De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 28 juli pagina 1

28 juli 1895 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 944 DE AMSTERDAMMER A°. 1895. WEEKBLAD VOOB NEDEELAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAÜRIK Jr. Dit Nummer bevat twee Bijvoegsels. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Verschijnt eiken Zaterdagavond. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam, Singel bij de Vijzelstraat, 542. Zondag 28 Juli Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . Advertentiën van 1?5 regels ?1.10, elke regel meer . Reclames per regel p. post ? 1.65 rr-ail 10 . . 0.12' . . 0.20 . . 0.40 INHOUD: VAN VERRE EK VAN NABIJ: Bulgarije en de Cobnrger. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: On beraden Huwelijken, door E. M. C. TOONEEL EN ftüZIEK: Kroniek, door v. d. G. KUNST EN LET. TEREN: Over verven voor schilders, door Ph. Z. Onderwijs-idealen, I, door W. A. W. Moll. Tentoon, stelling van Hotel- en Beiswezen, VIII, door F. v. d. Goes. FEUILLETON: Augustin Robespierre, door Dr. Jan ten Brink. XIV. SCHAAKSPEL. VOOR DAMES, door E-e. RECLAMES. VARIA. ALLERLEI. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. BIJVOEGSEL: Bekende Tijdgenooten. XXXIV. A. Neuhaijs, naar het leven geschetst door F. Hart Nibbrig. IIHIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllflIlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllll Bulgarije en de Coburger. De verontwaardiging, door den moord aanslag op Stamboeloff gewekt is nauwelijks grooter dan die, waartoe de jammerlijke houding van vorst Ferdinand van Bulgarije aanleiding geeft. Het zal niemand ver bazen en weinigen bedroeven, wanneer die aanslag den Goburger zijn troon kost. Stamboeloff, wiens doodvijanden de Bulgaarsehe regeering uit de gevangenis had ontslagen, niettegenstaande zij wegens mis daden tegen het gemeene recht waren ver oordeeld; wien de regeering bedreigde met proces, om hem te kunnen verbieden de stad te verlaten; Stamboeloff, die openlijk de personen bad aangewezen welke hem naar het leven stonden, personen welke de regeering even openlijk beschermde; Stam boeloff, aan wien vorst Ferdinand zijn kroon te danken had en die meer dan iemand anders voor Bulgarije's zelfstandigheid heeft gedaan; Stamboeloff, Bulgarije's grootste patriot, was door de regeering van zijn land feitelijk vogelvrij verklaard. Dat heeft de Coburger geweten, weken, maanden lang, en hij heeft niets gedaan om het te verhinderen. Toen de moordenaars hun bloedig werk hadden verricht, en de man op zijn smar telijk sterfbed lag, zonder wien de Coburger niets zou zijn dan de spruit uit een bereke nend, op tronen en troontjes jacht makend geslacht, de zoon eener eerzuchtige en rustelooze oude dame en de dilettant verzamelaar van opgezette vogels, bleef die Coburger stilletjes te Carlsbad en bepaalde zich tot het zenden van opgeschroefde condoleantie-telegram men, die door de familie van het slachtoffer met verontwaardiging werden afgewezen, en door de Europeesche pers met het vernietigende woord «krokodillen tranen" werden gebrandmerkt. Het zou immers te veel gevergd zijn, als men Zijne Doorluchtige Hoogheid om zulk een wisse wasje Haar badkuur had laten afbreken. En daarbij de goede Bulgaren en het Bulgaarsche ministerie zouden zich wel redden zonder hun dierbaren vorst, die in kritieke tijden liefst in het buitenland vertoeft hetgeen zeker een bewijs van zelfkennis is. Een bewijs van zelfkennis, ja; maar ook een bewijs van gebrek aan moed en plicht besef. Stamboeloff sterft, en op den dag zijner begrafenis staan niet slechts zijn vrienden, maar ook de vertegenwoordigers der groote mogendheden, die er eene eer instelden zijn stoffelijk overschot grafwaarts te begeleiden, bloot aan beleediging door eene opgeruide volksmassa en aan mishandeling door de Bulgaarsche politie. En terwijl de lijkkist van den grooten patriot in de groeve wordt nedergelaten, veroorlooft zich eene woeste horde luidruchtige demonstratiën op het graf van Panitza, die door Stamboeloff gerechtelijk was vervolgd en die ter dood was veroor deeld wegens een wèlbewezen aanslag op het leven van . . . vorst Ferdinand. Maar vorst Ferdinand blijft te Carlsbad : zijn zelf beheersching is zoo groot, dat hij in het openbaar met zijn vrienden schertst en lacht en alleen een verontwaardigd gelegenheidsgezicht trekt als de Europeesche pers hem al te ongezouten de waarheid zegt. "Waarom ook niet? Tobben is niet gezond voor een patiënt: ubi bene, ibi patria en te Carlsbad is het voor den Coburger op het oogenblik stellig beter clan te Sofia. Toch denkt de Coburger nog wel aan wat anders dan aan zijne kostbare gezondheid. Er is eene deputatie naar Petersburg ge trokken, die den weg moet effenen voor zijne erkenning als wettig vorst van Bulgarije. En na die erkenning wie weet ? misschien wel de koningskroon. Waarom zou, wat in Serviëen Roemeniëis gebeurd, zich niet in Bulgarije herhalen ? Maar daarvoor zijn concessiën noodig, concessiën, die voor de zelfstandigheid van Bulgarije noodlottig zullen zijn. Stamboeloff heeft het hem zoo vaak onder het oog ge bracht.... Maar Stamboeloff is onschadelijk. En nu is Stamboeloff dood, voor goed on schadelijk. Daarenboven: is de vorst niet bereid persoonlijke concessies te doen ? Inder tijd heeft Stamboeloff', om het huwelijk van den Coburger met Maria Louisa van l'arma mogelijk te maken, met ontzaglijk veel moeite van de Bulgaarsche Sobranja de toestemming verkregen, om den mogelijken Bulgaarschen troonsopvolger in den Katholieken in plaats van in den Grieksch Orthodoxen godsdienst te doen opvoeden, 't Was een harde pil voor de geloovige Bulgaren, maar de Sobranja moest ze slikken. Tot dien prijs alleen was de prinses van Parma (financieel geen schit terende partij, de oudste uit een gezin van zestien kinderen, maar eene Bourbon!) te krijgen en eene nationale Bulgaarsche dynastie te vestigen. En nu ? Wel, als Eusland het verlangt, zal de Coburger zijn zoon, den kleinen Boris, met de meeste bereidwilligheid (van vaders zijde, het kind is nog geen jaar oud) Griekschorthodox laten worden. De vorstenkroon (om van meer niet te spreken) is wel dat offer waard. Bittere teleurstelling! De deputatie is te St. Petersburg ontvangen, hoogst beleefd ont vangen. Op het verdoopen van den kleinen Boris wordt door Pobjedonoszeff, den procu rator der Heilige Synode, allerdiscreetst ge zinspeeld : wat Russen en Bulgaren vereenigt, is het orthodoxe geloof, en daarom wenscht hij Bulgarije eene orthodoxe regeering toe. Maar van de erkenning geen woord, geen enkel woord. Vorst Ferdinand moet zich gevoelen als iemand, die tusschen twee stoelen is gaan zitten. Hoo staat het eigenlijk met die erkenning? Volgens het traktaat van Berlijn moet de vorst van Bulgarije vrijelijk door de bevol king van het vorstendom worden verkozen, en door de Porte worden bevestigd, met de toestemming der groote mogendheden, die het traktaat ouderteekenden. Toen dit artikel op het Congres van Berlijn ter sprake kwam, vroeg Lord Salisbury of de eenstemmige adhaesie der mogendheden, dan wel die van de meerderheid vereischt werd. A7an Russische zijde werd aangedrongen op eenstemmigheid ; vorst Bismarck was van dezelfde meening, en Lord Salisbury maakte geen verdere be zwaren, mits van zijne afwijkende meening in het protocol melding werd gemaakt. De erkenning van vorst Ferdinand, die voor zeven jaren, op aandrang van Stam boeloff, door de Bulgaren werd herkozen, is tot dusver afgestuit op de positieve weigering van Rusland, waarbij zich natuurlijk Frankrijk heeft gevoegd. Engeland, Oostenrijk en Italiëwaren voor eenige jaren bereid vorst Ferdinand te erkennen, maar toen was Stamboelort' diens premier en diens Mentor, en bestond er niet de minste vrees, dat Bulgarije eene Russische satrapie zou worden. Duitschland liec zich niet uit. De Sultan ook niet, hetgeen hem niet verhinderde, met de regeering van Stamboeloff goede betrekkingen te onderhouden en, als suzerein, van den Bulgaarschen vazal de jaarlijksche schatting te innen. Stel wat ons niet waarschijnlijk voor komt dat Rusland zich thans zou laten vinden om, de nederige en onderdanige houding van den Coburger in aanmerking nemende, hem ouder zekere voorwaarden als wettig vorst van Bulgarije te erkennen. Zullen dan de overige groote mogendheden dit voorbeeld volgen ? Misschen Frankrijk. dat met Rusland door dik en dun gaat. Maar Engeland, Oostenrijk, Italië, Duitsch land, Turkije vooral, zullen zich tweemaal bedenken eer zij tot een stap overgaan die, nu met Stamboeloft' de beste waarborg is Verdwenen voor Bulgarije's zelfstandigheid, het vorstendom geheel aan de genade of ongenade van Rusland zou overlaten. Als de Coburger thans ter zijde wordt geschoven, misschien onder den vorm dat hij afstand doet ten behoeve van zijn zoon en dat in diens plaats een regentschap tijde lijk de regeering aanvaardt, zal het zijn eigen schuld zijn, en zullen wij hem niet beklagen. Maar wij zouden het zeer betreuren als de aanslag op Stamboelofïeen derde slachtoffer maakte: Bulgarije's onafhanke lijkheid. iiiiuiiiiiiuiiiiiiuuiuLniiumiiiiiiuiiHuimiiiiiiimiiiiniiiiniiiimmiinHi SooiaU Onteien hnwljjken, Dat is het geliefkoosde thema van velen, die zich overigens aan sociale kwesties weinig laten gelegen liggen, maar somtijds tot hun schrik voor onloochenbare en angstwekkende verschijnselen komen te staan : »Maar die onberaden huwlijken ook! Men trouwt er maar op los !" Het is een klacht, die overal wordt vernomen, en volstrekt niet alleen uit den mond van lieden die de leer van Mal thus voor zichzelf toepassen, of althans ze hebben bestudeerd. Het is een dooddoener, die alleen wanneer hij met een sterk aplomb tot onbedachtzamen wordt gericht, nog den indruk maakf "in een axioma. Maar een dooddoener kan onderhoudend zijn, en dat is mij mr. Dendy's opstel over het huwelijk in Oost-Londen toegeschenen, dat na in de Conlemporary Iledeic te zijn verschenen, thans een plaats heeft gevonden in een boekje, door Bernard Bosanquet ge publiceerd bij Mac Millan & Co.: »Aspects of the social Problem." «Tegenover het venster van mijn studeer kamer", zegt hij, »staat de parochiekerk, en het beschaduwd pad, dat van het hek leidt naar de kerkdeur, is zoo wit of' het gesneeuwd had, van rijst, die daar zal blijven liggen tot dat een regenvlaag ze tot een geschikt maal voor de musschen heeft gemaakt. *) Hij ververtelt dat het beursvacantiedag is, de dag waarop in Oost-Londen de nette menschen trouwen, en van vroeg in den morgen reeds staat een luidruchtige troep bij de poort, en wacht een rij van de schunnigste rijtuigen met geraamten van paarden op de gezelschappen, die zich naar het station, of het dichtstbij ge legen koffiehuis zullen laten rijden. Twintig of dertig paren hebben dezen beursvacantie dag voor hun huwelijk uitgekozen, de meesten gezeten in een afgetakelde cab ; sommigen met familie achter zich aan, anderen met tweeen drie paren in n rijtuig gezeten. Vijf shilling is de standaardprijs voor zulk een huwelijkskoets, en zelden gaat een paar te voet trouwen. Aangegaapt en ornstuwd door de havelooze toeschouwers nemen zij plaats in het rijtuig, de bruid met den rug naar de paarden, de bruidegom op de achterbank. Onder het weg rijden steekt hij zijn pijp op. Van een huwe lijk te voet" plegen de deelnemers weldra door het bezoeken van drankhuis na drankhuis, tot een zaligheid te komen geheel in overeen stemming met den ernst der bijgewoonde plechtigheid; de mannen laten de zonderlinge waardigheid die confectie- en tweedehandspakken hun gaven, in den steek; de vrouwen, in de meest uiteenloopende kleuren en modes gekleed, volgen het sterke geslacht op kleinen afstandDe lezer begrijpt, waar de heer Dcndy henen wil. De opzet van het verhaal herinnert hem aan de van gelegenheidsmoralisten reeds dik wijls gehoorde grieven. Sa dan ook verhaald te hebben hoe de bewoners van oostelijk Londen zich komen te paren, door >met elkan der te gaan" landt hij aan in de woning der jeugdige echtelieden, in het gunstigste geval gestoffeerd van de spaarpenningen van hem of haar spaarpenningen die bij het trou wen moesten worden omgezet in nuttige en *) In Engeland is het gewoonte de kap van het rijtuig, waarin de jonggehuwden wegrij den, overvloedig met rijst te bestrooien. overbodige meubelen en kleederen. Zoodia het gezin grooter wordt, verhuizen eerst de fiaaiigheden, dan de nuttigheden naar Oome Jan", en nu begint de ellende. Ver schillende voorbeelden uit zijn ervaring brengt de Engelsche publicist ons onder de oogen, die allen moeten strekken tot afschrik dergenen die op het punt staan, gedachteloos zich te vermenigvuldigen en de overbevolking nog te verergeren. Ziekte en gebrek, leidende tot een vroegen ouderdom en een voortijdigen dood, vrouwen die op haar vijfentwintigste jaar alle geestkracht, alle jeugd hebben in geboet, mannen die in den zwaren strijd voor hun brood alle onafhankelijkheid, zelfs in hun uiterlijk hebben verloren, havelooze, zie kelijke, stompe en verwaarloosde kinderen, naar lichaam en geest verminkt ziedaar de gevolgen van het borgen op de toekomst, gelijk de heer Dendy het vroege huwlijk van den Londenschen arme noemt. Het is onnoodig hier een uitvoerige kritiek te geven op de verkeerde manier van voorstel ling, door dezen en tal van andere publicisten in praktijk gebracht, om de verarming van den arme te verklaren. Even zeker als het is, dat het »doe wel en zie niet om" in huwlijkszaken toegepast tot verergering van het lot van me nig gezin heeft bijgedragen, even zeker is het dat het sluiten van vroegtijdige huwelijken niet de oorzaak is der maatschappelijke ellende. Voor ons bestaat er dus geen aanleiding, den Duitscher bij te vallen, die een courant van staatswege gratis wil verspreiden in iedere wo ning, om de raadgever te worden der gezinnen, speciaal in het kiezen van voorbehoedmidde len, die de vermeerdering der familie op rationeele en niet al te lastige wijze zullen be lemmeren. Het plan is overigens niet zonder zekere saveur. Hij redeneert: De menschheid neemt jaarlijks met 50.000 exempla ren toe. Dat veroorzaakt overbevolking, gebrek, jaloezie bij hen die niet te eten hebben tegen de bezittenden, klassen- en massenhaat, revolutie, oorlog, epidemiën, uit roeiing van talrijke exemplaren , en eerst daarna komt een gezonde toestand, voor korten tijd maar, omdat gaandeweg de menschheid weder in denzelfden kringloop gaat draaien. Stuur nu aan alle menschen een staatscourant tehuis, een o zoo voorzichtig en wijs geredigeerde courant, die door haar wijs heid weldra het groote publiek heeft ingepakt. Er zullen dan geen agiteerende organen meer worden gekocht, en de klassenhaat zal van zelf uitsterven, want na het vertrouwen harer lezers te hebben gewonnen, zal deze courant aan de wereld leeren, hoe zij het moet aan leggen om met niet meer dan een bepaald aantal exemplaren jaarlijks de menschheid te verrijken. De vicieuse cirkel wordt ontloopen, en het duizendjarig rijk breekt aan! Maar ik wil, om hen die de woorden van den engelschen practicus of' van den duitschen theoreticus misschien nog zoo gek niet vinden, op een verschijnsel wijzen dat toch wel eenigzins anders over de zaak doet denken. Er is een Franschman gekomen, de Beaurin-Gressier, een af'deelingschef' aan het ministerie van Openbare Werken, die de geheele -Sociéléde statistique'' in vervoering heeft ge bracht, door haar voor te rekenen, dat hij met 20 OOM francs inkomen de grootste moeite heeft om de einden bijeen te houden. De tijden veranderen : madame de Maintenon maakte voor .haar broeder, den comte d'Aubignézeer zorgvuldig een budget op, en kwam tot de conclusie, dat hij als edelman kon wonen in den omtrek van het Louvre, een buitenver blijf' er op nahouden, een koets, vier paarden en vijf bedienden, dat alles voor 12000livres. De heer Beaurin-Gressier echter, verplicht om zijn stand op te houden, woont op een vijfde verdieping van een pas gebouwd huis in een afgelegen wijk. Zijn eenige weelde bestaat in het bezit van een oud huis in de provincie, het aloud centrum der familie, waai de vijf kinderen de vacanties doorbrengen. Een kop koffie na den eten is voor hem verboden waar; likeuren vallen niet onder zijn bereik; hij houdt maar 12 francs per hoofd over voor zijn eenige stadsche uitspan ning, den schouwburg. En dat alleen, wan neer hij geen doktersrekening heeft, of re paraties van eenige beteekenis aan zijn huis.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl