De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 7 juli pagina 9

7 juli 1895 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

No. 941 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De Chineesche leening. Ll-Huxu-CllAXG (lot den r,;«r): >-U is allervriendelijkst en Madame la République niet minder. liever van die heeren ook wat hebben." Maar ik wil toch fiinuutiitittuiiiiitiiiiiutiiuiiiniiiiiuiiiiiiiiitiiitiiiuiiiiiMUiiitiiiiiittinutuiiiiitiiuiiuiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiii hoe langer hoe meer in de betere wijken van de stad. TJ heeft het zelf kunnen opmerken: het heeft zijn slachoft'ers al weten te vinden hier in de Bocht! Ja wel, zeg ik, wat dat betreft je hoort hier eiken dag den Lazarusklep. Quack loopt er mee, Charles is aanö'etast, en soms bekruipt me de vrees, dat zelfs Pijnappel het onder de leden heeft. Maar hoe zal je die kwaal uit roeien ? Geef me zes jaar den tijd, ant woordde Jolles, en ge zult het zien. Dit iaar wippen wij er vier van de vijf. V. Ogtrop is geen democraat die telt dus niet mee, en van de vijf anderen houden wij er maar n: reub, niet omdat hij zooveel beter is dan de rest, maar hij is wethouder van financiën en wie zou hem willen vervan gen? Gij vindt niet een van de onzen daartoe bereid. En dan door Treub nog wat te laten voortsukkelen, breekt hij zichzelf af, zoodat we later kunnen zeggen : zie je wel, daar had je nu een radicaal aan 't roer en toch heeft hij je geen vermindering van belasting weten te bezorgen, terwijl juist door Treub op onze lijst te houden, ons doel verborgen blijft, zoodat niemand kan beweren, dat het ons te doen is om de democraten uit te smijten. Nu gaan Gerritsen, Heemskerk, Wormser, Zegers Veeckens.... een volgenden keer weer vier. en daarna nog eens vier... en wat er dan over schiet kan er bliiven zitten als een afschrikwek kend voorbeeld, of zoo ge wilt, als een paar kraaien in een kippenren voor de aardigheid. Zoo zullen we den bloei van Amsterdam be werken, onze-nederlagen van de Isiatstejaren uitwisschen, den vrede tusschen de verschil lende klassen der maatschappij herstellen, en een begin maken met de fnuiking van de de mocratie allereerst hier in de stad, maar u begrijpt wel, vervolgens, en als 't kan tegelijkertijd, door het heele land- Want daar moet het heen. En nu vraag ik u, wilt, ge ons steunen ? Jolles was vuurrood geworden en met een uitdrukking pp zijn gezicht, als ?wilde hij zeggen : zie zoo, ik heb mijn plicht gedaan! wierp hij zich met zijn rug in zijn stoel in afwachting van hetgeen ik antwoor den zou. Je sprak als een boek mijnheer Jolles zei ik. Daar zat gang in. Ik kan merken dat het heelemaal uit je zelf kwam ; je had iets van Böhringer, als hij in het vuur raakt over het ideaal...- maar ben je niet te optimistisch? Te optimistisch, waarachtig niet! Ik sta reeds niet meer alleen. De besturen van drie kiesvereenigingen ziin het met mij eens... Bij ons in Burgerplicht worden de verkiezingen in de af deelingen in geheime zitting voorbereid, en daar kun je dus die vieren wien je verder wilt eeu deuk geven, zonder dat er een haan naar kraait, en op de openbare vergadering houden we zoo goed als geen discussie. A. 0. zorgt voor een speech en Bassen en Perel voor een beetje debat In (irondtrd worden de candidaten zelfs niet genoodlgd, het is dus mogelijk hen af' te breken, zonder dat zij in de gelegenheid zijn, zich te verdedigen en dan mo'jen wij rekenen op Jan Versluis. een brave kerel, die al wat democraat is wel zou willen oppeuzelen, als hij maar niet wist dat zoo'n individu besmettelijk was. Hij haat ze als de pest. Het eenige waar je nog last van kunt hebben is Ainalelu liurf/frij, dat is een onopgevoed lichaam, met iets kwajongensachtigs in zijn manieren, we hebben, het al eens meer beleefd, dat hij zijn handen niet thuis kon houden en een steen door de ruiten smeet. Dan staan je kansen werkelijk niet slecht! Niet slecht? Zeg liever, ze staan uit muntend. Om u de waarheid te zoggen : A V ij zijn er het eenige wat nog noodig is, is een monster-meeting, waarin den kiezers duidelijk wordt gemaakt, dat het hun plicht is ons te volgen; eeu meeting, waarop alleen liberalen worden toegelaten, onder praesidium van iemand, wiens verschijning reeds voldoende is om te bewijzen, dat al wat: fatsoen, ver stand, practischen zin, zedelijkheid en be kwaamheid bezit, aan onze zijde staat. En daarvoor .... Ik begrijp je .... mijn waarde maar mij krijg je daarvoor niet. 'tlsook nietnoodig. Je hebt immers A. C. Zeker, knikte Jolles, wij hebbeu A. C. maar wij niet alleen. A. C. is het bezit van stad en land, van kiesvereeniging en partij, A. C', kan ditmaal niet. Hij gaat voor ons plan naar de vergade ring der Lili. l'itic om daar de democratie 1e vers-laan. Twee victories, zoo heeft hij gezegd, zou te veel voor mij zijn. Mijn goede Mozes zoek een anderen Ai'iron die voor u spreken zal.... l Nu, juilie hebben genoeg verschot. Dan j neem je Kasten b.v. Ik heb hem eens hooren redeneeren, ik verklaar je, dat is een fijne. imposante elegante man. Maar Jolles wilde niets van hem weten. Kassen, zei hij, zou uitstekend zijn, maar zij hebben hem in Brabant voor goed bedorven. Hij heeft gele den en gestreden voor het Openbaar Onder wijs en sinds dien tijd heeft hij zoo'n pijn lijken trek om den mond, en vooral bij verkiezingsspeechen zulk een akelige flikkering in zijn oog, dat de vergadering dadelijk onder den indruk komt van die droeve historie. Hij is te veel martelaar, hij slaat neer, wekt niet op. Dat kan zijn maar Levy dan ? Een orateur als een Komein een Levi-athau onder al het geschapene dat spreekt. Jolles streek met de hand door het over schot van zijn kuif en schudde zijn hpoid. Levy zou uitmuntend zijn, maar hij heeft een slechte gewoonte: hij houdt een redevoering die iedereen pakt, maar dan verwijdert hij zich. Het is op geenerlei manier hem aan het verstand te brengen, dat, hij als inleider ook de lui moet te woord staan, die hem iets' te vragen of te zeggen hebben. Herinner u u maar eens die meeting in het gebouw v. d. Werkenden Stand, bij de kamerverkiezing in ]s\Ss. Vijf minuten nadat hij de vergadering in verrukking had gebracht, zat hij dood bedaard op zijn stoel in het Leesmuseum! Hij is te veel een godheid, om x.ich anders dan vooreen klein poosje onder du nienschen te bewegen .... Maar dan is Altes er nog. die toch zeker weer veel meer lijkt op een nienseh dan op een God. Ja, antwoordde Jolles, Altes zou wel goed zijn je behoeft hem maar te zien om te gevoelen dat hij ver trouwen verdient, ook heeft hij fortuin, maar je krijgt er hem niet toe. Zijn bescheidenheid verbiedt, hem, nu hij zelf candidaat is, een me.decandidaat te bestrijden : hij zou in staat zijn te zeggen : Mijnheeren, kiest om- allen weder, want ik acht de overigen n voor n iog beter dan mijzelf.... Het is of je bezwaren zoekt riep ik uit. Juilie bent een verzameling van bekstukken zonder voorbeeld daar heb je Versluis, I'wel, Waller uit, de Vondel .straat. .... Prof. Kühn en waar is tegenwoordig Spruijt? K n jij zi'lf- Wat weerga.... jij bent toch ook niet op je mondje gevallen en je behoeft je nu niet te o-eneeren. Wij hebben ion anti democratisch Kabinet. Van der Kaay /.al het je niet kwalijk nemen. Jolles werd stil en een waas van neerslachtigheid toog over zijn gozich:.... Ziet, u, dat zou me den moed kun nen doen verliezen. Daar staan we nu aan de grenzen van het, beloofde land. Alles hebben wij voorbereid, het, plan is gearresteerd. <!>> uit voering er van is vastgesteld, wij kunnen reke nen op de onzen, de kiesvcrcenigingi'ii zuilen ons steunen; het, is. ik mag hel gerust, zeggen een ?aak «lic wij voorslaan; wij zijn daartoe opgewekt, wel het' meest door hetgeen l' n i de Groene heeft gesclneven. U iieoi'i ons de j oogen geopend wij doen />werk?en nu i weigert gij zulk een gering oiler to brengen i laat <.nj ons in de sieek'. ! .la. mijnheer j Brommeijer, t moge hard klinken, maar wat l 1< nu doet-?is weinig minder dan verraad.... l De ondergang van onze stad ... van onze parj tij, van ons land .... Hij begon paarsch bleek te worden, de woorden stokten hem in'ie keel, i hij stotterde en een paar dikke tranen parel; den hem over de tietsche wangen .... zoo viel hij half voorover in zijn stoel, het gelaat verj bergende in de ene hand, ter wij L l,ij niet l de andere zijn zakdoek zocht. j Nu mag ik wezen hoe ik wil ik kan niet j tegen tranen en vooral niet tegen manstranen en ik gevoelde ook wel, dat hij j grootcndeels gelijk had. Wat daar \i\llnriif.r/>U/-ltt en Grondmi zou gebeuren was mijn j bestel, mijn geest bezielde die brave mannen j en zoo was ik zelf ten prooi aan gewaarwor1 dingen zoet als op mijn trouwdag en week j als toen mijn vrouw ons eerste kind ten doop ! hield; zoodat ik tegen me zelf moest zeggen : j verman je -iuul of je smelt even als hij. j Manr het was al te laat. Want toen Jolles nog dieper zijn hoofd liet zakken, een langen, hevigen snik gal . -. begonnen ook mijn lippen to trillen en zenuwachtig klapperden mijn tanden tegen elkaar. Zoo overmeesterd door mijn gevoel, sloeg ik juist mijn hand op Jol les schouder en riep hem toe: kom kerel, sta op, grijp _\veer moed toen Thérè-e binnen kwam, die verslagen opeens haar luehtigen tred staakle en stil bleef staan .... zij dorst geen slap meer te doen. Maar ik wenkte haar ... en vlak bij den stoel gekomen, waaruit Jolles langzaam oprees, gebood ik haar mei mijn vinger-, kniel, en /ij knielde, geheel onder den indruk van onze vochtige oogen en ons ontroerd gelaat Op dat plechtig oogenblik, begon ik,'naast onbewust, van zelf te spreken en ik zei: Mijn vriend het is de heiligheid onzer beginselen en onzer overleg gingen, die ons beiden te sterk is... hier breekt de geest het stof. Ga getroost uw weg. Laat de adel van het plutoeratit-eh beginsel u van liet gelaat stralen. Al zal ik u niet vergezellen, gij zult toch niet zonder mij zijn : ik lei mijn hand op zijn hoofd en sprak toen met luider stem: o Jolles, //; :,i';/(:>t u.' Zoo zonder verder een woord ie spreken; 'r leek wel een geeetvertoonino- verdween mijn vriend. langzaam, statig, haast onmerkbaar om zoo te zeggen veronstoHi.'lijkl ; hoe. ik begrijp het, nu nog niet!. . . Thérèse, die even als ik hem had nagenogd, waagde het niet aanstonds haar radde tongetje in be weging te brengen.. Zij zag mij zwijgend aan.... maar holde daarop eensklaps de kamer uit, v'.oog naar baar moeder, en nu op hare beurt schreiende, viel zij haar moeder om den hals met den uilroc-p : Mama, papa heeft een beroerte gekregen of hij is gek ! Het. was de oude geschiedenis, die B hringer ons zoo dikwijls verteld heeft .... een profeet wordt niet begrepen in zijn eigen huis L

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl