De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 2 juni pagina 7

2 juni 1895 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 936 DE AMSTEEDAMMER, WEEKBLAD VOOK NEDERLAND. waterkabels een lengte vormen van 15,885 M. De geheele lengte der draden, welke zich in de gezamenlijke kabels bevinden, bedraagt 591,484 M., zoodat dus in verband met de lengte van het luchtnet 1,646,685 M., hierboven opgegeven de verhouding der ondergrondsche met de bovengrondsche ge leidingen is van l tot 3. De grondkabels behooren voor het meerendeel tot het zoogenaamde papier-kabeltype »Felten et Guilleaume". Het zijn alle antiinductiekabels en zij zijn voor dubbele geleiding geschikt. Zij zijn in de jaren 1890 tot en met 1894 gelegd en vertegenwoordi gen een waarde van ?51,000. De overgang der kabelgeleidingen en luchtgeleidingen, geschiedt in 55 kabelkasten en 5 kabelhuisjes. In alle kabelkasten zijn vóór alle kabelgeleidingen bliksemafleiders aangebracht en in de kabelhuisjes tevens inrichtingen, waardoor het mogelijk wordt draden van ver schillende routes om te zetten. Waar we boven spraken van het groot aantal draden, dat de 1771 geabonneerden van de Maatschappij zouden vorderen, zal men dadelijk hebben ingezien, dat het onmo gelijk zou zijn, stellingen te maken, die deze vracht zouden kunnen dragen. Daarom heeft men in de bureaux zijn toevlucht ge nomen tot wisselborden of commutatoren, waarover straks meer; maar toch komen nog op het hoofdbureau op den Dam 958, op het bureau in de Kerkstraat 418, op het bureau op Rapenburg 182 en op het bureau in de Haarlemmer Houttuinen 149 draden uit. De huisgeleidingen verbinden den telefoon toestel met den draad. De meeste dezer toestel len zijn Bell-Blake model met magneto-wekkers. In de laatste maanden zijn zij voor het grootste gedeelte vernieuwd. Bij vele geabon neerden, die tot den intercommunalen dienst zijn toegetreden, is de microphoon van Blake vervangen door een microphoon type-Hunning, welke men o. a. op de wereldtentoon stelling, in werking kan zien. Op l April jl. bedroeg het aantal der geplaatste Hunningtoestellen 286 wandtoestellen en 105 tafeltoestellen. In het geheel bedraagt het aantal geplaatste toestellen 1941. Wordt er nu, zal men vragen, veel gebruik gemaakt van deze toestellen? Het aantal gesprekken in het plaatselijk verkeer is zeer afwissellend; veilig kan dit op 10,000 per dag gesteld worden. Het drukste verkeer, heeft plaats van 10 tot 12 uur vtn. en van 3 tot 5 uur nm. ongeveer 25 percent van het geheele verkeer van den dag. Waarnemingen, in den laatsten tijd gedaan, hebben geleerd, dat enkele groote gebruikers per dag meer dan twee honderd gesprekken voeren, terwijl gemakkelijk een hondertal kan worden aangegeven, waarvan het aan tal gesprekken per dag, voor elk hunner boven het cijfer van vijftig stijgt. Daar nu de bureaux geopend zijn van 8 uur 's mor gens tot 10 uur 's avonds is dit ongeveer n gesprek elk kwartier uur. Behalve geabonneerden, wier perceelen ge legen zijn binnen de gemeente, zijn ook nog perceelen in de gemeente Nieuwer-Amstel, Houtrijk en Polanen, Zeist, Ouder-Atnstel, Sloten, Watergraafsmeer, Weesp, Weespercarspel, Wormerveer en IJmuiden (gem. Velzen) aangesloten. In het net worden verder publieke stations aangetroffen en wel: lo. ter Beurze; 2o. in het Centraal-Station der H. IJ. S. M.; 3o. in het station Weesperpoort; 4o. in hetKijkstelegraafkantoor; 5o. op de Veemarkt (Abat toir) ; 60. aan het overzetveer naar het Tolhuis; 7o. in de Potgieterstraat. Het publiek-station op de Beurs is bovendien ingericht voor gesprekken over intercommu nale lijnen. * Hebben we nu het uitwendige der telephooninstallatie in Amsterdam bezien, thans rest ons nog het een en ander te zeggen omtrent het centraalbureau op den Dam. Zooals wij mededeelden, komen aldaar 95S draden binnen. Op het hooge platte dak van het Clubgebouw staan vier zware stellingen gevormd door horizontale balken, die door vertikale balken verbonden en gesteund worden. Hierop ziet men honderden kleine porceleinen isolatoren, die elk een draad dragen. Hieraan is achter den isolator een koperen draad gesoldeerd, die, met getah-pertja bekleed, naar het eigenlijke bureau voert en verbonden is met een der bovengenoemde ' wisselborden, op een tafel bevestigd, elk < ingericht voor vijftig geabonneerden. Die , tafels dragen aan de achterzijde een recht opstaand bord. De twee onderste rijen van dit bord worden ingenomen door het signaaltoestel, dat er uitziet als het signaalbord van een electrische schel; hiervan val len de plaatjes open, zoodra een der geabon neerden gescheld heeft. De telephoniste ziet dan dadelijk het nummer van den geabon neerde, die wenscht te spreken. Zij neemt nu een stop of liever klem, bestaande uit twee koperen veeren met een knop van eboniet, verbindt langs dezen weg haar eigen telephoon, welke aan de tafel hangt met den draad van het opengevallen nummer en vraagt alsnu wat men verlangt. Het ant woord is dan in den regel het telephoonnummer van den geabonneerde, dien men wenscht te spreken en dat de aanvrager in het bekende telephoonboekje kan opzoeken. Behoort nu het nummer tot dezelfde tafel als waaraan de telephoniste dienst doet, dan heeft zij niets anders te doen dan een tweede tafels. Nemen we nu aan dat we de tafel 51 tot 100 hebben. Schelt nu nummer 51 en vraagt hij nummer 99 dan plaatst de telephoniste, na de telephoon weer aan de haak te hebben gehangen, een klem a tegen de staande reep 51 en een klem b tegen de staande reep 99 en wel zoodanig dat een der in de lengte liggende geel koperen streepen een verbinding vormt tusschen no. 51 en 99. Wordt echter op de tafel, welke de num mers 51 tot 100 draagt b. v. door no. 51 no. 200 gevraagd, dan geschiedt er iets an ders. De tafels zijn geletterd ; l tot 50 is A, 51 tot 100 B; 101 tot 150 C, 151 tot 200 D enz. De telephoniste roept duidelijk no. 200 af, maar meldt dan tevens door er »B" bij te voegen de tafel die verbinding vraagt. Zoodra nu »200 B" door haar is ge roepen, zet zij een klem c bij de staande reep van no. 51 op die plaats waar de reep ligt, die verbinding geeft met tafel D. De telephoniste aan tafel D plaatst nu een stop KEN" IJ/KRKN TKLKl'lK )(IXI'A AL OI' 11 KT UOKIX. klem te nemen en de verbinding te maken. Op die tafel toch liggen reepen of strooken geel koper die elkander rechthoekig kruisen, maar zorgvuldig van elkander geïsoleerd zijn. 51 99 Tafel II Elk der staande reepen staat in ver binding met den draad van het num mer dat daarboven te lezen staat. De iu de lengte loopende reepen hebben aan de eene zijde geen verbinding maar geven aan de andere zijde verbinding met andere die verbinding geeft tusschen de horizontale strook welke haar met tafel A verbindt en de verticale strook die verbonden is met no. 2oij. De beide nummers zijn clan vol komen verbonden. Deze arbeid zou nu onder normale om standigheden d. w. z. als men den tijd heeft zoo moeilijk niet zijn, maar zooals wij reeds mededeelden bedraagt het aantal gesprekken ongeveer ] 0,000 per dag, waarvan er soms ongeveer l.'joo tusschen 4 en 5 uur urn. worden gehouden. Men kan dan begrij pen hoe zenuwachtig de dienst wordt, als zoo groot een storm van gesprekken opsteekt. De grootste nauwkeurigheid moet in acht worden genomen : n stop verkeerd gezet, isoleert of den draad alsdan hoort men de schel niet overgaan of geeft een ver keerde verbinding, meestal tot groote ergenis van de betrokken partijen. Wordt verbinding gevraagd tussehen 5] en '.)'.) en daarna tusseheu ól en 200 (tafel D), dezo gegeven en de telephoniste verzuimt dan de stop in de strook van UI) bij /; weg te nemen, dan heeft men twee verbindingen, enz. Een bezoek aan het centraalbureau op den Dam zou zeker tal van personen, die dik wijls van de telephoon gebruik maken, wel tot kalmer gedachten stemmen, want men staat waarlijk verbaasd, over de geoefendheid der tclcphonisten, de vlugheid der aanslui tingen en de zekerheid, waarmee de toestel len worden behandeld. Hoog boven der mcnschen gewoel beneden in de Kalverstraat en op den Dam verheven, oefenen zij daar haar inspannenden arbeid uit en de geabon neerde, die, wanneer de schel niet dadelijk overgaat, gewend is om met de vuist tegen het kastje van de telefoon te slaan alsof de schel het kon helpen, zou zich zelf bespot telijk vinden, indien hij maar wist door welk een klein toeval, dat vaak reeds na een paar seconden is hersteld, zijn in den regel onrecht matige toorn kan worden opgewekt. Wij weten door vroegere ondervinding wat de drukte van een bureau beteekent en hoe zenuwachtig elke dienst den mensch kan maken, waarmee de electriciteit iets heeft uit te staan, maar toen wij het centraalbureau op de Dam betraden, moesten wij toch uiting geven aan onze ver bazing. Een verward gedruisch van damesstem men in allerlei toonaarden; het »wat blieft u", aan een onzichtbare persoon lijkheid toegeroepen hier, het »voorwaarts" daar en daartusschen weer het oproepen der gevraagde nummers met het opgeven van de letter der tafel, een voortdurend beweging der blanke handjes om hier een klem te plaatsen, daar er een weg te nemen, het opschellen der hulpbureaux, het maken der verbindingen daarmede en tal van andere manipulatiëu, zouden niet alleen een leek in de war brengen, maar ook hem, die ten minste theoretisch met de inrichting van een telephoonbureau vertrouwd is. Want, zooals in alle zaken het geval is, ook in het telephoonwezen speelt de practijk de hoofdrol en deze kan men alleen door oefening keren en niet uit boeken, al neemt men ook een jaar lang les bij een Duitschen of' Belgischen ingenieur. De telephoon-juffrouw, kan indien gestel en tenperament meewerken, in eenige maanden de noodige oefening erlangen, de wondere wetenschap die de telefonie beheerscht, vordert echter de studie van jaren en de telkens elkander opvolgei.de uitvindingen en ontdek kingen toonen aan, dat er nog een ruim veld voor ons ligt, waarvan we nog niets weten. De vraag rijst ook nog op welke ttnancieele uitkomsten geeft zulk een telephoononderneming? Wij kunnen mededeelen dat de op brengst der Nederl. Bell-Telephoon Maat schappij over het jaar 1891 voor Amsterdam is geweest /' ls8,19U.T2 en dat zij, zoolang de concessie duurde van l Juni 18S1 tot l Januari 1895 aan de gemeente heeft uit gekeerd een bedrag van ? 428,031,385. Meer weten wij er niet van, maar wel heeft de ondervinding geleerd, dat de exploitatie van betrekkelijk kleine netten veel voordeeliger is, dan die van groote en dat men derhalve in groote steden, wil men uitkomen, veel hoogere abonnementsprijs moet heffen dan in kleinere. In een kleine stad kan de prijs lager zijn, omdat de bediening van het centraalbureau veel minder personeel vordert en ook omdat er veel minder storingen op de draden en, door het geringe gebruik, minder storingen in de toestellen voorkomen ; waar duizenden kilometers draad in dichte rijen op de hekken en de telephoonpalen hangen hebben zij bij slecht weer meer te lijden; de kosten van reparatie vorderen dan een groot personeel. De herhaalde storingen in de luchtgeleidingen wil de gemeente voorkomen door zooveel doenlijk overal kabels te leggen. Laten we de bijzondere gevoeligheid daar, die de telephoon heeft voor het induceerend ver mogen van andere bronnen van electriciteit wij wijzen op de kabels van de Rijkstelegraaf en van de maatschappij Eleetra dan staan tegenover de voordeelen van een kabelnet groote nadeelen. Stel dat we kabels van veertig draden in den grond leggen, dan dient toch bij elke nieuwe aansluiting de kabel bloot gelegd te worden en doorge sneden, wil men de verbinding maken. Men zou dit kunnen voorkomen door b.v. op tal van plaatsen de kabels in kabelhuisjes te doen uitkomen, om daarin een der reservedraden te verbinden met de nieuwe geleiding maar alsdan vervalt men toch weer in luchtgeleidingen, die van uit de kabelhuisjes zouden moeten uitgaan. Ingeval van storing in een der draden van den kabel zou men, al kan men uit het bureau de plaats bepalen, wil men het opgraven van den kabel voorkomen daarin ook nog tal van reserve draden moeten hebben, om dadelijk in de behoefte te voor zien. Zulk een aanleg zou goed, maar zeer kostbaar zijn. * * We hebben, zoover in ons vermogen was, een eenigszins nauwkeurige beschrijving trachten te geven van het telephoonnet in Am

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl