De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 16 juni pagina 8

16 juni 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 938 't Laatste portret yan.AlexaMer Dnmas. Chapters from some memoirs." Mrs. Ritehie, geboren Thackeray, dochter van den bekenden schrijver, geeft in het boek, dat zümet bovenstaanden titel deed verschijnen, sommige aardige bijzonderheden over reeds ver geten en ook nog niet vergeten letterkundige grootheden. Zij vertelt van haar eerste ontmoe ting met een poëet. Het was de pruikenmaker Jasmin, zich noemende : »en langue d'oc, Jacquon Jansemin." Het meisje had zich het hoofd vol illusies gehaald, en ging opgewonden naar de salons van lady Elgin, die ter eere van Jasmin een avondfeest gaf. Zij had reeds vruchteloos naar den held rondgezien, toen zij, plotseling, onder den luchter van den grooten salon, een zonderlingen kop zag, zoo een als er gebeeld houwd zijn aan den boeg der schepen, een dik, kogelrond hoofd, vuurrood, blinkend als geschuurd, lachend, met kleine haarlokjes, stijf van pommade. Het arme kind was gruwelijk teleurge steld. Charlotte Bonte, pas ontdekt, en door Thacke ray gevierd op een feest waar heel de Engelsche literatuur was vertegenwoordigd, maakte het niet beter. Zij deed den gansenen avond geen mond open, en ging ten slotte zitten in een hoekje, naast de gouvernante van mevrouw Thackeray. Dan was mrs. Carlyle een ander mensch, sdïe nooit ophield over haar man te praten, over zjjn genie, over zijn dyspepsij, over de gedenk waardige woorden die hem uit den mouw waren gekomen en die nooit verzuimde de jonge meisjes op het hart te drukken, dat indien zij op een rustig leven gesteld waren, zij er zich voor moesten wachten, een man van genie te trouwen die bovendien maaglijderwas!" De Perzische troonopvolger in Engeland. De Shahzade doet een reis door Europa : de Britsch-Indische financiën hebben 200.000 pond moeten laten, om den knaap Engeland, Rusland en Turkije te doen zien. Dat is waarschijnlijk, om het in omloop blijven van al te veel onbe taalde Perzische vorstenrekeningen te voorkomen. Maar de Engelschen hebben nog niet veel ge noegen gehad van hun impresario-schap. De jonge man zegt zoo buitengewoon weinig, en gevoelt zich zoo slecht te huis in de Engelsche wereld. Misschien zwijgt hij, om evenals pa, later des te meer belangstelling voor zijn mededeelingen te wekken. Zijn gastheeren te Londen hebben intusschen hun best gedaan om hem genoegen te geven. Zij hebben hem de rennen te Epsom laten zien hij was gekleed in een jas, die hem wel bijzonder wijd om de schouders zat, en in den paddock veroorzaakte het een groote vroolykheid, dat het prijskaartje van het confectiemagazijn er nog opzat. Zeer natuurlijk zal de Shahzade het hebben gevonden, dat het paard van den prins van Wales den prijs won: bij hem thuis moet immers niemand het probeeren, het paard van den Shah te verslaan ! Maar zeer onnatuurlijk komen den prins de avondfeesten in de salons voor. Harems, en toch geen harems, al die vertrekken met halfnaakte vrouwen, zoo meent hij. En afblijven is de boodschap. Wat heen en weer drentelen op zulk een feest, gaat nog; maar toen de shahzada gedwongen was, een gedecolleteerde dame naar tafel te geleiden, werd zijn kuischheidsgevoel hem te machtig: het was bij lady Tweedmouth a«n huis, en hij had zich reeds herhaaldelijk geërgerd aan de vele «lijfsblootheidsbeetjes", hem te zien gegeven. Zich zóó te compromitteeren. dat hij lady Landsdown een arm gaf, dat mocht niet van hem worden gevergd. Hij liep eenige passen voor de gekrenkte dame naar zijn plaats, en de omstanders meesmuilden genoeglijk. Nemo me impune lacessit". De Pruisische minister van staat von Eriedberg, dezer dagen overleden, is de man geweest, die van den keizer een portret kreeg met het onderschrift: »Nemo me impune lacessit": nie mand tergt mij ongestraft. Dat niettemin de weduwe van Friedberg e?n schrijven van rouw beklag ontvangt, waarin wordt gezegd, dat de overledene was een der trouwste vrienden en raadslieden van des keizers vader, wiens trouw en bijzondere verdiensten ds zoon in dankbare herinnering zal houden, vindt zijn grond in deze omstandigheid: »0p een avond had prins Wilhelm ten huize van zijn vader, die toen kroonprins was, skat gespeeld. Friedberg zat voor, en werd door den jongen prins »getergd" tot een »Grand". Hij speelde den »(irand mit vieren", en won hem schitterend, aan het' slot tot den prins zeggende: »Nemo une impune lacessit.'' liet por tret met hetzelfde onderschrift, dat de keizer aan zijn minister van justitie zond, was dus niets anders dan een herinnering aan deze skat-partij. Opgedragen aan hartstochtelijke spelers. Van een onzer >;ge'rouwe lezers" in de Vereenigde Staten, ontvingen wij de navolgende be schrijving van het nieuwe spel, dat tegenwoordig zeer in zwang is, in de Zuidelijke Staten, Aangezien sommigen het poker en zelfs het whist daar in de bondsdagen te opwindend vinden, heeft, men deze spelen vervangen door het ElyLoo" . . . . De deelnemers gaan gemakkelijk zitten rondom een groote tafel, waarop middenin een beker staat. Alle spelers zetten een dollar in en leggen een klontje suiker vóór zich. Daarna blijven zij onder het genot van een sigaar en verkoel nde dranken rustig ziften afwachten, totdat een vlieg zoo welwillend is, zich op een der klontjes suiker neer te zetten. De e'genaar van het bevoor rechte klontje wint; hij strijkt dun inhoud van aan bek°r op.... en de nieuwe partij kan beginnen. Wanneer twee vliegen tegelijkertijd op twee verschillende klontjes neerstrijken is er «Jack Pot',; kiezen zij daarentegen hetzelfde klontje, dan moeten alle spelers hun inzet verdubbelen. Dit nieuwe soort sport maakt daar veel opgang gedurende de zomermaanden. Maar welk een zonderlingen indruk moet het teweeg brengen bij een vreemdeling, die, een salon binnentredend, alle aanwezigen zwijgend en bewegingloos om een tafel ziet zitten, met de oogen op klontjes suiker gericht! De Parijsche politie ontdekte onlangs een merk waardig hotel op den I'aubourg St. Antoine. Het was een toevluchtsoord voor dieven. Ue kamers hadden dubbele zolderingen, de vloeren valluiken en alle laden van het meubilair waren van dub bele bodems voorzien, waarin groote hoeveel heden juwoelen. geld, effecten en voorwerpen van waarde werden gevonden. Een professor van naam, de betrekkelijke lang zaamheid aantoonend, waarmee de gevoclszenuwen werken, zegt: Steek een speld in de staart van zegen van !t mifflekoMerwijs op e yoltoclioleii. (Moonshine). Onverzadelö. (Lustige lildtter. i HOHEXJ.OHE: »Ik heb je zooveel gegeven als maar mogelijk was, maar jou muil is zoo groot, dat er geen vullen aan is." »Ik ga naar de kroeg hier is 't niet uit te houden." een olifant en er zal een merkbare tij Iruimte zijn tusschen het oogenblik van den prik en dat waarop het beest dier. gewaar wordt." Als de geleerde heer zelf' de proef wil nemen zal hij gewaar worden dat, al mag er een merk bare tijdruimte zijn, deze niet lang genoeg voor hem zal wezen om uit de voeten te gaan voor den meest afdoenden slag, die ooit door een olifantssnuit is toegediend. Geld en bacillen. Wij gelooven, al handelen wij er niet naar, dat overal bacillen zijn opgehoopt: in de tabak, in hot brood, in do kleederen, de sehoePractica est '.MX : Asjeblieft meneer ! Geïllustreerd meKijk maar reis meneer ! non. de melk. de boter, de boeken, tot in de kussen toe. Een weetgierig Engelsehman heeft thans ook onderzocht, hoe het staat met de verhoii. ding tusschen de bacillen en het geld. Welnu, de uitkomst is een studie waard geweest. De bacillen hebben plutocratische neigingen: op goud telen /ij horderdvoud voort; van zilver willen zij roeds niet veel weten, maar koperen munten maken hen zoo somber, dat zij na een kwartier erop te hebben geleefd, den geest geven. Wat dus bewijst, dat baciilen nog zoo dom niet zijn, en tevens, dat wij van de wijsheid in de wereldorde nog maar weinig begrip hebbeu : de rijke steekt het goud op, ja, maar daarmede ook de kiemen van zijn verderf; de arme moet zich met koper vergenoegen, maar blijft daarbij dan ook gezond. Als andere ervaringen nu maar daarmede overeenstemden ! Napoleon-anekdotes. Napoleon zeide tot Metternich : Ik heb maling aan 100.000 soldaten, als aan e»n snuifje." In do MéiiHnroi van den maarschalk do (,'astellane komt een dubbelganger voor van dit gezegde. Eenige dagen na zijn terugkeer uit Rusland ont ving hij de lli'musat en zeide : >\Yij hebben dit. jaar groote verliezen geleden". :.Ia sire, maar het genie van uwe majesteit zal ze herstellen '' --Dat bedoel ik niet ! Ik ineen mine Kazilli," (zangeres uit de opera- uii'a). Ei'n andere uit deze mémoires: .>lii Mei 1*1:;. Voor hij vertrok heeft de keizer tien slechte tijdingen vernomen. De vorst van lienevento zegt dat hij tien hoeden beeft voitrapt "?? Vandaar het aantal Napoleonhoedcn in tal van particuliere en openbare verzamelingen. En de treurige staat waarin zij plegen te verkeeren l Hoi graf van fleii 0|> een zae'it irlooiendcn heuvel midden i» de Promenade van DaliStadt, verheft, ziel;, omgeven door altijd «roene levens:>ooini'ii en lau'e dennen, in de schaduw van een groep breedgetakte linden^ een vervaarlijk blok zwart marnier, in welks vnorkaïit met vergulde letters gebeiteld staat: //Het graf van den onbekende." Op de gehcele Promenade is geen gezelliger, poëtischer hoekje, dan deze bekoorlijke plek, voora> in de leute, wanneer de geurige linden bloeien en de bladeren in den zehVr fluisteren en ruisclien, als klonken zegenbeden uit den hooge op de rust plaats van den onbekenden, vreemden pelgrim. die hier vrede gevonden heeft. Vroeger was hier alles wél geheel anders geweest, toen was er geen spoor van dennen en levensboomcn, geen omzoomde en gladgeniaaide gras perken, peen boseliages en heeslers, sjccu kabbe lende beekjes en boeiende plekjes. Ook de naam //l'romenaJe" was nieuw en als vroeger de ineuschen er gingen wandelen, gingen /ij //op dei! wal". Alleen de linden hadden er reeds gestaan, en gebloeid en gegeurd zoolang de mensehen zich konden herinneren, maar eertijds .hadden zij onder hun li.over was.-chen gebleekt en gedroogdof liet koele grasveld voor andere meer of minder nuttige bezigheden in gebruik genomen. Ook de onbekende zou stellig niet zulk een prachtig grafmonument, hebben gekregen, als tocninaals niet, juist de nieuwe burgemeester aan het bewind was gekomen die het lia<! doorgedreven. dat er iets dii mie gedaan te \\ orden tot, verfraaitu" der stad, die de andere sleden reeds lang met den vinger aanwezen", zooals hij /iel) im.'taphoriseli uitdrukte, en den vroeden vaderen met zooveel klem van ethisehe noodwcndigheid,van «esthetische opvat ting, van den invloed van het schoont; op het gemoed van de werking van het, nnlieu op het mensehelijk karakter had voorgepredikt, dai, de overblufte mannen, die slechts de helft van dien treleerden poespas beu-repen, hun voorzitter eindelijk zuchtend tle verlangde gelden hadtien toegestaan. Toen was het dan met rerht een gelukkig toe val, dat juist om den tijd dal, de werkzaamheden aan de nieuwe promenade vlot aan den gaiitr waren. boven op de kleine terp, zoo heette een tamelijk hooge heuvel in de nabijheid der stad, het graf van den onbekende \\erd gevonden. De onbekende was niet precies een inenseh: integendeel, ofschoon dit, eigenlijk weer te vee' gezegd is; hij was reeds eeu mensch of eitreniijk ook nu t, hij was een gewezen inenseh. eu geweest was hij het allang, want van den gehericn inensoh \\aren nog slechts de beenderen over. In n woord: de onbekende was een dor, maar bij/.ondei zindelijk skelet, dat de werklieden op zekeren dag bn het zandiiifuTaven hadden U'evondcn. Over die vondM. irera'ikti: heel D.iilstadt in ge\v;ddiü'o opsehuddn g Kukelen vermoedden eeu misdaad, anderen een oug'eJuk. «eer anderen wilden weten tlat. daar voor ondenkbare tijden, twee broeders, ter wiile van eeu meisje, iu h.?(, naeblelijk duister een duel hadden gehad en de overwinnaar der, verslagene op de plaats van het tweegevecht hau bcgTuven. Ten laatste zegevierde de mreniiigvan den plaatselijk n gencc^ien-, die beweerde dat de onbekende een kind van den vrijheidsoorlog \vas-. ofschoon deze ietwat, duistere uitspraak volstrekt, niet door iedereen weid begrepen. Tot welke nationaliteit (ie vondeling had behoord, was helaas niet- meer te bepalen; ook werd verder niets ge vonden, dut een vingerwijzing had kunnen zijn en de in alle levende talen doode zii'oug. Kn was de deelneming «'root. EBn gesneuvelde soldaat, vergeten, niet eens gemist noc dapper t.' fi'V'%fc VtV !J Wfrk K,, -v ?»-'/ =?; ( r1 ?-'-'",'ter:"";'v' HAIIY : Wat moet je tocli tegenwoordig voor zichtig zijn in de keus van je ouders.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl