Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 936
goed, en toonde zich dankbaar, toen Japan
na den oorlog, als een nieuw bewijs van
goede gezindheid, een buitengewoon gezant
schap onder graaf Ito naar China zond. De
heer Russell Young raadde toen Li aan, de
beleefdheid te beantwoorden, zich aan het
hoofd van een talrijk gezantschap naar Japan
te begeven, er met eigen oogen land en volk
te zien en met de meest invloedrijke staats
lieden van het naburig koninkrijk nadere
betrekkingen aan te knoopen. Maar daarvan
wilde Li niets hooren. De gedachte kon
natuurlijk niet bij hem opkomen, dat hij,
enkele jaren later, zou gedwongen zijn de
reis naar Japan te maken om na een
rampspoedigen oorlog een vernederenden vrede te
vragen.
Bij een onderhoud tusschen Li-Hung Chang
en den gewezen president der Vereenigde
Staten, generaal Grant, werd ook de
spoorwegquaestie ter sprake gebracht. De
Chineesche onderkoning bleek daarover eigen
aardige begrippen te hebben. Volgens hem
deed de door Kussen in Siberiëaangelegde
spoorweg meer kwaad dan goed; immers hij
stoorde de herders en maakte de karavanen
overbodig. »Indien ik een spoorweg bouwde
van Ching-Hiang naar Peking, over een
afstand van achthonderd mijlen, langs het
Groote Kanaal, wat zou ik dan doen met
mijn vloot van jonken en rijstschuiten waar
van ge hier uit het venster mijlen ver de
masten kunt zien? Op deze booten wonen
geheele gezinnen, ouders, grootouders en kin
deren. Zij hebben geen ander tehuis en hun
eenig middel van bestaan is het overbrengen
der als schatting opgebrachte rijst naar Peking.
Brengt ge die rijst over met spoorwegwaggons,
dan zal de regeering daardoor veel geld uit
winnen. Maar wat zal zij doen met de twintig
duizend gezinnnen, die dan broodeloos zijn
geworden ? Het vraagstuk, waarmede wij ons
bezig hebben te houden, is het onderhoud
eener ontzaglijk groote bevolking. Dat is
alleen mogelijk door visch en rijst, de
visch uit de rivieren en de zee, de rijst van
een ongeëvenaard vruchtbaren bodem. Maar
met al onze zorg" zoo besloot Li »is
het ons toch niet mogelijk, een hongersnood
te voorkomen, die millioenen slachtoffers
eischt."
»Er is maar n middel tegen hongers
nood: spoorwegen," antwoordde Generaal
Grant kort maar krachtig. En dat antwoord
scheen op Li een grooten indruk te maken.
Heeft generaal Grant gelijk gehad, toen
hij Li-Hung-Chang op ne lijn stelde met
Bismarck, Beaconsfiehl en Gambetta:1
De Amerikaansche staatsman, die zoo
sober was met zijn woorden en aan wien
alle overdrijving vreemd was, heeft Li beter
gekend dat de meeste Europeanen, en aan
zijn oordeel kan een zekere waarde niet wor
den ontzegd. Voor ons westerlingen blijft
deze Chineesche leider der volkeren een
aonderling mengelmoes van sluwheid en
naieveteit, van gezond verstand en bekrompen
veroordeel. Maar juist daardoor is Li een
echt Chinees, en zonder die vereeniging van
schijnbaar strijdige eigenschappen zou het
hem onmogelijk zijn geweest, op het volk,
waartoe hij behoort, een zoo grooten invloed
uit te oefenen.
""' ..... lllllliiiiiiiinilmillin ......... IIIIIHI ............. nu ....... iimiiinm
!?"""'" ..... iiiiiiiiirn ..... iiiiiiiiiiiiiiiiiniiii
De aclitiireiiueweiiiiE in Engeland in 1833. f)
Het is een werkgever geweest, die meer dan
zestig jaar geleden in Engeland voor het
esrst een groote beweging organiseerde ter
verkrijging van een arbeidsdag van acht uur
voor alle werklieden. En dat met behoud
van een loon voor twaalf; een achturendag
met het volle tegenwoordige loon" heette het
in de manifesten. Hij was een groot
katocnf'abriekant, woonde te Todmorden, en zat in
het Parlement voor Oldham. Hij heette John
Fielden, of, onder de weiklieden. --Honest
John". Sedert hij als leerling in zijn vaders
fabriek was afgetobd achter het weefgetouw,
was hij de apostel geworden van een korten
arbeidsdag. In liet Huis der Gemeenten was
geen warmer voorstander van een wette! ij ken
werkdag van tien uren dan hij.
In IXx! was het reeds eenige jaren slecht
gegaan in den handel ; de loonen waren
dus gedaald, en winst werd waarschijnlijk
niet gemaakt. Ieder op zichzelf' hadden in
dat jaar een commissie van fabriekanten uit
Yorkshire en de afdeeling Liverpool van den
Anti-Corn-LawLeague een onderzoek ingesteld
de een naar de loonen in het district
Hutterfield, de ander te Liverpool, en beiden
kregen tot uitkomst, dat de meerderheid dor
fabrieksarbeiders leefde van twee en een
halven stuiver per dag. En per hoofd : het
gemiddelde inkomen van een gezin was vijf
shilling; maar het -twee en een halve
stuiverper dag" werd de strijdroep van Fielden.
*) Zie: John Kae: Eight Ilours for Work.
London, McMillan & Co. l*!i-i.
Want hijzelf had in zijn omgeving geen .
andere ervaring opgedaan. De handwever i
verdiende vier, hoogstens vijf shilling 's weeks,
de werklieden in de zijde industrie, die nog j
voor weinig jaren 10 shilling thuis brachten,
verdienden nu maar 6. Indien nu, zoo rede
neerde Fielden en zoo de menschen wat
meer uit de geschiedenis wilden leeren, zou
die dwaling heden ten dage niet meer worden
begaan! werkgevers'en -nemers het er maar
over eens konden worden, juist in de vakken
die onder tegenspoed leden, en een langen
werktijd hadden, om de productie te beper
ken, dan zouden de prijzen stijgen met minstens
25 procent. Winst en hooger loon zouden
de onvermijdelijke gevolgen er van zijn. Beur
telings zouden de verschillende takken van
nijverheid deze nieuwe orde van zaken onver
deeld moeten invoeren. Dat beurtelings iedere
branche haar gewin op de andere ging ver
halen, en dus, als de beweging het rijtje rond
was geweest, wel alle loonen waren verhoogd)
maar de koopkracht dezelfde was gebleven,
dat bedacht niet alleen Fielden niet, maar
evenmin Robert Owen, die, in Noord-Engeland
lezingen houdende, bij Fielden aanlandde,
drie dagen bij hem bleef, en geheel door het
nieuwe denkbeeld werd ingepakt. Reeds in
1817 had hij, de socialist, voor het type van
zijn plattelandsgemeenschap acht uur als den
normalen arbeidsdag aangewezen; maar in
dezen vorm was het begeerde hem geheel nieuw.
Onverwijld togen de vrienden aan den
arbeid. Fielden's compagnons waren dadelijk
bereid, hem te steunen, en daardoor sterk,kreeg
hij de toezegging van hulp van verscheiden
fabriekanten uit Manchester. Condy, de redac
teur van den Manchester Advcrtiser, een radi
caal orgaan, liep met het plan hoog weg; de
groote William Cobbett, van den Polilical
Jiegister, Fielden's mede-afgevaardigde voor
Oldham, stelde zich mede aan de spits, en den
25sten November werd te Manchester staande
een groote vergadering een sterke vereeniging
gegrondvest: de »Xational Regeneration So
ciety", wier doel was: »de werklieden bij te
staan in het verkrijgen van den achturendag,
met behoud van het tegenwoordige loon."
Te Sheflield vocht Ebenezer Elliott, te
Bradford Parson Buil voor de zaak. Afdeelingen
werden gesticht te Oldham, Ilochdale,
Ilfywood, Bury. Bolton, Blackburn, Burnley.
Preston, Chorley, Macclestield, Xottingham,
Worcester, Wigan, Lsicester, Congleton,
Stalybridge, Warrington en andere plaatsen,
Londen niet te vergeten. In December deelde
de Manchester Ai/miiscr mede, dat de acht
urendag zonder loonsverlaging reeds was
ingevoerd in de fabriek van John Wood,
den grootsten industrieel van Bradford, die
niet wilde wachten op den afgesproken datum :
l Maart ','U. Wood liet reeds, vóór de be
weging ontstond, n uur korter werken dan
al zijn concurrenten, en was een van de
financieele steunpilaren der tienurenbeweging.
Om de agitatie te levendiger te drijven, had
Robert Owen een catechismus samengesteld
waarvan vraag 11 in het hart der kwestie
greep: Waarom hoogstens acht uur arbeiden ?
1. Omdat het de langste duur is diende
mensch de gemiddelde sterkte genomen,
en het recht op bestaan voor den zwakke
erkennende, zoowel als voor den sterke
physieke inspanning kan uithouden, zonder
zijn gezondheid, zijn verstand, zijn moraliteit
en zijn geluk te benadeelen.
2. Omdat de nieuwe ontdekkingen op
scheikundig en mechanisch gebied het
onnoodig maken, moer lichamelijke inspanning
te eischen.
.'!. Omdat door acht uur werken, bij een
geschikte regeling een overvloed van
welgesteldhcid voor ieder wordt geschapen.
?i. Omdat niemand het recht heeft, zijn
medeinenscli langer te laten arbeiden dan
voor de maatschappij nuttig is, bloot opdat
hijzelf rijk. en de ander arm zou worden.
i"). Omdat het ?waarachtig belang van ieder
rnenschelijk wezen medebrengt, dat ieder
ander mensch zij gezond, ontwikkeld, tevre
den en welgesteld.
Bij het naderen van den l sten Maart, de
dag waarop -National Itegenermion" 7,011
beginnen, wies de beweging. Et'u petitie werd
door de Society aan het Huis der (.u'ineenton
aangeboden; een weekblad verscheen, de
Jf/'filtl of' liir lti;i/lix of' Indtinh'i/: don l'l.sten
Februari hadden de werklieden van meer d:in
."ij ondernemingen te Manchester aan hun
werkgevers om deu achturendag gevraagd ;
de antwoorden v\aren hoven verwachting
gunstig uitgevallen. Vierentwintig van de
'Jij fabriekanten van Todmorden verkhiaidon
zich bereid lot. ecu proef, indien al hun
concurrenten medededen; te Oldham, te
Ilt-ywood, in Lancasiiire stond de zaak zoo
gunstig mogelijk. Yorkshire aarzelde, Schot
land achtte den termijn te vroeg: Ierland
was geheel buiten de beweging gebleven. Er
werd dus besloten, don kritieken datum van
1 Maart naar 'J .Juni te vci'Bchuiven en toen
was het met de geheele beweging gedaan. De
laatste ll/:rnl'l verscheen den loden Mei.
De werklieden waren oorzaak van het mis
lukken. Oastler weigerde den lulun Maart
naar een meeting te gaan, omdat de
werklieden zoo weinig medewerkten. Parson Buil
verweet hun, dat zij aan elkander hingen als
de zandkorrels der duinen, en geen glas ale
konden missen om hun eigen klasse te redden
van ellende en ondergang. Wat de werklieden
dachten, wordt duidelijk uit een ingezonden
schrijven in den Herald van 29 Maart. Daar
wordt betoogd, dat het weinig geeft 25 percent
meer te verdienen, indien voor brood, bier
en schoenen ook 25 percent meer moet wor
den betaald. De Ilerald betoogde, dat het
noodzakelijk zou worden, ook de werkloozen
weder in dienst te nemen, en dat dan de
loonen opnieuw 25 percent omhoog zouden
gaan; hij was hierbij echter reeds buiten het
terrein van Fielden's theorie, en noch deze
bewering, noch de heftige verwijten van andere
leiders brachten 'Ie werklieden tot het nieuwe
geloof. Zij zijn voortgegaan met produceeren,
en terwijl zij in 1834, 500000 in getale, on
geveer 1500 millioen pond katoen vervaar
digden, en zeer lage loonen verdienden,
brengen zij thans, 700 000 man sterk, 2000
millioen pond aan de markt, en verdienen
flinke loonen
Wie na deze schets, die ik weergaf om haar
historisch belang, neiging mocht gevoelen om
den korten werktijd te verfoeien, en den lan
gen aan te bevelen, leze het boek waaruit ik
mijn wijsheid putte, en hij zal genezen zijn.
PRO Socio.
liiiiiiiliiiiiiiiiimniimiiill'i'lmn'iiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinMiiiiiiiininiiii
Inhoud van verschillende bladen.
liet Handelsblad. 25 Mei. De spoorweg Fort
de Koek?Pajakombo."
2fi Mei. Onze macht in Indië."
28 Mei. lüjkslandbouwschool en tninbouw-onder
wijs" I. llente en belegging van spaarbankgelden."
29 Mei. Twee meeningon over de gasquaestie."
30 Mei. De koflieeultuur op de Buiten-bezittingen."
De Standaard. 27 en 29 Mei.
.,Armenverzorging" I. H.
31 Mei. Calvinistische of Ultramonta^nsche
politiek."
Het C'e n t r u m. 27 Mei. »Fabrieks-inspectie"
il) Mei. «Polemiek en politiek" (quaestie L
dimanKnyper)
31 .Mei. Onvruchtbaar werk" (de Amsterd. raad).
l Jan. Een wanbegiip" (behartiging der volks
belangen door katholieken).
Do Tijd. 25 Mei. De onschendbaarheid der
Wet."
27 Mei. De herziening der belasting op het
I'ersonf ei.''
28 Mei. Een interpellatie" (Uabier in de fransche
Kamer."
2H Mei. Weelderige phantisie in dienst van erns
tige waarheden." (De Broeders. Tragedie van het
Kecht, door l''relevik van Eeden >, door Jan Holland.
,.Amsterdamsehe Ptadicalen."
3il Mei. De zaken in Ojstenrijk Hongarije.'1
Het X i e u \v s van den D ag. 25 Mei.
13edrijfsbelasting." Wijziging in do beschrijvingsbiljetten
III, model Ba door F.
27 Mei. Oud en nieuw," door B.
2H Mei. De nieuwe ]>ersoneele belastingwet," door
J. Kuiper, I 31) Mei II.
X. Hotte r cl. C r t. 25 Mei. Het toezicht der
Pekenkamer" I, 20 Mei II, 31 Mei (antwoord aan het
Vaderland) III.
'2S Mei. Het wetsontwerp op de personeele be
lasting" I, 29 Mei II, 80 Mei III
De M a a s b o d e. 22 Mei. De verkiezingsstrijd
i» Italië."
23 Mei. Pauselijke intentiën."
20 Mei. »tSr.:.*.;. C'rispi" (door I.aicus).
2S Mei. Die kaatst moet den bal venvachten''
(polemiek) door d. I', te W.
29 Mei. ,.l)e Volksschool in het gedrang.''
30 Mei. Kiesplicht" I.
De (anti-rcv.) Nederlander. 29 M,-i. De
laatste stap." (naar de vrije" school).
Hot Vaderland. 26/27 Mei. ..Puntjes op de i's."
(Statenverkiezing!
28 Mei. ..Personeel en kie-recht."
30 Mei. Oomptabiliteitsvragen." (Polemiek met
de X. l!»llr,;l. Cl.)
Het Haagsche Dagblad. 2627 Mei. De
herstemini.ig" ivoor de Staten).
28 Mei. Het aseo van den ijzeren schecpsbouw",
door X Peil, II. Naar de stembus."
30 Mei. De moderne behistingwijsheid."
l't recht sch Dagblad. 20 Mei. Het Personeel"
I, 29 Mei 11
Ai-n h. C t. De belastingwetten van den minister
Sprenger van F.yk." II. 111.
N. Arnh. C r l. 25 M.-i. Het venten van drukwerk
op .ie openbare straat" II.
29 Mri Sociologie" X. !Vrouwenkiesrecht).
I'r o v. (! r o n. ('t. '21 Mei. Ken werkkring voor
de- vrouw!" (s'erplcging).
W i n s c li. ('t. 2ti Mei. ,.A;in het roer" !de werk
zaamheid van 't tegenwoordig kaltineti.
'/. ;\ a n I. C t. en de D e l i t s c li e O p m e r k e r.
25 Mei. ..Hei IVrsoneei".
Venloohc-h Weekblad. 25 Mei. Wel v,-a t al
te voorzichtig." (Kiesdwang.)
De Nederlander iWcckbHd'. 25 Mei. ..De
b^r/iening der personeele b'dast ing".
| l' a t r i in n n ; n m l -luni. De Trailes-! 'mons'' I
j Waarom Patrimonium er van vn-schih).
j In; W ach t c> r. 25 Mei. De niciiwf' ..Volkspartij''
j in betrekking tui de sociaal-democraten."
| U c c h: voor Allen. 25 en 2IJ Mei.
Wei-ksiakin
1 " >'j Ynlksbrinier (K. K. VolK-bondi. 21 Mii. ,.Dc
Vcivadrriiig van den i-enti'. r;i;iu."
i'e P. a a n b r e k c t. 23 Mei. ..Moderne af'x< >uen."
(mammon, vrijheid, orde, enz.)
l>e Vrouw. 20 Mei. ,,(";! liebel's boek.
Vrouwi nin-weging. ];;?]? ven aan de vrou\\ en,"
l'e Liberaal. 25 Mei. W'.'rküedcnprüsiopuLii."
v'n s Yakbeiang. l .lani. .,\\erksiakingcn"
willen geven mij te berichten, dat de mededeeling
in de courantenverslagen van de laatste
Algeineene Vergadering, volgens welke »de heer
Dr. Vinkesteyn gekozen werd in de plaats van
den heer Van Hamel", niet moet worden uitge
legd alsof de heer Vinkesteyn nu ook voorzitter
wordt. Ik gebruik deze gelegenheid om er op
te wijzen, dat ik deze door mij onderstelde be
noeming geenszins had afgekeurd. Ik zou niet
weten wat den heer Vinkesteyn zou beletten deze
waardigheid met eere te vervullen. Maar het
Tooneelverbond, dat er blijkbaar prijs op heeft gesteld
steeds een aanzienlijker letterkundige, een in het
litterarisohe Xederland populair personage, aan zijn
hoofd te zien, week dit was mijne opmerking
van deze traditie af door de verkiezing van de
heer Vinkesteyn. Mijne opvatting, overigens, was
niet gezocht; want indien de statuten van het
Tooneelverbond niet dit voorschrift bevatten,
is de vrijheid welke daarmede aan de leden
van het Hoofdbestuur wordt gelaten, uit hun
midden een president te benoemen, vrij wel strij
dig met de gewoonte dat althans deze
grootwaardigheidsbekleeder direct door de vergadering
wordt gekozen.
Het kan er médoor, dat de administratieve
betrekkingen van secretaris en penningmeester
toen de heer J. Ilartsen rog leefde, had men
ook een dineur van het Tooneelverbond, maar
dit was bij eigen verkiezing, in een van zijne
goedgehumeurde en geestige toasten kond ge
daan dat deze minder in 't oog vallende baan
tjes in den beperkten kring van een bestuurscol
lege worden verdeeld. Doch even huiselijkerwijze
te werk te gaan bij het aanstellen van een voor
zitter, dit is, vind ik, den afkeer van het
ceremonieele overdrijven. Bovendien is het niet altijd
zeker, dat de bestuursleden de voorkeur geven
aan den zelfden man, dien de vergadering zou
hebben gewenscht. Een voorzitter op deze. zooals
men vroeger zeide, getrapte wijze gekozen, komt
ni et met zooveel clat bezit te nemen van zijn
gestoelte, noch ontleent daaraan zooveel zedelijk
overwicht, als in het belang van de zaken
wenschelijk is. Do Hemel beware ons voor de al te
precieze toepassing van deze algemeene opmer
kingen, welke slechts mijne opvatting, die een
misvatting is gebleken, moeten verontschuldi
gen, op het onderhavige geval. De heer Mendes da
Costa schrijft, dat Dr. Vinkesteyn niet, dat een
ander hoofdbestuurder zal worden benoemd. Nu,
dit op zijn gezag aan te nemen zal wel niet
lichtvaardig zijn. Slechts een noodeloze
preutschhoid zou ons verbieden de gissing uit te spreken,
dat de aanstaande voorzitter van liet Hoofdbe
stuur des Tooneelverbonds de heer Marcellus
Emants is. En zie hier ongetwijfeld een be
noeming, schoon niet volgens een democratisch
dogma uitgevoerd, veroverd krachtens een
litterarisch geboorterecht. De heer Emants is immers
niet slechts tooneelschrijver, maar, in zijn vrijen
tijd. ook acteur. Van het liefhebberijgezelschap
onder zijne leiding, verneemt mea niets dan goeds.
? De nieuwe president zou dus, indien het zoo te
! pas kwam, aan bijzonder hardleersche lèves van
de school het werk voordoen. Zoodat, om te
j besluiten, de pessimistische beschouwing van ons
vorig artikel, voor zoover zij op eene presidents
keuze berustte, welke niet is verricht, komen te
vervallen. Mogen ook mijne andere gronden van
| vreeze on twijfel te hunner tijd even afdoende
| worden verstoord !
5 *
Ik heb alweer woorden niet den Ncflerlaii'lichen
i Spectittur. De beer Jan C. de Vos zou door mij
j onbillijk behandeld zijn. ,Naar veler meening''
was het ensemble bij De Vos en Van Korlaar
\ gewoonlijk zeer goed, soms uitstekend''. Velen,
i zeer velen zullen hot mot Pe Vos betreuren, dat
er in lïotterdam geen stem opging om te trachten
het gezelschap te behouden". Hos velen hier
bedoeld zijn. doet niet ter zake. en het is de
' vraag niet oi' bij meerderheid van stemmen kan
, worden beslist, wat door mij werd betwijfeid. Maar
ik ben zoo vrij ook deze verzekeringen voor
, praatjes te houden, zoolang niet uit eenige/cmiWoïr/
blijkt, dat liet in de letterkundige kringen
i die geacht kunnen worden, met de
tooneoldirectio Do Vos ingenomen te zijn en waarvan
de ^i'ccuitm- cenigszins het orgaan is, ernst is met
hunne droefenis over het te-nict-gaan van dit
gezelschap. Wat hebbon bijvoorbeeld de auteurs
wie:1 werken door De Vos opgevoerd zijn, wat
hebben zij ijdLinn om zijn achteruitgang te ver
holpen, zijn val te verhiuderea V
Dit moet niets zijn geweest, of minder dan
weinig, want De Vos had maar weinig noodig.
.\ti. dan hebben zij ook niet het recht van klagen.
want dun is bet hun schuld. De ware vrienden
Twee :"i!en van het Hoofdbestuur var. het
Tooneelverbond hebben z:ch wel de moeite
dadig prijzen, on in den steek laten, on dus hem
tweemaal foppen. Vut ons betreft, wij hebben
erkend dat de heer De Vos een beter lot had
verdiend, want hij had even goed aanspraak op
succes als ieder ander gezelschap. Dat liet nu
verkeerd mot hem is afgeloopon, is slo/'hts, in zoo
verre :>:.i: hom zei!' te wijten :;K het eene ont
nuchtering is na eene roes van zelfoverschatting,
' hem toegedronken. het is waar, door de Heden
die hem nu loslaten. Xiet bet linancioe'.o. maar
het artistieke mislukken; wil men, hot nvireele in
! tegenstelling mot bet stoffelijke, was het onder
werp va:i mijn onbillijk stuk''.
Allerminst was het -tegen Jan C. de Vos"