaarbank en de sociale politiek" (woningen). «Pensioen of aal moes?" V e u l o o s c, h Weekblad 11 Mei. Averechtsche vrienden" (protectionisme). De Y o l k s 8 t « nfi. 18 Wei. Vroede zin en wijsbeleid (polemiek met geestverwanten en tegenstanders). Groote verkwisting" (het. Centrum en de Limb. Koerier}. Verschillende belisting voorstad eu dorp''. De K'esverooniging Amsterdam". De Delftsche O p m e r k e r 11 Mei. Eene verstandige opmerking" (dat de kiesrechtregeling i/Ttlft' mislukken kan). 15 Mei. P oportioueele vertegenwoordiging". De Wachter. 11 Mei. De Bourgeoisie." Patrimonium 18 Mei. tets o .-er de Tradasl'nions" Ilf. F r i e s c h V o l k s b l a d. 12 Mei. Ben onberaden huwelijk." (Polemiek inct </<? .lniKii'i-tliiiiinn:i- ove.' de Nederlandsche Volkspartij.) De naderende strijd bij de stembus " De Baanbreker. 11 Mei. De vrouw en de arbeidersbeweging." Recht voor Allen. 11/12 Mei. MenschenofTers.1' 14 15 Mei. Meeting over de algemeene werkstaking in het Paleis voor Volksvlijt." 16,17 Mei. Een oude leuze. Geschiedkundige analogie." N e e r l a n d's V o l k s b l a d. II Mei. Preekverspreiding in Nederland." Weekblad v. d. A. N. D i a m a n t b e w e rke rs bond. 17 Mei. »De statistiek der chipsstaking". Xa de vuurproef', door D. G. de Vries Dz. V r ij l a n d. 15 Mei. Waarom juist Vrijlandisme ?" III (Liberalisme). De Wekker. 11 Mei. Leerplicht," dccrrnr. B E. Asscher. Weekblad voor de B n r g e r l tj k e A d m inistratie 10 Mei. Eene c mcessie door den gemeonteraad.'' Maandblad t e s e n de kwakzalver ij. Mei. ..Een Holland-iCh-Amerikaansche kwakzalverscourant" (De Huisvriend). IIIM1U1MIIIIIIIIIIIIII Illllllll l IHIIIIH Illlllllllllll Kroniei De heer Jan C. de Vos heeft een bri-f ge schreven die, wel niet zonder zijn voorkennis, zoo iets dosn de Ilillaiidscho couranten, niet in de Nieuwe Botterdammer werd opgenomen on van daar zijn weg vond naar de rubriek kunstnieuws van de Tetegrnaf. De heer de Vos ver keert in onaangename omstandigheden. Volgens dozen brief moet hij zijn gezelschap ontbindenZijn me ieilirecteur, de heer vnn Korlaar heeft een goed heenkomen gevonden bij hetXederlandsch Tooneel, aan welke zaak bij het samenstellen van hare directie de vriendelijke zinspreuk wordt betracht: hoe meer zielen, hoe meer vreugd; eene zegswijze die in elk geval niet van een menschenhater afkomstig is. De heer de Vos zelf weet nog niet, wist ten minste voor een paar weken nog niet wat bij doen zal. »lk sta op straat." Wanneer wij evenwel, naar aanleiding van dit ongeval dat door zij T brief nader wordt toegelicht, onze vrijmoedige opmerkingen niet achterwege laten, weten wij zeer goed. dat dit kwalijk gebeuren kan zonder den betrokken per soon te grieven. liet is al erg genoeg wanneer iemand u komt zeggen: Ik sta op straat." Waarom het nog erger gemaakt door het hondsche bescheid: het is uw eigen schuld? En toch is dit meer of min het antwoord dat in het openbaar in dit geval gegeven moet worden. Want de oorzaak van het misluk ken van de onderneming dezer heeren, ligt bij de heeren zelf. Ik bedoel niet in de eerste plaats het tinantieele mislukken. Ik meen niet, dat de troep van De Vos zoo bijzonder slecht was, dat hij zijn brood daarom niet verdien ea kon. Xiet dit gezelschap behoorde nu juist het loodje te leggen, liet kon, wat dat betreft, best meedoen. Neen, ik heb op het oog de ontmoe diging waarvan de heer de Vos spreskt in zijn publiek gemaakt schrijven. En wat men in het algemeen uit dit geringe succes, toegelicht door de mededeelingen van den hoofdpersoon, over den toestand van ons tooneel kan leeren. Zie hier den brief. >("est tini '. Ik heb voor zoover ik weet alles beproefd. De langzamerhand opgedane bittere ervaring , dat Van Korlaar en ik met ons taai, telkens weer opnieuw begonnen streven, om ensemble te geven en ereis wat anders, toch achter bet net visebten als er wat inooi's gegeiren werd was het altoos leeg, ik denk aan Uroeve Min, Uiteaagsel, Muxotte, Noodlot. H'inwi Jagert, Eerloos enz. enz. had me al doen verlangen naar minder zorg, verant woordelijkheid en verdriet. De onderhandelingen met de tirraa L o r<ras en Haspels sprongen af van hun kant. Toen was er 'n oogenblik sprake van, dat ik aan het Nederlandsen. Tooneel komen zou. De aatl van Beheer liet mij weten, dat er voorals nog niet van komen kon. Toen dacht ik : dan maar weer voorwaarts. Eu ik wendde me tot Oirispijn, (want Faassen, vader en zoon, hadden zich reeds elders verbonden) met het voorstel uit zijn en mijn gezelschap: n ensemble te stichten. Hij doet immers toch

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl