De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 7 juli pagina 7

7 juli 1895 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 941 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Argument waarop men kan aannemen dat hare bestemming dit formaat noodzakelijk maakte. ! Dergelijke schilderyen, zijn er nog twee op het j Rijksmuseum, de G. Flinck van 1648 en de ? Elias 1645 eveneens afkomstig uit den Voet- \ -boogsdoelen. Ze waren daar geplaatst hoogtegen <Je zoldering en boven in de wandbetimmering, niet in ly'sten. Deze zijn resp. 2.52 bij 5.10 en 2.50 by 5.80 ; «n de schuttersmaaltijd is 2.27 bij 5.38. j En ten slotte, waarom staat aan de achterzy'de der teekening van Cats zelve hoog 8 vt. l dm. breet 19 vt. l dm, als het niet was om alle misyerstand te voorkomen. De heer Dyserinck zegt dan, dat deze maten j er later zijn opgeplaatst, maar al zou dit waar zijn, het feit dat Cats de woorden hoog en breet «r op zette, welke hij wegliet op de teekening van de Nachtwacht duiden aan, dat hij hier mis verstand wilde voorkomen, zooals hiertegen reeds ?werd aangevoerd. Daar eene gravure van Patas in een tusschen 1777 en 1792 verschenen Fransche uitgave dezelfde fout in het benedenraam beeft en de mindere hoogte en het feit, dat ze omgekeerd staat afgedrukt haar weinig authentiek doen schijnen, is deze, als waarschijnlijk naar Cats gevolgd, in geen geval als een onafhankelijke .getuige te beschouwen. Ten slotte de teekening Couwenberg 1834 en de volgens deze vervaardigde gravure van Kaiser. Ook hier vinden we de compositie nagenoeg als op het origineel en by Pothoven, alleen iets meer voorgrond en boven is de kruisstijl van liet raam toegevoegd. Couwenberg was echter niet afkeerig van afwijkingen, zooals prof. Six aantoont in eene teekening naar Dou en ook hier mag men aan nemen dat hij deze toevoeging der kruisstijl als «en middel gebruikt om het lichte raam niet tegen het wit van de marge der gravure te doen afkomen, waardoor het niet als op het schilderij door de lijst werd afgesloten, en tevens het for maat minder langwerpig werd. De schriftelijke aanwijzingen, die des heeren Dyserinck's betoog moeten steunen, zyn dat van Dyk spreekt van het groot schutterstuk,echter alleen zooals prof. Six aantoont om het te onderscheiden van kleinere stukken aan denzelfden wand. Verder geeft Duchesne Ainéin 1828 in zijn Musée de Peinture als maat 20 by 15 vt. met fcy voeging van een gravure naar Patas, die minder hoog zijnde, al niet met deze verhouding stemt. De maat was dus in alle geval op dat tijdstip geheel -onjuist, hy laat deze dan ook weg in een tweede druk in 1836, maar zegt in zijne toelichting tevens geen woord van eene zoo ingrijpende verandering -van het doek, dat hij zoowel in 1812 als 1827 iad gezien, juist tusschen welke jaren de heer Dyserinck beweert, dat de misdaad zoude heb ben plaats gehal. En nu de mondelinge getuigenissen, al zijn ze uit de tweede hand. Hier is Gris Meuli een eenigszins potsierlijke bediende der Academie de hoofdpersoon. Maar erger is het, dat een serieus zich voor doend vorscher, den eerlijken en voorbeeldigen .Bestuurder Apostool van de meest afkeurensiiuiiiiillll ....... itin 5de Jaargang. 7 Juli 1895. Redacteur RUD. J. LOMAN, adres : Stonehaven, Hitherfield Road, Streatham, Londen. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek imtieffende, aan bovenstaand adres te richten. jiiiiiiiiiiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilililiuul CORRESPONDENTIE. X. te IJ. Wilt ge ons a. v. p. den juieten titel van t werkje over voorgift opgeven, dan zullen wij 't bestellen. De voorlezingen zijn nog tiet verschenen. Hartelijk gegroet. Van F. H. H. Schuite, te 's-Hage. Vervaardigd voor den Internationalen probleemwedstrijd in dit blad. ^0. 205. Mat in vier (4) zetten. abcde fg h Wit: K e8, T c4, R ai, P e3 en eG; b.2 = G. Zwart: K d6; el, f3, g5 en b.3 = 5. Oplossing van No. 293 iFothergill). l D al, K d5 2 K f6 enz. K e7 2 D 06 K f5 2 D f4 f t» 2 D c6 f Opgelost door C. Kockelkorn, Keulen (2). Prof. Berger, Graz (1). G A. 0., Parijs (4). H. Mendes da Costa, Amsterdam (2). E.H. E. v. Weelderen, Kotwaardige lichtvaardigheid beschuldigt en als zijn aanklager handhaaft een lageren beambte, omtrent wien men zelfs nu nog de zotste verhalen kan vernemen. Deze Meuli vertelde o. a. ook hoe hij in den Franschen tijd de Nachtwacht gered zou hebben, door ze uit te snijden en onder het vloerkleed te verbergen. Napoleon zou binnengekomen en onbewust op het doek zelf staande, zijn woede in fraaie be woordingen hebben gelucht, een verhaal, dat alleen in het vruchtbaar brein van dezen zwetser was ontstaan, daar wel pp de schilde,1 ijen van den stadhouder, aan wien ook de oorlog verklaard was door de Franschen in 17i)5 werd beslag ge legd, zoodat de Stier van Potter ook eenigen tijd in het Louvre heeft doorgebracht, maar nooit een der stedelijke schilderijen met dergelijke ballingschap bedreigd is. En wil men al aannemen, dat Apostool of Jer. de Vries dit zonder correspondentie met hunne committenten op eigen gezag hebben gedaan, zou dan geen der tijdgenooten daarvan gewag hebben gemaakt of de overlevering van een dergelijke afsnijding geheel verdwenen zijn ? Als we aan de beweringen van dezen snuftelaar verder geloof zouden willen hechten moeten we nog zijne volgende onderstellingen aannemen: dat in 1815 bij overbrenging van het Paleis naar het Trippenhuis wegens een wandhoogte van slechts 4.06 meter boven de lambriseering (sic), men zijn ondersteld formaat van met lijst minstens 4.40 meter zou hebben vermin derd met een veel belangrijker stuk dan eventueel noodig was. dat dit geschiedde te meer omdat het bovenstuk zoo ontrampeneerd zou zijn geweest, dat daarvan niets meer te redden viel; dat men waarschijnlijk om aan de verminde ring van licht, door afsnijding van het bovenraam, tegemoet te komen, (n. b. de personen ontvangen geen zweem van licht uit dat raam, maar zijn sterk van voren verlicht en wie zou vlak tegen de lijst nog eens licht gaan brengen) de lucht en een rij ruiten, naast het vaandel zou hebben veranderd en overschilderd, trouwens een onvol doende compensatie; dat een postje van f 21 (sic) in 1815 aan den schilder A. de Lelie voor het repareeren eener schilderij onder verschotten gebracht hierop zou betri kking hebben. Dit nu, deze overschildering, is het eenige positieve, de eenige stellige bewering in zijn heele betoog, eene ontdekking, waarop hij alleen nadruk legt. Dit is de pointe, hiermede staat of valt het, want geen der personen noch schrifturen beweert van een zoo groote afsnijding, en hier mede begint de afwijking op de teekening van Cats en de daarmede overeenkomstige gravure van Patas en toonen ze niet te stemmen met het schilderij dat we kennen, dus dat ze niet be trouwbaar zouden zijn. Om ze te redden speelt de heer Dyserinck hoog spel, hij verzint een overschildering en pu bliceert die als een ontdekking. Welnu er is geen spoor hiervan te vinden. Xiet alleen mag ik dit verklaren op gezag van den heer Fr. O. D. Obreen, Directeur van 's IlijksiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiHiiiiitiiiiniiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii terdam (3). W. v. H., Delft (3). C. T. v. Ham, Gorredijk (2). Toegekend cijfer 2 3/7. Beoordeelingen (No. 293). No. 293 ist sehr inhaltsletr. l D a4, K d5 2 K f6, c4 3 D a8 f kann doch nict.t als ein schönes Hauptspiel betrachtet werden. An der Drohung 2 D cG t 3 D g6 oder E f6 f ist wahrlich auch nichts Schönes oder luteressantes zu linden. Joh. Berger. Die Aufgabe entLiilt keiue Variante die als Hauptspiel befriedigen künnte. C. Kockelkorn. Nette constructie. Slechts n onzuiver mat. Een ondervariant zeer mooi. D c6 komt te veel voor. P a8 schept geen nieuwe variant. E. II. E. v. Woelderen. No. 293 est a mon avis un des meilleurs problèmes, publiés depuis longtemps. l D hl ou D e4 est bien tentant et donnerait la solution, n'était la case d7, qui ren d Ie mat impossible. G. A. C. Een mooi probleem. W. v. H. De Ie zet niet kwaad Overigens gemakkelijk. Jlatstellingen konden zuiverder zijn. C. T. v. Ham. De uilslag van den probleernwedstrij t (eerste haltjaar 1895) wordt in de volgende rubriek bekend ge maakt. TWEEDE NAT. COEUESP.WED8TRIJD. Dei-tiende zet van Zwart. 1 2 3 4 5 (j 7 A p ra i D g-6 R e4: 0-0-0 0-0-0 R 17: 8 P e6 9 10 U i P e7 f5 R b6 d5 P c3: fe4 D e4: j P h7 T 1)6 R ?7 1.6 P dl: D g5 1) i D cS i P c3: 1)6 K c8 P 1)0 D f?5 E P (15 D 1)6 R c6 F fe5: D eO d5 do: e7 R (17 cd t: h6 c h7 e4: museum, maar deze had zelfs de welwillendheid dit met mij op de plaats zelve te constateeren. Ook Prof. Six verklaarde reeds in Oud- Holland deze overschildering a's geheel verzonnen. Er is absoluut niets van te ontdekken. Behalve een zeer onbeduidende herstelling, in de lucht bij het rechtsche lam, is alles geheel gaaf en zeer kenlijk van de hand van v. d. Helst. Trouwens een leek kan zich overtuigen, daar ware de lichte lucht over de donkere hoornen heen geschilderd, deze thans zouden zijn door geslagen. Verder staat de heer D. voor de ongerijmd heid, dat dan Pothoven 53 jaar voor de beweerde afsnijding zou hebben geweten, hoe de lucht en de hoornen in 1815 zouden worden overgeschilderd, want de bewering, dat alle teekeningen of gravures van voor 1832 hierin overeenstem men, is blijkens bijgevoegde reproductie naar Pothoven even onwaar als de rest. De heer Dyserinck heeft ons dus een fabel voorgezet, maar het ergste is, dat hij dit zelf ernstig historisch kritisch onderzoek noemt. Werkelijk buiten alle boosaardigheid om, kan men grond vinden hem er aan te herinneren, dat het spreekwoord den schoenmaker raadt zich bij zijn leest te houden. Iemand die zijn gewichtigste argumenten laat steunen op overschilderingen, die niet bestaan en origineele teekeningen, die eenigszins compromittant zyn voor zija betoog, copieën noemt, deed beter zich niet aan dergelijke professioneele quaesties te wagen, daar kunsthistorie een te serieuse wetenschap is om door dillettanten te worden beoefend. Wilde de heer Dyserinck documenten verza melen, wanneer hij die zonder eigen commentaar mededeelde, men zoude het slechts waardeeren, maar dat hij zich niet te buiten ga aan combi naties of kritische conclusies, want zoo er iemand is die getoond heeft den geest en het karakter yan v. d. Helst niet te begrijpen is het deze ijverige bewonderaar en zijn eigen woorden keeren zich tegen hem waar hij weinig rtattens verklaart dat het vredefeest gevierd wordt in het vooronder van een lange Keulsche aak. De hemel beware ons voor zulke vrienden. De heer Dyserinck is een voorbeeld hoe men met vlijt en verstand totaal kan mistasten als niet is de hoofdfactor van dergelijk onderzoek het begrip van het schilderij. C. G. 'T HOOFT. *) Dr. Dyserinck gaf dezen clichéwelwillend in gebruik ten behoeve van dit artikel. RKD. D liOI T (18 höR dO In D 10 was de 13e zet van Wit P e'2. J F. H. De 12e zet van /wart in C 9 was T del t. De h< er Deelman abandonneert pariij B 10 en de heer Steegstra partij G 1. J. J. rf. UIT DE SCHAAKWERELD. Do revanche match tusschen Dr. Tarrasch en Walbrodt zal deze week te Neurenberg een aanvang ne men. De inzet bedraagt ? GOU van weerskanten. De uitslag der eerste match (Juli 1S94) was Tarrasch 7, Walbrodt O, l remise. iiiliiuimiiiiiimiililiiiimiilllliliiiiiiHiiiii iilimiiitiiiimiiiii Reclames. 40 cents per regel. in Pakjes van 17yg en 35 ets. is onmisbaar voor de be reiding van smakelijke en sierlijke Schotels. Zie de Re cepten in ieder pakje. De match (?) tusschen von Bardeleben en Teiehmann trekt dagelijks een groot publiek naar de cen traal gelegen club der Chess Bohemians". De par tijen dragen over 't geheel een origineel en levendig karakter, waartoe de voortdurende afwisseling der openingen veel bijdraagt. De spelers zijn aan elkaar gewaagd, maar Teichmann veikeert voortdurend in tijdnood, iets wat men van hem niet gewend is. De stand der match Avas Dinsdagavond jl.: Yon Bardeieben 2, Teichmann l, 5 remise. De heer Dobel', secretaris van 't a.s. tournooi te Hastings, deelt ons mede, dat tot dusver alleen Steinitz en Janowski hun inleggelden hebben gedeponeerd. Omtrent 't Xinor tournament te Hastings zijn nog de volgende bijzonderheden te berichten: De inleg badraagt ? 1200. De speeluien zijn: 10 1, 130-3 len 6 11. Ingeval van meer dan 12 deelnemers worden de spelers in grot pen gesplitst en de winners spelen derliiig om de uitgeloofde prijzen. Tijdlimiet 20 zetten per uur. 't Comili'; te Hastings heeft f 3' O geschon ken, do Brinsh Chess Association ? 120 en de Bouthern diens nion heeft eveneens een prijs beloofd, 't Ge zameulijk bedrag der inleggelden wordt geheel voor prijzen besteed. Verschillende sterka spe!ei-s hebben reeds Iran voornemen te konnon gegeven aan 't Minor tourne ment" deel te nemen, o, a.: Owen Jonen, Herbeit Jacobs, Ingoldsby, K. M, Jackson en uit Duitschlan Schwann, prijswiuner op 't Haupttuinier te Loipzig. In den internat, wedstrijd van eindspelcomposities uitgeschreven door 't Kigaer Tageblatt", hebben de prrjsrecht'TS Andreas A-charme en Johann en Car Behting de prijzen aldus toegekend: I (33 roebels) : Conrad Erlin, Wennen. Iï('2"> roebels) : Hi/Lunch Cordcs, Berlijn. III (15 roebels) : D.s. J. Jespi-rsHn, vendborg. Eervolle vermeldingen : i-'. Ainelung te Delprat en O. Nemo ;e Weenen. EXGELSCHE PARTIJ, Gespeeld te Londen 22 Juni jl. Wit. Zwait. Curt YOU Jiardeleben. Ilichard Teichmann. l e-i C»> gegeven zet is noodza 2 P 13 !? «i fit 1,5 P e7 3 «?!$ d5 6 e<15: D (15: P f6 geniet togonv,oor- 7 (U dig de voorkeur, leidt Gewoonlijk geschiedt echter in den regol tot dit een zet later, na 7 minder iuteressaute out- O, II d7. wikkelingen dan da. 7 6(11 4 D !l4 i'öDe zet K gl lijkt sterDeze door S!einitz aan- kor dan hij is. Bijv. K g4 Alle sterk gekleurde soorten monlwater kleuren ook de tanden, ia het bijzonder op de van email ontbloote plekken, de spleten, enz. donkerrood door vorming van kalk-lakken. Ook bij deze onderzoekingen bleek Odol het beste mondwater te zijn, namelijk het eenig onschadelijke, het eenige, dat de tanden noch aantast, noch kleurt. Terwijl bij voorbeeld het verlies, dat een tar,d door salicylzuur-mondwater ondergaat, 8 tot 30 pCt. bedraagt, is dit verlies bij Odol steeds ge lijk nul. Magazijn KEI/ERSHOF", NicjnvemHjk 196. Zijdenstoffen. Grootste sorteering zwarte en gekleurde, etfen, gewerkte en gedatnasseerda Zijde, Satijn en Surah. De nieuwste des sins en kleuren steeds voorhanden. SCHADE & OLDENKOTT. H. RAHR te Utrecht. Pianofabriek. Binnen- en Buitenl. Muziekhandel. Amerikaansche Orgels. Ruime keuze in Huurpiano's. Dames - Heeren Wandelaars, Wielpyders, Hengelaars en allen die op hunne zomertochtjes een praktisch Kleedingstuk willen medenemen, zoodat gij de parapluie kunt thuis laten, Koopt bij Waterproof llegenmantellje GEWICHT £09 GRAM. Kan in de zak medfgenomen worden. Prijs ? 7.50, in Grijs en Zwart. lllllllllimillllMIMIHIIIItllllllllMMIMIIIIIIIIIMIIIimlIimmilllllinillllllll 8 c4, D el -j- 9 K e3, ed4: 10 P bd2 enz. De Redac teur speelde in een tournooipartij (remise) tegen Teichmann eveneens ed-4: 8 cd4: De isoleering van den pion is van weinig belang. Zwart moet steeds vour d5 op zijn hoede zijn. 8 R d7 9 P c3 D cO f De dame wordt hier van alle kanten bedreigd. Beter was D f5. 10 R e3 aO Deze zet verhoogt slechts de bezwaren van 00-0. Teiehmauüspeelt de opening niet gelukkig. 11 0-0 l' d5 12 T iel! 't Zwakke van D 06 treedt nu duidelijk aan 't licht. Teichmann weet zich echter zeer handig uit zijn benarde politie te redden. 12 P c3:! 0-0 p? dan 13 U aö:!, P bG 11 da enz. 33 !)<?:>: P e5 14 der>: 111)5: 15 D dl fe5: 10 P dl'. P 05: zou tot aardige wendingen hebben geleid. Bijv. l G P e5:, 11 du I 17 <:4, 0-ü13 eV>5-, D c5: en Zwart staat iets beter dan Wit. 20 f4 D f7 21 D g5 0-0 22 fc5: R e? 23 D g4 D c4 24 D d7 R c5! Na. dezen zet is Wit's aanval geheel afgeslagen. DJ zwakke pionnen op den D-vleugel zijn nu een groot nadeel voor Wit. 25 R t-5 D c5: f 26 K hl 26 D dl dan D d4: 27 ede:, T fdS 28 T f.11, cG met voordeel voor Zwart. 20 T f7 27 D e8 D c4 28 D c4:! De zw. dame dreigde verwoesting onder de pi onnen aan te richten. 28 bc4: 2!) T abl 1)6 cG was in ieder opzicht beter, vooral met 't oog dekking van c-1. eO T e7 T d8 T (13 T e3: ca kwam in 3.1:1K f8 10 17 P 1)5: ]S D d3 19 D 15 D f7 il>5: I) cl R dO op de 30 31 T 1)2 32 T be2 33 T c3 Ook meiking. 34 T c3: 35 K gl 36 T el! Achterna blrekdat'f e5 hier de juiste zet was. Teichmann bood hier re mise aan, daar hij ten onrechte in de meening verkeerde, dat Wit met al remise kim forceoren. Bijv. cG 37 a-t, bal: 33 T c4:, T a7 en Zwart wint. De derde partij werd Dinsdag 25 Juni gespeeld. v. Bardeleben. opende met oen G u ico piauti. Door een ongemotiveerden afruil in 't mtddcnspel kreeg Teichmann een positievoordeel, wat hem successie velijk twee pionnen inbracht, v. Bardeleben aban donneerde op den 58steu zot.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl