De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 2 juni pagina 8

2 juni 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 936 sterdam en kunnen, nu we het geheel overzien hebben, waarlijk niet begrijpen hoe er een des kundige^) is geweest, die der gemeente heeft aangeraden daarvoor hoogstens f 200,000 te bieden. Aan kabels heeft de Maatschappij alleen het vierde gedeelte van die som in den grond zitten. Dat zij dit bod weigerde is dus volkomen te begrijpen. Even raadsel achtig blijft het voor ons hoe de gemeente, welk systeem zij ook moge aannemen, een telephoomiet kan maken voor 6000 geabonneerden, voor een som van f 750,000. Een oordeel hierover te vellen zal echter de zaak zijn van de commissie, tot welker benoeming Woensdag jl. door den raad is besloten, en op wier technische adviezen B. en W. volgens de voordracht rekenen. Op onzen weg lag om na te gaan wat de Nederl. Bell-Telephoon-Maatsch. op het gebied der telephonie voor Nederland in het algefiifiiiilimmifflfimiiiimifiiiintiiliiiimiiiiiiiimiiiilimiiiiiiiiimiiiiiiimiiiii ETTWN Bnitenlandsclie MograuMe, Fransche Tijdschriften. Mercure de France. Mei. Dit is een zeer belang rijke aflevering. Behalve verzen van Vielé-Griffin en Charles Guérin en een stuk van Hrotsvitlia door Herold vertaald, vindt men er in twee letter kundige studies, die mij zeer interessant toeschijnen. De eene van Ernest Raynaud overL'écoleRomane rancaise, de andere over Emile Verhaeren door Albert Mockel. Ernest Raynaud dichter van Le Signe." Les cornes du Faune (zie hierover dr. Bijvauck's Parijs) en Bogage is een der weinige aanhangers van J ean Moréas. In dit Mercure-artikel geeft hij een apologie van diens school en bespreekt de gedichten van de enkelen die met hem deel uitmaken van de Ecole Ilomane. a-Si la renaissance romane. c'est a dire Ie retour, dans la pensee comme dans Ie styie, u l'équilibre et a l'harmonie tait déja souhaitable aux plus vertes années du romantisme, on comprendra combien, après les mille exces du décadisme et du sym bolisme, elle tait aujourd'hui devenue nécessaire." Want aan de ergste wanorde en regeeringloosheid was de ransche dichtkunst overgeleverd. De taal was een onbegrijpelijk dialect geworden. Men durfde te verklaren, dat grammaticale en prosodische onkunde noodzakelijk waren om een dichtwerk te scheppen. Dat was alles de schuld der symbolisten. Tegen deze «barbarie de style, eft'ondrement de pensee, pessimisme dissolvant et stérile" trad de Komaansche school op. De leden zijn, behalve hun vorst" Moréas: Charles Maurras, schrijver van studies over Anatole France en Jean Moréas, en van coutes philosophiques. //Uncritique qui est a la fois un artiste, un philosophe et un passionné" zegt zijn geestverwant Hugues Rebell van hem, en op een andere plaats: Minder een Franscbman van dezen tijd, dan wel een dier edele florentijnen uit de 16e eeuw, verzot op de denkwijze en de blinkende kunst der ouden. In Chemia de Paradis" geeft hij de volle maat van zijn kunst, 't Is een ver zameling van mythen en sproken waarin hij de volmaakte typen van Rede, Schoonheid en Dood oproept. Zijn verhalen zijn niet merkwaardig door nieuwheid van vinding, zijn personen hebben niet het relief van het leven, het zijn abstracties. Hij wil niet vermaken maar nadenken verwekken. Heftig protesteerde hij tegen de uitsluitend-emotioneele school der sensitivisten als Edmond deGoiicourt. Hij verwijt hem zijn vondst van de formule religion de la souffrance humaine." Het pessimisme is te veroordeelen. De wijsheid bestaat in het in-evenwicht-houden, in het doen-sameasmelten van onze smarten en genietingen. ,11 ne faut rien m connaitre et nous devons partager notre vie galement entre Ie demon religieux et Ie demon voluptueux." Raymond de la Tailhède. ^Le mouvement, l'enthousiasme, l'audace süre des tours font de ses vers les plus magniflques qui soient: llonsard serait heureux de les cousacrer de son nom," is weder Hugues Rebell's oordeel. De la Tailhède, in hooghartige teruggetrokken heid levende op zijn kasteel met de dichters der Pleïade en Cervantes tot gezelschap, liever dan zijn tijdgenooten, is de dichter van La m tamorphose des Fontaines," een den Faun in den mond gelegde geschiedenis der wateren. Hij vertelt de gedaanteverwisseling van Nareissus, Hylas' roof door de nymfen, Daphne tot boom geworden. Actéon's straf en en hoe: Dictynne a preserve la pudique Arethuse Nue et d'un teint vermeil couvrant sa nudité. Dictynne au seul signal de son are irrité, L'enveloppa de pluie et de vapeur confuse." Over de andere aanhangers van Moréas: Maurice du Plessys, Achille Delaroche en Albert SaintPaul spreekt Ilaynaud nagenoeg niet. Zichzelf noemt hij juist evenveel als de bescheidenheid het toelaat. Maurice du Plessys is de dichter van Le Pre mier livre pastoral." Zijn poëzie wordt gekenmerkt door de forsche taal, het stoute en nauwkeurige beeld. Daarnaast wil hij de conte" op de wijze vun La Fontaine tot zijn ouden roem terug brenpen en aldus het meest verheven lyrisme combi neeren met den gemeenzamen en boertigen toon. Albert Saint-Paul schreef Scènes de J3al," waarin hij de schimmen der XVIIle eeuw oproept in de omgevingen door Boucher en Watteau uit gebeeld. Mallarméschreef hem hierover: //Ce coloris fondu en chant tout Ie temps, et saus plus une touche a cotéqu'uue note fausse, leur meen en voor Amsterdam in het bijzonder heeft gedaan en nog doet. Wie ooit in een der voornaamste plaatsen van Europa, in Parijs, Berlijn of Londen, dikwijls van de telephoon heeft moeten ge bruik maken, zal dadelijk ontdekt hebben, hoezeer de dienst in Amsterdam uitmunt boven dien in andere hoofdsteden van het vaste land. En als bewijs hoezeer de Nederl. Tiell-Telephoon-^Iaatschappij met de kennis is toegerust, thans voor een goed telephoonnet vereischt, moge ten slotte nog het volgende dienen: In April 1893 werd de Zutplicnsclic Te.lephoon-Maatscli. opgericht en na rijp beraad en ernstig overleg werd voor den aanleg eene overeenkomst met de Nederl. Bdl-Tdephoon-Maatschappij gesloten. Als hoofdvoorwaarde werd gesteld, dat de aanleg wat deugdelijkheid en doelmatigheid nnnfififinllinntirifiuiffinirttuiiiiiffiftuffii accord, continuant, sur et intime, marquent l'état poétique Ie plus rare, et font de Scènes de Bal" un byou de l'heure et vraiment, parrni tout cc que j'ai lu : ce m'est un besoin de Ie crier." Zijn tweede werk //Pétales de riacre" heeft den Japauschen hemel tot achtergrond en de prachtige land schappen met de //mousniés" der legende gestof feerd, als onderwerp. Over Achille Delaroche zegt Henri Degron: Delaroche, qui, des premiers, porta haute, la bannière de l'ldéalisme, me paraït Ie parfait Clievalier Poète d'une poque belle entre toutes, ou Rois et Pages taient poètes et dont, par Durandal!! les rimes sonnaient sonores, comme Ie chant des boueliers! Ce qu'il aime? Le decor riche et prestigieux précédant l'advenue de horos et priucesses imaginaires, clamaut Amour et Beauté. . ." Ten slotte nog deze omschrijving van de werk zaamheid der Romaansehe School: //Nous avons fait Ie dénombremeut des poètes, dépositaires de la Veritable tradition, dcpuis Homère, et les chelonnant a la (acon de lampes indicatriccs, nous avons tabli k distancc du bon chemiu déja parcourue," en hun wensch in 't kort uitgedrukt: obéir au génie de la langue oii l'on crit," ecu muur opwerpen tegen vreemde invloeden, te strijden voor den Pranschcn geest en het rijk der Schoonheid. Is dit artikel gemakkelijker geschreven en opper vlakkiger als oratio pro domo suo, ecu uitgebreide en diepgaande studie wijdt Mockel vroeger redacteur van Lu Walloniëwaarin hij uitstekende kritische schetsen schijnt geschreven te hebben aan den curieusen Be]g Emile Verliaereu. Hij noemt hem den dichter van het paroxysme, wat hij aldus omschrijft: Le poète du paroxysme est toujours subjectif; sa pensee, comme sa forme, a des a-coups grandioses plutftt que d'architecturales conceptions; la Vie Ie préoccupe avant la Foi d'en haut, ce qu'il aime ou ee qu'il déteste, c'est surtout l'humanitéprésente, lors qu'il songe aux choses d'un passélointain, comme Shakespeare, il les restitue contemporaines et toutes proches. Il a moins Ie don de la ligne que Ie privilege de la couleur; il se forge un style et méeounait Ie style. Het visioen dat hij oproept, moet de lezer zelf met zijn gevoel afwerken. Het onderwerp komt niet langzamerhand tot zijn geheel, het hoopt zich op als brokken schaduw, door licht gegroefd, liet is als een kreet in de mist, als een gefluit sner pend door het duister. Allereerst was Verhaereu realist, in zijn Flamaiides." Hij beschreef zijn land zooals hij dat zag: de struische liguren, hard, kantig en de noorde lijke hemel er boven. In zijn allerlaatste boeken nu, komt dit visioen uit de Flamaudes, vergroot, enorm soms te voorschijn. Om den strijd, den strijd tegen de ongeloovigcn, maar ook den strijd tegen zichzelf, het, ascetisme, trok hem het monnikwezen aan, en de Godsdienst orn de grootsche omgeving. Hij schreef Les Moincs.'1 Toen werd hij ziek en na een lange lichamelijke zoowel als geestelijke uitputting schreef hij : Les Soirs, Les Debacles, Les Flambeaux: noirs waarin hij gaf wat de droevige uren hem geleerd hadden omtrent zich zelf. Les Soirs, de ellende van het lichaam door de smart gemarteld, door spookbeelden verontrust, maar ook door droomen van een wereld te groot voor een te zwakke ziel. Les Debacles, het tragische, liet vrceslijke boek, boek van bloed en moord, van spoken en lage begeerten. lu Flambeaux noirs, geen troost maar een uur van uitputting, nu liet rumoer voorbij is en de tegen stand zich neerlegt in ecu bijna gelaten houding. Onmiddellijk na deze trilogie gaf hij Apparus dans mes chcmius". De schipbreukeling heeft den oever bereikt, hij herziet de vervlogen dagen, wat hij geleefd en gedacht heeft. Beeld voor beeld trekt de rnensch" aan zijn oogen voorbij. Hierin is Verhaereu voor den eersten keer mystiek. L'Almanach, Jjes campagnes hallucinées, Les Villages illusoires volgen elkaar nu, slag op slag. Het zijji de verzen van de rampzalige velden, van de weiden en bosscheu ouder verschillende omstandigheden, onder zou en regen, onder wind en sneeuw, en eindelijk van het dorp met al zijn leven vergroot tot een heldendicht. Het eerste, in rang van verschijnen eigenlijk het tweede, is de beschrijving van het land, zijn licht en schaduw, zijn vreugd en verdriet, zijn strijd, zijn voorspoed, zijn ellende. Les campagnes hallucinées, is het epos der ellende. De velden zijn duister, de vroegere rijkdom der boerderijen gaat onder en sterft in verlatenheid. De menschen ontvluchten de onvruchtbare aarde, de dood huilt in de herberg cu danst en bedrinkt zich, op de wegen eiudelooze karavanen van hon gerlijders naar de stad, die //comme un poulpc en ses tentacules" hen opzuigt en tut zich trekt langs alle gangen en, laatste getuigenis van mcnschelijke werkzaamheid en hoop, de spade staat recht geplant in de aarde. Na dit epos van het land in zijn wel en wee, schiep Verhaeren den enormen droom, uitgespannen tot het omvatten der vier gezichteinden van liet leven toe: //Les villages illusoires'', een bijna volbetreft, niets te wenschen mocht overlaten, en dat het lijn- en toestel-materiaal tot de beste soort moest behooren. Hiertegenover nochtans werden de noodige bepalingen ge maakt, opdat in elk opzicht eene gepaste zuinigheid niet uit het oog zou worden verloren. Binnen drie maanden tijds werd de aanleg voltooid, zoodat op den 1°" Juli 1893 de dienst kon geopend worden met 107 geabonneerden. Onder de titel: Het plaatselijk Tele phoonnet te Zutphen", verscheen van de hand van den heer A u g. C o 11 e 11 e> ingenieur van de Rijkstelegraaf', in de eerste .aflevering, jaargang 189i, van het tijdschrift Da Natuur een volledige beschrij ving van genoemden aanleg waarin de schrijver ten slotte zegt: »Uit het bovenstaande blijkt, dat het den concessionarissen van het telephoonnet te Zutphen gelukt is, een inrichting te doen maken, die, het standpunt in aanmerking nemende, dat de electro-techniek thans inneemt, aan alle eischen beantwoordt, welke aan plaatselijke telephoonnetten mogen en kunnen gesteld worden. »Met het oog hierop verdient het Zutphengche telephoonnet dan ook de bijzondere aandacht en loont het ruimschoots de moeite van een nadere kennismaking." Het is te hopen dat wanneer het gemeen telijke telephoonnet in Amsterdam, met of zonder technische adviezen der commissie van bijstand, gereed zal zijn gekomen, een even bevoegde hand hetzelfde daaromtrent zal kunnen schrijven. J. H. G. tfifffiiiiiiiiiffiniiiiuiininiiftiiiiiitniiiiiiniiiiiiiuliiiiiuiililifiitiiiniiliillllfiiniiiiiiiiiniiiii maakt symbool. Uit honderd beelden stelt hij n grooter beeld te samen : liet ware dorp met zijn omgeving, zijn omtrekken, zijn zeden, zijn ge luk en rampspoed. Een gansclie cyclus van !>den Mensch." Niemand bezit als Vcrhaeren, de gaaf van licht en schaduw, hij is een colorist, een toovenaar van wonderen, een vertooner van ontzaglijke dingen, hij heeft het zwart van Zurbaran, het vloeibare vuur van Crespi, liet purper, met brandend zwart gemengd, van oya. . . . Revue Blaiiche van 13 Mei. usschen een vrij onbeteekenend stuk van L. Mühlfeld, Vie littéraire en een paar sociologische studies van V. Barrucand cu Ch. Andier maakt het schrijven van P. Adam, //L'assaut malicieux" een zonder lingen indruk. Dit toch is niet minder, dan een verdediging der handelingen van Oscar Wilde. Langs voor beelden uit de oudheid komt hij eindelijk tot de fraaie conclusie: Quoi de plus haut que lapassion du jeune lord Douglas onvers M. Wilde:' Elle Ee dépend ui de l'instinct Jii del'argent, Un poètc découvre Ie secret des pensees harmouieuses a l'ignorance de l'adolescent. . . Een waarschijnlijk uitstekend gelijkend portret van den schrijver van Salome en Dorian Gray versiert dit stuk. ToulouseLautrec is er de teekenaar van. Verder fraai proza van de Régnicr en van P. Claudel. Het laatste nummer van de Kevue des Deux Mondes bevat o. a. //Leconte de Lisle intime'1 van .Ican Dornis. Hierin komen enkele aardige anecdoten voor. Typisch is b. v. de verhouding tot Ilugo. Leconte de Lisle schreef aan den meester: Aan do rientales lieb ik de openbaring van dicht kunst te danken. En Ilugo antwoordde ; Si vous aviez crit avant moi, j'aurais a vous adresser Ie même remerciement. Hij meende er geen woord van natuurlijk, evenmin als ik voegde Leconte de Lisle er aan toe. Ik ben overtuigd dat hij nooit mijn verzen anders, dan fragmentarisch gelezen had. En toch kreeg ik brieven als: J'ai votre livre magniiifjue. Je lis etjemédite. ^ ous traduisez Sophocle, comme Sophocle vous traduirait." //Ces Poèmes Barbares sont crits d'uue plumc athéuienne. Vous tes un de ceux qui touchent la grande lyre. Je vous lis, cher poète, c'est vous dire, que je suis mu et charme et que ma main cherclic la vótre/' Leeoute de Lisle, die den dichter Ilugo zeer bewon derde, koesterde maareen middelmatige achting voor hem als denker, geletterde cu geleerde. Dat was niet te verwonderen in een man, die zooveel zorg be steedde aan de nauwkeurige kennis van de zeden, ideeën en gevoelens van de volkeren, die het onderwerp zijner gedichten uitmaakten. Ook hinderde hem llugo's zucht naar populari teit, en zijn ijdelheid. Kenschetsend voor den dichter is zijn antwoord aan Napoleon IJ l, toen deze hem voor zijn Home rus-vertaling een jaargeld aanbood, mits hij haar opdroeg arm den kroonprins: J l serait saerilège de dédier ces chefs d'oeuvres antiques a un enfant; trop jeune pour les comprendre. De keizer was verstandig genoeg dit ook in te zien, en den schrij ver toch oUO f r s per maand toe te staan. A. G. C. i). V. Een merkwaardige tentoonstelling. wordt te l'arijs voorbereid. Van 15 Augustus tot .'10 November zal zij duren. Wat er te zien zal zijn 'l De lithogratic in haar honderdjarige geschiedenis, met alle machines en procédé's die zij heeft gekend. Van artistieke, wetenschappe lijke en industrieele waarde zal de/e tentoonstel j ling zijn, en van uit alle drie dezer kringen i ontmoet zij een buitengewone belangstelling, /ij i is internationaal, en dus kunnen ook de llollanj ders hun producten er toonen Alter l Bij de tirma K. J. van Wisselingh t'i Co., j Spui i'!, is tentoongesteld do achterzijde van het Kamerscherm van G. W. Dysselhoi. voorliet zijraam een schilderij van W. Maris. De eerstvolgende afleveringen der Mannen en Vrouicen van lietevkenis, onder redactie van Dr. K. D. l'ijzel, zullen bevatten studiën over j Bunsen. door Dr. ('h. M. van Deventer, over Octavia liill. door Me j. Helene Mercier, over Keuchenius, door Dr. A. Kuyper. en over Mgr. Gibbons en Mgr. Ireland, door Dr. Schaepman. BOEKAANKO1NDIGING. Tante Anna, door Mrs. W. K. CLIFKORD, uit het Kngelsch vertaald door A. E. is een on schuldig huiselijk boek, men kan het jonge meisjes gerust in handen geven. 'Iante Annii. is een eigenaardig vrouwentype, die op haar ouden dag l voor de tweede maal trouwt met een eenigszins 1 schurkachtigen jongen man, die speculeert op een erfenis, die zij zelf nog slechts te wachten heeft. Uitgave van LOM .VN en FI.-NKK, 's Gravenhage. De Groote Lijdensweg op het einde der negentiende eeuw, door HESBA STHETTON, 2e uitgave naar het Engelsen door ***. Uitgave van D. A. DAAJIKX te Leiden. Het in dit boek behandelde onderwerp is, hoewel van godsdienstigen aard, van zoo algemeene beteekenis, dat het niet kan nalaten indruk te maken ook bij hen, wier keuze in den regel niet in de eerste plaats op lectuur van beslist Christelijke richting valt. Miss Stretton's werk behelst n.l. een waar relaas van do vervolging der Stundisten in Rusland, die beklagenswaardige slachtoffers der vervolgingswoede van de Russische ambtenaren. Inderdaad beoogt de schrijfster dan ook met dit boek voor de Jiussische Stundisten te doen, wat mevrouw 15eecher Stowe met haar »Uncle l Toin's Cabin" bijbracht tot afschaffing der sla vernij in Amerika. En al zal de verdrukking dezer arme Russische boeren, niet zóó algemeene sympathie wekken, als het geval was met de slaven in Amerika, toch zal de stem die opgaat voor het ontzettende lijden van een volk, dat gemarteld wordt, omdat het God wil dienen op andere wijze dan de orthodoxe kerk voorschrijft, weerklank vinden bij een volk met een geschie denis als het onze. Leesboek over de Vaderlandsche Ge schiedenis, voor de lagere scholen van Am sterdam, door H. J. DEELEMAN en J. D. KNOOP. 'l deeltjes il 40 cent. Een beknopte handleiding tot de kennis der Vaderlandsche geschiedenis in bevattelijken vorm met ingevoegde vragen ter vergemakkelijking der studie. Uit Vader Bergmans gedenkschriften met een portret, eene studie op den schrijver door GUSTAAK SEGERS, en een levensbericht door Prof. PAUL FKEDERia,». Gent. Uitgave van J. Vri.n.sTKKK. De gemoedelijke, soms schertsende, soms ern stige toon, waarin Vader Bergmans zijn eigen leven vertelt, zijn denkbeelden over de Belgi sche revolutie in ItviO mededeelt en in aangenamen vorm over allerlei zaken en toestanden causeert, maken dat boek de lezing waard. Een herlevend volk, schets van de Japan ners en hun land, door II. S. M. VAX WICIv'EVOOBT CIïOMMELIN, correspondeerend lid van de Japan Society. Uitgave van II. D. T.IKKNK. WILLINK. Nu zooveel over Japan gesproken wordt, komt een dergelijk boek uitstekend op tijd. vooral omdat het geschreven is op aangenamen toon, zonder noodeloos vertoon van droge geleerdheid. De schrijver heeft de prettige gewoonte om, waar hij van andere auteurs spreekt of naar hen ver wijst, dit niet te doen in kriebelige noten onder aan de bladzijden, maar op eenvoudige manier, in den tekst zelf. Voor bijna ieder kan dit werk een aangenaam boek zijn. Bij den uitgever Ij. J. VKI:N alhier, verscheen in goede vertaling een bewerking van ERNST ECKSTEIN's nieuwsten roman Kyparissos", spelende in de (irieksche oudheid. Achter elk der beide deeltjes gaf de bewerking een reeks van aanteekeningen, die in hoofdzaak de daarin voorkomende Grieksche termen verklaren. De uitgever zorgde voor eene nette uitvoering. Bij denzelfden uitgever verscheen eveneens een tweede druk van den vroeger besproken bundel van LOUIS COUPERUS, Orchideën. Ook dit boek is in een eenvoudig doch sierlijk gewaad gestoken ; vooral de omslag munt uit door keu rige illustratie. ininmniliMjfljIiunjnmilllimiiliilllininiiil V O De Engelsclie season. len Rotltschildhitwelijk. ??? Mo</ekleuren. Lucie Faure. Tentoonstelling II. De Engelsche season heeft haar hoogtepunt weder bereikt. Nog eenige dagen en de drie kringen, waaruit men kan zeggen dat de society bestaat, verspreiden zich weer en verdwijnen in het duister, om zich een volgend jaar weer eenige weken in vollen glans te toonen. De buitenste

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl