Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 936
sterdam en kunnen, nu we het geheel overzien
hebben, waarlijk niet begrijpen hoe er een des
kundige^) is geweest, die der gemeente heeft
aangeraden daarvoor hoogstens f 200,000 te
bieden. Aan kabels heeft de Maatschappij
alleen het vierde gedeelte van die som in
den grond zitten. Dat zij dit bod weigerde
is dus volkomen te begrijpen. Even raadsel
achtig blijft het voor ons hoe de gemeente,
welk systeem zij ook moge aannemen, een
telephoomiet kan maken voor 6000
geabonneerden, voor een som van f 750,000.
Een oordeel hierover te vellen zal echter
de zaak zijn van de commissie, tot welker
benoeming Woensdag jl. door den raad
is besloten, en op wier technische adviezen
B. en W. volgens de voordracht rekenen.
Op onzen weg lag om na te gaan wat de
Nederl. Bell-Telephoon-Maatsch. op het gebied
der telephonie voor Nederland in het
algefiifiiiilimmifflfimiiiimifiiiintiiliiiimiiiiiiiimiiiilimiiiiiiiiimiiiiiiimiiiii
ETTWN
Bnitenlandsclie MograuMe,
Fransche Tijdschriften.
Mercure de France. Mei. Dit is een zeer belang
rijke aflevering. Behalve verzen van Vielé-Griffin
en Charles Guérin en een stuk van Hrotsvitlia
door Herold vertaald, vindt men er in twee letter
kundige studies, die mij zeer interessant toeschijnen.
De eene van Ernest Raynaud overL'écoleRomane
rancaise, de andere over Emile Verhaeren door
Albert Mockel.
Ernest Raynaud dichter van Le Signe." Les
cornes du Faune (zie hierover dr. Bijvauck's Parijs) en
Bogage is een der weinige aanhangers van J ean
Moréas. In dit Mercure-artikel geeft hij een apologie
van diens school en bespreekt de gedichten van de
enkelen die met hem deel uitmaken van de Ecole
Ilomane.
a-Si la renaissance romane. c'est a dire Ie retour,
dans la pensee comme dans Ie styie, u l'équilibre
et a l'harmonie tait déja souhaitable aux plus vertes
années du romantisme, on comprendra combien,
après les mille exces du décadisme et du sym
bolisme, elle tait aujourd'hui devenue nécessaire."
Want aan de ergste wanorde en regeeringloosheid
was de ransche dichtkunst overgeleverd. De taal
was een onbegrijpelijk dialect geworden. Men durfde
te verklaren, dat grammaticale en prosodische
onkunde noodzakelijk waren om een dichtwerk te
scheppen. Dat was alles de schuld der symbolisten.
Tegen deze «barbarie de style, eft'ondrement de
pensee, pessimisme dissolvant et stérile" trad de
Komaansche school op. De leden zijn, behalve hun
vorst" Moréas: Charles Maurras, schrijver van
studies over Anatole France en Jean Moréas, en van
coutes philosophiques. //Uncritique qui est a la fois
un artiste, un philosophe et un passionné" zegt
zijn geestverwant Hugues Rebell van hem, en op
een andere plaats: Minder een Franscbman van
dezen tijd, dan wel een dier edele florentijnen uit de
16e eeuw, verzot op de denkwijze en de blinkende
kunst der ouden. In Chemia de Paradis" geeft
hij de volle maat van zijn kunst, 't Is een ver
zameling van mythen en sproken waarin hij de
volmaakte typen van Rede, Schoonheid en Dood
oproept. Zijn verhalen zijn niet merkwaardig door
nieuwheid van vinding, zijn personen hebben niet
het relief van het leven, het zijn abstracties. Hij
wil niet vermaken maar nadenken verwekken.
Heftig protesteerde hij tegen de
uitsluitend-emotioneele school der sensitivisten als Edmond deGoiicourt.
Hij verwijt hem zijn vondst van de formule religion
de la souffrance humaine." Het pessimisme is te
veroordeelen. De wijsheid bestaat in het
in-evenwicht-houden, in het doen-sameasmelten van onze
smarten en genietingen. ,11 ne faut rien m
connaitre et nous devons partager notre vie galement
entre Ie demon religieux et Ie demon voluptueux."
Raymond de la Tailhède. ^Le mouvement,
l'enthousiasme, l'audace süre des tours font de
ses vers les plus magniflques qui soient: llonsard
serait heureux de les cousacrer de son nom," is
weder Hugues Rebell's oordeel.
De la Tailhède, in hooghartige teruggetrokken
heid levende op zijn kasteel met de dichters der
Pleïade en Cervantes tot gezelschap, liever dan
zijn tijdgenooten, is de dichter van La m
tamorphose des Fontaines," een den Faun in den mond
gelegde geschiedenis der wateren. Hij vertelt de
gedaanteverwisseling van Nareissus, Hylas' roof
door de nymfen, Daphne tot boom geworden.
Actéon's straf en en hoe:
Dictynne a preserve la pudique Arethuse
Nue et d'un teint vermeil couvrant sa nudité.
Dictynne au seul signal de son are irrité,
L'enveloppa de pluie et de vapeur confuse."
Over de andere aanhangers van Moréas: Maurice
du Plessys, Achille Delaroche en Albert
SaintPaul spreekt Ilaynaud nagenoeg niet. Zichzelf
noemt hij juist evenveel als de bescheidenheid het
toelaat.
Maurice du Plessys is de dichter van Le Pre
mier livre pastoral." Zijn poëzie wordt gekenmerkt
door de forsche taal, het stoute en nauwkeurige
beeld. Daarnaast wil hij de conte" op de wijze
vun La Fontaine tot zijn ouden roem terug
brenpen en aldus het meest verheven lyrisme combi
neeren met den gemeenzamen en boertigen toon.
Albert Saint-Paul schreef Scènes de J3al,"
waarin hij de schimmen der XVIIle eeuw oproept
in de omgevingen door Boucher en Watteau uit
gebeeld. Mallarméschreef hem hierover: //Ce
coloris fondu en chant tout Ie temps, et saus
plus une touche a cotéqu'uue note fausse, leur
meen en voor Amsterdam in het bijzonder
heeft gedaan en nog doet.
Wie ooit in een der voornaamste plaatsen
van Europa, in Parijs, Berlijn of Londen,
dikwijls van de telephoon heeft moeten ge
bruik maken, zal dadelijk ontdekt hebben,
hoezeer de dienst in Amsterdam uitmunt
boven dien in andere hoofdsteden van het
vaste land. En als bewijs hoezeer de Nederl.
Tiell-Telephoon-^Iaatschappij met de kennis is
toegerust, thans voor een goed telephoonnet
vereischt, moge ten slotte nog het volgende
dienen:
In April 1893 werd de Zutplicnsclic
Te.lephoon-Maatscli. opgericht en na rijp beraad
en ernstig overleg werd voor den aanleg
eene overeenkomst met de Nederl.
Bdl-Tdephoon-Maatschappij gesloten.
Als hoofdvoorwaarde werd gesteld, dat de
aanleg wat deugdelijkheid en doelmatigheid
nnnfififinllinntirifiuiffinirttuiiiiiffiftuffii
accord, continuant, sur et intime, marquent l'état
poétique Ie plus rare, et font de Scènes de Bal"
un byou de l'heure et vraiment, parrni tout cc
que j'ai lu : ce m'est un besoin de Ie crier." Zijn
tweede werk //Pétales de riacre" heeft den
Japauschen hemel tot achtergrond en de prachtige land
schappen met de //mousniés" der legende gestof
feerd, als onderwerp.
Over Achille Delaroche zegt Henri Degron:
Delaroche, qui, des premiers, porta haute, la
bannière de l'ldéalisme, me paraït Ie parfait
Clievalier Poète d'une poque belle entre toutes, ou
Rois et Pages taient poètes et dont, par
Durandal!! les rimes sonnaient sonores, comme Ie chant
des boueliers! Ce qu'il aime? Le decor riche et
prestigieux précédant l'advenue de horos et
priucesses imaginaires, clamaut Amour et Beauté. . ."
Ten slotte nog deze omschrijving van de werk
zaamheid der Romaansehe School: //Nous avons
fait Ie dénombremeut des poètes, dépositaires de
la Veritable tradition, dcpuis Homère, et les
chelonnant a la (acon de lampes indicatriccs, nous
avons tabli k distancc du bon chemiu déja
parcourue," en hun wensch in 't kort uitgedrukt:
obéir au génie de la langue oii l'on crit," ecu
muur opwerpen tegen vreemde invloeden, te strijden
voor den Pranschcn geest en het rijk der Schoonheid.
Is dit artikel gemakkelijker geschreven en opper
vlakkiger als oratio pro domo suo, ecu uitgebreide
en diepgaande studie wijdt Mockel vroeger
redacteur van Lu Walloniëwaarin hij uitstekende
kritische schetsen schijnt geschreven te hebben
aan den curieusen Be]g Emile Verliaereu. Hij
noemt hem den dichter van het paroxysme, wat hij
aldus omschrijft: Le poète du paroxysme est
toujours subjectif; sa pensee, comme sa forme, a
des a-coups grandioses plutftt que d'architecturales
conceptions; la Vie Ie préoccupe avant la Foi
d'en haut, ce qu'il aime ou ee qu'il déteste, c'est
surtout l'humanitéprésente, lors qu'il songe aux
choses d'un passélointain, comme Shakespeare,
il les restitue contemporaines et toutes proches.
Il a moins Ie don de la ligne que Ie privilege
de la couleur; il se forge un style et méeounait
Ie style.
Het visioen dat hij oproept, moet de lezer zelf
met zijn gevoel afwerken. Het onderwerp komt
niet langzamerhand tot zijn geheel, het hoopt zich
op als brokken schaduw, door licht gegroefd, liet
is als een kreet in de mist, als een gefluit sner
pend door het duister.
Allereerst was Verhaereu realist, in zijn
Flamaiides." Hij beschreef zijn land zooals hij dat zag:
de struische liguren, hard, kantig en de noorde
lijke hemel er boven. In zijn allerlaatste boeken
nu, komt dit visioen uit de Flamaudes, vergroot,
enorm soms te voorschijn.
Om den strijd, den strijd tegen de ongeloovigcn,
maar ook den strijd tegen zichzelf, het, ascetisme,
trok hem het monnikwezen aan, en de Godsdienst
orn de grootsche omgeving. Hij schreef Les Moincs.'1
Toen werd hij ziek en na een lange lichamelijke
zoowel als geestelijke uitputting schreef hij : Les
Soirs, Les Debacles, Les Flambeaux: noirs waarin
hij gaf wat de droevige uren hem geleerd hadden
omtrent zich zelf. Les Soirs, de ellende van het
lichaam door de smart gemarteld, door spookbeelden
verontrust, maar ook door droomen van een wereld
te groot voor een te zwakke ziel. Les Debacles,
het tragische, liet vrceslijke boek, boek van bloed
en moord, van spoken en lage begeerten. lu
Flambeaux noirs, geen troost maar een uur van
uitputting, nu liet rumoer voorbij is en de tegen
stand zich neerlegt in ecu bijna gelaten houding.
Onmiddellijk na deze trilogie gaf hij Apparus
dans mes chcmius". De schipbreukeling heeft
den oever bereikt, hij herziet de vervlogen dagen,
wat hij geleefd en gedacht heeft. Beeld voor beeld
trekt de rnensch" aan zijn oogen voorbij. Hierin
is Verhaereu voor den eersten keer mystiek.
L'Almanach, Jjes campagnes hallucinées, Les
Villages illusoires volgen elkaar nu, slag op slag.
Het zijji de verzen van de rampzalige velden,
van de weiden en bosscheu ouder verschillende
omstandigheden, onder zou en regen, onder wind
en sneeuw, en eindelijk van het dorp met al zijn
leven vergroot tot een heldendicht.
Het eerste, in rang van verschijnen eigenlijk
het tweede, is de beschrijving van het land, zijn
licht en schaduw, zijn vreugd en verdriet, zijn
strijd, zijn voorspoed, zijn ellende.
Les campagnes hallucinées, is het epos der
ellende. De velden zijn duister, de vroegere rijkdom
der boerderijen gaat onder en sterft in verlatenheid.
De menschen ontvluchten de onvruchtbare aarde,
de dood huilt in de herberg cu danst en bedrinkt
zich, op de wegen eiudelooze karavanen van hon
gerlijders naar de stad, die //comme un poulpc en
ses tentacules" hen opzuigt en tut zich trekt langs
alle gangen en, laatste getuigenis van
mcnschelijke werkzaamheid en hoop, de spade staat recht
geplant in de aarde.
Na dit epos van het land in zijn wel en wee,
schiep Verhaeren den enormen droom, uitgespannen
tot het omvatten der vier gezichteinden van liet
leven toe: //Les villages illusoires'', een bijna
volbetreft, niets te wenschen mocht overlaten,
en dat het lijn- en toestel-materiaal tot de
beste soort moest behooren. Hiertegenover
nochtans werden de noodige bepalingen ge
maakt, opdat in elk opzicht eene gepaste
zuinigheid niet uit het oog zou worden
verloren.
Binnen drie maanden tijds werd de aanleg
voltooid, zoodat op den 1°" Juli 1893 de
dienst kon geopend worden met 107
geabonneerden.
Onder de titel: Het plaatselijk Tele
phoonnet te Zutphen", verscheen van de
hand van den heer A u g. C o 11 e 11 e>
ingenieur van de Rijkstelegraaf', in de
eerste .aflevering, jaargang 189i, van het
tijdschrift Da Natuur een volledige beschrij
ving van genoemden aanleg waarin de
schrijver ten slotte zegt:
»Uit het bovenstaande blijkt, dat het den
concessionarissen van het telephoonnet te
Zutphen gelukt is, een inrichting te doen
maken, die, het standpunt in aanmerking
nemende, dat de electro-techniek thans
inneemt, aan alle eischen beantwoordt, welke
aan plaatselijke telephoonnetten mogen en
kunnen gesteld worden.
»Met het oog hierop verdient het
Zutphengche telephoonnet dan ook de bijzondere
aandacht en loont het ruimschoots de moeite
van een nadere kennismaking."
Het is te hopen dat wanneer het gemeen
telijke telephoonnet in Amsterdam, met of
zonder technische adviezen der commissie
van bijstand, gereed zal zijn gekomen, een
even bevoegde hand hetzelfde daaromtrent
zal kunnen schrijven.
J. H. G.
tfifffiiiiiiiiiffiniiiiuiininiiftiiiiiitniiiiiiniiiiiiiuliiiiiuiililifiitiiiniiliillllfiiniiiiiiiiiniiiii
maakt symbool. Uit honderd beelden stelt hij
n grooter beeld te samen : liet ware dorp met
zijn omgeving, zijn omtrekken, zijn zeden, zijn ge
luk en rampspoed. Een gansclie cyclus van !>den
Mensch."
Niemand bezit als Vcrhaeren, de gaaf van licht
en schaduw, hij is een colorist, een toovenaar van
wonderen, een vertooner van ontzaglijke dingen,
hij heeft het zwart van Zurbaran, het vloeibare
vuur van Crespi, liet purper, met brandend zwart
gemengd, van oya. . . .
Revue Blaiiche van 13 Mei. usschen
een vrij onbeteekenend stuk van L. Mühlfeld, Vie
littéraire en een paar sociologische studies van
V. Barrucand cu Ch. Andier maakt het schrijven
van P. Adam, //L'assaut malicieux" een zonder
lingen indruk.
Dit toch is niet minder, dan een verdediging
der handelingen van Oscar Wilde. Langs voor
beelden uit de oudheid komt hij eindelijk tot de
fraaie conclusie: Quoi de plus haut que lapassion
du jeune lord Douglas onvers M. Wilde:' Elle
Ee dépend ui de l'instinct Jii del'argent, Un poètc
découvre Ie secret des pensees harmouieuses a
l'ignorance de l'adolescent. . . Een waarschijnlijk
uitstekend gelijkend portret van den schrijver van
Salome en Dorian Gray versiert dit stuk.
ToulouseLautrec is er de teekenaar van. Verder fraai proza
van de Régnicr en van P. Claudel.
Het laatste nummer van de Kevue des Deux
Mondes bevat o. a. //Leconte de Lisle intime'1
van .Ican Dornis. Hierin komen enkele aardige
anecdoten voor. Typisch is b. v. de verhouding tot
Ilugo. Leconte de Lisle schreef aan den meester:
Aan do rientales lieb ik de openbaring van dicht
kunst te danken. En Ilugo antwoordde ; Si vous
aviez crit avant moi, j'aurais a vous adresser
Ie même remerciement. Hij meende er geen woord
van natuurlijk, evenmin als ik voegde Leconte
de Lisle er aan toe. Ik ben overtuigd dat hij nooit
mijn verzen anders, dan fragmentarisch gelezen
had. En toch kreeg ik brieven als:
J'ai votre livre magniiifjue. Je lis etjemédite.
^ ous traduisez Sophocle, comme Sophocle vous
traduirait."
//Ces Poèmes Barbares sont crits d'uue plumc
athéuienne. Vous tes un de ceux qui touchent
la grande lyre. Je vous lis, cher poète, c'est vous
dire, que je suis mu et charme et que ma main
cherclic la vótre/'
Leeoute de Lisle, die den dichter Ilugo zeer bewon
derde, koesterde maareen middelmatige achting voor
hem als denker, geletterde cu geleerde. Dat was niet
te verwonderen in een man, die zooveel zorg be
steedde aan de nauwkeurige kennis van de zeden,
ideeën en gevoelens van de volkeren, die het
onderwerp zijner gedichten uitmaakten.
Ook hinderde hem llugo's zucht naar populari
teit, en zijn ijdelheid.
Kenschetsend voor den dichter is zijn antwoord
aan Napoleon IJ l, toen deze hem voor zijn Home
rus-vertaling een jaargeld aanbood, mits hij haar
opdroeg arm den kroonprins: J l serait saerilège
de dédier ces chefs d'oeuvres antiques a un enfant;
trop jeune pour les comprendre. De keizer was
verstandig genoeg dit ook in te zien, en den schrij
ver toch oUO f r s per maand toe te staan.
A. G. C. i). V.
Een merkwaardige tentoonstelling.
wordt te l'arijs voorbereid. Van 15 Augustus
tot .'10 November zal zij duren. Wat er te zien
zal zijn 'l De lithogratic in haar honderdjarige
geschiedenis, met alle machines en procédé's die
zij heeft gekend. Van artistieke, wetenschappe
lijke en industrieele waarde zal de/e tentoonstel
j ling zijn, en van uit alle drie dezer kringen
i ontmoet zij een buitengewone belangstelling, /ij
i is internationaal, en dus kunnen ook de
llollanj ders hun producten er toonen Alter
l
Bij de tirma K. J. van Wisselingh t'i Co.,
j Spui i'!, is tentoongesteld do achterzijde van
het Kamerscherm van G. W. Dysselhoi. voorliet
zijraam een schilderij van W. Maris.
De eerstvolgende afleveringen der Mannen en
Vrouicen van lietevkenis, onder redactie van
Dr. K. D. l'ijzel, zullen bevatten studiën over
j Bunsen. door Dr. ('h. M. van Deventer, over
Octavia liill. door Me j. Helene Mercier, over
Keuchenius, door Dr. A. Kuyper. en over Mgr.
Gibbons en Mgr. Ireland, door Dr. Schaepman.
BOEKAANKO1NDIGING.
Tante Anna, door Mrs. W. K. CLIFKORD,
uit het Kngelsch vertaald door A. E. is een on
schuldig huiselijk boek, men kan het jonge meisjes
gerust in handen geven. 'Iante Annii. is een
eigenaardig vrouwentype, die op haar ouden dag
l voor de tweede maal trouwt met een eenigszins
1 schurkachtigen jongen man, die speculeert op
een erfenis, die zij zelf nog slechts te wachten
heeft. Uitgave van LOM .VN en FI.-NKK, 's
Gravenhage.
De Groote Lijdensweg op het einde
der negentiende eeuw, door HESBA
STHETTON, 2e uitgave naar het Engelsen door ***.
Uitgave van D. A. DAAJIKX te Leiden.
Het in dit boek behandelde onderwerp is,
hoewel van godsdienstigen aard, van zoo
algemeene beteekenis, dat het niet kan nalaten indruk
te maken ook bij hen, wier keuze in den regel
niet in de eerste plaats op lectuur van beslist
Christelijke richting valt. Miss Stretton's werk
behelst n.l. een waar relaas van do vervolging
der Stundisten in Rusland, die beklagenswaardige
slachtoffers der vervolgingswoede van de Russische
ambtenaren.
Inderdaad beoogt de schrijfster dan ook met
dit boek voor de Jiussische Stundisten te doen,
wat mevrouw 15eecher Stowe met haar »Uncle
l Toin's Cabin" bijbracht tot afschaffing der sla
vernij in Amerika. En al zal de verdrukking
dezer arme Russische boeren, niet zóó algemeene
sympathie wekken, als het geval was met de
slaven in Amerika, toch zal de stem die opgaat
voor het ontzettende lijden van een volk, dat
gemarteld wordt, omdat het God wil dienen op
andere wijze dan de orthodoxe kerk voorschrijft,
weerklank vinden bij een volk met een geschie
denis als het onze.
Leesboek over de Vaderlandsche Ge
schiedenis, voor de lagere scholen van Am
sterdam, door H. J. DEELEMAN en J. D. KNOOP.
'l deeltjes il 40 cent. Een beknopte handleiding
tot de kennis der Vaderlandsche geschiedenis in
bevattelijken vorm met ingevoegde vragen ter
vergemakkelijking der studie.
Uit Vader Bergmans gedenkschriften
met een portret, eene studie op den schrijver
door GUSTAAK SEGERS, en een levensbericht
door Prof. PAUL FKEDERia,». Gent. Uitgave
van J. Vri.n.sTKKK.
De gemoedelijke, soms schertsende, soms ern
stige toon, waarin Vader Bergmans zijn eigen
leven vertelt, zijn denkbeelden over de Belgi
sche revolutie in ItviO mededeelt en in
aangenamen vorm over allerlei zaken en toestanden
causeert, maken dat boek de lezing waard.
Een herlevend volk, schets van de Japan
ners en hun land, door II. S. M. VAX
WICIv'EVOOBT CIïOMMELIN, correspondeerend lid van
de Japan Society. Uitgave van II. D. T.IKKNK.
WILLINK.
Nu zooveel over Japan gesproken wordt, komt
een dergelijk boek uitstekend op tijd. vooral
omdat het geschreven is op aangenamen toon,
zonder noodeloos vertoon van droge geleerdheid.
De schrijver heeft de prettige gewoonte om, waar
hij van andere auteurs spreekt of naar hen ver
wijst, dit niet te doen in kriebelige noten onder
aan de bladzijden, maar op eenvoudige manier,
in den tekst zelf. Voor bijna ieder kan dit werk
een aangenaam boek zijn.
Bij den uitgever Ij. J. VKI:N alhier, verscheen
in goede vertaling een bewerking van ERNST
ECKSTEIN's nieuwsten roman Kyparissos",
spelende in de (irieksche oudheid. Achter
elk der beide deeltjes gaf de bewerking een reeks
van aanteekeningen, die in hoofdzaak de daarin
voorkomende Grieksche termen verklaren. De
uitgever zorgde voor eene nette uitvoering.
Bij denzelfden uitgever verscheen eveneens een
tweede druk van den vroeger besproken bundel
van LOUIS COUPERUS, Orchideën. Ook dit
boek is in een eenvoudig doch sierlijk gewaad
gestoken ; vooral de omslag munt uit door keu
rige illustratie.
ininmniliMjfljIiunjnmilllimiiliilllininiiil
V O
De Engelsclie season. len
Rotltschildhitwelijk. ??? Mo</ekleuren. Lucie
Faure. Tentoonstelling II.
De Engelsche season heeft haar hoogtepunt
weder bereikt. Nog eenige dagen en de drie
kringen, waaruit men kan zeggen dat de society
bestaat, verspreiden zich weer en verdwijnen in
het duister, om zich een volgend jaar weer eenige
weken in vollen glans te toonen. De buitenste