Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTEEDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 950
steenbrokken der witte huizen tegen een blauwe
lucht, stil zich reflecteerend in het water met
.kleurige gondels.
Van Gerard Bilders was er een sympathiek
schilderijtje zeer verwant met vroeg werk van
Willem Maris.
Van de beide Marissen had de heer Preyer
zelf zeer mooie staaltjes geëxposeerd, maar vooral
van Israëls drie groote doeken, waaronder de
biddende vrouw, welke tijdelijk in het Rijks
museum in bruikleen was.
v. D.
Bjj de firma E. J. van Wisselingh & Co.,
Spui 23, zyn tentoongesteld: twee aquarellen
van Willem Witsen, ^Zondagmorgen-Winter", en
»In 't Dorp".
Een vijfde druk.
De welbekende verzameling Perles de lapoésie
contemporaine franyaise, indertijd door den uit
gever H. Pjjttersen Tzn. te Sneek bijeengebracht
en uitgegeven, beleeft thans böde uitgevers Van
Holkema en Warendorf een vijfden druk. De
Perles" hebben niet weinig bygedragen om de
voortbrengselen der moderne Fransche dicht
kunst in ons land te doen waardeeren ; de ver
zamelaar heeft bij eiken nieuwen druk voor
uitbreiding en verbetering gezorgd, vooral bij
dezen laatsten. Onveranderd gebleven is de
keurige uitvoering; de fraaie druk en het nette
bandje maken het handige boekje van bijna 700
bladzijden tot een sieraad voor het mooiste
boekenkastje, en de inhoud zal ongetwijfeld ook nu
weer zijn weg vinden naar hoofd en hart.
Bjj de uitgevers Holkema en Warendorf is de
eerste aflevering verschenen van De goedkoope
uitgave van Vertellingen uit den Bybel door
AGATHA. Dit boek mag inderdaad een goedkoope
uitgave heeten, daar het in 4 aflev. elk van 6
vel druks en met 6 platen naar Gustave Dor
slechts f 1.60 zal kosten. Exemplaren in door
Wm. Steelink geteekende stempelband zullen
?1.90 kosten.
Eigen Haard van 7 September bevat: Eigen
Haard door Anna Koubert. Het vijftigjarig
jubiléder Hollandsche kolonisten in Suriname
door H. Pyttersen Tz. (met afbeeldingen.)
Smart door A. T. Costa. Spaansehe Smokke
laar (bij de plaat naar de schilderij van Henry
Regnault.) Een praatje over de Koninklijke
Pviketvaart-Maatscftappy door G. B. Hooijer (met
iiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiimiiiiniillilllii
afbeeldingen.) De Galgenschilder. Ver
scheidenheid. Correspondentie. Feuilleton:
De geest van den inbreker, (slot.) Advertentiën.
HiiiiiiiiiiiiiiiiliiniiiiiiiiiiHli
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIH
national bij de municipaliteit te Passy. Je
kunt het hem zelf overbrengen en zeggen,
dat hij de gemelde réligieuses vooreerst met
rust laat. Ik zal op haar doen toezien. En
je belooft me tevens, dat je van nu aan een
beetje zult passen op al te groote sentimen
taliteit!"
Augustin verscheen den volgenden morgen
van den 19 Nivose (8 Januari) niet in de
Conventie. Hij had maar ne gedachte: de
arme Henriëtte gerust stellen en den vrede
brengen bij de verschrikte zusters te Passy.
De buitengemeene goedheid van Maximilien
had hem verrast. Hij wist wel, dat zijn
broer hem zeer genegen was, dat hij met
zekeren trots van hem sprak sedert zijne
campagne naar het Zuiden, maar verbaasde
zich toch, dat alles zoo goed gegaan was na de
noodlottige rapporten van Rousseville. Hij
wist niet, dat Robespierre zeer wel inzag,
waarom Augustin zoo warm gepleit had voor
de zusters te Passy; hij wist niet, dat Ro
bespierre volkomen begreep, hoe zijn broer
niet weinig pris was van de jonge ci-devanle.
Maar Maximilien maakte eene fout in zijne
berekeningen. Hij stelde zich voor, dat deze
genegenheid van Augustin van
voorbijgaanden aard zou zijn; die deze te midden van
een zeer drukken werkkring in de
ZuidOostelijke departementen spoedig zou verge
ten. Robespierre hield zijn broeder voor te
verstandig en te omzichtig, om in vollen
ernst zijn hart te hangen aan eene jonkvrouw
van adellijken huize. De groote redenaar
der Jakobijnen was in vele dingen zeer be
kwaam, muntte uit door beproefde
menschenkennis, maar van de opperheerschappij der
liefde in een jong en vurig hart had hij weinig
voorstelling hij, die de kalme, statige vriend
was van de stille, huiselijke Elêonore Duplay.
Augustin had zich met uitzondering van
den driekleurig-bepluimden steek in het kos
tuum der gedeputeerden te velde gekleed, en
de lange sabel aangegespt, waarmee hij Ie
Peilt Gibraltar had ingenomen. Omstreeks
te halfelf verscheen hij in de laan bij de
barrière de Passy en haastte zich naar het
huis der citoyenne Hussé, revendeuse d la
toilette. Het eerste wat hij gewaar werd, was,
dat de tuindeur wijd openstond, en dat een
militair in de uniform der nationale garde
er de wacht hield. Augustin sloeg zijn wij
den blauwen mantel ter zijde, en toonde zijne
driekleurige sjerp. De soldaat salueerde eer
biedig. Augustin snelde door den tuin en
begaf zich naar het woonhuis, waar al de
deuren openstonden. Hij dwaalde eene poos
door de nauwe gangen, toen trof hem het ge
rucht van stemmen. Snel gaat hij naar de
plaats, waar de sprekenden zich bevinden.
Een deur is wijd geopend hij vliegt naar
het vertrek, waaruit het gerucht tot hem komt.
Een aangrijpend tooneel vertoont zich voor
hem. Met den rug naar hem toegewend zit een
,persoon, die zich onderscheidt door een sjerp
vo
A M E S .
Slrandmode. Baden. Het mooiste
meisje van Weenen. Kaneelhkeur.
Patrysen. Spinnenzijde.
Merkwaardig is het, zooals, onder de wisselende
mode door, de strandcostumen eigenlijk hun kleur
behouden. Wit, rood, blauw, droeg men onder
keizerin Eugénie te Biarritz : wit, rood, blauw
draagt men nog van Sint Sebastiaan tot
Helgoland, langs de geheele Fransche en Engelsche
kust. Van wit serge, piqué, alpaca, crépon,
maakt men den rok, draagt er er een blouse op
van kardinaalroode zijde met dichte platte
plooien en neemt er een Eton jakje op van witte
serge met roode revers. Hetzelfde arrangement
met marineblauw is stiller, naar even frisch.
Daarbij een zwart strooien matrozenhoed, met
bundels klaprozen en zwart fluweel en de
aigrette van klaprozenknoppen; of bij het blauw
de hoed met korenbloemen, margueriten en veld
bloemen.
Van de zomerstoffen is geheel het ouwelpatroon
verdwenen, ook de strepen en de kleine bouquetjes
worden schaarsch; de richting is weer effen,
hetgeen ook bij de groote lijnen van strand en
zee beter past. Hierbij ook passen best de
tallooze costumes facon tailleur, met gewijzigden
rok en mouwen, de correcte jaquets en de gladde
overhemden; voor de engere afmetingen van
straten en salons bewaart men de capes, de
modieuse kleinigheden en de vele elegante
variatiën van het modetoilet.
* *
Het inrichten van badkamers in onze woningen
wordt hoe langer hoe meer een gebruik; en in
andere landen is het evenzoo; te Parijs heeft
iedere woning boven de '2000 francs huur in
de nieuwe wijken haar nette badkamer, en de
groote badhuizen maken, ondanks den geringen
prijs, in alle deelen der stad goede zaken. In
een curieus boek, Le Moyen-Age mediaal, gaat
Dr. Edmond Dupouy na, hoe het kan zijn, dat in
eene stad, wier oudste monument een badhuis is,
en waar uien nu weer heel kwistig met het
waseh
iiiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiniiutiiiiiiiniiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiu
en een hoogen steek, bezig luid te spreken.
Een individu in burgerkleederen, waarover
het wit leergoed van een soldaat, staat met
een geweer bij den ingang der kamer. Naast
eene tafel, tegenover den spreker, bevinden
zich twee vrouwen, die een treffend, schilder
achtig contrast vormden de eene, hoog
van gestalte en eerbiedwaardig door hare
sneeuwwitte hairen, de andere slank en jong
de Supérieure en Henriëtte. Een tiental
kloosterzusters in burgerkleeding scholen
bijeen op den achtergrond. Daar de man,
die spreekt, Augustin niet kan zien, en niet
bemerkt, dat hij binnentreed, gaat hij voort:
.... sZoodat ik, Jean Chrétien Romarin,
agent national bij de municipaliteit van Passy,
u namens gezegde municipaliteit kom ver
wittigen, daartoe aangeschreven door het
Comitéde Salutpublic, dat geene vereenigingen
van ex-nonnen mogen gehouden worden in
deze tijden van revolutie, daar zulke rassem
blemen ten aanleiding kunnen geven tot allerlei
verdachte besprekingen weshalve ik u
gebied binnen acht dagen dit huis te ont
ruimen met uitzondering van voorzegde
citoyenne Hussé.... Voorts heb ik u mee te
deelen, dat gij mij zult afgeven de sleutels
van uwe kisten, keukens, zolders en kelders,
ten einde mij persoonlijk te overtuigen, dat
ge u niet hebt schuldig gemaakt aan opkoo
perij van levensmiddelen, een misdrijf, dat
naar al de gestrengheid der wet zal worden
gestraft "
Toen hij zoover gekomen was, wierp
Augustin zijn mantel op een stoel, en de
linkerhand aan het gevest van zijne sabel
slaande, riep hij luid:
»In naam der wet! Ik, Augustin
Robespierre, lid der nationale Conventie en
Commissaris bij het leger van Italië, gelast
u, citoyen Romarin, aijent national bij de
municipalite-it van Passy, de citoyennes in
dit huis gevestigd op geene enkele wijze meer
lastig te vallen, brengende hiertoe mede het
bevelschrift van het Comitéde Salut public,
afgegeven door den citoyen Maximilien
Robespierre, chef van het bureau de police
générale /"
Bij het plotseling verschijnen van Augustin
had Henriëtte, doodsbleek, een kreet van
vreugde gesmoord, en zich aan de borst der
Supérieure geworpen, welke laatste met de
hand om de leest harer pleegdochter de
ongenoodigde bezoekers fier in het aangezicht
zag. Een zacht gemompel van blijdschap
deed zich hooren in den kring der
cxrthgieuses. De citoyen Romarin rees van
zijn stoel op. Het was een korpulent man
neke met een vuurrood gezicht en kleine,
looze, fonkelende oogjes. Zoodra hij Augustin
had aangezien, nam hij nederig zijn steek af,
boog zich, greep het bevelschrift, dat deze
hem toereikte, en doorliep het met een
enkelen oogopslag. Daarop sprak hij met
een geluid, waarvan de bescheiden intonatie
zeer scherp afstak bij den ruwen toon, een
water omgaat, een tijdlang het baden byna geheel
uit de mode is geweest. In het begin der Mid
deleeuwen baadde men te Parijs evenveel als in
Rome; zelfs ieder klooster had zijn badkamer,
waar ook de armen gratis konden komen baden
en zich gratis »koppen" laten zetten. Wie tot
ridder zou worden geslagen, wie aan een plech
tigheid zou deelnemen, begon met zich te baden.
Wie een diner gaf, liet den gasten vooraf een
bad aanbieden ; als Lodewijk XI bij de burgers
van Parijs ging eten, leidde men hem eerst in
de badkamer, waar een warm bad gereed was;
alle welvarende lieden waren er dus op ingericht.
In dien tyd ook waren er groote publieke
baden; 's morgens stond er een man aan de deur
om te roepen dat het water warm was. Omstreeks
Karel VI kwamen daar dampstoven (étuves) bij
en de eigenaars noemden zich tuveurs, hetgeen
tot de revolutie hun naam bleef. Zy verbonden
ook barbiers, kappers, pedicures en in vele ge
vallen dokters aan hun inrichtingen.
Toen kwam de reactie. Oostersche en Italiaan
sche weelde, eerst door de kruistochten, later
door de Italiaansche veldtochten, de Renaissance,
de Medicis, aangebracht, maakte de badstoven
tot heel iets anders. Gaarkeukens kwamen erbij,
ribaudes" kwamen er zoo goed als wonen, los
bandige jongelui bleven er dagen lang, heeren die
vermist werden bleken een week of langer bij den
bangneur gebleven te zijn. Langzamerhand kwa
men dus de baden in slechten naam; een tweede
oorzaak waren de vreeselijke epidemieën, die
nu en dan de stad teisterden, en die, naar men
vermoedde, door de openbare badhuizen bevor
derd werden. In het einde der zestiende eeuw
begon het baden in discrediet te geraken; vijftig
jaar later was het geheel uit de mode; zelfs in
huis achtte men het niet behoorlijk meer. De
Vierville vertelt, dat eene fatsoenlijke vrouw in
zijn tijd er niet meer aan gedacht zou hebben.
De zindelijkheid raakte in alle opzichten op den
achtergrond. Dit duurde zoo de heele zeventiende
en een deel der achttiende eeuw door; men kan
meenen dat het toenemend gebruik van odeurs
in die eeuw en het snuiven er mee in verband
stond. Op de helft der achltiende eeuw zijn de
rivierbaden en zwemscholen weer begonnen, en
nu begint het baden weer als een algemeene
behoefte beschouwd te worden.
***
Elk jaar wordt nabij Weenen op den
Kahlenberg een soort schoonheidsconcours gehouden,
op den avond vóór Sint Anna. Het uitroepen tot
»het mooiste meisje van Weenen" geschiedt bij
plebisciet; elk bezoeker van het feest toch ont
vangt bij het binnentreden aan het bureau met
zijn entréebiljet een coupon en mag dien, naar
limiiiiiiiiniiiiiiiiiiinimlliiiiiiniiiiiiliiiiiiiliinitliiiiiilllllllllilimiliililiiii
oogenblik te voren gebruikt:
??«Ciloyen représentant! Ik ben bezig mij
van den last te kwijten, mij opgelegd door
de municipaliteit van Passy. Ik gehoorzaam
terstond aan de nieuwe instructie van het
Comitédoor u persoonlijk gebracht... en zal
van mijn wedervaren nauwkeurig rapport
uitbrengen ...."
Augustin stak de hand uit naar de deur
den tuinkamer, en sprak gebiedend:
»Ik beveel je, citoyen agent national.'
dit huis, dat onder de bescherming gesteld
wordt van het bureau de police générale nim
mer weer met eenig bezoek te verontrusten.
Je kunt gaan!"
De eiloyen Romarin en de man met het
geweer verdwenen haastig. Zoodra het ge
rucht hunner schreden ophield, nam Augustin
zijn hoed af,en boog beleefd voor deSupérieure.
Deze beantwoordde zijn groet, en zag met
verrassing naar het open, oprecht gelaat, en
de fiere houding van den jonkman. Snel
zeide zij:
-- «Vergeef me, citoyen r/'présentant\ Een
oogenblik!'' en zich wendende tot de zusters:
»Sluit en grendelt al de deuren ziet
toe of er iemand in den tuin is achterge
bleven."
Henriëtte scheen dit oogenblik te hebben
afgewacht. Zij reikte Augustin de hand met
een blik van hooge voldoening en dankbaar
heid. Zij sprak niet, haar hart klopte te luid.
Mlle de Hussékeerde nu tot Augustin
terug, en bood hem beleefd een zetel. Daar
hij iets te zeggen had, nam hij plaats, en
zoodra de Supérieure tegenover hem zat,
begon hij:
»Madame la Supérieure] Ik vraag ver
schooning zoo onaangediend voor u te ver
schijnen ! Maar het was om u van dienst te
zijn. Gisteren ontdekte ik toevallig, dat uw
huis door een verklikker was bespied, dat
uw naam, uwe samenwoning met voormalige
kloosterzusters, aan mijn broer Maximilien
werden gerapporteerd. Met veel moeite be
werkte ik, dat men u vooreerst niet meer zal
lastig vallen. Het is u bekend, dat ik met
Henriëtte heb gecorrespondeerd u weet, dat
de teederste genegenheid mijn hart en leven
aan het hare heeft verbonden. U begrijpt,
dat ik mij zeer bekommerd moet gevoelen
over haar lot. Het is niet te voorzien, wat
verklikkers en nijdige volgers der Hébertisten
in het werk zullen stellen, om u opnieuw te
verontrusten. Persoonlijk zal men u waar
schijnlijk niet deren of verjagen, maar wat
?l J . J O i
moet er van onze Henriëtte worden...."
Het jonge meisje beloonde hem met een
betooverenden lach, omdat hij » Madame la
Supérieure" gezegd had.
Mlle de Hussó was getroflen door alles,
wat Augustin sprak. Hij had terstond hare
belangstelling gewonnen. Zij antwoordde
aarzelend:
»Henriëtte is geene réliyieuse dus "
»Zij is de dochter van een der
cftevazijn smaak of zijn welwillendheid, aan eene damo
overhandigen. De dame die de meeste coupons
kan toonen, geldt als de schoonste ; ook wanneer
er soms niet volkomen gerechtigheid be:racht
wordt, elke dame heeft toch allicht den een of
ander die stemmen voor haar werft de prijs
wordt toch nooit betwist. De prgs is een gouden
horloge met ketting; er zijn nog een paar premiën.
Den vorigen Donderdag kwamen per omnibus,
per boot, per rijtuig honderden bezoekers naar
het feest op den Kahlenberg ; er was muziek en
verschillende vermakelijkheden. Toen begon het
détiléder candidaten voor het schoonheidscon
cours ; eenige waren timide, anderen coquet,
anderen uitdagend. Eindelijk om 9 uur 's avonds
werd bij trompetgeschal het inleveren der stem
briefjes gesloten, en al spoedig daarna de uitslag
gemeld. De bekroonden moesten zelve hare prij
zen aan de tribune in ontvangst komen nemen
en konden dan door iedereen gezien worden.
De meeste stemmen verkreeg mej. Marie
Jeringbauer, eene allerliefste verschijning met donkere
oogen en zwart haar, 18 jaar, met 430stemmen;
de anderen Marie Stark, 17 jaar, met 411 stem
men, Leopoldine Servousz, 22 jaar oud, met 2GC>
stemmen, en Emma Klein, 20 jaar oud, met '252
stemmen.
*
* *
Brillat-Savarin heeft gezegd dat wie een nieuwen
schotel uitvond, meer aanspraak kon maken op
de dankbaarheid der mensöhheid, dan wie een
nieuwe ster ontdekte Palisa zou het dan af
leggen tegen de heeren Wilh. Schudel en Co.,
die een «gekruide Ceylon-kaneellikeur" ont
dekten en daarmede groot succes hebben. De
bewuste likeur is in de drie en een half jaar
van haar bestaan reods met twee eerediploma's
en acht gouden medailles bekroond; zij wordt
uitgevoerd naar België, Frankrijk, Rusland en
Perzië, dus bijna tot Ceylon; de kaneellikeur
kan daar den vaderlijken grond weer begroeten.
* *
*
De »maanden zonder r" waarin de kreeften
versch zijn, gaan verdwijnen, de maanden met
een r" waarin oesters en patrijzen bloeien, volgen
hen op. De beroemde »perdrix aux choux" vindt
men in Duitschland als «Rebhuhn mit Sauerkohl";
een tweede combinatie die in gunst komt is een
halve patrijs met kaviaar (»kavv'iar" zegt men
aan de Spree). Het meest gezocht zijn tweejarige
patrijzen; die van het eerste jaar, herkenbaar
aan lichtgele pooten met spitse klauwen en
zwarten snavel, zijn te teer; van die van drie
jaar of ouder geldt het spreukje:
Schwarzer Fuss und weisser Schnabel
Ruinirt des Hausherrn Gabel;
iimiiiiiiiiiiiiiimitiiiiiiiiMMiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiliiiii
l Iers dupoiijnard. Als men haar naam ontdekt,
kan het haar dood zijn. En nu moet ik u
berichten, dat ik over eenige dagen weer
naar het Zuiden zal reizen als Commissaris
der Conventie. ..."
Henriëtte keek hem ontsteld aan. Augustin
ging voort, terwijl zijne stem bijna afdaalde
tot gefluister.
?> Madame la Supérieure! Ik kan niet
uit Parijs gaan, als ik niet zeker weet, dat
Henriëtte veilig is. U ziet, hoe gevaarlijk
hare positie is. Zonder mijne persoonlijke
tusschenkomst zou ze van daag al in de hoog
ste verlegenheid zijn geraakt. Er is maar eeu
volkomen afdoend middel, om haar voort
durend te beschermen. Vergun haar, dat zij
onder mijn geleide naar het Zuiden meereize!
Mijne zuster Chaiiotte zal ons vergezellen!"
Een blijde uitroep ontsnapte Henriëtte.
Mlle de Husséantwoordde met hoogst
ernstigen nadruk:
»Dit zoude volkomen onvoegzaam zijn,
meneer .... de Robespierre ! Henriëtte zal
mij nooit verlaten dan aan den arm van haar
echtgenoot.... en dit is in uw geval onmogelijk."
»Onmogelijk. ... waarom?"
Augustin stond op, en zag Henriëtte angstig
vragend aan.
»0mdat zij nooit een huwelijk zal slui
ten, dat ingezegend zou moeten worden door
een beëedigd priester als ernog zulken zijn !"
»Dus Henriëtte erkent alleen de wet
tigheid van een huwelijk, gesloten door een
priester non jureur.'"'
»U ziet dus wel...."
»O, neen, ik zie niets. Als Henriëtle
dit eischt zal haar eisch door mij ver
vuld worden !''
Luid jubelend, zich niet langer weerhou
dend, met de tranen in de oogen, werpt zicli
Henriëtte aan Augustin's borst.
»Je bent nobel! Je bent grootmoedig,
mijn Augustin!" klonk het zacht murme
lend van. hare lippen. »Je offert uitgroole
liefde een deel van je overtuiging!"
»0, neen!'' antwoordde Augustin.
»Ik erken het bestaan van een Opperste Wezen.
dat ons lot bestuurt ik weet, dat mijne ziel
onsterfelijk is ! Dus heb ik eerbied voor ieder
priester, die dezelfde leer belijdt."
«Maar dit is niet genoeg, meneer de
Robespierre !" viel Mlle de Husséin.
»\Vat ontbreekt mij dan nog?"
? »U moet zich buigen voor den priester
des Heeren, en ootmoedig om absolutie van
uwe zonden vragen, aleer u aan een huwelijk
mag denken!''
Augustin hief verschrikt het hoofd op.
Henriëtte zocht met eene smeekende uitdruk
king in hare fluweelzachte oogen zijn blik
op te vangen. De taal dier oogen had eene
verwonderlijke groote tooverkracht hij boog
het hoofd, en zei zonder aarzeling:
»Ook dit zal geschieden, madame la
Supérieure!'1''
(Wordt vervolgd).