De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 14 juli pagina 3

14 juli 1895 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ré. 942 DE AMSTERDAMMER, WEEEBLAD VOOR NEDERLAND. recht van bestaan. Doch die meening is geheel subjectief. Ik hoop dat dit interessante werk spoedig eens zal worden uitgevoerd op eene wyze die de schoonheid in het volle licht stelt. De drie Vrouwenkoren heb ik reeds hooren uitvoeren en wel met groot genoegen en groote belangstelling. Zij zyn eenvoudig gedacht en Uitgevoerd en bij aantrekkelijkheid van vinding en vorm, zyn zij uitstekend voor de stemmen geschreven. Het moeiel\jkst ,uit te voeren is No. l, Löe Himmel, meine Seele dat ook in muzikaal opzicht eigenaardige moeielijkheden oplevert. No. 2. Wiegenlied is een eenvoudig uiterst aantrekkelijk koor dat iiiet moeielijk is en vooral ook als klank zeer gelukkig is getroft'en. Met een levendig frisch koor: Hinaus eindigt dit bundeltje dat ik ten zeerste aanbeveel. Eene opmerking zij mjj nog vergund. De klavierbegeleiding is overal geheel passend voor de koren, doch ik heb er bezwaar tegen dat de componist in het eerste koor zoo vaak de bas een octaaf lager met de altstemmen laat medegaan. Dat is iets wat bij vrouwenkoren m. i. zooveel mogelijk vermeden moet worden, tenzij men er een byzonder doel of effect mede beoogt. Het komt nnj voor dat die schrijfwijze hier niet overal het effect ten goede komt, daarom heb ik deze opmerking tiet verzwegen. VAN MII.LIGEN. 1) en 2) Uitgaven van de Algemeene Muziekhandel (Stumpf en Koning). Wat is het moeieljjkste klavierstuk ? Deze vraag is door een lezer van den Figaro : Pianiste en fierbe aan de beroemdste Parijsche pianisten voorgelegd, waa op sommige schriftelijk, andere mondeling hebben geantwoord. Die antwoorden zijn al naar gelang van het temperament van den pianist, gewichtig, deftig, ernstig of geestig. Enkele antwoorden laten wij hier verkort volgen. Marmontel, de 80-jarige nestor van de professoren van het Conservatoire die Pierné, Guiraud, Delibes, Plantée. a. heeft gevormd, gaat van de stelling uit, dat de stukken waar zijne leerlingen het meest mee hadden te worstelen het moeielijkstezijn. Hij noemt o. a. de Sonate opus i! van Beethoven de Sonate in b. kl. t, van Chopin, diens :!e Ballade en de 12de Rhapsodie van Liszt, doch vooral het All gro Appassionato van Saint-Saëns. Louis Diemer (eveneens van het Conservatoire) zegt terecht: alles is moeilijk te spelen wil men het geheel in den geest doen, doch in technisch opzicht spant Itlamey van den Russischen com ponist Bilackereff den kroon. Van die meening is ook Planté. IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIHIIll ?MllllllllllllllllllllllllllllllHHIllUUIilllllHIIHHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIIIIIIIII AÜGUSTffl ROBESPIEREK Eene novelle uit het tijdvak der Terreur DOOR Dr. JAN TEN BRINK. XII. DE TWEE BEOEDEKS. Het salon, dat achter den stoel des voor zitters door zware gordijnen was afgesloten, diende den leden van het Comitéde 8alut public dikwijls, om bij ernstige voorvallen gedurende de zittingen der Conventie een korten krijgsraad te houden. De voorzitters gebruikten dit toevluchtsoord als een soort van klein foyer, waarin zij, in geval van onverwachte verrassingen, met hunne staat kundige vrienden enkele oogeublikken kon den raadplegen. Het was een klein vertrek, van boven door een lantaarn verlicht, voor zien van eene kleine tafel met een groen kleed en van zes groene fauteuils. Op een buffet in een der hoeken stonden karaffen met water, wijn en andere ververschingen. Eléonore had haar zakdoek genomen, en aan het voorhoofd van Robespierre gebracht. Zij zag hem bezorgd aan, eii zei: y>Mon panrre and'. Ik maakte mij zoo ongerust, want ik zag, datje iets hinderde .... Neem een glas wijn met water !" Ze schonk snel een groot glas in, en bracht het Maximilien. Nadat hij zwijgend gedron ken had, sprak hij kalmer. »Het is drukkend warm in de zaal! Ik had te worstelen met hoofdpijn .... en met eene zeer onaangename tijding, die ik van morgen te acht uur moest hooren, en die mij ontzaglijk diep leed doet.'' Augustin stond naast Charlotte bij de tafel, en ontstelde op nieuw. Allen waren onder den indruk der laatst gesproken woor den. De beraadslagingen in de Conventie schenen nu in minder heftigen geest te wor den gevoerd. Het geluid van eene enkele stem drong soms door de dikke afsluitings gordijnen. Robespierre greep de hand van léonore, richtte een uitvorschenden blik op Augustin, en vroeg met gedempte stem : »Ik wenschte gaarne te weten, waar Augustin den avond en den nacht van gis teren, Vrijdag 28 Juli, heeft doorgebracht?" Charles de Beriot zegt: Sans portfr atteinte a l'omniscience de la Providence, on peut s' tonner qu'elle n'ait pas donnécinq pouces a chaque main des pianistes. De ongelijkheid van kracht van de verschil lende vingers blijft een hinderpaal. Daarom blijft altijd het moeielijkste een gewc-ae toonladder, die men verplicht is tot zijn laatste ademtocht te bes'uleeren. Aardig is wat Delaborde zegt: Le morceau Ie plus difficile pour moi est toujours Ie mor ceau que je joue, au moment précis oüje Ie joue; Even juist is w»t AndréGresse zegt: Le morceau Ie plus difficile a exécuter, c'est assur ment celui qu'on est obligéde jouer devant l'auteur. Les morts ne réclament pas! Donc de préférence jouer ses «>uvres ! Eindelijk mevr. Riger-Miclos, die wel eenige werken opnoemt, doch er bij zegt: Wat voor den een moeilijk '?, is het niet voor den ander, en voor een pianist, die zijn instrument volkomen meester is, moesten geen moeilijkheden bestaan." Was het maar waar ! iiiiiiimiitiimtiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiliimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii LTTLRJJSI Het Hjmloos ?ers en de Fransclie dichters, Mistral, de groote Froven^aal, de zanger van Calendal en Mireille, heeft veel opzien gebaard door de verklaring dat zijn nieuw gedicht, Le Rhone, in rijmlooze verzen zal zijn. Decadenten en symbolisten houden hem reeds voor een der hunnen, »het Noorden verovert het Zuiden" is er gezegd. V-gn.ro heeft Mistral om een explicatie gevraagd, geeft een overzicht van de geschie denis, en zal daaraan nu een enquête onder de poëten van den dag vastknoopen. omtrent de vraag: »rijm of geen rijm V" Eene geschiedenis van het rijm in de I-'ransche poëzie, sinds de Latijnsche, waar het rijm met de decadentie begon, herinnert alleen aan bekende feiten. Telkens zijn er dichters opgestaan, die het rijm wilden afschaffen o. a. Fénélon, maar zonder succes; meer succes heeft een poging der latere jaren, om het onderscheid tusschen vrouwelijk en mannelijk rijm, dat niet meer op een wezenlijk verschil in uitspraak berust, te doen vervallen. Uit Mistrals brief verneemt men, dat zijn stelsel niet het eigenlijke »vers libre" zal zijn, maar het lllniiiiiiiniilillilliiiHliiiimiiiiiiiMMiiimiiuiiuiiiii MMMiiiimuiimii De beide vrouwen zagen hevig verschrikt op naar Augustin. Hij zelf' gevoelde, dat het bloed hem naar het hoofd steeg, maar hij richtte zich plotseling met fierheid op, en antwoordde : »Miju avond? Dat is je bekend, Maximilien ! Ik ging naar de opera om l'nffrande </ la Libertf te hooren - de Jfai'acill'iino als drama. .. . Het was zeer indrukwekkend." Robespierre had het druk rnet zijn bril te verschuiven, en zei, nauwelijks zijn veroi.twaardiging meester : »Je begrijpt wel, Augustin, dat ik dit als eene uitvlucht, maar niet als een ant woord op mijne vraag beschouw." »Wat ik zeg, is de volle waarheid, maar, als je zelf op de hoogte bent van mijne ont moetingen, waarom vraag je dan naar den bekenden weg ?" Charlotte zag Augustin vragend aan. Ze had hem nog nooit zoo stout tegenover zijn ouderen broeder zien optreden. Het scheen iets zeer ernstigs te zullen worden, Robes pierre's gelaat werd akelig vaalbleek. Hij strekte de hand uit, en ging op luiden toon voort: «Dat is het juist! Ik vroeg naar den bekenden weg, omdat ik niet gelooven wil, wat mij van morgen werd gerapporteerd door Sénar, obxerratcur de l'expril public, in dienst bij het Comitéde i^uretérj<'n<'ralc. ..." »Ik weet natuurlijk niet, wat een spion als Sénar zal goedvinden te rapporteeren...." »l)an zal ik woordelijk herhalen, wat ik gehoord heb, en wil ik hopen, dat je alles eenvoudig zult loochenen. Gisterenavond te half tien heeft men je gezien in gezelschap van den ri/oijen Trial, zanger bij het Tl/cn/rr /les Ilrtlidtx, een persoon van zeer verdachte moraliteit. Je hebt met hem eene poos in het r-K/i' dn (_'are<i>t doorgebracht, en daarop heeft men je met Trial zien binnentreden in het huis van de i/fili'-rli' .l/o////^';/.sw, nummer "dl, waar het beruchte speelsalon der i-i/iii/f.iuic/f Saint-Amaranthe wordt gehouden.'' Eléonore uitte een kreet van verbazingen smart. Charlotte naderde dichter tot Augustin, als wilde zij hem hare bescherming en hulp aanbieden. De/.e staarde strak voor zich uit en antwoordde: »Ik heb Trial ontmoet in de opera! Vroeger zag ik hem een paar malen in het atelier van David. Van zijne verdachte moraliteit is mij niets bekend. . . ." »Des te erger!" hernam Robespierre. »Trial is een contra-revolutionnair, op dit oogcnblik de meest begunstigde minnaar der veertigjarige citoycnnc Saint-Amaranthe, eene gedicht geheel bestaan zal uit verzen van gelijke lengte, van 10 syllaben en vrouwelijke slotsyllabe, afgedeeld door twee cesuren, een bij de 4de en een bij de de lettergreep, zooals deze verzen van Dante: Nel mezzo del cammin di nostra vita Mi rincontraïper una silva oscura. Hij neemt dus rythmus in plaats van rijm, en vermijdt aan het einde der verzen de assonantie. Als reden geeft hij op, dat een poëet die 10.0: O a 12.000 verzen heeft doen drukken, langzamer hand bemerkt, dat dezt Ifde rijmen hem vaak tot dezelfde beelden en daardoor tot een onwille keurige eentonigheid brengen. Met het »ontwrichten" der gewone l'Vansche constructie, zooals eenige nieuwe dichters dat in praktijk brenger, kan hij zich niet vereenigen ; het is hem moeielyk in dien verwrongen vorm schoone gedachten of klanken of beelden te genieten. Een meer theoretische en gemotiveerde uit spraak is die van Rémy de Gourmont, den dichter van Sixtine en Lilith. Hij zegt ongeveer : 1. Als Mistral met gerythmeerde verzen maar zonder rijm en zonder assonantie het gewone rijmlooze vers van andere talen bedoelt, zal zijn poging noch nieuw, noch interessant zijn. Bedoelt hij het Latijnsche vers met dactylen en spondeeën, dan zal hij veel moeite voor niet doen. De Romaansche talen hebben toch eigenlijk geen metriek ; de lange en korte lettergrepen zijn het door positie en niet uit hun aard; het accent verplaatst zich door de intonatie en zelfs door de bedoeling van den spreker. In de talen uit het La'ijn is er geen quantiteit meer. Carducci in het Italiaansch heeft het vergeefs beproefd; er zijn Fransche verzen, b.v. van Dumur, die de poëet voor anapaesten houdt, b.v. J'ai pleuré| de Ie voir | disparai | tre si vite. en die niet anders zijn dan alexandrijnen zooals llacine ze gemaakt zou hebben. Een ander voor beeld van Dumur is: Déla | ce de mon cou j tes bras, Tes po | ses mol | les, til | Ie impu re; maar uit het zware accent op de blijkt reeds, dat enkel positie, en niet eigen klank, hier den rythmus maakt. ?_'. Het rijm is geleidelijk uit de assonantie ont staan ; de oudste gerijmde verzen in de langue d'oïl rijmen reeds bijna even goed als die in Pour la Couronne; alleen kende men destijds nog niet de noodzakelijkheid om ook voor het oog te rijmen en had dus grooter keus. ei derante, wier man naar Spanje is geëmi greerd eene vrouw berucht en veracht door alle eerlijke patriotten. Zij was in ITs'.i de maiti'rxfsr. van den vicomte de Pons en heeft in l 71)0 zich nog verachtelijker gemaakt door hare dochter als lokaas te gebruiken voor haar salon, waar zeer grof' gespeeld werd waar enkele onzer politieke man nen zich niet schaamden te komen. Beiden, moeder en dochter, hebben eene reeks van minnaars gehad.... Trial is nu in hoog aan zien bij de moeder!" Augustin was zeer getroffen, maar niet uit het veld geslagen. Hij vestigde een bemoedigenden blik op het angstig vragend ge zichtje van Charlotte, en antwoordde rustig: »Mij is van dat alles niets bekend!'' »Je bent met Trial in het speelhuis verdwenen. Men heeft je in de salons ge zien, waar je hebt rondgewandeld, om een oogenblik later met de eifoijeiine Saint-Ama ranthe en eene onbekende ri/o/jf/i/ic te ver trekken. Daar de genoemde oltscrraleur de l'f.xprit jiitlilit' zijn post niet mocht verlaten, ben je niet gevolgd. Is dit naar waarheid gerapporteerd ?'' Het gerucht der in de Conventie gevoerde debatten begon intusschen weer toe te ne men. Robespierre sloeg er geen acht op. De tijding, dat Augustin evenals de jonge Duplay u la j/uulic de lioin in het speelhol der Saint-Amarantb.es was gezien, scheen hem op dat oogenblik meer ter harte te gaan dan de nood van het vaderland. Augustin zelf streed met een opkomend gevoel van gekrenktheid en de hooge waardeering, die hij zijn broeder altijd had toegedragen. Hij antwoordde daarom zoo kalm en onbeschroomd, als hem mogelijk wat-: »lk heb geene enkele reden de waar heid te verzwijgen. De ri/oi/fit Trial kvvarn naast me zitten in de opera. Mijne aan dacht viel op drie /?i/ni/ciiiif'.t, die in eene loge zich in onze nabijheid bevonden. Ik vroeg Trial, wie ze waren? Hij noemde mij den naam der Saint-Ainararithes, die mij vol komen onbekend was. Toen deelde hij mij eenige bijzonderheden mede aangaande deze i-i/ui/eiiiifin, mij verzekerende, dat zij uu met hart en ziel ijverden voor onze Revolutie. Later verhaalde hij mij, dat zij een salon hielden, waar vele kunstenaars en liefheb bers van toonkunst zich verzamelden. Hij drong er op aan, dat ik er een oogenblik in zijn gezelschap zou verschijnen, en daar ik toen hoegenaamd geen het minste ver moeden had. voldeed ik aan zijn verzoek. Zoodra ik zag, dat men bij de i-Uoiicnnc.f 3. Sinds den klassieken tijd, dien van Racine en Corneille, is eerst het rijm verarmd en beperkt, tot Victor Hugo het heeft verrijkt door tal van woorden in de poëzie te brengen, die vroeger verboden waren ; sedert de Romantiek intusschen zijn juist die nieuwe rij men misbruikt en daardoor gaan vervelen; de nieuweren versmaden ze dus weer als triviaal. Hetgeen noodig was (meent de Gourmont) zou zijn, zich er goed rekenschap van te geven dat men voor het oor en ni^t voor het oog rijmt, dat er aan het eind der woorden geen stomme klinkers meer zijn, dat dus mère en amer weer evengoed rijmen als ten tijde van Ronsard. Assonantie in plaats van rijm is niet geheel te verwerpen, maar zou moeten bewaard blijven voor vage, nevelachtige, onbepaalde onderwerpen; van de assonantie een gelukkig gebruik te maken is heel moeit lijk. 4. Zonder rijm of assonantie bestaat er geen Iransch vers. Als illustratie geeft Figaro een fragment uit de Gourmonts H^éroc/'t/phea, waar het onderscheid tusschen mannelijk en vrouwelijk rijm, ciel-aile, is vervallen, en de e-muet een enkele maal als niet bestaande wordt gerekend, in ccmme of femmes. LE LAG S ACRE (FKAGMKNT) Les vagues gémissaient comme des femmes blessées, Le lac sacrérülait sous la haine du ciel Et l'invisible chu'ur des amours trépassées Aboyait a la mort et broyait de ses ailes Les vagues gémissant comme des femmes blessées. O lac sacré, témoin de tant d'anniversaires Et des chuchotements de tant d'ames royale?, Toi qui vis, surgissant d' s dalles funeraire?, Tant de fantómes blancs tendre leurs mains pales Vers Ie témoin sacréde tant d'anniversaires. Of nu speciaal dit vers de moeite waard was, er een nieuwe ars poëtica voor te maken, mag de vraag zijn, maar nu men na het Conservatoire en zelfs op het Conservatoire de e muet ver waarloost, is er zeker geen reden meer om de dichters er aan te binden. Figaro zal de enquête naar rijm en onrijm voortzetten. IIIIIUIIHIIIII1IIII iimiiiMMHiimi Indische Brieven, Nu de vastenmaand en met haar de onvermijdelijke nasleep van feesten weer voor dit jaar tot het vcrlrdene buhooren, kan het. interessant zijn na te traan iu hoeverre de Moslimsche nilauders van Uost-Java, want vaii dezen slechts kan ik spreken, die verplichting jegens Allah plegen na te leven. Immers wanneer men eenmaal weet hoe HiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiniiiiiiimiiiimniiiiiiiiiiiiiiHiiiimiiiniiHiii Saint-Amaranthe zich hoofdzakelijk aan het twijfelachtige genoegen van het hazardspel wijdde, besloot ik onmiddellijk heen te gaan, na vooraf den cilot/r.n Trial ernstig de waar heid te hebben gezegd over zijne leugenach tige voorstelling van het salon der SaintAmaranthes!" Charlotte had met zenuwachtige opgewon denheid de toelichting van Augustin gevolgd, en hem plotseling de beide handen reikend, riep ze hartstochtelijk : »O, ik wist het wel! Mon bon Augustin heeft zich niets te verwijten. Hij is oogenblikkelijk heengegaan, toen hij zag, dat hij er niet hoorde. ,Je doet hem groot onrecht, Maximilien!" Robespierre wist, dat Charlotte altijd parlij trok voor Augustin, wanneer er een hoogst zeldzaam geval van oneenigheid tusschen beide broeders voorkwam. Hij wilde zich niet aan eene gedachten wisseling met zijne zuster wagen, wetende, dat het einde daarvan niet te voorzien was. Bovendien het rumoer uit de Conventie opstijgend, riep hem terug naar zijn voorzitterstoel. Daarom antwoordde hij zeer rustig: »Het doet me genoegen te hooren, Augustin! dat je zelf bekent uiterst lichtzin nig te hebben gehandeld. Als men een eerlijken patriottischen naam draagt, zooals de onze, moet men de hoogste voorzichtigheid in acht nemen. Je hebt nu eene onaangename les ontvangen. Het speelhuis van de /jal'rie Moii/j>fiinier staat onder scherp toezicht van de politie der beide (_'uniiti"t;. Zeer gevaarlijke personen worden er soms aangetroffen een aart ^samenzweerder als de <-i drr/jitt baron de Batz vertoont er zich van tijd tot tijd. Wanneer verdorven schelmen als Chabot, De.-lieux en Hérault-Séchelles zien, dat mijn broer Augustin in hunne hoogst ver dachte genoegens deelt, zullen ze daarover juichen. En dit te weten, is voor mij, die alle gemeenheid en losbandigheid verfoei, de allergrievendste pijniging. Mijn arbeid als voorzitter is van morgen in hooge mate be moeilijkt door het rapport over Augustin's gedrag. Maar ik weet nu gelukkig, dat alleen onnadenkendheid oorzaak is van zijne daad. Zijn hare is goed! Ik vertrouw hem nog ten volle, en zal er het bewijs van geven! Ik ben nu ontheven van eene groote bekomme ring, en moet oogenblikkelijk op mijn post terugkceren!" Hij stond snel op, gaf' haastig een bundel papieren aan Augustin, een langen handdruk aan Elóonore, die hij eenige woorden in het oor fluisterde, en verdween tusschen de gor

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl