Historisch Archief 1877-1940
No. 939
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
loud is, stolt de boter; als de koffie te warm is,
«chiften de eieren.
Men kan ook Charlotte Russe au moka maken;
?van biscuits zooals andere charlottes russes, met
moka crème; men zet langs den rand van den
vorm de biscuits overeind, vult met beurtelings
?een laag biscuits en crème, zet er iets zwaar s
?op en laat den vorm 10 a 12 uur in ijs staan.
E-e.
l'iiiiiiiiiiiiTïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiniitiiiiliitiiiii
'nqvzon
0
?ban.
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIItH
Rotterdam, 11 Juni.
Waarde Heer De Koo,
Dat retrospectief geschrijf over de verdiensten
?van den heer Jan C. de Vos als bestuurder van
den livoli- schouwburg vervelend is voor uwe
lezers, heb ik, nu drie weken geleden, duidelijk
gevoeld, toen de heer Van der Goes er een kroniek
mee vulde. Ik had hem, toen hy er nut van kon
hebben, gaarne het monopolie van deze over
peinzing gegund: waardoor hem deze week zoowel
de korte belijdenis van een even kortstondig
tot inkeer komen, als de, menschelykerwijs ge
sproken onvermijdelijke en inderdaad niet ver
meden nieuwe zonde zouden zyn bespaard.
Als ik zeg nieuwe zonde, beteekent het niet
dat de heer Van der Goes thans naar myne
jneening iets nieuws zou hebben verteld. Zelfs
dit dat hy' in de negen ongelukkigen, die durf
den verklaren dat ze iets niet met hem eens
waren, onmiddellijk negen middelmatigheden
herbende, kan voor de lezers van zijn geschriften
kan na zyn laatste Nieuwe ficZs-artikel voor U
?evenmin een verrassing zijn, als de bij het lezen
?van al wat hij schrijft getrouwelijk zich opdrin
gende gedachte, dat hij een akelig handje van
.generaliseeren heeft, waarmee hij echter
beminnelyk argeloos pleegt te waarschuwen tegen zyn
oppervlakkigheden. Omdat zijn socialisme wat
literair is bevonden, behoefde hij, de roode jas
\oor de literaire groene van het Weekblad ver
wisselend, die uit dubbel professioneele vrees voor
?opkammerij geboren gewoonte van elk en esn
iegelyk over een en denzelfden kam te scheden, nog
niet toe te passen bij voorbeeld op den heer
Emants en mij. Den heer Emants die met den
heer Van der Goes een niet dadelijk verklaarbare
belangstelling in dingen als Tooneelverbond en
Tooneelschool gemeen heeft, maar op den heer Van
?der Goes vóór, dat hij »de Johannes de Dooper der
nieuwere literatuur" is genoemd, in hetzelfde
nieuwere-literatuur-tydschrift, waaraan de heer Van
der Goes weliswaar heeft meegewerkt, maar waar
aan hy toch, zoo geenszins een der bescheidenste
menschen. niet meer dan een der bescheidenste
irachten is geweest. Mij die met den heer Van
der Goes gemeen heb dat ik het Fublikum nog
.altoos laat wachten op werken van debeteekenis
van Jong Holland en de Nagelaten Bekentenis,
maar op den heer Van der Goes vóór, dat Ik me
niet houd voor iets buitengewoons. ..
Ia het noodig, Meneer de Redacteur, zekere
Spuistraat-zolder-herinneringen bij U op te
wekien, om U te doen voelen welk onaangenaam
bedryf het voor mij is, op deze wys over den heer
Van der Goes te spreken ? Helaas, de
menschen?weeg-machine is niet alleen vóór drie weken
?en mi door hem, maar verleden week ook door
U gebruikt. Wat hebt U een werk gemaakt van
?de bewoordingen van het protestje! U weet toch
-wel, hoe zoo iets, in de enkele dagen dat de
kopij tijd heeft, en onder menschen die in ver
schillende plaatsen wonen, klaar komt. Eén stelt
het op, zoo beknopt mogely'k, en opdat allen het
kunnen onderteekenen, bepaalt hij zich tot alge
meenheden. Maar .... gaf de heer Van der Goes in
zijn kolommen maer dan algemeenheden ? U vraagt
.argumenten: had hij er aangevoerd?(l)Xijn kroniek
1) Net zoo vraagt hij nu: wat hebben jullie
voor De Vos gedaan? Niets meer dan hij. Maar
wij maakten ook geen aanmerkingen hij.
?MUIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIllllllllllMIIIIIMIIIIIIHIflIlllllllllllllllllMllllllllll
5de Jaargang. 23 Juni 1895.
Redacteur RUD. J. LOMAN, adres: Stonehaven,
Hitherfleld Road, Streatham, Londen.
Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek
bet. effende, aan bovenstaand adres te richten.
iiiiiiiilMiiiiiiiiiiiiiium
(iiiiiiiiniliiiiiiliiii iiiiimiitM
Bij gelegenheid van 't 41jarig jubileum van den heer
Hazeltine (?Miron'') als redacteur der schaakrubriek
in de yew-York Clippri' zoud Sam Loyd, als
feestbijdrage, de volgende puzzle: Construeer een zooda
uige partij waarbij na 17 zetten alle stukken, behalve
dn beide koningen, zrjn geslagen. De gouden
schaakspeld, door den auteur uitgeloofd, werd gewonnen
door een blinden knaap te Philadelphia. Zijn oplos
sing was als volgt:
l ei, d5 2 ed5:, D d5: 3 D h5, D a2: 4 D h7
D bl : 5 D g7:, T h2: 6 T a7: T g2: 7 T b7:
T gl: 8 T c7:, D b2: 9 T c8: t, K d7 10 T b8 :
T b8: 11 R b2:, T b2: 12 T gl:, T c2: 13 D f7:
T d;J: 14 D e7: t, K. e7: 15 T g8:, T f2 : 16 T f8:
T f l: f 17 K fl:, K f8:
was niets dan een boutade, en op dit oogenblik
was die boutade een onhebbelijkheid, 't Verwondert
me dat U er niet evenzoo over geoordeeld hebt.
Toen voor een poos gebeurde wat zeker in de
eerste plaats zy die eenmaal onder U mochten
werken gehoopt hadden dat niet gebeuren zou,
toen U het Dagblad verloort, hebt U stukjes
geschreven die natuurlyk beter ineen zaten dan
de twee wee-gemoedely'ke brieven van De Vos
in de N. E. C., maar waarin U net als hy hebt
geklaagd over miskenning. De heer Tak heeft
daarop in De Kroniek een stukje geschreven dat
volstrekt niet al wat U gedaan hebt goed en
mooi noemde, maar dat »van waardeering ge
tuigde", zooals men zegt. Zóó'n stukje over
De Vos in den stijl van Van der Goes zou slechts
goed hebben kunnen doen. Maar zijn artikel was
enkel een trap een trap op stal gegeven.
Heeft het me leed gedaan omdat het kwam
op dit oogenblik, het artikel heeft me geërgerd
omdat het valsch was. Of klinkt dit woord te
leely'k, dan tweeslachtig.
Wie vermag ver te reiken kan Kunst nooit
te hoog houden, en de mooi hooge-toon, bij
de Nieuwe-Gidzers huistoon, is door Van der
Goes aangeslagen in studiën en kritieken, waar
voor ik jongere zeker evenveel respect heb als U
oudere. Voor de Nieuwe Gids bestond er geen
tooneel in Nederland. Had de heer Van der
Goes ook thans deze stelling voorop geplaatst,
om dan even met de eigen-grootheid van den
heer De Vos te spotten, ik zou de grap op
dit oogenblik wreed en voor mijn gevoel
onaangenaam hebben gevonden, maar ik zou
geaarzeld hebben het sprotest" mee te teekenen.
Doch voor den TFeefc&tad-kroniek-schrijver, die
toch niet altoos kan theoretiseeren of over het
buitenland schrijven (trouwens!...), en die
evenmin lust heeft te zwijgen, bestaat er wél
een tooneet in Nederland. Hier herinnert hij
zich dat hij bestuurslid van het Tooneelverbond
en zelfs leeraar aan de Tooneelschool is ge
weest, en bespreekt, beoordeelt deze instellingen,
wikt en weegt, schift en onderscheidt, laakt
en prijst net of hy het alles nog au sérieux
kon nemen. Soms is hij hél vriendelijk, soms
komt iemand wilt goed van hem af maar o
wee nummer twee, wanneer hij zich op eens
herinnert dat hy Van der Goes is!
In het artikel over De Vos zei hij niet: »het
is den directeur van Tivoli evenmin als iemand
anders gelukt iets wezenly'ks voor het tooneel
in Nederland te doen, ik zie er zelf ook geen
kans toe, maar mij is dit nog geen reden om
mooi te noemen wat leelijk is, en dus" . .. Neen,
hij accepteerde zekere toestanden, bij vond dat
er iets te bederven was geweest, hij verweet De
Vos te zijn weggeloopen van Le Gras en
Haspels, hij zette de twee gezelschappen op
de bascule pats, daar lag Tivoli; hij
behandelde details van De Vos' directie, noemde
Mevrouw Mulder-Roelofsen de beste actrice van
het gezelschap. Argumenten voor deze opmer
kingen gaf de heer Van der Goes niet. Is het
dan nu noodig dat ik aantoon waarom mevrouw
Mulder over wier verdiensten ik overigens
niet heb uit te weiden niet de tooneelspeelster
was die De Vos voor het soort vertooningen dat hij
geven wilde hebben moest ? (Ten gunste van
mevrouw G. Poolman is hiermede niets gezegd).
Is het noodig er aan te herinneren dat de heer
De Vos ettelijke vertooningen heeft gegeven,
waarin althans gestreefd werd naar iets anders
dan waarmee de Vereenigde Tooneelisten het
publiek plezier doen? Maar goeje-god de verge
lijkende opinie van den heer Van der Goes is
precies de opinie van alle vet-, koffie-, en verdere
Beursmenschen uit deze onzalige stad, die ge
regeld de Aert-van-Xesstraat frequenteeren, maar
zooals een hunner, een »in hout", me verleden
week nog verklaarde, »uit principe" Tivoli mijden.
En waar de heer Van uer Goes altoos: zijne
ernstige aandacht aan het tooneel in Nederland
schenkende voor het ensemble-spel van Tiroli
slechts spot en geringschatting over heeft, daar
kan te Amsterdam het Nederlandsen Tooneel met
Louis en Theo Bouwmeester (laatst was het
rommeltje hier met Narciss!), en daar kan hier
juist de achteruitgang van de Tooneelisten, wier
krachten oud worden en wier jongere leden
TWEEDE NAT. CORRESP.WED3TRIJD.
Twaalfde zet van Zwart.
a
4
l!
7!
81
9!
aol
A
T b8
0-0-0
P e7
de5:
R e2:
T
D
P
e7:
(18
(15
b5:
B
P £6
p ae
D d7
P c6
a5
ed4
P h6
R b7
R e7
K f8
C
b5
d6
f4:
c6
fe6:
R e6
R e6
D
f6
P f5
c5
R e7
D b2:
T e8
P e5:
P f6
0-0
T fd8
0-0
P e4
c5
P d3
F
0-0
P e5:
0-0-0
c6
P d4:
P d5:
T e8
R e6
8»
0-0-0
Er is gespeeld in B 1: 11?Pe5:, inB5: 11?Pbö,
in C 9: 12 T el t en in C 10: 11?D c7, 12 dé.
T. d. P. te Dordt. Weder van u geen zetten ont
vangen. Zendt deze s. v. p. per omgaande aan. uw
iimtmiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiii
zwak zijn en zwak blijven, den lezer wat te
denken geven.
Nog eens: ik heb den heer Van der Goes altoos
bewonderd om het talent waarmee hij het recht
van hooge-eischen-stellen wist te handhaven.
Die handhaving héft voor de dagelijksche
«kritiek" in Nederland gevaren gehad, want het
is langzamerhand een tegen-elkaar-opbieden in
»moeilijk-zijn" geworden. Men is
allervermakelijkst bang zich te compromitteeren met een
woord van lof uit te spreken, en meent met een
voortdurend hakken en houwen zelf zich groot
man te toonen. Bij Van der Goes is het hoog-zijn
natuurlijk-zijn. Maar dan moet hij niet boutades
geven voor kritieken. Dan moet hij alle teugels
strak houden, en niet er een laten glippen om
des te beter aan den anderen te kunnen trekken.
Verontschuldig de indiscrete lengte van dezen
brief. Hij werd noodig na uwe inmenging en
na Van der Goes' repliek. Verder zal ik U niet
lastig vallen. Mocht uw kroniekschrijver hierover
nog iets willen zeggen, ik laat hem gaarne het
laatste woord.
iiiiiiiiiiimimimiiiiiiiiiiiiiiiii
a b c d e f g
Wit: K g7, D h4, R e5, P d3 4.
Zwart: K e6, P a8; c3 = 3.
Oplossing van No. 291 (Meijer).
l T c6, K f5 2 T f6: f enz.
K f4: 2 D (15
K f4: 2 R d3 t
d3 2 D c4 f
?ji 2 D du f
Nevenopl. l T c5.
i
iimuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiitituuiimiiimiiiiii
tegenpartij. Ia netbelang van het geregeld verloop van
den wedstrijd verzoek ik u dringend uw zetten uiter
lijk Dinsdagavond vóór 12 uur te willen verzenden.
R. J. L. te L. Met uwe analyse ben ik het nog
niet eens. Op T e8 tpeel ik P e7: maar in geen
geval na fC P d3. Dit kost te veel tijd. Kunt u den
vermoedelijken datum van uw komst reeds opgeven 'i
Beste groeten. J. J. S.
Van P. G. L. Fothergill, te Lymington (Engeland).
Vervaardigd voor den Intern. Wedstrijd in dit blad.
No. 293. Mat in drie (:5) zetten.
Hoogachtend,
Uw dienstw.
J. IJK MEESTER.
K., N e w-Y o r k. Door een toeval is uw
briefkaart van 18 April onbeantwoord gebleven.
Onze teekenaar heeft zich niet vergist; Engeland
stelt hij steeds voor door John Buil Amerika
door Uncle Sam. Een correspondent hebben we
op 't oogenblik niet noodig.
LUCAS, Leiden. Gedichten plaatsen wij niet
dan bij uitzondering en als ze heel erg mooi zy'n.
ERKATUM. De lezer gelieve in het artikel
Een algemeen belang, 5de alinea (no. 938) niet te
lezen «Hadden wij", maar »Hadden zij gelijk"; enz.
ininiiiuiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii iiiiimiiiiiiii iiiiiiiiiniiiiiiu
40 cents per regel.
milllllllMllllltlllllllllllllllllMMIItinilllllllttlllllllllllllllllllllltllllllllllllll
Waarde de Meester!
Wat baat nu deze veelheid van woorden ? Ja,
belachelijk was het, na v. d. Goes' betoog, dat
de Vos' onderneming mislukken moest, omdat het
hemzelf en zijn troep aan buitengewone
acteursbekwaamheden ontbrak, met u negenen als engelen
op de wolken te verschijnen, den bazuin stekende
ter eere van de Vos.
Ooer die manier van doen heb ik geschreven,
en toen ik ook uw wangen zoo bol zag van wind
en zoo rood van inspanning heb ik bij mijzelf
gedacht: tu quoque ! Want voor u, die, als uw
hoofdredacteur het u veroorlooft, en waarom zou
hij dat niet? eiken dag in een der meest gelezen
dagbladen het geval-de Vos met kolommen druks
kunt toelichten, was het wel het meest overbodig
om mee te blazen in dat lucht-orchest. Mij uw
aangename jeugd herinnerende, heb ik mij zelf
getroost niet de gedachte: Zoo iets heb ik hem
niet geleerd!
Hiermede zou ik kunnen eindigen alleen
een kleine rectificatie nog. Ge vergist u, als ge
meent dat ik »net als hij (d. V.) heb geklaagd
over miskenning". Ik heb met de overige redactie
leden geheel iets anders dan miskenning gecon
stateerd; maar nooit mij beklaagd over mi kenning
van de zijde van het publiek; noch ooit reden gehad
mij daarover te beklagen. Boe zou ik mijzelf hebben
moeten overschatten, indien ik meer begeerd had,
dan men mij uit eigen beweging heeft geschonken !
Zoo ook de loftuitingen van den heer Tak, die ik
bij het lezen voor mij zelf getemperd heb, door te
bedenken, hoe hier iemand aan het woord was,
wiens vriendschappelijke gezindheid, vrucht van.
langdurige samenwerking, wiens sympathie en
erkentelijkheid maar al te gemakkelijk hem konden
verleiden zich te welwillend te betoonen. Maar
hoe komt gij er nu toe den heer Tak, in zijn
bijzondere verhouding tot mij, tot model te stellen
aan v. d. Goes, waar deze objectief wil schrijven
over de Vos ? Ietwat triviaal gesproken, het door
u gekozen voorbeeld slaat op het door u behan
deld geval weinig beter dan een tang op een
varken.
lntu-schen, de Spuistraat-zolder herinneringen,"
alias die van het redactiebureau van de destijds
groote Amsterdammer, zijn me voor een goed
deel lief gebleven, ook omdat zij mij dien aardigen,
verstandigen de Meester, den jeugdigen repor
ter voor den geest roepen, dien vriend van ons
allen. En gaarne geef ik de verzekering, dat al
heb ik hem met acht anderen nu eens even
hooren protesteeren, met het gezag van een
schoolmeester, die reeds gelijk heeft, omdat hij
de Meester is, ik het er voor blijf houden,
dat hij ook een aardige verstandige man is ge
worden, die bij zichzelf denkt: ik heb dit nu
eens gedaan, maar zooiets doe ik van mijn leven
niet weer!
Met de oude genegenheid,
Uwe
d. K.
iifiimtiiniHiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiMiumiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu
UIT DE SCHAAKWERELD.
Biackbnrne heeft, door onverholen zijn meening
omtrent de waarde van 't schaaksuel uit te spreken,
een storm van verontwaardiging der geheele
schaakpers op ziclx geladen. Zijn uitspraak werd in den
vorm van een interview in de Londensche />"////
Clu-'niirl, gepubliceerd en daarua overgeseiud naar
Amerjka.
Ziehier Blackburne's beschouwingen omtrent het
edele spel:
De algemeen verbreide meening, dat 't schaakspel
een voortreffelijk middel is om onzen geest aan logisch
deuken te gewennen, ons oordeel te verscherpen en
ons voor overhaaste gevolgtrekkingen te vrijwaren,
komt mij voor door 't leven der groote schakers
geenszins te worden bevestigd. Zij zijn even feilbaar
en doen even dwaze dingen als menigeen, die geen
jaadsheer van een pion weet te onderscheiden. Maar
gesteld, dat 't schaakspel een heilzame discipline op
ons denkvermogen uitoefende, wat ik zeer betwijfel,
zoo weegt dit niet op tegen zijn fatale betoovermg.
't Schaakspel is een soort geestelijk alcohol, 't Heeft
een bedwelmenden en nadeeligen invloed op hen die
er zich aanhouden l mee bezighouden. Zoo iemand
beweegt zich in een schaakatmospheer en droomt
van niets dan van gambiets en eindspelen. Ik heb
in mijn leven tal van knappe menschen gekend, die
door 't schaakspel hun carrière gemist hebben. Bezit
men geen schier bovenmeuschelijk zelf bedwang, dan
is 't beter zich met 't schaken niet in te laten. Ik
heb mijn kinderen nooit toegestaan zich met 't spel
bezig te houden, daar de gevaren ervan mij helaas
maar a! te goed en van nabij bekend zijn. Kan men
't niet zinder een of ander spel stellen, dan. acht ik
't damspel voor 't minst schadelijke.''
ENGELKCHE PARTIJ,
ouUngi te Neurenberg gespeeld. (/Vu///.'/'»//'/?
Een attest van den bekenden bacterioloog
Prof. Dr. Hueppe, Directeur van het hygiënische
Instituut der Universiteit te Praag, gedateerd
21 September 1894, eindigt aldus :
Het Odol is een
tandreinigingsmiddel, dat wegens zijne goede
anti-septische eigenschappen en
zijne onschadelijkheid algemeen.
gebruikt behoort te worden."
in Pakjes van
Wit.
Mas Kürsehner
eu L. Regensburger.
l e4 e5
2 P f3 Pe6
3 <-3 15
Dit gambiet in de
naZwart.
Dr. Tarrasch.
hand is bij iedere opening
gewaagd en stelt 't zw.
spel aan vele gevaren
bloot.
4 (U (10
is onmisbaar voor de be
reiding van smakeljjke
en sierlijke Schotels. Zie de Re
cepten in ieder pakje.
Hoofd-Depót
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG.
Soraaal-WolartiMefl.
K. F. DEUSCIILE-BENGER,
Amsterdam, Kalverstraat 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel Nederland.
Sedert l Mei Beduidend Verlaagde prijzen.
KEI/ERSHOF", Nieiwendyk 196.
Zijden stoffen. Grootste sorteering zwarte
en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerda
Zyde, Satijn en Surah. De nieuwste des
sins en kleuren steeds voorhanden.
SCHADE & OLDENKOTT.
H. RAHR te Utrecht.
Pianofabriek.
Binnen- en Buitenl. Muziekhandel.
Amerikaansche Orgels.
Ruime keuze in Huurpiano's.
llllllllllMInnmlIIIIIIINMIlmitllmilNIIMIJIlllmlIHIIIMIHIIIllllNIIIMIHtHIII
5 (15
Dit geldt voor de sterk
ste voortzetting vau den.
aanval.
5 P ce7
6 R b5 f f6
7 dc6: beo:
8 R c4 D c7
Wit dreigde P e5:!,
waarop Zwart 't paard
niet kan nemen wegens
R f7 f en verlies
deidame. 8?fe4 'J P eö:,
d5 10 R e2 ie ongunstig
voor Z\vart.
9 P g5 P h6
10 f3!
Zeer goed gespeeld.
Wit verhindert hier
door, na afruil op e4, 't
doordringen van den
dpion, wat Zwart aanmer
kelijk uit zijn gedrongen
positie zou bevrijden.
10 g6
11 a4
Met 't doel na D b3,
T b8 de D na a2 terug
te kunnen trekken.
11 T b8
12 b4 fei:
Deze op 't eerste ge
zicht slecht uitziende
afruil, is 't begin van
oft'ercombinatie, waardoor
Zwart zich lucht wil ver
schaffen. De partij wordt
nu zeer vroeg interes
sant.
13 iel: R g4
14 P e6J
14 D b3l dan d5 15
edó:, cd5: lGRd5:,I'd5:
17 D d5:, R b4:! (dit is
de pointe der combinatie).
Wit meende ten onrechte
dat de verwikkelingen,
die hieruit ontstaan, ten
voordeele vau Zwart
uitloopen.
14 D d7
15 D b3 d5
Z\vart kan nu dezen
pion zonder offer
vooruitbrengen en komt nu.
wegens zijn sterk
pionnencentrum zeer goed te
staan.
1(> eda: ed5;
17 P f8:
Sterker was 17 P c5,
D dC 18 E b5 f, K. d8.
De witten meenden door
de volgende zetten voor
deel te behalen, maar zij
zagen daarbij 't geestige
kwaliteitsofi'er over 't
hüofd.
17 T f8:
18 R b5: T b5:!
19 R h6: D f5!
20 R f8: D e4 f
21 K d2
Op 21 K f2 volgt mat
in zetten.
?21
22 K cl
23 K b2
24 R e7:
D g2: t
D hl: f
T 1»6
K e7:
en de witten gaven op.