Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 93G
De MomstenMastiiig in fle Vereende Staten,
(Puck.)
Zonder n vriend.
Meyroni PMliöor.
Naar het Fransch.
Sinds kenners geheugenis, had geen eerste tenor
de hooge C in Willem Teil er zóó uitgebracht als
Philidor in het genoemde meesterstuk van Rossini.
Hij was knap, Philidor. Hij had een manier van
loopen, van zingen, van een toon aan te houden,
TOOI het hokje van den souffleur, die geen ander
hem na kon doen.
Zijn succes bij de dames was dan ook groot in
Toulouse, de hartstochtelijke hoofdstad van de
Haute Garonne.
Hij, in den grond een goede jongen, liet zich
aanbidden !
Getroffen als de anderen, erger dan de anderen,
want haar onschuld evenaarde haar minnezucht,
sleet Maria-Bertha, de aanvallige jongste dochter
van den notaris Caramy, bijna alle avonden in het
Kapitool, zelfs wanneer de verblindende Philidor
niet zong ; gelukkig wanneer zij de bedorven lucht
in de broeiwarme zaal mocht inademen en het
scherm zien opgaan, waarachter zich den vorigen
avond de bekoorlijke, de onweerstaanbare Arnold
had vertoond.
Een oude dienstbode, die Maria-Bertlu.'s voedster
was geweest, vergezelde haar uit medelijden naai
den schouwburg en dutte in een hoek der loge,
van het eerste tot het laatste bedrijf.
Besefte Philidor de verwoesting die hij in dat
arm, klein, maagdelijk hartje had aangericht ? Hij
leefde zijn lyrisch pseudo-artistenleven met de
onEvolutie ?an slak tot wielrijder,
(Pearsons Weekly).
bewuste wreedheid der naturen, die zich verheven
wanen boven het publiek dat zij beheerselien.
Maria-Bertha, die zich wilde compromitteeren,
schreef een brief aan Philidor, en bepaalde een
rendez-vous ten huize eener vriendin.
De artist hechtte zonder wroeging deze scalp
aan zijn overwinnaars-tomahawk !
Tien jaren zijn verloopen; Philidor is te Parijs
met Maria-Bertha die hem gevolgd is, altijd
verliefd en overbodig het te zeggen trouw.
Van zijn kant: teederheid uit gewoonte ; van haar
kant algeheele toewijding, dankbaarheid jegens den
machtige, die de gouden poort der liefde voor
haar geopend heeft.
En dan: Philidor is buikig geworden. Waar is
de heldenfiguur van voorheen?
Wat de roem aangaat, ach! dat's wat anders:
daar valt niet meer op te rekenen! Philidor is zijn
stem kwijt,! Philidor is thans onmachtig zijn
weertalooze C te uiten; zelfs de V is zijn schorre
eel ontzegd. Welk een angsten l Eerst is de
tenor in opstand gekomen, hij schreef het aan ver
koudheid toe: 't was niet mogelijk, 't zou onge
hoord zijn geweest.
Hij gorgelde wel tien malen per dag; 's nachts
stond hij op om zijn stembanden te beproeven.
Hij moest en zou weer op de planken, ter goeder
trouw geloovende dat het, geschitter der voetlichten,
de aanblik van 't publiek in de zaal, de opwek
king van het orkest een wonder zouden bewerken.
In het theatre van Belleville werd een
wtldadigheidsconcert aangekondigd.
Philidor zong er de groote aria van Eleazar in
la Juive". Het was afschuwelijk. Er werd gesist,
gelachen, gefloten door een storm van dieren
geluiden werd hij van 't tooneel gedreven.
't Was uit, glad gedaan met den vroegereu afgod
der Toulousische schoonen.
En Marie-Berthe had hem geheel alleen voor zich.
De oude heer Carainy heeft een rouw floers ge
hangen over Marie-Berthe's portret: voor dien
belecdigden vader is de maitresse van deii zanger dood.
Voor de buren, te Parijs, is zij Mevrouw Philidor.
De middelen van liet «{uasi echtpaar raken
uitgeput.
Er is geen denken aan den vader in de pro
vincie te vermurwen: een eerste poging is muslukt.
Aan zijn verregaande ijdelheid paart Philidor
een tamelijke dosis dwaasheid.
Op een der boulevards van Parijs bestaat et n
groen geschilderde kroeg, de kleur der hoop en
van het absint waar op bepaalde uren alle
/verbleekte sterreu" verschijnen, die door publick's
misnoegen in haveloosheid en dronkenschap zijn
gedompeld.
Daar verwelkomden de zonderlinge wezens, gek
van verwaandheid, slaven van allerlei noodlottige
gewoonten, die hun bedelstaat drapeeren met hun
eigenwaan, hun coufrater den tenor, die?als zij
op den uitkijk was naar een fantastisch engagement,.
Sport voor sport daalt Marie-Berthe de harde
ladder der ellende af. De huur wordt niet langer
betaald; de conciërge, eerst plomp ironisch, is
beleedigend geworden en dreigt met uitzetting.
De kruidenier en brandstofl'enman weigeren botweg
krediet.. . . Het geduld van den bakker zon een
maand misschien nog kunnen worden gerekt...
Het kind is uitbesteed bij een min, die reeds
ISO francs moet hebben!
Maar hij, Philidor, gaat nog deftig gekleed ; eiken
morgen verklaart hij, dat mijnheer Gailhard of
mijnheer Carvalho hem op dit of dat, uur om een
onderhoud heeft verzocht.
Ach, als deze directeuren niet door jaloerschc
middelmatighedeu om den tuin werden geleid be
stond er schooue kans, dat Philidor het, fortuin
zou maken van een onzer opera-gezelschappen...
Lord f olfflcr naar liet Hüoprte rataen.
(Punch.)
Repnbleinsche acrobaten,
(Juclf/e.)
Badrrouio: ^Komaan, jongeheer, spring er maar flink in, als een dappere kleine Lord."
Maria Bertlie gelooft, dat eu drinkt water ! Haar
minnaar prefereert, absint.
Toen was liet dat. Marie Bertlie moedig, het onge
luk flink in de oogen ziende en haar eigen ver
schrikkelijk lot vergelijkend met, het kalm eu vredig
leven, dat, haar zusters, fatsoenlijk getrouwde wel
gestelde vrouwen in de provincie leidei,, een goeden
verstaiidigen inval kreeg: nj besloot met eigen
handen den kost te verdienen.
Aan het, eind der lange gang in het, arbeiders
kwartier waar zij woonden bestond een dienstboden
verhuurkantoor, /ij ging er heen. Er was een be
trekking als huishoudster open, hij een oi.de
aamborstige, lastige dame, die drie valsche, stinkende
katten hield.
Het loon was groot: zestig francs per maand
en de kost. Ue notaris dochter van Toulouse
bedacht zich geen oogenbhk.
En daar dient, nu, sinds zes maanden, Maria
Bertlie. altijd bezig, stil beiustend i» het toornig
gekijt' der ziekelijke kattenvrieiidiii, al haar snauwen
eu grauwen verkroppen d, kampend met h aar tegenzin,
met alle geweld de oogen sluitend als de herinne
ring aan het het verleden zich aan haar opdnnst.
Maar eiken avond als Philidor, haif dronken, uit
cl e kroeg thuis komt, vindt hij op tafel een malsche
lamskotelet, een glas wijn, vijgen of wat gebak.
't, Is de cijns, die de //vrouw" van
denonwcerstaaiibareii Arnolil. in weerwil van het smartelijk
vragen harer maag, gaarne aan haar eigen ontoe
reikend maai onttrekt.
, \\ aaroiii eet, je /elf niefsr" vraagt de < x-t.euor
soms met vollen mond.
,,'k Heb geen trek" antwoordt dan Maria Berfhe
met teederen blik den man beschouwend, die haai1
zoo oneindig vel verschuldigd is en wiens
liefde 't, haai' nood zal vergelden.
Jtilius Priillclman Bi'onmieijei'.
Als je eenmaal in
trek bent, willen ze
je ook overal in
halen. Van liet
oogcnblik, dat ze
weten, dat je persoon
de rest een beetje
releveert, laten ze je
geen rust voor ze je
tot, een der hunnen
hebben gemaakt. Je
dient dan voor pi
destai, waarop ze zich
plaatsen om hun
eigen onbeduidend
heid in de hoogte te
steken. En als je clan.
niet al te onbarm
hartig bent, zouals
ik. laat je je dat
welgevallen, evenals
een schaap dat
voortgraast, nu en
dan met een spreeuw
op zijn rug. Och hcerc,
manier al een personen
lukki.
reden
vrat heb ik pp die
en corporaties
gegemaakt] Mc dunkt, er bestaat al 11
toe om, zooals ze een ander lot, et
reDe muLtquaestie en de candidatuur voor het presidentschap der Verecnigde Staten.
'^\\\IW ##?-? -',^--> ^
Hl benoemen van een genootschap, mij tui
eere ln/rrjcr of tot vcre-i)iciix?It te verheffen, want
als het zoo doorgaat, schrijven niet alleen
de kranten over me, maar zullen de domhie's
weldra nog over me gaan piceken. Toch is
me verleden wee" k iets gebeurd, dat
alleovertrof' wat me van dezen aard tot nog toe
ioverkomen. Daar bracht de meid me eer.
kaartje boven met den naam T. II. de Beer
docent aan de II. \>- School en bcè'idic'i,
translaten!'', Ik denk bij me zelf: wat moei
die; jongens die lessen kunnen nemen hei.
ik i'ii-i : mijn Janus, die al 'l'l is, zit, in de
()n:-l. en Therèe haar educatie is Voltooid.
ina;:r het ;-.al we! de transialeur wezen, dii
wil spreken enfin ik zeg: l;:at die
mijnheer in de- voorkamer en ik ga zeil
daarin en. Ik doe de' deur ope'ii en begin
uiJe l'.ad je' die moeite- kurnen sparcr.
mijüheeT, gi en trauslaleur nooditr. op mij;.
kantoor wordt. Spaaiisch e-n Ila!iaan.-ch gecoi-.
itvpondcerd t n een neef'van mijn boekhoudt-:
pi me nut hel i'ortugecscli maai' ik
mocht niet uitspreken. Daar heeft u mi dar,
den bal d n < misgeslagen, mijidn er l'n n;
n-cijer! ri< p mijn blijmoedige !>,-/' ,;';>'r ??'< ;
wai hiel hard en mei e-en 'ach, die iiiii1;,
even luid Uii-ni.' ais y,ijn stem. !:
Dia.''.r daileiijk uit den dr<p.im helpe;
lier l iet om iet- voor me ze't te zoe!
van de Li idrche Maat.-cli-.ii
? viasicn of u de eeT zoudt
il haai' toe' te trede-r
ik zeg: mijn waarde heer IVer, een
ma;'.ien de ei-r dat komt meestal falie
kant uit. Ik ken je we! niet. maar ik b< ;.
oud genoeg mn te: welen, dat het om min
dubbeltjes ie doen is; wat is dat voor ce i
11
:K
1:\