De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 23 juni pagina 5

23 juni 1895 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 939 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. loud is, stolt de boter; als de koffie te warm is, «chiften de eieren. Men kan ook Charlotte Russe au moka maken; ?van biscuits zooals andere charlottes russes, met moka crème; men zet langs den rand van den vorm de biscuits overeind, vult met beurtelings ?een laag biscuits en crème, zet er iets zwaar s ?op en laat den vorm 10 a 12 uur in ijs staan. E-e. l'iiiiiiiiiiiiTïiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiniitiiiiliitiiiii 'nqvzon 0 ?ban. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIIItH Rotterdam, 11 Juni. Waarde Heer De Koo, Dat retrospectief geschrijf over de verdiensten ?van den heer Jan C. de Vos als bestuurder van den livoli- schouwburg vervelend is voor uwe lezers, heb ik, nu drie weken geleden, duidelijk gevoeld, toen de heer Van der Goes er een kroniek mee vulde. Ik had hem, toen hy er nut van kon hebben, gaarne het monopolie van deze over peinzing gegund: waardoor hem deze week zoowel de korte belijdenis van een even kortstondig tot inkeer komen, als de, menschelykerwijs ge sproken onvermijdelijke en inderdaad niet ver meden nieuwe zonde zouden zyn bespaard. Als ik zeg nieuwe zonde, beteekent het niet dat de heer Van der Goes thans naar myne jneening iets nieuws zou hebben verteld. Zelfs dit dat hy' in de negen ongelukkigen, die durf den verklaren dat ze iets niet met hem eens waren, onmiddellijk negen middelmatigheden herbende, kan voor de lezers van zijn geschriften kan na zyn laatste Nieuwe ficZs-artikel voor U ?evenmin een verrassing zijn, als de bij het lezen ?van al wat hij schrijft getrouwelijk zich opdrin gende gedachte, dat hij een akelig handje van .generaliseeren heeft, waarmee hij echter beminnelyk argeloos pleegt te waarschuwen tegen zyn oppervlakkigheden. Omdat zijn socialisme wat literair is bevonden, behoefde hij, de roode jas \oor de literaire groene van het Weekblad ver wisselend, die uit dubbel professioneele vrees voor ?opkammerij geboren gewoonte van elk en esn iegelyk over een en denzelfden kam te scheden, nog niet toe te passen bij voorbeeld op den heer Emants en mij. Den heer Emants die met den heer Van der Goes een niet dadelijk verklaarbare belangstelling in dingen als Tooneelverbond en Tooneelschool gemeen heeft, maar op den heer Van ?der Goes vóór, dat hij »de Johannes de Dooper der nieuwere literatuur" is genoemd, in hetzelfde nieuwere-literatuur-tydschrift, waaraan de heer Van der Goes weliswaar heeft meegewerkt, maar waar aan hy toch, zoo geenszins een der bescheidenste menschen. niet meer dan een der bescheidenste irachten is geweest. Mij die met den heer Van der Goes gemeen heb dat ik het Fublikum nog .altoos laat wachten op werken van debeteekenis van Jong Holland en de Nagelaten Bekentenis, maar op den heer Van der Goes vóór, dat Ik me niet houd voor iets buitengewoons. .. Ia het noodig, Meneer de Redacteur, zekere Spuistraat-zolder-herinneringen bij U op te wekien, om U te doen voelen welk onaangenaam bedryf het voor mij is, op deze wys over den heer Van der Goes te spreken ? Helaas, de menschen?weeg-machine is niet alleen vóór drie weken ?en mi door hem, maar verleden week ook door U gebruikt. Wat hebt U een werk gemaakt van ?de bewoordingen van het protestje! U weet toch -wel, hoe zoo iets, in de enkele dagen dat de kopij tijd heeft, en onder menschen die in ver schillende plaatsen wonen, klaar komt. Eén stelt het op, zoo beknopt mogely'k, en opdat allen het kunnen onderteekenen, bepaalt hij zich tot alge meenheden. Maar .... gaf de heer Van der Goes in zijn kolommen maer dan algemeenheden ? U vraagt .argumenten: had hij er aangevoerd?(l)Xijn kroniek 1) Net zoo vraagt hij nu: wat hebben jullie voor De Vos gedaan? Niets meer dan hij. Maar wij maakten ook geen aanmerkingen hij. ?MUIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIllllllllllMIIIIIMIIIIIIHIflIlllllllllllllllllMllllllllll 5de Jaargang. 23 Juni 1895. Redacteur RUD. J. LOMAN, adres: Stonehaven, Hitherfleld Road, Streatham, Londen. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek bet. effende, aan bovenstaand adres te richten. iiiiiiiilMiiiiiiiiiiiiiium (iiiiiiiiniliiiiiiliiii iiiiimiitM Bij gelegenheid van 't 41jarig jubileum van den heer Hazeltine (?Miron'') als redacteur der schaakrubriek in de yew-York Clippri' zoud Sam Loyd, als feestbijdrage, de volgende puzzle: Construeer een zooda uige partij waarbij na 17 zetten alle stukken, behalve dn beide koningen, zrjn geslagen. De gouden schaakspeld, door den auteur uitgeloofd, werd gewonnen door een blinden knaap te Philadelphia. Zijn oplos sing was als volgt: l ei, d5 2 ed5:, D d5: 3 D h5, D a2: 4 D h7 D bl : 5 D g7:, T h2: 6 T a7: T g2: 7 T b7: T gl: 8 T c7:, D b2: 9 T c8: t, K d7 10 T b8 : T b8: 11 R b2:, T b2: 12 T gl:, T c2: 13 D f7: T d;J: 14 D e7: t, K. e7: 15 T g8:, T f2 : 16 T f8: T f l: f 17 K fl:, K f8: was niets dan een boutade, en op dit oogenblik was die boutade een onhebbelijkheid, 't Verwondert me dat U er niet evenzoo over geoordeeld hebt. Toen voor een poos gebeurde wat zeker in de eerste plaats zy die eenmaal onder U mochten werken gehoopt hadden dat niet gebeuren zou, toen U het Dagblad verloort, hebt U stukjes geschreven die natuurlyk beter ineen zaten dan de twee wee-gemoedely'ke brieven van De Vos in de N. E. C., maar waarin U net als hy hebt geklaagd over miskenning. De heer Tak heeft daarop in De Kroniek een stukje geschreven dat volstrekt niet al wat U gedaan hebt goed en mooi noemde, maar dat »van waardeering ge tuigde", zooals men zegt. Zóó'n stukje over De Vos in den stijl van Van der Goes zou slechts goed hebben kunnen doen. Maar zijn artikel was enkel een trap een trap op stal gegeven. Heeft het me leed gedaan omdat het kwam op dit oogenblik, het artikel heeft me geërgerd omdat het valsch was. Of klinkt dit woord te leely'k, dan tweeslachtig. Wie vermag ver te reiken kan Kunst nooit te hoog houden, en de mooi hooge-toon, bij de Nieuwe-Gidzers huistoon, is door Van der Goes aangeslagen in studiën en kritieken, waar voor ik jongere zeker evenveel respect heb als U oudere. Voor de Nieuwe Gids bestond er geen tooneel in Nederland. Had de heer Van der Goes ook thans deze stelling voorop geplaatst, om dan even met de eigen-grootheid van den heer De Vos te spotten, ik zou de grap op dit oogenblik wreed en voor mijn gevoel onaangenaam hebben gevonden, maar ik zou geaarzeld hebben het sprotest" mee te teekenen. Doch voor den TFeefc&tad-kroniek-schrijver, die toch niet altoos kan theoretiseeren of over het buitenland schrijven (trouwens!...), en die evenmin lust heeft te zwijgen, bestaat er wél een tooneet in Nederland. Hier herinnert hij zich dat hij bestuurslid van het Tooneelverbond en zelfs leeraar aan de Tooneelschool is ge weest, en bespreekt, beoordeelt deze instellingen, wikt en weegt, schift en onderscheidt, laakt en prijst net of hy het alles nog au sérieux kon nemen. Soms is hij hél vriendelijk, soms komt iemand wilt goed van hem af maar o wee nummer twee, wanneer hij zich op eens herinnert dat hy Van der Goes is! In het artikel over De Vos zei hij niet: »het is den directeur van Tivoli evenmin als iemand anders gelukt iets wezenly'ks voor het tooneel in Nederland te doen, ik zie er zelf ook geen kans toe, maar mij is dit nog geen reden om mooi te noemen wat leelijk is, en dus" . .. Neen, hij accepteerde zekere toestanden, bij vond dat er iets te bederven was geweest, hij verweet De Vos te zijn weggeloopen van Le Gras en Haspels, hij zette de twee gezelschappen op de bascule pats, daar lag Tivoli; hij behandelde details van De Vos' directie, noemde Mevrouw Mulder-Roelofsen de beste actrice van het gezelschap. Argumenten voor deze opmer kingen gaf de heer Van der Goes niet. Is het dan nu noodig dat ik aantoon waarom mevrouw Mulder over wier verdiensten ik overigens niet heb uit te weiden niet de tooneelspeelster was die De Vos voor het soort vertooningen dat hij geven wilde hebben moest ? (Ten gunste van mevrouw G. Poolman is hiermede niets gezegd). Is het noodig er aan te herinneren dat de heer De Vos ettelijke vertooningen heeft gegeven, waarin althans gestreefd werd naar iets anders dan waarmee de Vereenigde Tooneelisten het publiek plezier doen? Maar goeje-god de verge lijkende opinie van den heer Van der Goes is precies de opinie van alle vet-, koffie-, en verdere Beursmenschen uit deze onzalige stad, die ge regeld de Aert-van-Xesstraat frequenteeren, maar zooals een hunner, een »in hout", me verleden week nog verklaarde, »uit principe" Tivoli mijden. En waar de heer Van uer Goes altoos: zijne ernstige aandacht aan het tooneel in Nederland schenkende voor het ensemble-spel van Tiroli slechts spot en geringschatting over heeft, daar kan te Amsterdam het Nederlandsen Tooneel met Louis en Theo Bouwmeester (laatst was het rommeltje hier met Narciss!), en daar kan hier juist de achteruitgang van de Tooneelisten, wier krachten oud worden en wier jongere leden TWEEDE NAT. CORRESP.WED3TRIJD. Twaalfde zet van Zwart. a 4 l! 7! 81 9! aol A T b8 0-0-0 P e7 de5: R e2: T D P e7: (18 (15 b5: B P £6 p ae D d7 P c6 a5 ed4 P h6 R b7 R e7 K f8 C b5 d6 f4: c6 fe6: R e6 R e6 D f6 P f5 c5 R e7 D b2: T e8 P e5: P f6 0-0 T fd8 0-0 P e4 c5 P d3 F 0-0 P e5: 0-0-0 c6 P d4: P d5: T e8 R e6 8» 0-0-0 Er is gespeeld in B 1: 11?Pe5:, inB5: 11?Pbö, in C 9: 12 T el t en in C 10: 11?D c7, 12 dé. T. d. P. te Dordt. Weder van u geen zetten ont vangen. Zendt deze s. v. p. per omgaande aan. uw iimtmiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiimiiiiii zwak zijn en zwak blijven, den lezer wat te denken geven. Nog eens: ik heb den heer Van der Goes altoos bewonderd om het talent waarmee hij het recht van hooge-eischen-stellen wist te handhaven. Die handhaving héft voor de dagelijksche «kritiek" in Nederland gevaren gehad, want het is langzamerhand een tegen-elkaar-opbieden in »moeilijk-zijn" geworden. Men is allervermakelijkst bang zich te compromitteeren met een woord van lof uit te spreken, en meent met een voortdurend hakken en houwen zelf zich groot man te toonen. Bij Van der Goes is het hoog-zijn natuurlijk-zijn. Maar dan moet hij niet boutades geven voor kritieken. Dan moet hij alle teugels strak houden, en niet er een laten glippen om des te beter aan den anderen te kunnen trekken. Verontschuldig de indiscrete lengte van dezen brief. Hij werd noodig na uwe inmenging en na Van der Goes' repliek. Verder zal ik U niet lastig vallen. Mocht uw kroniekschrijver hierover nog iets willen zeggen, ik laat hem gaarne het laatste woord. iiiiiiiiiiimimimiiiiiiiiiiiiiiiii a b c d e f g Wit: K g7, D h4, R e5, P d3 4. Zwart: K e6, P a8; c3 = 3. Oplossing van No. 291 (Meijer). l T c6, K f5 2 T f6: f enz. K f4: 2 D (15 K f4: 2 R d3 t d3 2 D c4 f ?ji 2 D du f Nevenopl. l T c5. i iimuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiitituuiimiiimiiiiii tegenpartij. Ia netbelang van het geregeld verloop van den wedstrijd verzoek ik u dringend uw zetten uiter lijk Dinsdagavond vóór 12 uur te willen verzenden. R. J. L. te L. Met uwe analyse ben ik het nog niet eens. Op T e8 tpeel ik P e7: maar in geen geval na fC P d3. Dit kost te veel tijd. Kunt u den vermoedelijken datum van uw komst reeds opgeven 'i Beste groeten. J. J. S. Van P. G. L. Fothergill, te Lymington (Engeland). Vervaardigd voor den Intern. Wedstrijd in dit blad. No. 293. Mat in drie (:5) zetten. Hoogachtend, Uw dienstw. J. IJK MEESTER. K., N e w-Y o r k. Door een toeval is uw briefkaart van 18 April onbeantwoord gebleven. Onze teekenaar heeft zich niet vergist; Engeland stelt hij steeds voor door John Buil Amerika door Uncle Sam. Een correspondent hebben we op 't oogenblik niet noodig. LUCAS, Leiden. Gedichten plaatsen wij niet dan bij uitzondering en als ze heel erg mooi zy'n. ERKATUM. De lezer gelieve in het artikel Een algemeen belang, 5de alinea (no. 938) niet te lezen «Hadden wij", maar »Hadden zij gelijk"; enz. ininiiiuiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiii iiiiimiiiiiiii iiiiiiiiiniiiiiiu 40 cents per regel. milllllllMllllltlllllllllllllllllMMIItinilllllllttlllllllllllllllllllllltllllllllllllll Waarde de Meester! Wat baat nu deze veelheid van woorden ? Ja, belachelijk was het, na v. d. Goes' betoog, dat de Vos' onderneming mislukken moest, omdat het hemzelf en zijn troep aan buitengewone acteursbekwaamheden ontbrak, met u negenen als engelen op de wolken te verschijnen, den bazuin stekende ter eere van de Vos. Ooer die manier van doen heb ik geschreven, en toen ik ook uw wangen zoo bol zag van wind en zoo rood van inspanning heb ik bij mijzelf gedacht: tu quoque ! Want voor u, die, als uw hoofdredacteur het u veroorlooft, en waarom zou hij dat niet? eiken dag in een der meest gelezen dagbladen het geval-de Vos met kolommen druks kunt toelichten, was het wel het meest overbodig om mee te blazen in dat lucht-orchest. Mij uw aangename jeugd herinnerende, heb ik mij zelf getroost niet de gedachte: Zoo iets heb ik hem niet geleerd! Hiermede zou ik kunnen eindigen alleen een kleine rectificatie nog. Ge vergist u, als ge meent dat ik »net als hij (d. V.) heb geklaagd over miskenning". Ik heb met de overige redactie leden geheel iets anders dan miskenning gecon stateerd; maar nooit mij beklaagd over mi kenning van de zijde van het publiek; noch ooit reden gehad mij daarover te beklagen. Boe zou ik mijzelf hebben moeten overschatten, indien ik meer begeerd had, dan men mij uit eigen beweging heeft geschonken ! Zoo ook de loftuitingen van den heer Tak, die ik bij het lezen voor mij zelf getemperd heb, door te bedenken, hoe hier iemand aan het woord was, wiens vriendschappelijke gezindheid, vrucht van. langdurige samenwerking, wiens sympathie en erkentelijkheid maar al te gemakkelijk hem konden verleiden zich te welwillend te betoonen. Maar hoe komt gij er nu toe den heer Tak, in zijn bijzondere verhouding tot mij, tot model te stellen aan v. d. Goes, waar deze objectief wil schrijven over de Vos ? Ietwat triviaal gesproken, het door u gekozen voorbeeld slaat op het door u behan deld geval weinig beter dan een tang op een varken. lntu-schen, de Spuistraat-zolder herinneringen," alias die van het redactiebureau van de destijds groote Amsterdammer, zijn me voor een goed deel lief gebleven, ook omdat zij mij dien aardigen, verstandigen de Meester, den jeugdigen repor ter voor den geest roepen, dien vriend van ons allen. En gaarne geef ik de verzekering, dat al heb ik hem met acht anderen nu eens even hooren protesteeren, met het gezag van een schoolmeester, die reeds gelijk heeft, omdat hij de Meester is, ik het er voor blijf houden, dat hij ook een aardige verstandige man is ge worden, die bij zichzelf denkt: ik heb dit nu eens gedaan, maar zooiets doe ik van mijn leven niet weer! Met de oude genegenheid, Uwe d. K. iifiimtiiniHiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiMiumiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiu UIT DE SCHAAKWERELD. Biackbnrne heeft, door onverholen zijn meening omtrent de waarde van 't schaaksuel uit te spreken, een storm van verontwaardiging der geheele schaakpers op ziclx geladen. Zijn uitspraak werd in den vorm van een interview in de Londensche />"//// Clu-'niirl, gepubliceerd en daarua overgeseiud naar Amerjka. Ziehier Blackburne's beschouwingen omtrent het edele spel: De algemeen verbreide meening, dat 't schaakspel een voortreffelijk middel is om onzen geest aan logisch deuken te gewennen, ons oordeel te verscherpen en ons voor overhaaste gevolgtrekkingen te vrijwaren, komt mij voor door 't leven der groote schakers geenszins te worden bevestigd. Zij zijn even feilbaar en doen even dwaze dingen als menigeen, die geen jaadsheer van een pion weet te onderscheiden. Maar gesteld, dat 't schaakspel een heilzame discipline op ons denkvermogen uitoefende, wat ik zeer betwijfel, zoo weegt dit niet op tegen zijn fatale betoovermg. 't Schaakspel is een soort geestelijk alcohol, 't Heeft een bedwelmenden en nadeeligen invloed op hen die er zich aanhouden l mee bezighouden. Zoo iemand beweegt zich in een schaakatmospheer en droomt van niets dan van gambiets en eindspelen. Ik heb in mijn leven tal van knappe menschen gekend, die door 't schaakspel hun carrière gemist hebben. Bezit men geen schier bovenmeuschelijk zelf bedwang, dan is 't beter zich met 't schaken niet in te laten. Ik heb mijn kinderen nooit toegestaan zich met 't spel bezig te houden, daar de gevaren ervan mij helaas maar a! te goed en van nabij bekend zijn. Kan men 't niet zinder een of ander spel stellen, dan. acht ik 't damspel voor 't minst schadelijke.'' ENGELKCHE PARTIJ, ouUngi te Neurenberg gespeeld. (/Vu///.'/'»//'/? Een attest van den bekenden bacterioloog Prof. Dr. Hueppe, Directeur van het hygiënische Instituut der Universiteit te Praag, gedateerd 21 September 1894, eindigt aldus : Het Odol is een tandreinigingsmiddel, dat wegens zijne goede anti-septische eigenschappen en zijne onschadelijkheid algemeen. gebruikt behoort te worden." in Pakjes van Wit. Mas Kürsehner eu L. Regensburger. l e4 e5 2 P f3 Pe6 3 <-3 15 Dit gambiet in de naZwart. Dr. Tarrasch. hand is bij iedere opening gewaagd en stelt 't zw. spel aan vele gevaren bloot. 4 (U (10 is onmisbaar voor de be reiding van smakeljjke en sierlijke Schotels. Zie de Re cepten in ieder pakje. Hoofd-Depót VAN Dr. JAEGER'S ORIG. Soraaal-WolartiMefl. K. F. DEUSCIILE-BENGER, Amsterdam, Kalverstraat 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederland. Sedert l Mei Beduidend Verlaagde prijzen. KEI/ERSHOF", Nieiwendyk 196. Zijden stoffen. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, effen, gewerkte en gedamasseerda Zyde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHR te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. llllllllllMInnmlIIIIIIINMIlmitllmilNIIMIJIlllmlIHIIIMIHIIIllllNIIIMIHtHIII 5 (15 Dit geldt voor de sterk ste voortzetting vau den. aanval. 5 P ce7 6 R b5 f f6 7 dc6: beo: 8 R c4 D c7 Wit dreigde P e5:!, waarop Zwart 't paard niet kan nemen wegens R f7 f en verlies deidame. 8?fe4 'J P eö:, d5 10 R e2 ie ongunstig voor Z\vart. 9 P g5 P h6 10 f3! Zeer goed gespeeld. Wit verhindert hier door, na afruil op e4, 't doordringen van den dpion, wat Zwart aanmer kelijk uit zijn gedrongen positie zou bevrijden. 10 g6 11 a4 Met 't doel na D b3, T b8 de D na a2 terug te kunnen trekken. 11 T b8 12 b4 fei: Deze op 't eerste ge zicht slecht uitziende afruil, is 't begin van oft'ercombinatie, waardoor Zwart zich lucht wil ver schaffen. De partij wordt nu zeer vroeg interes sant. 13 iel: R g4 14 P e6J 14 D b3l dan d5 15 edó:, cd5: lGRd5:,I'd5: 17 D d5:, R b4:! (dit is de pointe der combinatie). Wit meende ten onrechte dat de verwikkelingen, die hieruit ontstaan, ten voordeele vau Zwart uitloopen. 14 D d7 15 D b3 d5 Z\vart kan nu dezen pion zonder offer vooruitbrengen en komt nu. wegens zijn sterk pionnencentrum zeer goed te staan. 1(> eda: ed5; 17 P f8: Sterker was 17 P c5, D dC 18 E b5 f, K. d8. De witten meenden door de volgende zetten voor deel te behalen, maar zij zagen daarbij 't geestige kwaliteitsofi'er over 't hüofd. 17 T f8: 18 R b5: T b5:! 19 R h6: D f5! 20 R f8: D e4 f 21 K d2 Op 21 K f2 volgt mat in zetten. ?21 22 K cl 23 K b2 24 R e7: D g2: t D hl: f T 1»6 K e7: en de witten gaven op.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl