Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Na. 946
toiles !" Waar zijn de sterren ? Wij dachten een
oogenblik dat Villiers de Plsle Adam er een zijn
zou, later kwam Verlaine.... misschien komt
er spoedig weer een
Oo espère
Quand on désespère toujours !"
* *
*
Het volgend bezoek gold Stéphane Mallarmé, den
dichter van L'Après-midi <fun faune, chef van de
symbolistische school en zelf toch eigenlijk
Parnassien. Hij bewondert Mistral en predikt het
vers libre." Hij klaagt evenals Mistral over de
banaliteit van het oude rijm ; intusschen meent hij.
dat wie zich er aan onttrekken wil, dit alleen in
enkele zeldzame gevallen mag doen, en dat ieder
gedicht dan zijn eigen wet en zijn eigen vorm
moet hebben. Het klassieke, offlcieele vers moet
de groote kathedraal der fransche poëzie blijven
vormen; het vers libre geeft de kleine geheim
zinnige kapelletjes vol kostbare zeldzaamheden.
Het offlcieele vers is uit de ziel des volks ge
groeid, het ontspruit uit den ouden grond; het
vers libre is ontstaan uit ongeduld en opstand,
het zou alle raison d'être verliezen, als het op zijn
beurt officieel wilde worden."
* **
De eigenlijke apostel van het vers libre" is
Gustave Kahn, de dichter van Les Palais nomades
en Le domaine des fes. Hij vindt dat in de poëzie
rythmus, assonantie en muzikale alliteratie zeer goed
het rijm kunnen vervangen, en haalt ook al als
autoriteit Victor Hugo aan; deze toch, zonder het
oude rijm los te laten, gebruikte al deze middelen
met voorliefde erbij. EQ heeft het Pransch nog
geen metrum, zooals het Latijn, dan kan het dat
wel krijgen; er is alleen een andere schrijfwijze
voor noodig; de phonograaf geeft reeds door gol
vingen de sensatiën van het woord terug .... de
Souza en Viélé-Griffi'i studeeren in die richting.
Als voorbeeld een fragment van Kalm's poëzie :
PAY-AGE 1)U NOHD.
L orbe d'or eclatant du pliare
C'est par dela lts mers, les mers désevtées,
Car les barques sont frêles,
Et seult;s les mouettes aux Manches a»lcs
Savent les uouvelles de la flamme aux doux regards,
Du mirage, iniroir d'aucieunes routes par les sables.
Les passants, trop las, ne les regardent plus ;
C'est un astre chitnère du pays des hasards.
La faligiie implaeable
A raidi leurs membres sur Ie sabie.
* *
*
iniiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiii
llllllHllllllllllllllllllt
tik aan de deur trad een adjudant binnen
met de woorden:
»Burger - volksvertegenwoordiger! de
cito?/ew-generaal-en-chef Dugommier met ge
volg wacht in de voorkamer, en verzoekt
toegelaten te worden."
Met een kort gebaar wenkte Augustin, dat
men den generaal onmiddellijk binnen moest
laten. Hij stond op. Buonaparte volgde zijn
voorbeeld. Augustin greep de beide pistolen,
en stak ze in zijn gordel. Weldra verscheen
de generaal Dugommier, gevolgd door drie
brigade-generaals: Mouret, Laborde en
Garnier. De adjudant schoof stoelen aan, terwijl
de generaals hunne natte mantels aflegden.
Daarbuiten bulderde de mistral, en joeg den
stortregen tegen de huizen van La Seyne.
De generaals bogen beleefd voor Augustin,
en beantwoordden het militair saluut vau
Buonaparte. Zij namen plaats aan de tafel,
waarop Dugommier terstond de kaart van
Toulon en omstreken ter hand nam. Eeeds
door zijn uiterlijk maakte deze indruk. Hij
scheen een grijsaard, als men lette op de
lange witte hairen, die in zijn nek zwierden,
maar de uitdrukking zijner fijn gevormde
trekken en groote bruine oogen boezemde
vertrouwen in op zijne kracht en frischheid.
Zijne stem trilde met vollen, levenskrachtigen
klank door het vertrek, en maakte den in
druk, dat men zich niet licht aan zijne auto
riteit zou kunnen onttrekken. Allen zwegen.
Met de kaart vóór zich, begon hij:
»Cilo>jÈ>i representant.' Kameraden!
Wij zijn hier bijeengekomen, om een zeer
korten, extra ordinairen krijgsraad te houden.
Onze kameraad, de citoyen Lapoype schrijft
me, dat hij dezen nacht onder medewerking
der burgers-gedeputeerden, Barras en Fréron,
het fort Faron zal verrassen. Onze groote
batterij van mortieren op het rotsplateau
tegenover het fort Malbosquet brengt onaf
gebroken een bommenregen in het fort en
in de stad stad Toulon De vijanden
worden op verschillende plaatsen gealar
meerd De batterijen tegenover Je I'ctil
Gibraltar laten zich gedurig hooren. Dit alles
wordt uitstekend volgehouden naar het door
ons aangenomen plan .... Laat ons begin
nen met het rapport van den burger Buona
parte!"
De Corsikaan stond op, en sprak met
doordringende, vastberaden stem:
»Burger-generaal! Le Petit Gibraltar
is rijp om te vallen. Het vijandelijk geschut
is bijna tot zwijgen gebracht. Wat er van
de drieduizend masi garnizoen is overgeble
ven, kan ons niet lang weerstaan, wanneer
de aanval, onverwacht, met groote energie
wordt ondernomen. Mijne batterijen zullen
het vuur onderhouden tot twee uur van dezen
Edmond Haraucourt is een dichter in den
//offlcieelen" toon, maar die van zijn vele verzen veel
voldoening beleefd heeft. Sarah Bernhardt heeft
zijn Passion gereciteerd; zijn Ame nue, zijn Shylock,
Héro et Léandre zijn correct en zeer dichterlijk ;
hij heeft voor ernstige onderwerpen het oude, volle,
majestueuze vers van de goede dramatici. Hij
schrijft aan De Croze een brief, waarin hij vertelt
dat hij een reis per bicyclette maakt, en dus liever
niet de twee of drie deelen stuurt, die hij over
Mistral, vers libre, Parnasse, symbolisme, en de toe
komst der Pransehe poëzie in 't algemeen zou kun
nen volschrijven. Hij maakt er zich af met een
kort grappig briefje:
Pour résumer mon opiuion, faute de la documenter,
il me semble que Mistral a eu raisou d'évoluer, si cela
lui causait du plaisir; que Ie vers libre a servi tres
beureusement a. un grand nombre de poètes, et qu'il y
persévèrera, j'ose l'espérer; que Ie Parnasse a constitu
une pléiade tres interessante et respectable; que Ie Sym
bolisme est antérieur au déluge, s'il faut en croire la
i3ible ; et finalement, que la Poésie francaise a beaueoup
d'avenir, comme Ie Nègre, si elle continue.
Als voorbeeld van zijn poëzie stuurt hij dan ook
een paar stukken van een gedicht, dat hij op zijn
gezellin-wielrijdster gemaakt heeft.
Ainsi parée, elle apparait
Sur les routes de la forêt,
La petite reine a deux roues,
Cyclaat sans bruit, eyclaut, cyclant,
Culotte noire et pourpoint b'.anc,
Avcc du rire, avec des moues,
Selon qu'on monte ou qu'on descend,
Et Ie vent qui chante en passant
Lui met du printemps sur les joues.
Par les vallons, par les cöteaux,
Et sur la crCte des plateaus,
Pres des tangs et sur les branches,
Toujours sans but, toujours saus bruit,
Elle file, glisse, et s'enfuit
Et Ie vcut fait battre ses manches,
Si bien qn'elle a l'air, daus sou vol,
D'un grand cygne rasatit Ie sol
Du vol blanc de ses ailes blauelies. . . .
Het lieeft niets van Haraucourts oude zwellende
poëzie, maar toont hoe zijn buigzaam talent ook
het lichte glijdende blinkende wielrad in zijn vlugge
vaart weet te volgen.
uiniiiiiiiiiiilllllHiiiiiiiiiiiiliimmtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiuiiiiiiiiin
Onflerwijs-Mealen,
in.
Uit de belangstelling dan, zoo zagen wij, ontstond
het begeeren, maar ... dit alleen is niet voldoende
ter vorming van een zedelijk karakter; daartoe
nacht. Dan komt rust voor de artilleristen.
Ik neem de vrijheid, burger-generaal! voor
mijne officieren en mij zelven verlof te ver
zoeken tot deelneming aan de bestorming !"
Dugommier knikte even, en dacht eene
pooze na.
Daarna sprak hij:
»Ik draag de bestorming van k Petit
Gibraltar op aan vijf bataillons der brigade
Laborde. Vijf bataillons der brigade Garnier
zullen als reeerve het terrein rondom onze
batterijen bezetten. Ik geef verlof aan ieder
officier, die niet is aangewezen voor den dienst
van dezen nacht, om als vrijwilliger deel te
nemen aan deze affairel''
Op dit oogenblik meldden zich aan twee
leden van den krijgsraad, in de lichtblauwe
uniform der Gedeputeerden te velde, de volks
vertegenwoordigers Salicetti en Kicord. De
generaal Dugommier gaf het voorbeeld, door
even op te staan en de beide leden der Con
ventie te begroeten. Zoodra ieder gezeten was,
herhaalde de generaal nog snel het gezegde,
en ging toen voort:
«Burgers-representanten! Het fort Ie
Petit Gibraltar moet genomen worden. Het
Coini/K de Salut-Publii: eischt het uit naam
der Conventie. De zaak zal zoo gemakkelijk
niet gaan, als onze kameraad, de burger
Buonaparte meent. Onze bataillons moeten
uit de diepte van het heuvelig dal de hooge
helling beklimmen, waarop het fort is aan
gelegd. De Engelschen zullen zeker met
hunne tirailleurs een uitval doen, en onze
bataillons geweldig bestoken. Maar het is
donker, de mistral buldert, de regen valt,
de maan in haar laatste kwartier schuilt weg
achter de wolken. Burgers-generaals! Zeg
het uwen hoofdoftic.eren. Ik herhaal het: Le
Petit Gibraltar moet genomen worden, of
anders. ..."
Dugommier bewoog den wijsvinger der
rechterhand rondom zijn hals en allen
begrepen hem. Er heerschte een oogcnblik
stilte. Buonaparte rees van zijn sto 1.
«Met uw verlof, burger-generaal!''
Dugommier knikte.
»Ik neem de vrijheid even op te merken
dat, hoe gevaarlijk de verrassing van Lc
Petit < iibraltnr ook wezen moge, het fort zelf in
zeer gehavenden toestand verkeert. Onze batte
rijen, ten koste van zooveel dappere artille
risten op de heuvelklingen gebouwd, hebben
uitmuntend aan de vei'wachting voldaan.. . ."
«Juist, ?inon /'I/er Buonaparte! En daar
voor komt u in de eerste plaats lof toe!" ant
woordde Dugommier, »maar onze tijd is kost
baar. Alle voorbereidende maatregelen moeten
in de grootste stilte genomen worden. Iedereen
doe zijn plicht! Ik zal den mijne doen!
Burgers-representanten! Ik hoop u op het
is meer noodig; daartoe moet het begeeren tot
willen verhoogd worden; tot willen, veelzydig
en toch n, wat het motief betreft (immers
het ideaal »een volkomen zedelyk karakter"
eischt, dat hetzelfde inzicht ons tot willen
dryft). Welk begeeren nu heeft willen ? Wat
verleent het begeeren den hoogeren rang: «wil
len" ? »Daartoo moet het begeerde mogelijk
geacht worden," antwoordt ons de zielkunde, en
ieder onzer lezers gevoelt de waarheid hiervan.
Wie toch heeft en voedt en koestert ze niet die
begeerten, waarbij wij niet aan verwerkelijking
denken, die steeds blijven »vrome wenschen," die
ons zieleleven wel beheerschen, maar niet tot
daden drijven, en juist hieraan hebben wij
behoefte. Xog steeds is waar:
^Schoon moog' ons het praten staan,
't Komt op doen, op daden aan."
De willende dan denkt zich het gewilde
mogelijk, bereikbaar d. i. als het eindlid eener
rij van oorzaken en werkingen, of als gemeen
schappelijk eindlid van meerdere ryen. Gelukt
het ons, bij een bepaald begeeren of volgens onze
vroegere ervaring óf met behulp der phantasie,
of door denkend overleggen, zulke rijen te
construeeren, welker eindlid het voorwerp van
ons begeeren is, zoo verschijnt ons het begeerde
als zeker, en ons begeeren is tot willen ver
hoogd De mogelijkheid van een rijk, verscheiden,
willen berust dus op de innige verbinding der
voorstellingen; het opvoedend onderwijs moet dus
een zoo innig mogelijk verband brengen n
tusschen de voorstellingen van elk leervak af
zonderlijk n tusschen de leervakken onderling.
De eerste eisch houdt allereerst in eene verdee
ling en rangschikking der leerstof over den
geheelen leertijd, waarbij elk onderdeel d. w. z.
elk geheel van voorstellingen, elke »verbinding"
zich ten nauwste aansluit bij het volgende
(methodische eenheden, splitsing der moeilijk
heden). Daartoe moet zoo'n rij voorstellingen
ook als zoodanig, als eene eenheid opgevat en
voorgesteld worden; die eenheid nu bestaat uit
het gelijke in de afzonderlijke voorstellingen;
dat moet dus allereerst opgespoord en samengevat
worden, slechts mogelijk bij heldere, afzonderlijke
voorstellingen, een gevolg der aanschouwing.
Wanneer nu blijkt het, dat zoo'n geheel van
voorstellingen innig verbonden is tot wat men
noemt een begrip ? Bij het opdoen van nieuwe
kennis: die toch moet zich aansluiten bij de oude;
deze moet dus vooraf en met gemak, vaardig in
't bewustzijn treden, welke vaardigheid verhoogd
nitilllliliiiiimiiiiiiiHiimiiiiiii
iHimiMhmiiiiiiimiMmiiiiiiiiii
veld van eer terug te zien! Vice la !!
Allen stonden van hunne plaatsen op, en
te midden van het verontrustend stormgehuil
luidde het uit n mond met vollen dave
ren den klank: »Yice la l!épullique.':'
Een uur later zat Augustin geheel alleen
aan zijne schrijftafel. Het was half tien. De
expeditie was vastgesteld te twee uur in het
holst van den nacht. Augustin was zich zeer
wel bewust, dat hij binnen enkele uren zijn
leven zou gaan wagen voor de Republiek.
Hij koesterde geen zweem van vrees maar
dacht aan allen, die hij lief had. Het was
zijn plicht hun te schrijven de mogelijk
heid bestond, dat een kogel der Engelschen
hem wegnam. Hij schrijft snel met een
levendig rood op de wangen, en iets
vochtigs in de ooghoeken.
»Aan de c/toi/cn/te Henriëtte Lauriac
»?adres der r/luijoine Hussé, rcrcnde-i.ixe
»i't la to/lefte, Ilarr/èrc ile I'assi/ te Passy.
»C/t('i'c amie! Mijn hart is vol innige
dank«baarheid voor den kostelijken brief, heden
«alhier ontvangen. O, mijne vurig vereerde
«vriendin! Ge hebt me zoo gelukkig gemaakt
«door mij om een offer te vragen, en ik zal
»het gewillig brengen, al geldt het ook mijne
> teederste vereering voor u! Ik berust gaarne
»in uwe beslissing, en zal u in alles
gehoor»zamen. Ik mag u niets vragen ge wilt
»alleen mijne belangstellende vriendin zijn!
«Zoodra ik te Parijs terug ben gekomen, zal
»ik u van mijne aanwezigheid kennis geven,
»en met het levendigst verlangen uitzien, of ge
»me gelegenheid tot eene ontmoeting zoudt
«willen geven.
:,Maar ik moet u nu eene bekentenis doen,
nui thciiic Henriëtte! In dezen nacht zal
»ons leger een beslissendcn aanval
ondervliemen op een groot fort der Eogelschen.
»Zoo we er in slagen het te veroveren, is
«Toulon ons. Ik zal als Commissaris der
«Conventie aan het hoofd der aanvalscolonne
»onzen troepen den weg wijzen naar de
vic»torie ! Dit is mijn schuldige plicht tegenover
»ruijn vaderland. Alles wordt voorbereid, om
»in het holst van den nacht den vijand te
«overrompelen te midden van een hevigen
«storm uit het Noordwesten een echten
»orkaan met de volle woede van den mistral.
»Ik ben verplicht mij de mogelijkheid te
»denken, dat ik mijn leven zou moeten laten
»op het slagveld als een dapper soldaat, en
»die gedachte bekommert mij in geen enkel
«opzicht. Ik ben ten volle bereid voor Frank
srij k en de Republiek mijn bloed op te otteren.
«Zulk een dood is benijdenswaard!
»En toch denk ik met pijnlijken weemoed
wordt, als de wil der leerlingen medewerkt (d.
w. z. als zij het doel kennen, dat deze
repro, ductie dient); slechts mogelyk is dit, wanneer de
j verbinding herhaaldelijk en door verschillende
j voorvallen gereproduceerd is (d. w. z. als de
aangebrachte kennis veelzijdig toegepast is).
Wij kunnen dus de volgende trappen of graden
bij het aanbrengen van een begrip onderscheiden
n.l. doelaangifte, voorbereiding, aanschouwing,
vergelijking en verbinding, samenvatting, toepas
sing, welke trappen, omdat zij onafhankelijk van
de stof toegepast kunnen worden, heeten formeele
leertrappen.
Over de toepassing nog een enkel woord; zij
mag slechts gewekt zijn op wat binnen den kring
van ons weten ligt, op wat van zelf, uit de zelf
werkzaamheid der belangstelling naar buiten
treedt, op het behouden, aanvullen en uitbreiden
der kennis, zoodat het weten, dat het onderwijs
den leerling geeft grondslag wordt voor wat hij
zelf verwerven zal. Daarom ook eischten wij
veelzijdige belangstelling, geen alzijdige; gesteld
dat het mogelijk ware, in den beperkten tijd der
opvoeding, belangstelling voor alles ^te wekken,
dan nog is dit doel strijdig met de
zelfwerkwerkzaamheid der belangstelling, die steeds nieuwe
zijden zal ontplooien, steeds werkzaamheid en
leven zal scheppen.
Maar nu het verband tusschen de leervakken
onderling ? D. w. z. niet alleen tusschen het
onderwijs in zaken en dat in vormen en teekens,
maar ook, en vooral, tusschen de deelen van het
zaakonderwijs zelve ; de verschillende
gedachtenreeksen, die het onderwijs vormt, tot eene een
heid te verbinden, samen te trekken tot eene
macht, die ons geheele, geestelijk leven beheerscht,
die ons geheele willen en handelen, steeds in
dezelfde richting stuurt, doordat het wortelt in
eenzelfde inzicht, dat eischt ons ideaal: een
volkomen zedelijk karakter! Het inzicht, dat
aldus op alle deelen van den gedachtenkring
evenredig behoort in te werken, moet hierom een
zedelijk zijn, en de stof wordt dus de historische
leerstof. Daaromheen denken wij ons de groe
peering der overige leerstof zóó, »dass von ihm
alle Fitden auslaufen welche die verschiedenen
Teile des Gedankenkreises zusammenha'ten."
Het beginsel, dat de keuze dezer stof bepaalt,
vermeldden wij reeds vroeger (vgl. het He onzer
artikelen); in het belang der concentratie behooren
wij dus, gelijk dat in Duitschland geschiedt, een
«programma" als daar bedoeld, te ontwerpen. Van
navolging kan in dezen geen sprake zijn, n
omdat een onderwijs volgens deze grondslagen
liiiiiiiiiiiiiiiiiiiiilliiiiiiiiiiillliiiliiliiiliiliiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiMiiiniiiililliinil
«aan die mogelijkheid. Nimmer zoudt ge
*dan, mijne dierbare Henriëtte! vernemen,
»hoe gadeloos groot mijne vereering voor u
«geweest is. Hoe vele machten en
vooroor«deelen mij ook van u mogen scheiden, hoe
«veel er in uw hart tegen mij pleiten mag uwe
«geboorte, uwe bloedverwanten, uwe
opvoe«ding, uwe heiligste overtuiging - ik kan
»het toch niet helpen! c1 est plus fort que mot.'
»Ik heb u lief! Ge zijt mijn hoogst en reinst
«ideaal al weet ik ook, dat mijn naam,
«mijne daden, mijn leven, mijne meeuingen,
«u verfoeielijk zouden kunnen voorkomen,
«helaas!
»In dit gewichtig oogenblik mag ik met
»de meeste oprechtheid u bekennen, wat er
»in het diepst van mijn hart voor u klopt.
«Ik heb geworsteld om deze teedere neiging
»te onderdrukken maar mijne liefde laat
»zich niet beheerschen dcor mijn wil. Ik
»kan u niet vergeten en, schoon alles
«schier tegen mij is, be.ien ik u alles het
«is misschien de laatste reis., dat ik u schrijf.
??Ge zult, het in mij afkeuren, dat ik uw
«diep g fulterd hart door deze bekentenis
»pijn doe! Ge zult wellicht vragen, hoe
»ik de vermetelheid heb u van liefde te
«spreken, daar ik immers vooraf weten kan,
»dat er in uw hart nimmer eenige sympathie
;>kan neigen naar den broeder van
Maxi»miliën Robespierre!
»En toch kan ik niet anders! Ge zijt zoo
«volmaakt, zoo betooverend, mijne heerlijke
«Henriëtte! Straks zal ik in een kogelregen
«tegen den vijand oprukken. En terwijl mijne
«lippen lui e het: » \'tve la Il^mbliquè" zullen
«uilroepen, zal eene stem in mijn hart uw
«naam noemen! Hetzij ik val, hetzij ik
over«win, uwe schitterende bekoorlijkheid zal voor
«mijne oogen verschijnen. Ik zal u zien
»ik zal den stil verwijtenden blik uit uwe
«satijn-zachte, donkere oogen opvangen, den
«roerend weemoedigen glimlach om uw rooden
»mond zien trillen! Stervend zal uw naam
«de laatste klank zijn, die van mijne lippen
«vloeit! Vergeef me, o vergeef me, Henriëtte !
»Ik moest u dit alles zeggen vóór het uur
«van den strijd is geslagen. Nu ben ik
ge:vust, en zal ik met vertrouwen afwachten,
«hoe het Opperste Wezen mijn lot zal leiden !
«Wees grootmoedig, mijn aangebeden
vrien»din! en oordeel /acht over uwen u geheel
«toegewijden
»Ai'ürsrrrx.
«2.") Frimaire, an II. La Seyne, in het hoofd
skwartier van generaal Dugommier."
(Wordt vervolgd).