De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 25 augustus pagina 8

25 augustus 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 948 C. E, Scftenl f Ond-President van den Zwitserschen Bondsraad. De reddingsboot van JULIEN BERK DE door A. Personen: SUSANXA. GASTOX. Een zeer elegant salon waarin een tafel niet theegoed. Aan den muur een telephoon. S u s a n n e, (in een fauteuil liggend met een boek inde hand). Vijf uur. Vandaag komt niemand meer. Wat een dwaas idee van mij, om precies na de vernissage mijn »jour" te willen houden ! Iedereen heeft Parijs reeds verlaten. (Er wordt aan de telephoon gescheld). Hé! Wie kan dat zijn? (gaat naar het toestel en roept er in) Hallo! hallo! O ! ben jij het, wat is er ? Zoo, kom je niet thuis dineeren ? Goed. Dat doet er niet toe (zich verbeterend') of liever, maak je over mij niet ongernst. Ik zal me alleen wel amuseerea. Om 10 uur? goed; ik zal op je wachten. Adieu, dus tot van avond, (gaat wtder inden fauteuil zitten). Waarachtig, voor vandaag stond het geschreven, dat ik niemand zien zou, zelfs mijn' man niet (bemerkt den. binnenkomenden Gaston). Toch wel ! een visite ! (staat op en gaat Gaston met uitge strekte handen ie gemoet). Bonjour ! Dat vind ik aardig van u, dat ge de eer van mijn salon komt redden. Gaston, (na Sufanne de hand gtkust te hebben). En ik vind het aardig zulk een vriendelijke ont vangst te ondervinden, terwijl ik integendeel de bitterste verwijten vreesde, omdat ik den geheelen winter niet gekomen ben. S u s a n n e. 'k Heb u in geen eeuw gezien, dat is zoo. Waar hebt ge toch gezeten, verwoede romancier? Gaston. Ik was op reis. S u s a n n e. Ver weg ? Gaston. In Italië. S u s a n n e. Ik wed, om een boek daarover te schrijven. Gaston. Juist, maar ik spreek er nog niet over ; ik houd niet van reclame. Susanne. En is u er lang geweest? Gaston. Tot Maart, toen mijn werk ongeveer af was. Susanne. En al dien tijd hadt u de pen in de hand ? En zijt ge, na uw terugkomst, nooit eens uitgegaan, nooit mijn deur voorbijgekomen ? Gaston. Ja zeker ..... Als het niet uw »jour" was, dacht ik geregeld: »Je hebt eigentlijk geen enkele grondige reden om een visite te maken," en was het toevallig uw «jour ', dan dacht ik : »Nu heb je een geldig excuus om geen visite te maken." S u s a n n a, Neem een stoel en leg mij dat eens uit. (Zij gaan zitten}. Gaston. Kijk eens ..... gedurende het »saison". in de visitekoorts, komt men in aanraking met een aantal dames die babbelen omdat zij niets te zeggen hebben. Men zit twee mijlen van de vrouw des huizes verwijderd. Nauwelijks kan men haar goeden dag zeggen. Als men niets doet dan komen en gaan, merkt men haar niet eens op. Daarom heb ik tot mijzelven gezegd : Vandaag is het den 12den Mei on mooi weer ; half Parijs is reeds buiten of op het water ; als mevrouw liovèri haar »jour" niet reeds heeft opgegeven, heb je kans niet in het gedrang te komen. In plaats van een leelijken klapstoel op den Jaagsten rang, kpn je zonder twijfel nu een fauteuil naast het tooneel vinden en wie weet, misschien zul je zelfs de eenige in de zaal zijn. Ziedaar de reden waarom ik hier ben. Susanne. Goed uitgerekend. (Na een pauze) Nu, 't doet me werkelijk genofgen weder eens ongestoord met u te kunnen praten, (reikt hem de hand). Gaston, (na de hand hartelijk gedrukt te hebben). In hoe langen tijd is dat al niet gebeurd ! Susanne, (glimlachend). Ja, zeer lang zes jaren minstens. Gaston. Sedert uw huwelijk, niet waar ? Herinnert ge u nog die gezellige praatuurtjes van vroeger onder de hoede van uw tante ? (plotseling in da vormen) A propos ! Meneer uw echtgenoot is toch wel ? Susanne. Zeer wel, dank u. Gaston (in gedachten). Des te beter. Susanne. Wat zegt ge dat vreemd zoo somber. Gaston. Ik kan niet vergeten, dat ik u eens meende lief te hebben. Susanne. Juist.. . . Ge hebt zelfs om mijn hand gevraagd. Gaston. Ja, op mijn 18de jaar! Ik zie me vorstin volgde, die weder door een lersche groote dame werd opgevolgd, totdat eindelijk een Italiaansche zangeres aan de beurt kwam. Gaston. Drommels ! wat hebt u een geheugen. Susanne. Ja, reeds op school was de we reldgeschiedenis mijn fort. Gaston. En na de Italiaansche chanteuse? Susanne. Alleen de afgesloten regeerings tijdperken heb ik van buiten geleerd. Wrat buiten die dynastiën ligt, behoort niet meer tot het ge bied der geschiedenis, maar tot dat der indiscretie. Gaston. Overdreven bescheidenheid! Na de Italiaansche chanteuse komt een tijdperk van regeeringloosheid. Susanne. Zijt ge dus in het geheel niet meer verliefd ? Gaston. Dat wil zeggen, ik heb mijn liefde aan de circulatie onttrokken. Ik ben een kapi talist geworden, die zijn gevoelens in portefeuille bewaart en wacht nu een gunstige gelegenheid af, om ze aan de markt te brengen. Susanne. En hebt ge al eorig uitzicht? Gaston. Ongelukkerwijze neen '. . . . Ik ben ook te voorzichtig geworden. De laatste plaatsing was te noodlottig. Gestoorde zoiermst, (Lustige Blütter.) Mi:vT!<>r spektakel \v ETKOPA : Nu won ik juist mijn zomerslaapje doen, en daar begint dat vervloekte alweer !'' Ook een hervormer. De -viets", de groote kleedinghervormer van de negentiende eeuw. De Bulgaarsche Metropolitaan. zelf nog bij uw vader komen. ..Mijnheer ik hond van uw dochter. Zij is rijk, ik weet het. Ik. l>en arm, dat weet 11. Maar ik vlei mij, dat u om een ellendige geldkwestie niet zult aarzelen. "... ?>Ik aarzel ook volstrekt niet, jonge vriend.' antwoordde hij, Ik sla uw aanzoek at. S u s a n n e. Niet onaardig. l! as t o n. O! als ge op dat oogenblik mijn gezicht bad kunnen zien! Uw vader had mode lijden met mij, Moed gehouden, vriend ! Mis schien is het mijn laatste woord niet. (ie zijt nog te jong om ernstig aan trouwen te denken. kom over twee jaren terug en als uw gevoelens dan rog dezelfde zijn"... Susanne, \lacheml). Nu, en n:\ die twee jaren waren uw gevoelens. . . . Gaston... Altijd nog dezelfde. . . . maar zij golden een andere. S u s n n n e. JutlYrouw Amandina van het theater der folies-lyrüjues, waarop een llumeesche ! met de Italiaansche chanteuse? ge een kop thee ? Heinricii m Sybel. f S n s a n n e. Och! l. asten. Ja! S u s a n n e. (o/>rfa«itde). Wilt (i a s t o n. i iaarne. S n s a n n o (iiimt tunt de tafel en scltenkt in}. n wanneer /al die fameuze roman verschijnen '/ (?as t on. liïnr.en een maand, (neemt hit kojije dut Siixiiiiiie hcin gee/t.) Ja . . . suiker. . . en een beetje melk als 't u belieft. . . . dank u. Susanne, (die weder mi»/ de tuf el i's gegaan en een ;.'i: kopje iiigwlionken heeft.) En mag men den inhoud weten ? (i a s ton, (mor de tn/tl utaande en. met kleine teityen drinkend.) Eigenlijk niet Van morgen nog heb ik een reporter, die mij interviewen wilde, de deur uitgebonjourd. U zult echter de eerste zijn die het geheim verneemt. Sus a n n e. (met tut kopje in 'Ie lumil naakt hem tredend, vlciettd), Hoe zal 't boek heeten ? (i ast on. \na een voorbereidende paitse niet duidelijke stem.) »De reddingsboot." Susanne. Ha! dus een zeeroman? Gaston. Volstrekt niet. Susanne. Hoe ? een reddingsboot op het land ? (! a s t o n. Juist. Het betreft een vrouw .... Susanne, (een scliaalt /e piesenteenud.) Sand wich ? Gaston, (verwonderd.) Wat 'i (begrijpt hel en neemt een Sandwich) Dank u, (rerrolgt). Er is dus een vrouw, jong, mooi, rijk.... (van toon veranderend i. Met anchovis niet waar'r heerlijk ! (als vroeger) Haar man, niet in staat, haar te begrijpen, kwetst haar ieder oogenblik. Geheel haar schat van poëzie en idealen, waarmede zij zoo gelukkig had kunnen zijn, als /ij dien aan een gezelligen haard had kunnen rondstrooien (maakt het gebaar van een zacijer), was zij ge noodzaakt in de diepte barer ziel te doen ver zinken. S u s a n n e. En hoe heet uw heldin ? Gaston. Eleonore. (:et zijn kopje op tafel en gaat weder zitten.) Dus Eleonore lijdt onduld baar. ... tot op den dag, dat zij in de romeinsche campagna.... O ! daar heb ik vergeten u te vertellen, dat zij zonder haar man in lionie is. Susanne (gaat ook iilttn). Zoo? (ia s t on. Ja.... na een verschrikkelijke scène waarbij beleedigende uitdrukkingen ge wisseld worden .... Tusschen twee haakjes moet ik u doen opmerken, dat ik over die scène zeei tevreden ben. Ik heb daarbij gebruik gemaakt van eenige woorden uit den volkstaal, die uit stekend op hun plaats zijn. S u s a n n e. Nu, zij gaat dus in de romeinsche campagna wandelen ? (i a s t o n. Waar zij een zeer beroemden numismatikus aantreft, die daar interessante uitgra vingen doet. S u s a n n e. Dat idee van den numismatiknt is prachtig1. Goddank, dut die vervelende schildere en geleerden eens hebben uitgediend. (i as t on. Over hun eerste gesprekken loop ik heen en kom tot den dag, waarop hij bekent. dat hij haar bemint. Dat is het prachtigste oogen blik van het boek. De man spreekt goed .... Susanne. Daar twijfel ik niet aan, daar u het toch is. die de pen voert. G a s t o n. Pardon, ik wil hiermede slechts zeggen, dat bij indruk maakte. Zij luistert naar hem, koortsachtig, als in extase.... Hij beeft baar hand genomen, die zij niet terugtrekt.... /ij heeft haar hoofd op zijn schouder gelegd . . , Zij is verloren .... daar gaat plotseling de deui open. S u s a n n e. De echtgenoot !J (i a s t o n. Neen .... een oude Engelscbe dame die zich in het nummer der kamerdeur heetl vergist. Susanne. En die toch dadelijk weder ver dwijnt. (i as t o n. Ja, met de woorden: T bes your pardon.'' Maar baar verschijning is voldoende geweest om de betoovoring te verbreken. Eleonore is weder meesteres over zich zelve geworden Zij is gered. S u s a n n e. Goddank ! (Slot Volgt) De moeielijMen met Cuba. UNCI.I-: SA M : Ik heb al lang zin gehad in da» hapje ; het zal er nu wel aan moeten !"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl