De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 28 juli pagina 2

28 juli 1895 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 944 Nu heeft de heer Beaurin-Gressier nog buiten zijn salaris een klein inkomen, uit grondbezit voortvloeiend. Hoe moet het echter gesteld zijn met zijn collega's die niets bezitten ! Ma ken zij niet, indien zij zich een ook maar weinig talrijk kroost veroorloven, even schuldig als de armen van oostelijk Londen aan ver meerdering van het proletarirat, worden zij niet oud en gebrekkig voor den tijd, en zijn hun kinderen niet in slechte conditie ? Het is de moeite waard, hierover eens na te denken. F. M. C. Een fransche Paul Göhre. Dit is wel heel karakteristiek: Paul Göhre ging, om de duitsche werklieden te leeren kennen, er op uit als fransch arbeider. De heer Henry Leyret echter, een jong Parijzenaar, heeft in een der voorsteden en estaminet geopend, dat was zijn manier om tehuis te komen in de gedachtenwereld van den arbeiders van Parijs. Op de werk plaats ontwikkelt de fransche werkman zijn hel der verstand en noeste vlijt; in politieke verga deringen laat bij weinig zien dan den door het woord meegesleepte; maar zijn eigen gedachten uit hij alleen den »cabaret". De wijnhuishouder is de leider zyner stamgasten. »Le marchand de poison", zegt de heer Leyret, »est un confesseur social." De werkman nu, in het wijnhuis zittend, is »un grand enfant prouvé, accablépar la vie, et qui résiste quand mème." En zijn leven is hard, zegt de heer Leyret. De loonen schijnen voldoende, maar, de werkstakingen zijn vele, en er wordt niet gospaard. Niettemin is de werk man over het algemeen respectabel Zijn sexueele moraliteit staat boven die der hoogere klassen, vrije huwelijken zijn veelvuldig, uitspattingen zeldzaam. Hij is absoluut ongeloovig, en be kommert zich in het minst niet om politiek. liet theoretische socialisme heeft weinig vat op hem. Ziedaar een paar hoofdtrekken. Wie tijd heeft leze zelf het boek. Het heet: »En plein faubourg; moeurs ouvrières." Politieke programmen. Ter aanvulling van de politieke arbeidersprogrammen van Engeland, de vorige week gegeven, volgen hier de begeerlijkheden, door Torn Mann gewenscht en op den voorgrond gesteld hij de verkiezing in zijn district West Riding in Yorkshire. Hij wil: werk voor de werkloozen; be voegdheid der plaatselijke overheid tot onteige ning ; onveranderlijke pachtsommen; een wettelijken achturendag; verhooging van den leeftijd waarop knapen en meisjes den halven dag in fabrieken mogen werken ; gemeentelijk monopolie van den sterken drank ; staatspensioen voor alle werklieden boven de 50 jaar. Bij deze sociale eischen komen de volgende politieke : afschaffing van het Hoogerhuis; driejarige zittingperiode; bezoldiging der afgevaardigden. Hooger onderwijs voor vrouwen. Koningin Victoria heeft aan de universiteit van Durham het recht verleend, om alle graden die de verschillende faculteiten aan mannen kunnen verleenen, met uitzondering van die in de theologie, ook aan vrouwen toe te kennen. MllllllllllllllllllllllllllllllllUlllllllllllllllllllllHimiIllllltlHIIIIIIIIIIIHIIIIIIIII Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad, 23 Juli. Plaatselijke en gewestelijke raden in Nederlaridsch-Indië'1. 2fi Jnli. Directe of indirecte landaanwinning in de Zuiderzee". De Standaard. 22 Jnli. Eene stem uit En geland" (Anerbenrecht?Primogeniture). 24 en 26 Juli. Gewapende vrede'' I-II. (Militai risme). Het Centrum. 22 Juli. Vrrjdenkerij." 21 Juli. Toor ziel en lichaam" (van het volk). 26 Juli. Partijnamen." Het Nieuws van den Dag. 19 Juli. 19 Juli 1870", door B. B. 20 Juli. Pensioen." 22 Juli. Reia-spoken." door O. te U. 24 Juli. Lezenswaardig." De T e l e g r a a f, 23 Juli. Het Ozone te Parijs", door A O. De T ij d. 20 Juli. Xog eens: Nederland en Marokko." 22 Juli. Uit de brieyen van Jus. Alb. Alberdingk Tlrijrn." 23 Jnli. Het antwoord van den heer Treub" I, 25 Juli II (slot). 24 Jnli. Een oud geschrift in verband met maat schappelijke hervormingen," (ingezonden) door S. N. Kot t. C r t., 25 Juli. De 2dst<> vergadering der NederLindsche JurJHteiivereeniging". (Jeugdige overtreders van de strafwet) I; 2G Juli IL H a a g s c h Dagblad, 21 en 22 Juli. Ken be slissing van het Internationaal congres voor strafrecht te Parijs". 23 Juli. Pen stembusleor nit don vreemde''. Het, Vaderland. 21 en 22 Juli. ,.Ecn pleidooi tegen den census" I. 23 Juli II i'slot'. De .Maasbode. 19 Juii. De lioerenbond," door T. M. Bots, pr. 20 Juli. ,De Belgische schoolwet" III. 24 Juli. IV (slot\ 21 Juli. "Een Paaschkwestie," door P. }L lïots, pr. 25 Juli. ,,Stamboelotr en vergelding," door P. M. Bots, pr. D e (antir.) Nederlander. 22 Juli. Ambulante schoolhoofden." De school aan de ouders." 21 Juli. Politieke kwestie" (van sociale vraag stukken V 27 Juli. Eene nieuwe vereeniging" (tot uitgave van bladen van Ds. Sikkel). L i m b. K o e r i e r, 22 Juli. ,.De munlkwestie." Ar n h. C'r t.. 22 Juli. Het voor eu tegen van liet Kieswotontwerp", IV, slot. Middelb. C r t., 22 en 2:1 Juli. Een onderwijszaak van nationaal belang". I, fp P r o v. G r o n. C r t., 22 Juli. De Kieswet van Houten", II. W i n s c h. C r t., 21 Juli. Het arbeiders-contract.'1 De Delftsche Opmerk e r. 20 Juli. Het kiesreehtontvrerp, niet eenvoudig ?" Ut r. Dagblad, 21 Juli. Goedkoope woningen." .? Nieuwe Arnh. C t. 20 Jnli. De landbouwfeesten i te Arnhem." I. 24 Juli. II. j De Volksstem. 27 Juli. John Buil aan het woord." Twenthe." De geschiedenis van een rijkswerk" (haven van IJmuiden). Becht voor Allen. 25 en 26 Juli. Hetvoor gestelde agrarische plan in Duitschland." Patrimonium. 20 Juli. Dreigende gevaren," (slot). De "Wachter (soc. dera. volksblad). 20 Juli. Twee nauw verbonden strijdmiddelen." (politieke en economische). Een nieuwe kieswet" IV. De Baanbreker (Soc.-dem. Volksblad), 20 Juli. Ons strafrecht". Het Kieswet-ontwerp III''. De Volksbanier (E. K. Volksbond), 25 Juli. Wat is waarheid ?" cArbeidstijd aan de marinewerven). Venloosch "Weekblad, 20 Juli. Een ver makelijk abuis (geneeskundige hulp ten platten lande). Friese h Volks b la d, 21 Juli. Nog eens het Nieuw-Malthusianiame". De Liberaal. 20 Juli. Sociale quaestie" (Dalen of rijzen?) S o c i a a l W e e k b l a d. 27 Juli. De hervorming van onze rechtspraak " Het eindverslag der staats commissie van arbeids-enquête." IX. Weekblad v/d Burger). Administratie. 18 Juli. Ontslag van een ambtenaar aangesteld voor een bepaalden trjd." Morgenrood No. 26. De mensehelijke stem" IV. Neerland's Volks blad. 20 Juli. Voor onze school.'1 llliiiiiiiiiiiiitiiiiiMiiiiiiiimiiiiiiHHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiit Kroniei Het raadsel is opgelost, en welbeschouwd was het geen raadsel. Namelijk, boe het kwam dat in den catalogus van de tooneelrubriek der Amsterdamsche Bibliotheek maar 1,'!0() nummers losse stukken beschreven zijn. Daarom was hot geen raadsel, wijl het voorbericht de reden vermeldt. En ten overvloede, maar voor mij blijkbaar juist van pas, richtte de heer Mendes da Costa tot mij een kort particulier schrijven om mij op die plaats van het voorbericht attent te maken. De tooneelstukken dan in dezen catalogus opgeteekend, zijn het die niet voorkomen in de boekerij van de Leidsche Maatschappij. Voor wie beide catalogen bezit en wien het onverschillig is of hij zijn lektuur uit Amsterdam dan wel uit Leiden betrekt, is nu alle moeilijkheid verdwenen. Vindt hij een gezochten titel niet in den eenen, dan vindt hij hem in den anderen; tenzij natuur lijk geen van beide hem mocht bevatten, wat tot de zeldzame uitzonderingen zal behooren. ]>ovendien is een alfabetisch register gemaakt van de schrijvers en vertalers van al de voorhanden stukken. En eindelijk zijn, dit maak ik op uit de voorrede, de stukken zoo gerangschikt dat 7,0 ook volgens de Leidsche registers gemakkelijk te vinden zijn. Zoodat in een woord, door de ver nuftige en elkander aanvullende bewerking van beide catalogen, de zegswijze: die zoekt, die vindt schier letterlijk in vervulling komt. -.!> :!: De vertooningen van de oude kluchten'ter Amsterdamsche tentoonstelling zouden een goede dienst kunnen bewijzen aan de zaak van letteren en kunst, indien zij konden teweeg brengen dat men er mee doorging ook nadat deze buitenge wone gelegenheid voorbij zal zijn. De kluchten waren bestemd voor de smalle ge meente, welker penningen ain het bestuur van de godshuizen, dat ook den schouwburg beheerde. niet onwelkom waren, en welker geletterdheid niet voldoende was om den hoogdravenden stijl van de treurspelen te verstaan. In een stad als Amsterdam kwam spoedig als een belangrijke helft van de bevolking in aanmerking, de groote massa van kleine burgers, handwerkersgezellen. soldaten, zeelieden en schippers, de arbeiders van de wer ven, manufakturen. havens, wagen en stadswer ken; de boeren die plezier kwamen maken, de vreemdelingen, die nit alle gewesten van het land en alle streken van de wereld de stad bezochten. Een, voor baar doen althans, nu en dan tamelijk van kontanten, minder van kunstzin, voorziene menigte, voor wie de tweemaal per weck gegeven voorstelling in den schouwburg op de Keizers gracht een zeer gezochte uitspanning was. De eerste helft van den avond namen zij voor lief in de verwachting van de tweede. Om hen ook aan de treurspelen iets te laten hebben werden ; ze gestoffeerd met ingeschoven stomme vertoo; ningen : gevechten, optochten en zooveel mogelijk ; pompeus decoratief. Zoo bleven van de stukken > van Vondel enkel die stuk of wat op het reper| toiro, welke tot de aanwending van kunst- en vliegwerk aanleiding gaven. Direkt uit eenige i beschrijvingen die van Van Fti'en in de A'yicctator is wel de meest bekende en indirekt j uit den aard en de samenstelling van <!o pro| gramma's . blijkt dat bet tooneel in de 17e en j l* eeuw weinig de kunst en meest het vermaak j heeft gediend. Dezelfde oorzaken die in Europa in het algemeen in de laatste helft van deze eeuw het tooneel hebben godesradeord. werkten bij ons | reeds veel eerder en hebben het in de geboorte verstikt. Namelijk de steeds sterker wordende pressie van de omstandigheden waaronder het dagelijksch brood moest worden gewonnen. Een publiek, samengesteld uit menschen die maar voor een oogenblik de zorgen van het stoffelijk bestaan van zich hebben geschud, is niet het publiek waarvan de bijval de kunst kan bevorderen. Wat zij verlangen is een prikkel sterker en direkter dan de kunst vermag te geven ; vermag te geven aan gemoederen, versuft, versomberd en verhard door den druk dien ik noemde. Het treurspel valt in hun smaak wanneer het een opstapeling van de hevigste gebeurtenissen is, voorvallende te midden van schitterende, bonte en curieuze tafereelen. Het blijspel is van hunne gading, wan neer het een trouwe navolging is, met satyre gepeperd, van het leven dat zij kennen. Zij ver langen van het tooneel een gelijksoortige opbeu ring en afleiding als hun het pleizier verschaft wat zij zich thuis en op straat kunnen verschaffen. Het buurverbaal van ongelukken en schandaal, het genot van vechtpartijen, van straatrumoer, van scheldende wijven en dronken kerels ; van al wat in hun eentoonig en onzeker bestaan een oogen blik van opwinding of van vroolijkheid geeft; een hoed te water, een dolleman in de steeg, een schutter in de goot. De geschiedenis van ons tooneel gedurende de beide genoemde eeuwen kan men splitsen in drie duidelijk onderscheiden tijdvakken. De elemen ten, welke de wijzigingen teweeg brengen, zijn tweederlei: de samenstelling van het publiek , weer beheerscht door de veranderingen in den algemeenen toestand van het volk; en vervolgens de invloeden van buitenlandsche litteraturen. In de eerste periode vindt men nog weinig standsverschil bij de lieden die in aanmerking komen den schouwburg te bezoeken. Het zijn meer onderonsjes, uitvoeringen van rederijkers, dan regelmatige voorstellingen voor een betalend publiek. De schouwburg van l(!i!7 is nog niet gebouwd. De Warmoesstraat is de boulevard van de winkeliers-kooplieden, die achter hun toon bank staan en schepen uitsturen naar de verste hoeken van de wereld. Het leven is wel druk en vol zorgen, nog in 1U27 bedreigde de Spaansche armee de stad, maar rijk aan grootsche evenemen ten en voor ieder die werken wil is er ruim brood. Dit is de bloeitijd van het drama, of een begin waarop geen latere ontwikkeling is gevolgd. Vondel en liredero waren voorloopers van een geslacht van poëten dat niet is verrezen. Want de jeugd van de Republiek is ras voorbij gegaan, en met eenig recht kan men zeggen dat met den vrede van Munster tegelijk haar gouden tijd gesloten werd. De Engelsche oorlogen brachten haar de eerste en zware slagen toe, de handels politiek van Colbert in frankrijk volgde, en in het algemeen de opkomst van de Europeesche handel en industrie die de landen onafhankelijk maakte van de vrachtvaart waarvan de Hollanders grootendeels leefden. De schatten stroomden nog wel naar Amsterdam, maar werden niet meer verkregen op de avontuurlijke, grootsche en stoute manier van de natie, die in de eerste helft van de eeuw met de twee groote zeevarende rijken van Europa, Spanje en Portugal, oorloogde. De rijkgeworden burgers verhuisden van de War moesstraat naar de nieuw gebouwde Heeren- en Keizersgrachten. De proletariërs hoopten zich op in den .lordaan. Van den schouwburg ver vreemdden de deftige lieden meer en meer, die zich een Kransche beschaving aanschaften bij gebreke van een nationale kracht welke er zelf een zou voortbrengen. Dit is de tweede periode. die het latere deel omvat van de 17de Eeuw en de eerste drie kwarten van de l Se. liet sociale kenmerk van deze jaren is de onvastheid van de inkomsten. Zoo was er volop werk en groote, algemeene verdienste; dan kwam een oorlog, of een verbod van invoer in eon vreemd land en ook reeds de voorloopers van de nieuwere cri sissen, en de nood was weldra even algemeen als onlangs do overvloed. Het zijn altijd de zwakken die van zoodanige schokken het meest te lijden hebben, en soms worden de sterken er beter van, wijl menschen met groote kapitalen kunnen proiiteeren van de onverwachte kansen welke de snelle afwisseling van slechte en goede tijden veelal oplevert. De nijverheid kwijnde het eerst in Holland. Ook dit hielp liet verschil van arm en rijk vorjrrootcn. Vooral op dit tijdvak past de beschrijving van hot publiek, aan welks neigingen er. smaak het tooneel moest voldoen. Geheel Nederland werd kleiiisteodsch. Do treurspelen worden droog en stijf; de kluchten onbeduidend on plat. liredero had geschreven voor hot gcheolo Amstcniumsehe publiek. De latere blijspel-dichters schreven voor de schamele gemeente. Do 1 7de eouwsche kluchten zijn onderhoudend, do l s do eeuwsche kan men niet meer Ie/en. Op het tootipol werd allo.< goed gemaakt door het spe! De invloed van de Kngol.sche ('?!! l-'nuische littsr.itnren was inmiddels zoo sterk geworden, dat bij een speciaal gevormd letterkundig - publiek, een element dat <!e J 7de Eeuw niet beeft gekend, liefhebberij genoeg was om een Langendijk te w/mrdeeron, wiens popu lariteit overigens niet aan zijn hingwijlige blij spelen, mü.ir aan zijn Imrfige kluchten hechtte. Do derde periode die de kluchten verdreef en verving door do zangspelon, en de tragedies dooi de burgerlijke drama's, is de totale ondergang van de dramatische kunst. De motieven die het bewerkten verdienen cenigzins uitvoeriger t worden geschetst. Een tweetal, den zin eenigszins verminkende , drukfouten in mijn vorig artikel, moet ik alsnog verbeteren : Men Jeze als qualificatie van de personen, die de commissie van de Tooneelschool uitnoodigt in de jaarlijksche jury, niet vrienden maai vreem den. Het betreft wel niet lieden, want hen zou men in een kiesch geval brengen, die als vijan den van de school bekend staan gesteld dat zij er had maar toch ook geen vrienden in den engeren zin van huisvrienden. Neen, juist vreem den worden verzocht, omdat van vreemden een onpartijdiger en objektiever oordeel kan worden verwacht. De opmerking wegens het voordra gen van Piet Paaltjes was niet, dat de jongeman de overgang.'n van deftig tot lachwekkend mas keerde ; maar dat hij ze integendeel markeerde; had hij gedaan wat er in het artikel door do druk fout te lezen stond, dan was zijn voordracht, om het drietal vol te maken, er een geweest waaraan niets mankeerde. Uit de redeneering volgt overi gens dat het markeeren veroordeeld word. d. II. v. u. G. Gustav Engel (t). Professor Gustav Engel, die ongeveer iU jaar lang de muziekbeoordeelaar der VossisclieXiitung was, is overleden. Vooral in zijn bloeitijd waren zijnen kritieken van veel invloed. Men las ze niet alleen, maar richtte zich er ook naar. Zangers vooral volgden zijn wenken op, want als leeraar in den zang had hij naam gemaakt. Eens gaf hij alleen privaat-onderwijs, later trad hij op als leeraar aan de ,,Neue Akademie der Tonkunst"; door Theodor Kullack gesticht, en sedert 1S74 aan de koninklijke hoogeschool voor muziek. Voornamelijk op de vorming van krachten voor de opera legde hij zich toe. Voor zijn karakter pleit dat hij de beide betrekkingen van leeraar en criticus kon vervullen, zonder zijn gezag er bij in te boeten. Zijn voornaamste beschouwingen heeft hij nedergelegd in een >Aesthetik de Tonkunst'1; het is het omvangrijkste, maar niet het beste zijner werken. Zijn onderzoekingen omtrent akoustiek, die hem tot de ontdekking van onbekende dingen hebben gebracht, zijn van veel meer beteeker.is. Hij hield zich ook met filosofie en physiologie bezig, en toonde meer dan eens daarin boven den liefhebber te staan. Enge! was een kalme denker, voor wien zijn leerlingen oprechte vereering toonden. Hij was geboren den 2!)sten October 1S'2:> te Königsberg, en is dus ongeveer 1"2 jaar oud geworden. Over men voor scMlflers, In onzen tijd wordt herhaaldelijk de vraag gesteld of de moderne schilderijen, somtijds dik in de verf en ruw van oppervlakte, of te dun, in bitumonse preparaten, hot evenlang zullen uithouden als de werken der oude meesters, wier verf zoo niet door henzelven, minstens onder hun toezicht werden bereid. Voor zoover ik weet is dit belangrijke punt in ons land niet grondig onderzocht en in 't algemeen zeker niet bekend. Een feit is 't. dat schilderijen die slecht ge schilderd ?ijn, per se zeer snel veranderen van kleur, donker en vuil worden, zoodat zij spoedig een geheel ander aanschijn krijgen. Dit kan men o. a. zien met vele werken van schilders van de periode l^OD ls.")i). Andere schilderijen hebben weer geleden om dat de verven waarmede zij geschilderd werden onoordeelkundig werden vermengd. Zoo gebruikte men in de vorige eeuw, (b. v. Ueynolds'i, een kleurstof, orpiment genaamd, een arscnicnmverbinding, die met andere grondstoffen in aan raking, groene oxyden doet ontstaan, waardoor vele kleuren, vooral in vleeschpartijon, zwartachtig vaal en kleurloos geworden zijn. I lekend is dat Ohromafitgeol en Napeis-geel met omzich tigheid moeten worden aangewend. Maar een groot gevaar dat in onze dagen de schilderijen bedreigt is het aan de markt brengen van tnllooze soorten verf, te snel bereid of met veel olie vermengd, met liet doel goedkoopor te kunnen leveren. Nooit is er meer op dit gebied geknoeid dun thans. Consciencieuze schilders weten natuurlijk altijd ongeveer wat zij gebruiken, en zoo ben ik ten volle overtuigd dat verf van b.v. de lirma Claus en l-'ritz te Amsterdam zeer zorgvuldig wordt voorbereid met volkomen vertnmwbare grond stoffen, en dat de oeinven-oude praktijk van deze firma de beste waarborgen geeft voor de kwaliteit hnrcr producten; maar ik betwijfel zeer dat dit ook kan gezegd worden van vele verfsoorteti die uit 't buitenland worden aangevoerd en voor betrekkelijk lage prijzen worden verkocht. Om doze reden acht ik het een plicht mede te doelen dat van deze buitenlandsche verven juist die van eon bij ons minder bekende fabriek, van l.ef'ranc te Parijs, bizomler goed blijken te zijn, van ongemeciie kleurvastheid en met de grootste zorg te zijn nitgewasschen. Deze (irma, in 177") opgericht, heeft op de tentoonstelling te Amsterdam een vitrine waarin. men hare producten kan zien.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl