De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 26 mei pagina 7

26 mei 1895 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 935 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. in Beeld en (FA.BRIEKS "WEZEN). Fabriek aan den Haarlemmerweg. KALKMAGAZIJN. ZUIVEKINGSHUIZEN. KEGULATEURGEBOUW. Fabriek aan den Haarlemmerweg. STOKERIJEN. WATERTOREN. CONDENSATOREN. KETEU3EB. EN METEWinS.'. sC Fabriek aan den Haarlemmerweg. EEN DER STOKERIJEN. DE AMSTERDAMSCHE GASFABRIEKEN, Sinds het oogenblik dat de gemeenteraad de bepalingen vaststelde, waar onder aan de Imperial Continental Gas-Association concessie werd verleend voor de levering van gas in de gemeente Amsterdam 25 Juli 1883 is de verlich ting der steden in het algemeen en die door middel van gas in het bijzonder met reuzenschreden vooruit gegaan. Bovendien heeft de industrie zich daar van als beweegkracht meer en meer meester gemaakt, terwijl het gas, vooral door zijn zindelijkheid en bijzondere gemakkelijkheid om de temperatuur te regelen, zich als verwarmingsmiddel in de huishouding een groote plaats veroverde. De uitgebreide toepassing van het kolengas is evenzeer als die van den stoom en de electriciteit een kind van de tweede helft onzer eeuw en het is onmogelijk op het einde daarvan onze maatschappij te denken zonder deze drie resultaten van des menschen geest, die, wat er geheimzinnigs school in aarde en lucht het zijne verklaarde, de stof tot slaaf, zich zelf tot koning maakte. Het zij ons vergund den lezers iets over lichtgas mede te deelen, om daarna een kijkje te nemen in de twee groote fabrieken die eiken avond verhinderen dat Amsterdam in middeneeuwsche duisternis worde gedompeld. Dat men uit steenkolen door verwarming een brandbaar gas kon verkrijgen werd reeds in 1664 door Clayton, een Engelsch scheikundige, geconstateerd; de eerste, die het voor verlichting aanwendde was lord Dundonald in 1786. Bij het bereiden van cokes door middel van droge distillatie, wist hij het nevenproduct, de teer, te condenseeren. Op de teervaten plaatste hij een buis, waaruit een brandbaar gas ontweek, dat de werklieden des avonds tot verlichting diende. Het was echter eerst ia 1798 dat een andere Engelschman, Murdoch geheeten, in een spinnerij steenkolengas als middel tot ver lichting aanwendde. Van dat jaar kan men spreken van een geschiedenis van het gaslicht. Zijn nut werd zoozeer ingezien, dat reeds in 1812 het gas te Londen voor straatverlichting werd gebruikt, van waaruit het weldra zijn triomftocht door alle beschaafde landen hield. We herinneren ons, dat we als kinderan vaak een proef namen om zelf steenkolengas in het klein te vervaardigen. Te dien einde werd een Goudsche pijp, een zoogenaamde grootkop, gevuld met gruis van steenkool, terwijl de opening door stopverf werd afgesloten. De aldus gevulde pijp werd in een brandende kachel geplaatst en het duurde niet lang of uit den steel van de pijp ontsnapte gas, dat, aangestoken, eenigen tijd een helder licht verspreidde. Vrij wel hetzelfde geschiedt in een gasfabriek; wanneer men steenkolen in een retort, d. i. in een afgesloten ruimte, tot een hooge temperatuur (ruim 1000 gr. C.) verhit, dan ontwikkelen zich eerst olieachtige zelfstandigheden, die aan den wand van de retort tot dichtheid komen. Wordt de temperatuur hooger, dan ontstaan aan den mond der retort gasvormige producten, welke men later weer door koude kan verdichten. Het gedeelte der producten dat niet vatbaar is voor verdichting, kan worden aangestoken en brandt dan met een helderen vlam. Zooals men weet is steenkool gevormd door voorwereldlijke wouden met de hun bodem bedekkende planten en mossen, die door eeuwen lang onder aardlagen bedolven geweest te zijn in de diepte der aarde geheele lagen vormden. Maar ook geheel de reusachtige fauna dier dagen, de monsters der zee, de Behemoths en Leviathans leverden daaraan hun contingent. Al zouden we dit niet weten, onze reukorganen zouden ons wel waarschuwen zoodra we langs den weg van droge distillatie uit steenkolen gas trachtten te berei den, zoodat steenkool niet alleen uit plantaardige maar ook uit dierlijke bcstanddeelen bestaat. Dit is de oorzaak dat de gasfabricatie zooveel nevenproducten geeft, welke verkregen worden uit dat gedeelte der eerste ontledingsproducten, dat men door afkoeling in een dropvormig-vloeibaren toestand kan brengen, en bij de bereiding zich kenmerkt door een waterige en een olieachtige laag, De eerste, welke men »gaswater" noemt, is een oplossing van ammoniakzouten in water, de tweede geeft de bekende koolteer, die zelf weer een mengsel is van vloeibare en vaste stoffen, en waaruit het der chemie gelukt is in lateren tijd allerlei denkbare en ondenkbare producten te bereiden. Wij noemen slechts de aniline, de leucoliiie, de pyrrholine, parafine, naphtaline, het car bol/uur, de creoline, enz. Het steenkolengas zelf bestaat ook weer uit verschillende stoffen. De schei kunde vond daarin olievormend gas de bron van alle verlichting ook bij de waskaars moerasgas, waterstof, kooloxydegas, koolzuur, ammoniak, zwavelwaterstof, zwavelig/.uur, cyan, zoutzuur, stikstof', dampen van vluchtige brandbare teerolien, enz. Honderd deelen gaskolen leveren van 25 tot 30 deelen lichtgas, teer en ammoniakaalwater; de overige 75 a 70 procent geeft de cokes. Er zijn steenkolen, die door de warmte een soort van smeltingsproces ondergaan of of liever samenbakken, om daarna zich sterk uiteen te zetten om groote hoeveelheden gas los te laten, waarna zij als een poreus vast lichaam in de retort achter blijven. Deze soort van steenkolen is de beste voor de gasbereiding. De ondervinding heeft natuurlijk moeten leeren uit welke mijnen de beste kolen kwamen. In 't algemeen noemt men de Cannel-kolen uit Schotland als de beste. De bovengenoemde bestandrleelen van het steenkolengas toonen aan, dat het eerst een nog al uitvoerig bereidingsproces moet doorloopen, aleer het voor het gebruik dienstbaar en voor de. gezondheid niet schadelijk kan zijn. Hoe dit geschiedt hopen wij aan te toonen in de beschrijving van de fabriek aan de Haarlemmerwes. De Intpc.rinl ('onfi/ieii/rtl (lax-A^xitcintinn, waaraan in 189o de concessie werd verleend, is een der oudste Gas-maatschappijen op het vaste land. Zij werd in 1824 opgericht en sloot in 1825 met de gemeente Hannover haar eerste contract, dat spoedig daarna door andere met de gemeentebesturen van vele voorname steden in Duitschland, Belgiëen Frankrijk gevolgd werd, terwijl op dit oogenblik de lïn\itrinl een dertigtal grootere en kleinere steden op het vaste land, waaronder ook eenige in Nederland, van gas voorziet. Eenige der voornaamste steden in het buitenland zijn: Aken, Antwerpen, Berlijn (gedeeltelijk), Brussel (de voorsteden), Hannover, Frankfort a/M., Nuncy, Rijssel, Stolbcrg, Weenen, enz. Onder de oprichters der Maatschappij behoorde alsmede de bekende ir Moses Montefiore. De. zetel der Imperial is te Londen. Haar maatschappelijk kapitaal bedraagt volgestort 3 V- millioen pond sterling en 850,000 pond sterling obligatiën. Het contract, dat de Maatschappij onder de firma »Amsterdamschc Pijp Gas-Oompagnie" met de gemeente Amsterdam gesloten had, eindigde in 1887. De verplichting haar bij de concessie van lss:5, onder haar eigen firma verleend, opgelegd, sloot in zich het bouwen van twee nieuwe fabrieken met

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl