De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 19 mei pagina 7

19 mei 1895 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 934 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. de raad van bestuur, aan wien vroeger het bestuur der vennootschap was opgedragen, ontbonden. De directie zou worden gevoerd door drie directeuren, onder toezicht en controle van ten minste acht en ten hoogste twaalf com missarissen. Voor de benoeming van commissarissen werd eene buitengewone vergadering gehou den op den 9den Juli en, nadat eenige in die vergadering benoemde heeren hadden bedankt, eene tweede vergadering op den 23sten Juli daaraanvolgende. De vroegere leden van den raad van bestuur en de vroegere commissarissen namen allen in dat nieuwe college zitting, met uitzondering van de heeren E. F u l d en J u l s. G. B u n g e, die wegens drukke bezigheden bedankten, terwijl de heer G. A. Baron T i n d a l, de tegenwoordige voorzitter van den raad van commissarissen, als nieuw lid werd ingekozen. De heer Jhr. Mr. C. J. A. den T ex, destijds burgemeester van Amsterdam, werd voorzitter en de heer Mr. J. C. de Vries secretaris. Ook de directie trad af volgens de nieuwe statuten. Commissarissen maakten dubbeltallen en daaruit werden den 27en Augustus gekozen de heeren: J. B o i s s e v a i n, M. L. J. van A sp er en, zee-officier op non-activiteit en C. W. J. R a m a n n, directeur der Kon. Ned. Stoomb.-Maatschappij, die den 15en September hunne betrekking aanvaardden. De annalen der Maatschappij getuigen met hartelijken dank van alles wat Prins Hendrik voor haar deed. Nieuwediep) naar Amsterdam, tengevolge van de opening van het Noordzeekanaal. Den 26en April 1879 werd de eerste mailreis Maatschappij twee]J nieuwe stoomschepen op de lijn bracht, vorderde groot aanbod van goederen aan beide zijden van de lijn G. A. BAKON TINDAL. rechtstreeks van Amsterdam aanvaard. De ligplaats aan de Rietlanden was slechts voorloopig. De Holl. Ijzeren Spoorwegnieuwe inspanning. Van 22 October 1881 tot IC December 1882 werden vijf nieuwe stoomschepen in de vaart gebracht, waardoor de Nederlandsehe post eenige beteekenis tegenover de Fransche en Engelsche Mails, die gezamenlijk ook een wekelijkschen dienst aanboden. In 1892 werden nieuwe over eenkomsten met den Nederlandschen Staat gesloten, waarin de wekelijksche maildiemst voor vijftien jaren is geregeld. De tegenwoordige directie wordt thans ge vormd door de heeren J. Boissevain, die dus mede als directeur zijn zilveren feest vierde, P. E. T e g e l b e r g en L. P. D. Op ten N o o r t, terwijl als commissarissen fungeeren de heeren: G. A. Baron T i n d a l, Voorzitter, (Amsterdam), A. C. We r the i m, Onder-Voorzitter, (id.), Jhr. P. H ar t s en, (id.), M. M. de M o n c h y (Rotterdam), J. G. C. A. de Vogel ('s-Gravenhage), A. K. P. F. R. v a n Hasselt (Amster dam), S. P. v a n E e g h e n (id.), Jhr. Mr. C. J. den T e x (id.), C. W. J. R a m a n n (id4), en Mr. J. C. de Vries, Secre taris, (id.) De vloot der Maatschappij bestaat thans uit 15 stoomschipen, met den volgenden tonneninhoud: Koningin Regentes 3800, Prins Hendrik 3600, Prinses Sophie 3GOO, Prinses Amalia 3500, Burgemeester den Tex 3000, Conrad 3000, Prins Alexander 3000, Prins van Oranje 3000, Java 2800, Prinses Marie 2800, Voorwaarts 2800, Prinses Wühelmina 2600, Sumatra 2600, Soenda 2300, Celebes 2300 tonnen. Deze schepen staan op de balans voor f 5,324.000 of f 123.50 per ton, welke waarde in gunstige verhouding staat tot de boekwaarde der vloten van andere mailP. E. TEGEUBEKG. J. BOISSEVAIN. L. P. D. Or TEN NOORT. In de algemeene vergadering van aandeel houders, gehouden 10 April 1879, werd hem na zijn dood dan ook de volgende welverdiende hulde gebracht: «Onvergetelijk zal voor onze Maatschappij haar Eere-Voorzitter blijven. Hij was het die haar te voorschijn riep, die de richting aangaf waarin zij zich had te ontwikkelen. Toen bij de eerste inschrijving het kapitaal niet volteekend werd, was hij de eerste om het voorbeeld te geven en aan te sporen tot eene nieuwe poging, ditmaal met uitnemend gevolg bekroond. Een jaar later, toen eene groote ramp de jeugdige onderneming trof en alleen krachtig vooruitstreven vergoeding kon geven aan de aandeelhouders voor de eerste verliezen, opende hij zijne beurs met eene vorstelijke mildheid, die gij gewis niet hebt vergeten, al hadden wij het voorrecht die gelden nog bij zijn leven uit de voor schotten der Maatschappij terug te betalen. Maar meer nog dan zijn materieele hulp, hoe groot die ook zijn mocht, was het zijne moreele steun, waaraan de stoomvaart-maatschappij ^Nederland" zoo oneindig veel ver plicht is. »Hij doordrong haar van zijn' geest van nauwgezette plichtsbetrachting, van zijne deugdelijke zeemanseigenschappen, van zijne belangstelling in het lot der zeevarenden." Het vertrouwen dat Prins Hendrik genoot, had dan ook een allergunstigsten in vloed op de financiën. De obligatiën der Maatschappij weiden door het publiek gretig genomen, ten laatste zelfs tot opgaande koersen, en zoo kon dan ook eindelijk over het boekjaar 1874 vijf percent dividend be taald worden. Belangrijk voor de Maatschappij was ook de overbrenging van haar exploitatie van het Maatschappij had de spoorweghaven tijdelijk ter beschikking van de Maatschappij gesteld. In 1883 werd de exploitatie naar de Han delskade overgebracht en aldaar heeft de Maatschappij zich op uitnemende wijze ingemen in staat werd gesteld een tiendaagscheii dienst in het leven te roepen. Een overeenkomst met de Rotterdamsche Lloyd deed dien tiendaagschen dienst wederom tot een veertiendaagschen inkrimpen, HET BINNENKOMEN VAN DE »C()NKAD ' TE IJ.MUIDEN'. richt, hoewel de directeuren het betreuren dat de kosten van terreinhuur in vergelijking met naburige havens zoo hoog zijn. Nadat men reeds in 1870 de veertiendaagsche vaart had geopend, waartoe de omdat deze Maatschappij zich verbond haar stoomschepen te laten vertrekken zoodanig, dat deze met de stoomschepen der Maat schappij Xcderland een ivc.kelyksehe lijn naar Indiözouden vormen. Hierdoor kreeg ook diensten in binnen- en buitenland. Opmerkelijk is het dat de Conrad, een der eerst bestelde schepen, steeds met eere zijn plaats in de rij der mailschepen vervult, maar dit nam niet weg, dat de directie met elk nieuw stoomschip, dat op de lijn werd gebracht, nieuwe verbeteringen invoerde en deze ook op de oude toepaste. Op alle stoomschepen werden stoomstuurtoestellen aangebracht, de ijzeren schroefbladen vervangen door stalen of bronzen, de ijzeren krukassen en sehroefassen door stalen. Het aantal sloepen werd uitgebreid met vermeerdering van de grootte en ver betering van het takelwerk en de uitrusting. Electrische verlichting werd ingevoerd, ma chines voor verkoeling en het fabriceeren van ijs vervingen de vroegere ijskaniers. Ten aanzien van baden en andere sanitaire inrichtingen werden ten behoeve der passa giers vele verbeteringen aangebracht. Het type der schepen, dat zich bijzonder voor de veelzijdige diensten, welke op de lijn gevergd werd, eigende, bleef langen tijd in hoofdzaak onveranderd. Toen de groote uit breiding van het goederen-verkeer, zonder evenredige vermeerdering van het passagiers vervoer, een tijdelijke wijziging aanbevelens waardig maakte, werd het spardek-type afgewisseld door bak- en campagneschepen als de Prinses Marie en de Voorwaarts, maar het hoofdtype, zooals dit door wijlen John Elder te Glasgow was ontworpen, werd langen tijd met succes gehandhaafd. Eerst in den laatsten tijd, nu grooter laad vermogen, vooral ook voor zware goederen, en grooter snelheid vereischt worden, heeft de directie een ander type gebruikt, gebouwd bij de heeren Caird en Co. te Greenock, dat uitmun tende resultaten geeft. Onder de wel kost

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl