Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.939
Vóór de inscheping,
(La Silhouettë).
Infanttrist (tot matroos van de Boche): »Als
je toch naar Kiel moet, ouwe jongen, doe me
dan het pleizier, de vlag vaa myh regiment in
top té'hijschen."
BOEKAANKONDIGING.
CHEISTOPH COLUMBUS. Studiën uur
spanischen vierten Centenarfeier der
ntdeckung Americat, von Johannes
Fastenrath. Dresden und Leipzig,
Verlag von Carl Reissner, 18!)5.
In dit boek heeft de bekende duitsche geleerde
Dr. Joh. Fastenrath, den grooten wereldontdekker,
»den held der Odyssea van de 15e eeuw", een
letterkundig monument opgericht, dat bewonde
ring verdient, ook om de zeldzaam-gelukkige
w\jze, waarop de nauwgezetheid van den
geschiedvorscher er in gepaard gaat met den
bezielenden gloed van den dichter. Schilderen wil
ik, zegt de schrijver in zijn woord vooraf, hoe
Spanje Columbus niet alleen schitterend heeft
herdacht en gevierd, maar hen gewijd heeft in
het kloppen van zijn hart en in die schildering
is h\j volkomen geslaagd. De^ bron waaruit in
hoofdzaak werd geput, heet: eigen aanschouwing.
Letterlijk werd geen plek onbezocht gelaten, die
gedacht wordt in eenig verband te staan met den
held, die te overwinnen had de wetenschap, de
menschen, de zee, vóór van hen uit kon gaan,
»die ereignisssreichte That, von der wir wissen,
seitdem die Welt Welt ist."
En alles wat de schrijver gezien heeft, weet
hij weer te geven zóó klaar, zóó aanschouwelijk,
dat het den lezer is of hij meedoolt onder Spanjes
hemel en over zich voelt komen de geestdrift,
die den dichterlijken gids bezielt. Nu eens is hij
zijn medegast aan den schitterenden, feestdisch
of luistert hij naar zang en muziek, die op het
schouwtooneel klinken, Columbus ter eere. Dan
weer geniet hij mee van het «treffliches Frühstück"
en herkent hij in een der medegenoodden den
Hoogleeraar Allard Plerson, den
«damenfreundlichen Amstelherr", die juist is opgestaan en met
ridderlyke galanterie de Spaansche dames huldigt
in zyn welsprekend woord of wandelt hij rond
door de gangen van het klooster la Rabida, waar
Columbus als smeekeling aanklopte en zijn lot
een zoo gelukkigen keer nam.
Maar niet Columbus alleen, ook Spanje geldt
des dichters eere-saluut. Op welk een waardige
wijze Genua de lange rij der Columbus-feesten
geopend en de nagedachtenis van zijn groote
zoon heeft gehuldigd het land van Isabella
de Katholieke is allereerst tot de viering gerech
tigd. Spanje heeft in hem geloofd, Spanje hem
gesteund, toen hij nergens elders steun mocht
vinden, Spanje wist negentig mannen aan te
wijzen, mee bereid zich te wagen op de onbekende
wateren. Columbus behoort aan Spanje »dat in
de jaarboeken van zijn historie geen edeler heu
genis heeft dan die van den 3den Augustus 14:^,
toen uit de haven van l'alos de tocht werd aan
vaard, den 12den October in de haven van
Guanahani zoo roemrijk besloten, een tocht, die het
woord uit Genesis in herinnering brengt: de
Geest Gods zweefde op de wateren."
En buiten het weergeven van het
met-eigenoogen-geziene, heeft de schrijver in zijn boek
de resultaten neergelegd van zijn
historischlitteraire navorschingen. En op dat gebied is zijn
belezenheid grenzende aan het ongelooflijke. Al
wat over zijn held in boeken steekt, is in zijn
hoofd gevaren. Geen historische studie, geen
gedicht, geen dagbladartikel, Columbus gewijd of
geschreven naar aanleiding van het vierde-eeuw
feest, in welke taal of in welk dialekt ook,
schijnt hem ontsnapt. In het hoofdstuk :
»Columbus und die Weltliteratur" laat hij dat alles de
revue passeeren en deelt hij van het beste frag
menten in vloeiend dicht of ondicht vertaald,
mede. Het verwondert hem dat met uitzondering
van den heer Taco H. de Bear en den onlangs
overleden pastoor Brouwers, de Nederlandsche
letterkundigen zich ten opzichte van Columbus
onbetuigd hebben gelaten. Zeker zou de naam
van den heer F. Smit Kleine met eere zijn ge
noemd, wanneer diens vertaling in verzen van
Lopez de Yega El deicubierto del nuevo miindo
reeds door den druk openbaar was gemaakt. De
heer Smit Kleine had met eene opvoering van
het stuk in den Amsterdamschen schouwburg
eene hulde aan Columbus bedoeld, maar de
vlammen die dien schouwburg vernielden, hebben
ook deze illusie verstoord.
Het is te verwachten, dat het Nederlandsche
publiek kennis zal nemen van Dr. Fastenraths
uitnemenden arbeid. Voor een volk, dat de zee
.zijn element noemt en in de muziek der golven
zijn glorie hoort, heeft het onderwerp eet e eeuwige
bekoring. En neer te zitten om te luisteren naar
»Peminent poète et critique allemand Johannes
Fastenrath'' (Achillo Millieu) is een genot op
zich zelf.
Haarlem, 15 Juni 18!>5. W. G. NIKI WF.NKAJU\
Varia.
Menzel en de keizer.
Toen Adolf Menzel zijn beroemd Fluitconcert".
schilderde, weigerde de toenmalige hofmaarschalk
hem de inwilliging van zijn verzoek, om ten be
hoeve van zijn werk hem de historische muziek
kamer in Sanssouci in avondverlichting te doen
zien. Nu echter ter eere van den aartsgrootbertog
Franz Salvador een gekostumeerde soiree in
Sanssouci werd gegeven, wilde de keizer den
schilder gelegenheid geven, niet alleen dokamer
Het PersscüMj de opii van net
Boord-Oostzeeïaiiaal,
(Ulk).
in de gewenschte verlichting te zien, maar ook
gevuld met een gezelschap hovelingen, in de
costumes uit den tijd van den grooten koning.
Bij de oprijplaats was een rij grenadieren van
de lange garde opgesteld, met de ruggen naar
de kolonnades rondom, het aangezicht naar het
portaal gekeerd. Hier stonden niet alleen twee
wachten, maar ook eenige prachtexemplaren van
Frederik's hoofdofficieren; in de voorhal onder
het portaal bevond zich een adjudant-generaal
van koning Friedrich in kazerne-uniform, om de
gasten te ontvangen ; het was de keizer zelf, en
hij zag er in houding en uitzicht zoo echt antiek
uit, dat zelfs nadat hij sommigen begroet en de
hand .gedrukt had, hij nog niet was herkend. Zoo
althans zegt de Vosmsche Ztttg., en al wat tante"
zegt is natuurlijk waar. Zij wordt ongetwijfeld
aan het hof gelezen. Doch ter zake.
In de historische muziekkamer had zich om de
keizerin een gezelschap gegroepeerd, juist groot
genoeg om de niet te groote ruimte behoorlijk
te vullen; ook zij was in rococo-costuum ver
schenen : een licht onderkleed van atlas met
donkergroen tiuweelzijden met zilverdraad gewerkt
overkleed, een klein, driehoekig hoedje op het
gepoederde haar. Rondom den vleugel was een
kwartet geplaatst van hofmusici, met geborduurde
jassen, en pruiken; voor den historischen lessenaar
van Krederik den Groote stond een fluitspeler.
Het geheele gezelschap was gegroepeerd naar
Menzel's bekend schilderij. Toen hij aankwam.
begroette de keizer hem als adjudant van den
grooten koning, met een toespraak, inhoudende
dat de koning door de wacht had gehoord dat
hij te Potsdam vertoefde, on hem in Sanssouci
wenschte te zien. Menzel, gevat, antwoordde:
»Ik geloof mij niet te vergissen: ik zie den
adjudant-generaal von Lentulus, bevelhebber der
kurassiers tegenover mij; ik verzoek uwe excel
lentie, aan '/*. M. den koning mijn dank over te
brengen." De adjudant-generaal liet eerst de
slotwacht voor den schilder déiileeren, en bracht
hem toen in de muziekkamer, waar intusschen
de musici bet groote fluitconcert van den grooten
koning waren gaan uitvoeren. Menzel ging zitten;
de keizer bleef naast hem staan. liet was een
tooneel van een bijzondere bekoring; Menzel
zelf had zoo iets nog nimmer gezien. De witte
lambriseer ngen. de spiegels en de vergulde
rococo ornamenten, het hooge gezelschap in zijn
sierlijke costumes, de oude muziek; ook een
piano kwartet van prins Louis Ferdinand werd
gespeeld; het gedempte licht van de oude tijden
het was alles stijl. Alleen Menzel zelf zat in zijn
zwarten rok als een anachronisme ertusschen.
Joachim speelde eenige liederen van Bach, en
daarna werd het souper gebruikt in de ronde eet
kamer, het bekende tooneel der tafelronde. Menzel
zat naast de keizerin, en had het gezicht op het
terras, waar de reuzengrenadiers schilderden,
op den achtergrond schoot de straal van de groote
fontein omhoog. Toen i a het souper het gezel
schap in het park ging, veranderde de water
straal plotseling in een vuurzuil; de keizer had
een proef genomen met het doen ontbranden
door sterken waterdruk van aetherische olie.
Allerlei.
Het rijwiel in zijn ontwikkeling.
In Amerika is het gewoonte geworden, dat de
predikanten, naar hun kerk zich begevend om
de mis te celebreeren, per rijwiel gaan; bruid
en bruidegom gaan op een safety tandem naar
de kerk om te trouwen. Hiermede niet tevreden,
is het rijwiel ook in der schoone kunsten rijk
doorgedrongen. De bladen der Vereenigde Staten
berichten dat in een der salons van dit jaar het
oude onderwerp van een schaking nieuw is
goworden, door in de plaats van een stijgerend ros
een rijwiel te kiezen, liet stuk in kwestie is
op natuurlijke grootte geschilderd, het rijwiel is
van den nieuwstcn vorm, en het paar peddelt
erop met wanhoop om een woedenden echtgenoot
te ontsnappen, ook op een rijwiel gezeten; maar
hij [staat niet meer op het schilderij, dat intus
schen reeds zoo een geweldigen indruk moet
maken !
Hoe eilanden ontstaan.
Bekend is dat in den Alster, om het bezo?k
van den keizer te vieren door de Hamburger
vroede vaderen een eiland werd in bet aanzijn
geroepen, dat meer dan een burgermans-kapitaal
kost /iehier de oorzaak van zijn ontstaan. Toen
over de ontvangst van den kei/er in de Hansestad
een gesprek werd gevoerd tusschen Wilhelm 11
en den vertegenwoordiger van Hamburg in den
Bondsraad, x.eide de keizer: «Wij eten natuurlijk
in het raadhuis." -En dan. Majesteit V''?s.Dan
drinken wij koftie op het eiland in den Alster."
(De keizer had den ?J'.isten October 'ss, hij zijn
eerste bezoek aan Hamburg in een nieuwen
restaurant aan dm Buiten-Alster, -Aisterlust"
geheetei', gepanseenl. en dacht zich die plek
als een eiland). De vertegenwoordiger van Ham
burg echter voerde bescheiden aan: '-Wij hebben
helaas geen eiland in den Alster." «Hebt gij
geen eiland in ilen AisterV" Indien (.'we
Majesteit dat wil. dau maken wij er een !'" _
En weldra toog' de hoofding 'iiieur van Hamburg
aan het werk, om zonder de kosten te ontzien
hij gebruikte honderdduizend mark op het reeds
niet wijde oppervlak van <len iinieii-Alster van
palen en planken, nagemaakte rotsen en echten
Uihigroml en planten een nieuw eiland der ge
lukzaligen te cun-triu'eren. met een t'e.estzaal voor
luim personen. Aldus ontstaan in de negentiende
eeuw de oilamlen !
Vrouwelijke studenten.
Het aantal vrouwelijke studenten aan de
univpi'-iteit te denrve is sfoeils toegenomen. In
JN^'.I vormde!, aldaar de danus '.' procent van
het aantal studenten, in l^S',1 reeds !.">, in lS'.i."i
'l'> p('t. Xij komen meest uit Kusland en Polen,
sommigen ook uit Armenië, en beoefenen bijna
nitslu tend de natmmvetensi'happen of de ge
neeskunde.
Eene reets van noodlottige YerMezingen.
(Judy).
M.M BKTii-HAucoriiï: »Hoe ! strekt de lijn zich
uit tot aan den ondergang ?"
Een nieuw meer in Bosnië.
In de nabijheid van de Plitvicsche meren die
van Bihacs uit in weinige uren zijn te bereiken.
heeft, naar de bosnische Post mededeelt een
merkwaardig natuurverschijnsel plaats gevonden.
Omstreeks 40 kilometer van daar verwijderd.
tusschen I'iaschki en Jesenica. in een uitgestrekt
keteldal, heeft zich een nieuw meer gevormd,.
dat hier en daar meer dan 50 meter diep, zich
ongeveer 10 kilometer uitstrekt en dus grooter
is dan het grootste der Plitvicsche meren. Vanwaar
de geweldige watermassa afkomstig is, en waar
zij, voortdurend nog wassend, en op n plaats
met machtig gedruisch omlaag stortend, terecht
komt, is nog niet vastgesteld; men ziet het water
verdwijnen in een van de ongepeilde bergkloven,
die in deze streken zoo menigvuldig zijn. Voor
de bevolking van den omtrek is bet nieuwe
fenomeen een zware bezoeking ; de beste bouw
grond , waarop tal van boerengezinnen rijkelijk
hun brood vonden, lag in het keteldal, en is
door het water bedekt.
Oude lieden meenen zich thans te herinneren,
dat in hun jeugd deze streek reeds een meer is
geweest; onmogelijk is dat zeker niet. Ook in
den omtrek van .lesenica heeft zich zulk een
natuurverschijnsel voorgedaan.
A Gouverno!
Ouder bovenstanndcn titel zendt on,\e parti
culiere coi'rex]>oititeiil te ittii/ai/nil het nilyc.iuk
rrrxlnyeciir.r'ïiltiny trui den ticitaal eau Kfii/idor .
]Jciloflt l/ij daarmede .tont,?, dril liter/n 'irrllirl/t f e/,
ringr.rinjtiiHj ',ou kunnen zijn ruur di'ii
\ederlnndm-lif.il Mtittulet' ccin Vuiriiit-ii'n. die thans
l>f\if/ IK, de ii'ej fiji on '..c I'ersoneele belüxtinij li
herronne/t ;- :
Ileeren, de zitting is geopend, verklaart
Don Josua l'asiiuul, voorzitter van den Sei.aat
van Ecuador. Aan de orde is, zooals u
weet, de begrooting voor liet volgende jaar.
en in verband daarmede heb ik er u, staande
onze vorige vergadering, reeds op gewezen,
dat de schatkist, noodig hervulling eischt. Wat
dunkt u, Senors, van een nieuwe belasting
om het dreigend staatsbankroet vooiloopig
af' te wenden, nu onze personeele belasting
te vervallen staat ?
Als verblind door dit schitterend blijk van
vertrouwen in de scherpzinnigheid en 't ge
zond verstand hunner eigenaars, knipten
zeventien paar oogen plotseling dicht en
zeventien voorhoofden zonken diepzinnig ge
rimpeld in vier en dertig handen. De Senaat
peinsde, wikte en woog.
Van lieverlede kwam er ontspanning. Xu
hier, dan daar rees een der geboden eesiaiten
overeind niet bezieling in den blik eirdriftige
gebaren.
De nre.-ideiK zede zich .-clirnp otu de voor
stellen Ie huoren.
Lk, begon don Antonio Uodri»ui do. die
het. eerst het woord had gevraagd, siel vooi
de uitvoerrechten ie verhoogen.
Teekenen van afkeuring van den pre^iden r
en zestien overige leden.
Daden geen woorden!
JIIILX l!i?(.(. : -/eg eens. we hebben niepv dai..
genoeg \an je praatjes', l/.iat het meisje los
ot we zullen jou mores loeren !"