Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 934
graf worden zeer geprezen, hoewel Renaud de
onvergefelijke fout beging de Romance aan de
Avondster, staande voor het souffleurshok, in het
publiek te zingen.
Over de dames Rose Caron (Etisabeth) enBr
val (Venwij zyn de opinies verdeeld. Het orkest
moet vooral in de ouverture zeer goed geweest
zjjn doch het koor moet zich zeldzaam stijf en
onbeholpen gedragen hebben.
Het applaus was stormachtig na de ouverture en
de eerste acte, doch verkoelde nog al na de 2e
«n 3e acte. Niettemin heeft Parijs getoond het
schandaal van 1861 te willen goedmaken.
Men heeft b\j al de herinneringen aan de op
voering van 1861 verzuimd te herdenken hoe
warm Gounod in woord en geschrift de party
voor dit werk heeft opgenomen tegenover de ver
oordeelaars.
Hy zeide toen o. a.: Over tien jaar spreken wij
elkander nader, dan zult gü, voor den componist
«n voor het werk uw hoed afnemen. Zulk een
werk laat zich niet in een avond beoordeelen.
Het heeit wel iets langer dan tien jaren ge
duurd alvorens die profetie is uitgekomen!
Er waren menschen die voor 34 jaar plaatsen
voor de 4e voorstelling hadden genomen, die
niet doorging en die hun geld toen terugkregen.
Naar men zegt deden zij nu met kracht hunne
rechten gelden op de toen besproken plaatsen.
Dit is eenig in de tooneelgeschiedenis!
ririmiiiiiiiimiH
De Tentoonstelling te Venetië,
Den 29en April waren de Koning en de Koningin
van Italiëexpresselijk van Rome naar Veneti
gereisd om de tentoonstelling aldaar te openen.
De //palazzo's" van bet Canal Grande waren rijk
versierd met schitterende Oostersche tapijten, oude
Gobelins, zijden, brocaten, geel, rood, blauw, paars,
die, afhangende vau de tallooze elegante baleons,
de eeutoonigheid van het grijsrose marmer harmo
nieus braken en een wezenlijk feestelijken aanblik
aan de stad gaven.
Curieus was het oogenblik toen de Vorsten
voorbij gondelden" in de olfieieële
gemeentevaartuigen omstuwd door honderden en honderden
booten, waarin zich de elite van Venetiëbevond.
De eenvoudige frondolepadro>ia/e,(Ae cquipages"
der Lagunenstad) waren herkenbaar door in
achttiende-eeuwsche of barok peluehe- en
satijnen
HtllllllllllllllllllllMlllllllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllltlllHtlllllllllllllllllll
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimjUiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii
AÜGÜSTffl ROBESPIERRE.
Eene novelle uit het tijdvak der Terreur
DOOR
Dr. JAN TEN BRINK.
IV.
IN ROBESPIERRE'S STUDEERKAMER.
De maaltijd duurde bij de Duplays maar
kort. Men kon met den besten wil aan het
gezin niet veel spijzen opdissehen. Het zeer
slechte brood, tegen den maximumprijs van
drie SOMS het pond gekocht, bleef schaarsch.
Men moest de huisgenooten, die gaarne zich
ruim van, brood bedienden, aan een bepaald
rantsoen gewennen. Maar men zweeg ter
wille van het vaderland. De legers eischten
het beste uit de hallen van Parijs en uit
die der departementen. Ook werd er rue
Saint-Honorébij de Duplays maar weinig
vleesch gegeten, en kreeg ieder eene kleine
portie, niet, omdat het dertig sous per pond
kostte, maar omdat het bijna niet meer te
krijgen was. Er werden veel rijstgerechten
aangeboden, daar de groothandelaars en de
kruideniers sedert het mislukken der graan
oogsten van 1788 en 1789 er buitengewoon
groote voorraden van hadden opgedaan. Ma
dame Duplay wist zeer goed, dat, als zij zich
hoogere uitgaven zou willen getroosten, als
zij meer dan den maximumprijs zou willen
betalen, zij dan gemakkelijk meer vleesch en
brood zou kunnen opdoen, maar, daar zij
zoodoende eene inbreuk zou maken op de
dekreten der Conventie, wilde de heer des
huizes er niet van hooren.
Toen Robespierre opstond, zei hij tot Duplay
u la jambe de bois:
»Simon! We moeten nog een uurtje
werken. Ik wacht je bij me boven!"
Glimlachend drukte hij Eléonore de hand,
en verdween door eene deur, die toegang gaf
tot eene trap. Hij steeg vlug naar boven,
ging door een kleinen overloop, waarvan men
een soort van cabinet de toilette had gemaakt,
en opende de deur van zijne studeerkamer.
Deze bevond zich boven de loods der
schrijnwerkersknechten,en zag met n raam uit op de
binnenplaats en de houtloods. Het vertrek was
tamelijk laag van verdieping, en diende voor
slaap- en studeerkamer tegelijk. Robespierre
liverijen gedosehte gondoliers. Gedistingeerd waren
die in het wit, met een gekleurde sjerp. Het
aspect was zeldzaam, toen een heldere zon het
water deed flikkeren van cobaltblauwe
inspiegelingen, zich mengende met de sterk rose en gele
en witte vlekken der weerkaatsende muren en
tapijten.
Ongelooflijk was de drukte, het gejoel op het
water.
Het Hof zou een week te Venetiëvertoeven na
de opening, om de tentoonstelling rustig te zien.
Den volgenden dag, om tien uur 's morgens,
had die opening plaats, voorafgegaan door de
traditioueele speechen van den burgemeester en andere
autoriteiten. Buitenlandeis waren er bijna niet
gekomen, zelfs geen enkel lid van liet
PatronageComité, wiens taak niet geheel duidelijk gedefi
nieerd is. Alleen merkte ik op, als vreemdelingen,
den heer en mevrouw Neulmijs.
Deze tentoonstelling is geheel op touw gezet
door de gemeente. De maire, een gedistingeerd
man van smaak, is tevens voorzitter van het Co
mitévan organisatie.
Het gemeentebestuur geeft blijken de belangen
der stad goed in te zien door te begrijpen dat
kunst een der grootste bronnen van inkomsten
is voor een land of een gemeente, en spaart geen
onkosten om tallooze bezoekers te lokken, die de
uitgaven op groote schaal zullen vergoeden.
Immers, waarom worden Italiëen Nederland b.v.
zoo druk bereisd !J Is 't niet om de kunst der
oude meesters in de eerste plaats?
Ontegenzeggelijk is dit zoo. En in Noord-Italie
waar de moderne kunst nagenoeg onbekend is, zal
deze tentoonstelling zeer vele bezoekers trekken.
Deze kunst die wij Nederlanders zoo goed kennen
door de natuurlijke ligging van ons land, midden
tusschen Duitschland, Engeland en Parijs, is in
het transalpijneche Italiëzoo goed al» geheel
nieuw, en trekt er bijzonder de aandacht.
Eenige jaren geleden had te Rome een eerste
internationale tentoonstelling plaats, waar slechts
enkele werken van buitenlanders aanwezig waren.
Nu, te Venetiëis deze expositie de eerste van
een reeks tweejaarlijkschen. Wij herkennen er
vele, te vele bekende doeken of bekende meesters
die er niet altijd met hun beste werken verte
genwoordigd zijn, maar daar worden zij zeer op
gemerkt.
Zuidelijk van de stad is de fraaie wandeltuin, de
Giardini Pubblici waar een geheel nieuw gebouw
is verrezen, in romeinschen stijl, geheel vau steen,
met een voorgevel, ^minder gelukkig), van
imitatiemarmer.
De houding van dit gebouw, dat men tusschen
had dit eenvoudig verblijf met zeer gewone
meubels gestofleerd. Men zag er een
ledekant van noteboomhout, omsloten door gor
dijnen van blauw damast met groote witte
bloemen; voorts eenige matten stoelen, eene
zeer ordinaire schrijftafel en een
boekenkaslje van dennenhout, aan den muur opge
hangen. Deze boekenplanken bevatten zijne
geheele bibliotheek, voornamelijk bestaande
uit de meesterwerken van Corneille, Racine,
Voltaire en Rousseau. Op den smallen
schoorsteenmantel stond een model van de
Bastille in wit pleister, vervaardigd door den
citoyeii Pommey, en op Robespierre's schrijf
tafel bevond zich een inktkoker door den
citoyen Palloy gefabriceerd uit een steen
van de muren der Bastille.
Toen Robespierre zich aan zijne schrijf
tafel had neergezet, vlijde Brount, die hem
overal volgde, zich aan zijne voeten, de goed
aardige bruine oogen gestadig naar zijn
meester gericht. Een dof gerucht op den
overloop kondigde de komst van Simon
Duplay aan, die met zijn houten been altijd
zeer hoorbaar liep. Zoodra hij was binnengeko
men, bleef hij eerbiedig bij de deur staan.
Robespierre wenkte hem zwijgend plaats te
nemen op een der matten stoelen, terwijl hij
enkele papieren rangschikte. Daarna richtte
hjj zich tot zijn sekretaris, die, op eenigen
afstand gezeten, kalm wachtte.
»Simon!" begon Robespierre »je
zult enkele stukken en brieven klaar maken,
die haast hebben. Ik zal je den korten
inhoud aangeven. Eerst een brief aan den
ciloijen Crassus Saladin, voorzitter van het
cotnitérfvolutionnairc der scf-tion de Ia llalle
au bied. Gisteren den 2(5 Juli, oude st jl
- - hebben er groote ongeregeldheden in de
Hallen plaats gehad. Eenige kwalijk gezinde
burgers en burgeressen hebben baldadig een
kleinen voorraad groenten en eieren vernield,
omdat zij vernamen, dat alles uitverkocht
was. Schrijf den cito>/cn Saladin, dat het
(Jo)intéheden een ontwerp-dekreet aan de
Conventie heeft verzonden, inhoudende straf
bepalingen tegen ieder, die door het opkoopen
van levensmiddelen de vrije ruiling der bur
gers onderling belet. Zulke opkoopers zullen
als landverraders terechtstaan, en de dood
straf ondergaan. Schrijf, dat ik dit uit per
soonlijke vriendschap den burger Saladin
meld, daar hij zal worden belast met het
onderzoek naar de ongeregeldheden iii de
Hallen, daar het comitéri'colutionnaire der
sektie van de llalle au bied verantwoordelijk
wordt gesteld voor eene herhaling der wan
ordelijkheden."
Simon Duplay had ijverig alles in een
zakhet groen uit de verte ontwaart, is fatsoeudelijk,
beschaafd, bijna deftig, zeer gunstig in veel op
zichten voor een tentoonstellingsgebouw.
Een ruime hal bevat de groote beeldhouwwerken.
Om deze hal sluiten zicb aan de zalen voor de
schilderijen, die uitmuntend geslaagd zijn, wat ver
houdingen en licht betreft. Overal langs de wan
den valt dit licht, helder, harmonieus, zoodat
alle werken gelijk verlicht zijn, en er als 't ware
geen minder goede plaatsen zijn.
De grootte dier zalen, die niet te hoog zijn, is
verschillend, en volkomen juist berekend voor de
grootere en kleinere schilderijen. De wanden zijn
geverfd in een zacbt-zee-blauw-groen, waartegen
de doeken volkomen tot hun recht komen en de
eenvoudige, smaakvolle portières en ottomanes zijn
van bijna dezelfde kleur, rustig smaakvol.
Hier hangt nu gedeeltelijk de kunst van Italië)
Frankrijk, Engeland, Noorwegen, Nederland. Ons
land is echter erg gebrekkig vertegenwoordigd,
zoodat slechts n derde van een zaal is gevuld
met hollandsche schilderijen; van deze zaal is nog
een gedeelte afgeschoten tot een klein zaaltje, vau
circa 150 meter rampe", zeer compleet in zijn
geheel, waar de belangrijke en bizondere de aan
dacht trekkende keuze-collectie hollandsche etsen
is geplaatst. Deze afdeeling is uit den aard der
soort kunst een der rustigste, bevredigendste der
geheele expositie. Men weet dat ongeveer al onze
artiesten die geëtst hebben er met hun beste
werken een zeer mooi figuur maken.
Geheel anders is 't met de schilderijen gesteld.
Alleen Israëls en Mesdag hebben er belangrijke
doeken (men vernam dezer dagen dat de koning
van Italiëeen schilderij van den laatsten heeft
gekocht), en Albert Neulmijs een stemmig interieur,
ongemeen sterk vau kleur. Verder zijn er twee
groote werken van C. Bisschop, een helder slootje"
van Willem Marii>, een zeer goed stilleven van
Mevr. Mesdag?van Houten, een Gabriël, een Ter
Meulen. Minder gelukkig zijn daar nog aanwezig
Ducliattel, Apol, van de Weele. Dit is alles. Onze
zoo uiteenloopcude en krachtige moderne kunst
zou daar, met eerie volkomen goede collectie een
mooi en machtig figuur hebben kunnen maken,
vooral naast de ontaarde Fransche school, en de
Engelsche, zoo gemaniëreerd, die toch met bijna
al hun groote namen daar aanwezig zijn.
Voor de meeste Italiaansche schilders kan zoo
een tentoonstelling van nut zijn, en doen inzien
wat zij nog kunnen leeren van hun tijdgenooteu.
/ij schilderen over 't algemeen vrij gewoon, en
schijnen niet meer het karakter van hun land en
van hun ras te voelen. De meestcn verraden een
streven naar //moderniteit" in actueel frauschen
iiiiiiiiiiiiiiiiiiii
boekje genoteerd. Robespierre nam een pak
papier ter hand, en ging voort, uiterst
bedaard, deftig :
»Ik heb hier een bundel met particu
liere brieven uit Parijs en uit de departe
menten. Lees den inhoud, en maak er een
kort verslag van. Let vooral op klachten
over knevelarijen door onze gedeputeerde
commissarissen in de departementen bedreven
ook op berichten uit Lyon en de Vendée.
Hier heb je twee-en-veertig stuks. Je hebt
nog tijd genoeg het is nu even zes uur
de zon is nog niet ondergegaan!"
Robespierre keek door het eenige venster
van zijne studeerkamer hij zag de stralen
der ondergaande zon met scherpe kantlichten
schitteren op het dak van het woonhuis dor
Duplays en op de muren der verlaten
kloostergebouwen van de zusters r/e In Conce/ilimi.
Er werd op de deur geklopt. Brount deed
een dof gebrom hooren. Snel werd de deur
geopend. Met zekere geheimzinnigheid trad
Charlotte Robespierre binnen.
»Maximilicn ! Ik moet je noodzakelijk
spreken!" begon ze rad babbelende.
»Het spijt me, dat ik je stoor, maar ik heb
nooit de gelegenheid eens een woordje onder
vier oogeu met je te wisselen. Geef mij nu
een oogenblikje, als het mogelijk is, ttion bon
Maximilien!"
Robespierre zag haar met eene uitdrukking
van bezorgdheid aan. Hij wist, wat het
beteekende, als Charlotte hem hem voor een
»oogenblik'' kwam spreken. Hij zuchtte
onhoorbaar, en antwoordde:
»Simon ! Begin maar vast, over een
kwartier zullen we verder gaan."
Het zwaar geluid van het houten been op
den houten parketvloer verkondigde,datSimon
heenging. Zoodra ze alleen waren, liep Char
lotte naar haar broer, en drukte een kus op
zijn voorhoofd. Toen bracht ze een zakdoek
te voorschijn, en wischtc eenige tranen af.
Eindelijk nam ze een stoel, en ging bij de
schrijftafel zitten.
«Maximilien !" dus hief ze aan met
eene van ontroering bevende stem. »Het
kan zoo niet langer blijven. Ik kan het hier
in huis niet uithouden ! Ik wou, dat ik nooit
uit Arras gekomen was. Daar gevoelde ik me
zoo gelukkig in mijn klein huishoudinkje met
Augustin. Ik had alles naar mijn zin, en
taon bon, Augustin was zoo lief en oplettend
voor me ! Ik zit me hier den heelen dag
op mijne kamer te vervelen! Ik zie jou, ik
zie Augustin, alleen maar aan tafel ? en
aan welk eene tafel! Jij en Augustin zijn
voor mij heel de wereld, maar nu kijken jelui
bijna niet meer naar me om. Je spreekt bijna
geest, en missen eigen overtuiging, liet meest
trekt de aandacht onder hen Segantini, met een
groot, zeer doorwerkt doek, een zon-eff<:kt op
bergtoppen, met vele eigenschappen, maar niet
geheel bevredigend. Dan merkten wij op, figuur
en landschapstukken van Boldini, Zezzos,
Fragiacomo, Pellizza, Tito, en onder de beeldhouwwerken
de zeer bizondere vau P. Troubetzkoy, een im
pressionistisch" sculpteur (zooals hij daar genoemd
wordt) die met een ongewoon gevoel, karakter,
houding en stof uitdrukt. Van den bij ons in de
kunstwereld bekenden Italiaan Grubicy is er een
groote lijst met een tiental etsen, meest herinne
ringen uit Holland.
De schilderijen van elk land hangen collectief.
Zoo vult Frankrijk een mooie, groote zaal, waar
werken voorkomen van Bounat, Carolus Duran,
Puvis de Chavannes, Caziu, Duez, Dagnan, Roll,
Lhermitte, enz., bijna al de bekende
Salous-cxposanten. Besnard heeft er twee groote portretten,
superbe van kleur en schildering, van een echt
artiest. Een zonderlinge houding hebben
daartusschen merkwaardige teekeningen vau Redon,
en pastels van Forain. Deze heeft er ook een
collectie teekeningen en athographies, die zeker
tot het beste behooren van de fransche afdeeling
en van de tentoonstelling.
Lenbach, Lieberinaun, von Uhde, Firle, Marr,
zijn de merkwaardigste Duitschers. Kngehind ver
toont o. a. Burne-Jones, Leightou, Herkomrr, Clara
Montalba, Hughes, Huut, Millais, Onless, Riviï're,
waartusscheu uitblinken een paar doekjes van
Watts, en een Whistler, een schilderij van 1SG4,
dat door de teedere factuur en fijne kleur zeer
mooi is.
Onder de Scandiuaviërs merkten wij op Zorn,
Kroyer, Larssou, Thaulow.
De ofiicieele catalogus, die ook geïllustreerd is,
en 5] 6 nummers telt, werd met bizoudere zorg
gesteld door den ijverigen secretaris der commissie,
Prof. A. Fradeletto ; achter den naam vau eiken
exposant is eene biographische aanteekening vau
een achttal regels, die dezen catalogus van blijvende
waarde maakt, wat eene zeer nuttige innovatie
genoemd mag worden.
Pu. Z.
Napoléon in den Salon van de Champs
Elysées.
Overal, zoo schrijft dr. Paul Goldmann in de
Frankfurter Zt»c/. wordt Napoleon geschilderd,
met ongekende hardnekkigheid ; sedert de keizer
door Sardou is ontdekt en gelanceerd, geniet hij
een populariteit, die van geen tanen weet: men
ziet hieruit, wat Napoleon vermag, en wat Sardou.
nooit meer met me alleen Eléonore en
madame Duplay hebben dat privilege!"
Robespierre schudde zacht het hoofd.
»Charlotte!" vermaande hij zeer ern
stig. »Ga zoo niet voort. Je doet het groot
ste onrecht aan zulke edele vrienden als de
Duplays. Ze hebben je eene heel vroolijke
kamer met uitzicht op de rue Saint-Ilonor/'
gegeven Elisabeth houdt je gezelschap!"
»Nu ja, in het begin kwam Elisabeth
dikwijls des voormiddags bij me, om me te
kappen en bij mijn toilet te helpen. Het is
een aardig kind, die Elisabeth, maar na hare
verloving met Philippe Le Bas heeft ze het
dikwijls te druk om aan mij te denken. In
Arras had ik zooveel kennissen en vriendin
nen.... maar hier gaat het niet met madame
Duplav, die altijd ernstig en den heelen dag
met de huishouding bezig is. Als ik haar hel
pen wil, bedankt ze me zeer vriendelijk
ze wil alles alleen doen. Dit is voor mij geen
leven!"
Met groote bekommering rustte de kalme
blik uit Robespierre's schitterende grijze oogen
op zijne zuster. Charlotte zat daar voor hem
als een beeld der belichaamde troosteloosheid.
Geheel in zwarte zijde, trok haar tenger per
soontje de aandacht door de hooggeplooide
muts met azuurblauw lint, het kleine, fijne
gezichtje vol zomersproeten omlijstend. Een
omslagdoek van sneeuwwit linnen was over
hals en boezem gespeld. Zij droeg twee
driekleurige kokarden een achter aan de
muts, en een op de borst. Er heersene een
oogenblik van stilte. Robespierre kruiste de
armen over elkaar, en hernam:
»Hoe vaak heb ik je al geraden, Char
lotte! om eens voor een paar maanden naar
de vrienden van Arras te gaan. Heb-je gebrek
aan bezigheid, neem de zorg op je voor onze
meubelen, voor onze garderobe, . .."
«Madame Duplay zou het niet toelaten !
Ik mag me nergens mee bemoeien! Ik sterf
van verveling!"
»Ja.... maar .... wat wil je dan ten
slotte ?"
»Hoor eens, Maximilien ! Je weet het
wel ! Ik wil mijn eigen, baas zijn, mijne eigene
i huishouding hebben, zooals vroeger te Arras.
Je moet met mij en Augustin eene afzonder
lijke woning huren ! Het past niet, dat de
man, die Maximilien Robespierre heet,
dat zijn broeder en zijne zuster bij de
Duplay's inwonen als pensionnaircs. Is dit
eene kamer voor jou ? Is zulk een armoedig
hokje met zulke meubels de studeerkamer
van een der populairste mannen onzer
ge? zegende Republiek ? Het is schande ! Iemand
! van jouw politieken roem moet een eigen