De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 2 juni pagina 6

2 juni 1895 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

6 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.936 bureau IV met het bureau II door zes ver bindingslijnen. Ook van deze verbindings lijnen geldt hetgeen ten opzichte der hoofddienstlijnen is gezegd, n.l. dat zij zooveel mogelijk over van elkander onafhankelijke wegen loopen en mitsdien de verbinding der hulpbureaux ook door een onheil op n der routes niet geheel verbroken is. Van uit het hoofdbureau op den Dam het centraal-bureau de routes zich veelal in meerdere deelen splitsen. De geheele lengte van deze lijnen kan worden aangenomen 50,000 meter te zijn. Wanneer twee menschen telephonisch met elkander willen spreken, dan zouden zij aan n draad genoeg hebben, daar de stroom wordt afgeleid naar den grond. Verlangen drie menschen met elkander te praten dan welke de Maatschappij den Ion April 1895 telde. De geleidingen in deze routes, welke allo uit een zeker aantal draden bestaan, loopen over lo. stellingen, 2o. pijpstellingen, 3o. palen en 4o. kabels. Op de verschillende routes zijn geplaatst 34 houten en 87 ijzeren stellingen, 10 dub bele en 64 enkele pijpstellingen, zoodat in ijzeren bouten. De lengte der draden, welke hierover zijn gespannen, bedraagt 1,646,685 Meters, waarvan 1,092,160 M. bestaat uit staaldraad en 554,525 M. uit silicium ?brons draad. De kabels, waarvan de Maatschappij zich bedient, zijn: luchtkabels, waterkabels of waterdoorgangen en grondkabels. Er is maar n luchtkabel, die van het B W B H M H W d H H f f] W H gaan weer verschillende hoofdroutes, waarvan sommige op van dit punt min of meer ver wijderden afstand wederom zich iu verschil lende deelen splitsen. Uit het bureau II gaan zes routes uit het bureau III drie en uit het bureau IV vier verschillende routes. Ook voor elk van dezen geldt het hierboven vermelde ten opzichte van de routes, uit het hoofdbureau uitgaande, n.l. dat op kleineren of grooteren afstand van zijn er reeds vier draden noodig. Vier men schen eischen reeds zes draden omdat A er drie noodig heeft om te kunnen spreken met B, C en D. B heeft er twee noodig voor de verbinding met C en D en met D is de zesde draad noodig. Voor honderd aangeslotenen komt men dan reeds tot eeu aantal van 4950 en nu behoeven onze lezers slechts uit te rekenen hoeveel draden er noodig zouden kunnen zijn voor de 1771 geaboiineerdcn, \ het geheel voor het dragen der draden '204 stellingen aanwezig zijn. ! Verder telt men 577 stuks houten en S5 stuks ijzeren palen. Onder de houten palen vindt men er die 28 en '2ïi M. lang zijn. De 1 ijzeren palen zijn van i) tot 1<> M. hoog. j Zooals men weet en dagelijks kan zien, ! loopen de draden over isolatoren van ver' schillend type. Hun aantal wordt geschat op 34000, bevestigd op een gelijk aantal Centraal-bureau op den Dam loopt naar een stelling op het Rokin. Hij heeft een lengte van 475 M. en de totale lengte der daarin voorhanden draden bedraagt 14,725 M. Het net telt 31 waterdoorgangen met een gezamenlijke routelengte van 2221 M. en een kabellengte van 313-1 M. Door deze verschillende kabels loopen van l tot 50 draden. Hun geheele lengte bedraagt 67,403 M. Bovendien zijn er 45 grondkabels, die met de

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl