Historisch Archief 1877-1940
No. 947
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Dr. Bronsveld als snorder.
Dn. BKOXSVELD M Jhr. de Sav. Lohman: Stap maar in mijnheer, ik zoek al zoo lang naar iemand, die met mij mee zou willen rijden
SNUIFJES.
Ik kan niet zeggen, dat de pers er op
vooruit is gegaan sedert een paar weken.
Tot dusver gaf zij ons trouw bericht als H. M.
de Regentes met of zonder het Koninginnetje
te kerk was geweest, en vermeldde dan tevens
den tekst, waarover den voorganger had ge
preekt. Ik heb mij eindelijk eens beklaagd
over het opgeven van het kapittel en de cijfers
der verzen, en het weglaten van den tekst
zelf, daar dit de lezers noodzaakte in den
bijbel de woorden op te zoeken, waarover de
preek had geloopen, wat mij soms in ongele
genheid brengt, daar ik mijn kerkboek nogal
eens uitleen en den volgenden ochtend dik
wijls nog niet terug heb ontvangen. Maar in
plaats van in die aangewezen leemte te voor
zien, worden nu zelfs het kapittel en de verzen
niet meer genoemd en zoo kreeg ik Maandag
morgen, toen ik wilde nagaan of en waar de
Regentes gekerkt had, niets anders te lezen
dan dat zij met gevolg onder het gehoor van
ds. J. Wieten was geweest. Op die manier is,
althans voor mij, de aardigheid van die be
richten af. Dit zou nu zoo erg niet zijn, want
iets kan nog heel aardig voor het publiek
wezen, al is het dat niet voor mij. Maar ik
heb gemerkt, dat die
Maandagochtend-mededeelingen lang niet zoo onschuldig zijn als
de redacties der bladen wel denken. Want
juist naar aanleiding van het kerk nieuws dat
ik hier noemde, kwam een mijner kennissen,
niet eens een doleerende, mij met een droeven
trek op het gezicht, de opmerking maken :
jammer dat onze Koningin zoo weinig kerksch
is. Ik heb eens aanteekening gehouden van
de koeren, dat er een kerkgang van haar
vermeld wordt, maar dat valt, niet mee. En,
zooals nu ook weer, altijd alleen 's ochtends,
nooit 's ochtends en 's middags, het is of de
middagkerk voor haar niet bestaat. Eu toch
de overdenking van de geloofswaarheden, met
denlleidelbergschen catechismus tot leiddraad,
acht ik vooral van niet minder gewicht dan
de ochtendgodsdienstoefeningen, in 't bijzonder
voor Koningin \Vilhelmina; maar heb je wel
gezien, die is 's ochtends zelfs ook weer thuis
gebleven.
Ik wilde den man op dien weg niet volgen
en maakte mij van de zaak af met te zeggen
je mag het hof niet met den maatstaf van
ons gewone menschen meten, en wat die
middagkerk betreft, het spreekt van zelf', de
geloofswaarheden zitten er bij H.II. M.M. al
lang grondig in maar ik dacht toch: is het
wel goed een reclame van een vorstelijkcn
kerkgang te maken; je hebt altijd eenaantal
wantrouwende, achterdochtige zielen, die bij
zichzelf zeggen, als het zoo luid verteld wordt
dat iemand ter kerk is geweest, dan komt
die er zeker niet allen dag.
Het ]'rt/ler/ri>ul heeft naar aanleiding van
de opmerking, dat de pensioen-commissie
samengesteld is uit !
werkliedon-vertegenwoordigers en uit -l heeren, gevraagd of het
dar. beter zou zijn, dat zij 21 arbeiders en ij
heeren telde. Dit is een zeer verstandige vraag.
Want een p?nsio3iicomtnissie kan niet anders
gevormd worden dan uit twee groepen, waar
van de eene L'L en de andere.'! leden telt. liet
blijkt echter, dat er nog menschen leven, die
mcencn. dat <l?ze ~2\ en i! geen vaste getallen
zijn, alsmede dat, het getal -l te groot of te
klein zou kunnen worden geacht. Gelukkig
dat het l'm/i'rldtt'l zulke vittcrs den mond
eens stopt. Tegenwoordig praat oyk ieder maar
mee over dingen waarvan een residentieblad
alleen het juiste begrip heeft. Zoo is door
diezelfde lieden die durfden tornen aan de
heiligheid dj r getallen 21 en .'!, ook al erop
gewezen, dat de ra l'ยป1 i'fii en de
sorl'i'd-dnnoi-raIcii uit het'J l tal waren gewjerd, terwijl dit als
mede geheel onjuist, is. aangezien men alleen
er d'jn Minister een grief van zou kunnen
maken, dat da pjvlernjntaire wiuliH/at /ijn
gepasseerd. De radicalen behoorden daar in
liet geheel niet in. Zoo wordt het duidelijk,
dat men om een gegrond oordeel over het
al of niet partijdige van de commissie (e
hebben, van de onderstelling behoort uit
te gaan, dat er in het geheel geen radicale
werklieden bestaan, en dit juist wordt dooi
de politieke tinnegieters maar al te dikwijls
vergeten. Ik hoop nu, en verwacht het ook,
dat dat soort van meepraters na .dit lesje
van het Vaderland nu goed zal zwijgen!
' Wat de menschen toch tegenwoordig overal
iets in zoeken. Nu mogen we hier op het
tentoonstellingsterrein, niet eens een bedrieg
lijk ware voorstelling van het tweede deel der
Limbok-expcditie hebben; het eerste deel
zou ik ook niet graag afgebeeld zien, maar
het tweede, waarbij wij als Nederlanders de
overwinning behalen, wat kan daartegen
zijn? Als het lijden van Jezus Christus wel
vertoond mag worden, gelijk dit al te Ober
Ammergau en elders herhaaldelijk geschied
is en nog geschiedt, waarom zou er dan
iets af'keurenswaardigs gelegen zijn in het
houden van een spiegelgevecht, waarbij wij een
kijkje krijgen op hetgeen in Lombok, door
Neder] andsehe soldaten is verricht? In het alge
meen wil men te kennen geven dat zulk een
wapenfeit te hoog staat om door anonymi
te worden vertoond, maar zou de oorzaak
van den afkeer van zoovelen om deze oor
logsdaad tot een comedievoorstelling te
rnakeu niet juist hierin zijn oorsprong vinden,
dat die daad nog niet hoog genoeg staat'?
liet geval geeft m. i. meer te drukcu daa
menigeen wel danken zou l