De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 18 augustus pagina 8

18 augustus 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

1 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 947 Admiraal SaldaÉo da Gama. De overleden leider der Braziliaansche revolutionairen. Bal laspé. Het is etn vrtemd ding, zoo'n b&l, zoo'n balmatqué.... Want masker eu costuum zijnbijziak, maken nauwelijks eenig verschil. Wie eenvoudig zou zeggen dat een bal een ge legenheid tot dansen is voor wie dat graag willen, zou blijken geven zeer naïtf van ziel te zijn. en hal, weet ge, is als een heele maatschappij gecondenseerd, de gewone atmosfeer der samenle ving op hooger drukking gebracht. "Vele wenschen en begeerten, elkaar onverschillig of vijandig, gaan daar om, maar c/axsliisi is niet een der hevigste en hun allerdiepste grond is sensua liteit en ijdelheid, oversausd en mooi rose gekleurd met dat zacht-zoete gevoel, uit blijde lichtheid en kleuren, walsmu/iek en menscbenvolte geboren, 't zeer vaag, smartelijk-zoet verlangen in meisjeshar ten gewekt, naar verloren zijn in een ongekende, verre, machtig-omruischende sfeer van droomig ge not. Zeer romantisch en zeer sentimenteel. Dit is alles vooral zinnelijk, maar van hoe ple zierige zinnelijkheid! Een ideale vereeniging van vleesch en geest. Geest is er anders niet veel op zoo'n bal, rfccich weïmeer, maar niet iiii.nl vleesch. Een schuchter dicollelé, dat een jaar lang, om zoo te zeggen, in de watten heeft, gelegen, evenals de japonnen in de kamfer. Maar 't is door 't liggen niet mooier geworden! 't Is ook te fatnoeitlij/c om mooi te zijn. Daarvoor is er te weinig zorg en aandacht, aau gegeven. Zooals Onze Lieve Heer 't geschapen heeft, zóó is 't en de armen hebben rooie pitten aau de ellebogen .... Wat wil men ook ! De ai men van deze ge ffa-ceerde meisjes zijn bestemd om weldra voorgoed, kuisch en stil, schuil te gaan in wollen mouwtjes, dood- o ! zoo //to^-fatsoenlijk, en niet om fier en tartend een schoone, volle naaktheid te spreiden onder liefkozend glanzen van zaligend licht, als witte, open leliekelken in den rijpen dag . .,. Ik geloof vastelijk, dat als de mannen hier eloor booze begeerten des vleesches worden belaagd, deze naaktheid er volstrekt onschuldig aan is. Dat doet dan meer 't idee: schouder, 't idee: tlciote arm, maar de onschuldige, haast onnoozele, vleesehjes doen 't niet. Men heeft trouwens ook geen tijd iets nauw keurig te zien. Alleen schuine, schichtige blikken uit koel-onverscliillige, strakke aangezichten vallen neer op elie blcothtên. Lang er heen kijken zou onfatsoenlijk zijn en durft niemand. Dat beteekent echter nog geen deugd. De mannen zijn meestal ridders en toreadors, de vrouwen boerinnetjes', gitana's of eigarera's. Dat wil niet zeggen, dat iemand waarlijk tracht te zijn wat hij vooistelt. Nooit blijkt de Hollandsche onmachtige stijfheid en onplooibaarhciel dui delijker dan op ecu gemaskerd bal. Dat is armoedig eu vol van zwak, aarzelend willen en heelemaal niet kunnen. De enkele on voorzichtiger, die pogen te ,/intrigee ren,'' maken fiasco. Meu kau ridders vau de zeer Droevige Figuur hun onbekende dames zien //iutrigeereu.'' die dan een weinig schrikken bij zoo'n gelegenheid, zich twijfelend goedhouden, onder 't bedenken, dat dit nu zoo mag. Maar de heereu loopen te hard van stal in huu gesprek, zeggen te veel iu eens,.... geen van beiden weet nu meer iets aard gs uit te Voor de derde maal president. (Judyi:). ??tf~y Xv brenger, de veilegenheid golft omhoog en roodt de gezichten onder 't maskerzwart en 't gesprek bloedt dood, lamzalig... . Ridders druipstaajtend af en zeer ver weg.... Of, overmoedige zigeunerin netjes naderen vreemde heeren, hun aangewezen, vragen ferm en met vaste stem te mogen waar zeggen .... maar pas houden ze de hand vast, of de moed is weg en de geest al lang en ze worden verlegen, terugtrekkend, bedeesd, lii plaats van de vrijmoedige, passievolle gitana's zijn ze weer de arme, dood fatsoenlijke Hollandscbe mei.-jes eu ze deinzen af, bang voor de vrijigheden, die ze zelf Lebben geprovoceerd. Vóór 't souper en eer veel champagne is gedronker, komt niemand het pijnlijk besef te boven, dat hij eigenlijk heel mal doet in zoo'u gekke jas. En ieder tracht te laten merken, dat hij zijn kostuum niet au sérieux neemt en, trots degen en geplooiden kraag, toch altijd meneer die of die blijft. De clowns zonder ik uit. Die doen mal, droevig, pijnlijk mal, onbenullig, wezenloos mal, maar dooi de traditie van liun kostuum kunnen zij zich soms houden of ze dat zelf niet zien. Zoo weiken zij zich in 't zweet, den avond lang, te midden van onverschillige, half-verwonderde groepen en lot niemands pleizier. Maar zelf hebben ze eenigszius de illusie aardige, wei-geziene liguren te zijn in de balwerel'd, eigenlijk de lievelingen van het publiek .... En voor zulk een glorie kan men ook wel eeiiige bulten en blauwe plekken overhebber, 't noodza kelijk gevolg van een welvervulde clowusrol. * * jl;. Het is zoo vreemd! Zelfs voor de meest sccourMaar voor de meesten komt, eerder of later, de ontnuchtering. Zij rusten uit naast een vreemden jongen, die hun onverschillig is of hatelijk, dien ze alleen namen omdat 't onbeleefd geweest ware te weigeren, en ook omdat men niet kieskeurig zijn moet, zoo men het balboekje vol wil zien. Zij zitten naast elkaar, opzij van den dansvloer of boven op de galerij. Zij waait zich koele lucht in 't brandend gezicht en kijkt omlaag, zonder veel te zien. En er is iets als een vragend, zoekend verlangen in haar, een onbevredigd zich voelen, nu zij de minuten voorbijgaan weet, die minuten van genot moesten zijn, maar die haar nu zonderling leeg laten, niet de sensatie of 't licht donkerder schijnt en 't balgtrucht veiflauwt, of leegte en nacht opzwijgen van alom .... Uit is dan het pleizier, het zoo rijk en wijd i gedachte. Maar waar is 't nu ? Is 't in die reeks van dansen, de eene na den :nder, met telkens een ; vreemde, onder altijd weer dezelfde aspektcn, dezelfde : gebaren, dezelfde woorden. \ Het is hierboven een heeleboel koeler, zegt l de meneer. ! Ja, dat scheelt, antwoordt zij ilauwtjes, al ' waaiende met loome hand. Zij denkt dat d(ze .i opmerking over de koelte nu al driemaal door haar danseurs gemaakt is. Natuurlijk, wat moeten ze anders zeggen ! Zij weet immers ook niet anders. 3Icn kan toch geen diepzinnige gesprekken beginnen. Zij weet wel kennissen, die dat doen, maar zij lueft h,-kei aan die pedanterie, dat air van meer derheid boven andere menschen, en ze voelt ook dat 't gek is over andere dan heel gewone dingen Florigno Peixoto. De truc van de pudmiiiieii. (La Silliouette.) Vernuftig Engelscb middel voor het trekken van goud (zonder pijn!) , ,- - - ^ -ét -->^*££^ T ColunMa (tot president Grover Gleveland) : ..-«Grover, zie je soms iets groens in mijn oog V" tiseerde van die meisjes is er in dat balgenoegen niet yeltd'L' bevrediging. Voor een groot deel van haar althans komt het moment, waarin een scherp gevoel van leegte over haar komt, te midden van de n.enscheiiwarreliug, te midden van al die kleuren, van defrausehc luisterrijke omgeving. Dan, iu ecu uur ver in den nacht, als /e even tot zich zelf komen, na de opwinding en uiterste spanning eener danscurecks, schijnt 't, of 't bal zich oplost in de doodgewone dingen, die ze lans; kennen en : natuurlijk wel wisten. Daar brandt 't, gasiicht. daar gaan de zaal wanden omhoog, gezien evenals anders: daar zijn meuschen, de ccwoon-be kenden. die eu deze... En van het vreemde blijft alleen wat plantengroei! eu klcuriire pakjes.... j Zooals 't in de vóór-gedachten \vas, in de ver- ! beelding door den klank van het woord,' en zooals 't ook de eerste uren, in den roes der opwinding en der nervositeit, is gebleven: liet, HM,, do groote eenheid, het, vreemd indrukwekkende, zeer zeldzame } en zeer bedwelmende, zóó is 't nu liit meer. De geest schijnt verdwenen, <le esscns, die de ver spreide en heterogene elementen tezaam hield, eu de lang bekende dingen blijven achter, macht eloos opnieuw te inspireeren, bijna hatelijk in hun armoe- j dige gewoonheid. i Voor zeer enkelen misschien komt dat oogenblik niet, die in koorts van ijdelheids- en lijn<rcureiidc i ziiinelijklicidsvoldoening de uren elourdrooinen, i luisterend alleen Laar hun ciu'cne zielsmuziek eu j voor wie 't weggaan is als plotseling ontwaken uit : ecu gelukkigen droom. Zij zijn vol spijt, dat 't al i gedaan is, maar nog krachtiger is in hen de Junk- l baarheid, dat zij dit mochten smaken, i te spreken met iemand, die men tien minuten geleden nog niet, kende. Eu bovendien: 't is smakeloos op een hal Ie pliilosofeereu. 't, J s blauwkousaclitig. Maar een conversatie, zoo half in 't dubbelzinnige, met ecu bedje gewaagde woordspelingen, die wil ze ook niet. Of wel.....: 't Hangt, af vau tic manier waarop, 't Moet, nooit vau /mur komen, zij moet er heelemaal onschuldig aan zijn, zonder de kleinste medeplichtigheid voor haar gevoel eu dan. .... moet 't ook een aardiger jongen zijn. ... en niet te erg.... Maar déze weet, blijkbaar niet veel. .Misschien is z'n voorraad bij vroegere dansen opgeraakt. . . . ! Zullen we nou weer eens naar beneden ! gaau, jiill'ri.uw ': Ja... <rocel als u wil. ..'r Heul u nu niet meer zoo warm? Nu, 't gaat nog al. Jk beu wel een beetje } opgekoeld. . . . ! Ja. ze zullen nu wel haast, aau de polka beginnen. Ik geloof, (lat ik de muziek ai hoor, Die polka heli u zeker besproken: -- J a,... ik geloof met meneer X. V Z. /uilen we hem dan samen /oeken en mag ik u dau aan hem overlaten, dan kan ik ook zelf. . . . O, maar meneer, brengt u mij 'crust naar 't tafeltje, als u zelf uw dame zoeken moet. . . . laat ik u niet. . . , O wc! neen' 't heeft immer.-, geen haast. Zoolang kau mijn dame ook wel wachten. Xou, zooals u wil. . . . Zwijgend, trearmd naast elkaar, sel,rijden ze door Oud-president der Braziliaansche Republiek. de volte, zeer gevoelend, dat hun samenzijn iets verledens is, eu dat eeu nieuw danstijdperk al is aangevangen. Eu als de nieuwe ,/heer" gevonden is, iaat de cavalier haar arm los, zegt buigendgroetend : juffrouw!".... en keert zich af, de groepen door, spiedend waar ergens zijn dame kau wezen. Zoo volgt uren lang dans op dans en in die beweging is 't, genot, maar toch niet ecu vol, al vullend genot en naar elie bevrediging zoeken zij halt' of niet bewust, ten einde toe. * * i-; Maar voor de leelijkcu of ele volkomen onbcduidenden, is ele avond tot groote kwelling ge worden. Zij kennen dat wel van vroeger, maar bij elk bal hopen ze dat 't anders zijn zal. V oor hen be gint de avond iu groote verwachting, juist, omdat ze zoo weiniu' zeker zijn van 't succes. Eu vóór het e!cma.-<iuc gaat 't redelijk wel, dank zij 't verbergend masker. Maar dau later als de heeren van de eeue grof p naar de andere zich wenden en buigen eu op gludele balkaartjes griffelen met onvaste haud, dau keeren zij naar hun tafeltje terus-, waar ze papa eu mama vinden zitten, ook wachtend, ook iunerlijk ongerust. Er wordt eeu onverschillig gesprek begonnen, maar zij voelen in zich eu bij de andereu de on rust stijgen, ecu jagend, hartkloppeud, persend ongeduld, nu 't, leeg is geworden in ele elaiisruimtc eu^ ze hier eu daar, naast hen, aau den overkant. overal elc zwarte rokken en ridele-rs zien neigen. Meisjes zien cvcu op en eeu voldoening licht over haar gezichten, terwijl ze 't balboekjc tusscher. duim en vinger overreikeu. Maar niemand laat bij hen zich voorstellen .... eu 't wordt al later. Dan komt eindelijk een v.-ii; de drie, vier kennissen, die ze hier oiuïcr de jon gelui hebber, en waarvan er nog twee zijn weg! gebleven. i ' Eeu komt, e-u schrijft zijn naam, eenzaam mid den o]i ;t wit, karton. Dan woreit later ook nog ecu tweede en derde naam misschien ingeschreven... dau niet meer. Zij wachten en zie» 't dansen ton. De gcziclitei; worden bleek eu strak iu 't roerloos staren, ver moeid van knagend leed en. verveling. Dau is 't soupeeruur daar. Lachende pareu gaar. huu voor naar ele eetzaal en zij zetten zich zvv'j-" "?end tu&scheu ele papa's eu mama's, die zelf onte vreden eu geërgerd eu bedroefd zijn. 't, Is \\eer eeu mislukte uitgang geworden er, i ze weten wel dat elc avond hun niets meer gevei; kan. Eu toch willen ze niet weg, in de vage hoe,p de vage verwachting, dat, er nog iets gebeuren kau, dat, ueiu1 niet alles verloren is. Eu aan ele tafeltjes in elc groote zaal zitten ze l weer strak kijkcnel in schijn van belangstelling 1 naar'de rustelooze warreling der groepen. Licht blauwe, lichtrode kleedjes gaan hun rakelings voorbij, zij vangen brukkeu innig gesprek op, dooi l heereu gesproken naar omlaag tot het kopje dat met, lichtende oogeu r.pziet, terwijl de waaier wuift ? iu 't, witgehandschoend haueijc. En de uren vergaan, smartelijk langzaam inden i nacht, vau bet fcestvolle sivondbegiu wegnaarder. nuclitcrbleekeu ochtend, elie reeds de ramen omhoog1 verheldert, 't Wordt huiverig, 't licht brand tlau: we r eu «Hens» voelen allen 't feest wegzinken de geest, wijken vau de dingen rondom, die saai i eu ilof worden iu den komenden morgen. : NOE schettert walsmuziek eu flikkeren kleuren. roze, srrijze, blauwe, op het gaslichtgecl fond en vóór het «iroen eler planten, maar 't gaat alles trager, lusteloo/.cr en meer gedwongen. j Groepen aan tafeltjes staan op om te vertrek ken. Dleeke-, onoogclïjke knechts, zwoegen binucu onder vracht, vau n.autels cu overjassen. Vau verre, op het einde der verlaten gangen, klinken haastige kraakstappeu, elic heengaan, en in elc vestiaire; slapen op stoelen, kmkke'oollend, verfomfaaiele burgei juffrouwen of staan geeuwende; en leunende naar' elkaar te praten, met, gedempte, eentonige stemmen. lui lanirzamcrhaml sterft bet. feest, in elc blcekiiiE van het daglicht. De laatstcn gaan vertrek| ken eu UToepjcs vau drie eu vier verlaten het irebouw. De heeren met elc jaskragcn omhoog, han den in ele zakken, eu meisjesgcziclitjes. bleek en ertstiir, kijken uit omhulling van rose eu blauw eu lijne balschocntjcs stappi'U hard en ougewooi: ! over de verlaten straten. De mcesteu zijn knorrig in een enrernis. waarvan /.ij zelf ele reden niet soed weten. Zij hebben allerlei grieve)1, elic ele 'heereu niet bcsrrijpcn eu dwaselijL trachten te bc| strijeien. 7,oo eindigt Let bal masnv1/1. i'. C. J.v.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl