De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 8 september pagina 4

8 september 1895 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEEDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 950 steenbrokken der witte huizen tegen een blauwe lucht, stil zich reflecteerend in het water met .kleurige gondels. Van Gerard Bilders was er een sympathiek schilderijtje zeer verwant met vroeg werk van Willem Maris. Van de beide Marissen had de heer Preyer zelf zeer mooie staaltjes geëxposeerd, maar vooral van Israëls drie groote doeken, waaronder de biddende vrouw, welke tijdelijk in het Rijks museum in bruikleen was. v. D. Bjj de firma E. J. van Wisselingh & Co., Spui 23, zyn tentoongesteld: twee aquarellen van Willem Witsen, ^Zondagmorgen-Winter", en »In 't Dorp". Een vijfde druk. De welbekende verzameling Perles de lapoésie contemporaine franyaise, indertijd door den uit gever H. Pjjttersen Tzn. te Sneek bijeengebracht en uitgegeven, beleeft thans böde uitgevers Van Holkema en Warendorf een vijfden druk. De Perles" hebben niet weinig bygedragen om de voortbrengselen der moderne Fransche dicht kunst in ons land te doen waardeeren ; de ver zamelaar heeft bij eiken nieuwen druk voor uitbreiding en verbetering gezorgd, vooral bij dezen laatsten. Onveranderd gebleven is de keurige uitvoering; de fraaie druk en het nette bandje maken het handige boekje van bijna 700 bladzijden tot een sieraad voor het mooiste boekenkastje, en de inhoud zal ongetwijfeld ook nu weer zijn weg vinden naar hoofd en hart. Bjj de uitgevers Holkema en Warendorf is de eerste aflevering verschenen van De goedkoope uitgave van Vertellingen uit den Bybel door AGATHA. Dit boek mag inderdaad een goedkoope uitgave heeten, daar het in 4 aflev. elk van 6 vel druks en met 6 platen naar Gustave Dor slechts f 1.60 zal kosten. Exemplaren in door Wm. Steelink geteekende stempelband zullen ?1.90 kosten. Eigen Haard van 7 September bevat: Eigen Haard door Anna Koubert. Het vijftigjarig jubiléder Hollandsche kolonisten in Suriname door H. Pyttersen Tz. (met afbeeldingen.) Smart door A. T. Costa. Spaansehe Smokke laar (bij de plaat naar de schilderij van Henry Regnault.) Een praatje over de Koninklijke Pviketvaart-Maatscftappy door G. B. Hooijer (met iiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiimiiiiniillilllii afbeeldingen.) De Galgenschilder. Ver scheidenheid. Correspondentie. Feuilleton: De geest van den inbreker, (slot.) Advertentiën. HiiiiiiiiiiiiiiiiliiniiiiiiiiiiHli IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIMIH national bij de municipaliteit te Passy. Je kunt het hem zelf overbrengen en zeggen, dat hij de gemelde réligieuses vooreerst met rust laat. Ik zal op haar doen toezien. En je belooft me tevens, dat je van nu aan een beetje zult passen op al te groote sentimen taliteit!" Augustin verscheen den volgenden morgen van den 19 Nivose (8 Januari) niet in de Conventie. Hij had maar ne gedachte: de arme Henriëtte gerust stellen en den vrede brengen bij de verschrikte zusters te Passy. De buitengemeene goedheid van Maximilien had hem verrast. Hij wist wel, dat zijn broer hem zeer genegen was, dat hij met zekeren trots van hem sprak sedert zijne campagne naar het Zuiden, maar verbaasde zich toch, dat alles zoo goed gegaan was na de noodlottige rapporten van Rousseville. Hij wist niet, dat Robespierre zeer wel inzag, waarom Augustin zoo warm gepleit had voor de zusters te Passy; hij wist niet, dat Ro bespierre volkomen begreep, hoe zijn broer niet weinig pris was van de jonge ci-devanle. Maar Maximilien maakte eene fout in zijne berekeningen. Hij stelde zich voor, dat deze genegenheid van Augustin van voorbijgaanden aard zou zijn; die deze te midden van een zeer drukken werkkring in de ZuidOostelijke departementen spoedig zou verge ten. Robespierre hield zijn broeder voor te verstandig en te omzichtig, om in vollen ernst zijn hart te hangen aan eene jonkvrouw van adellijken huize. De groote redenaar der Jakobijnen was in vele dingen zeer be kwaam, muntte uit door beproefde menschenkennis, maar van de opperheerschappij der liefde in een jong en vurig hart had hij weinig voorstelling hij, die de kalme, statige vriend was van de stille, huiselijke Elêonore Duplay. Augustin had zich met uitzondering van den driekleurig-bepluimden steek in het kos tuum der gedeputeerden te velde gekleed, en de lange sabel aangegespt, waarmee hij Ie Peilt Gibraltar had ingenomen. Omstreeks te halfelf verscheen hij in de laan bij de barrière de Passy en haastte zich naar het huis der citoyenne Hussé, revendeuse d la toilette. Het eerste wat hij gewaar werd, was, dat de tuindeur wijd openstond, en dat een militair in de uniform der nationale garde er de wacht hield. Augustin sloeg zijn wij den blauwen mantel ter zijde, en toonde zijne driekleurige sjerp. De soldaat salueerde eer biedig. Augustin snelde door den tuin en begaf zich naar het woonhuis, waar al de deuren openstonden. Hij dwaalde eene poos door de nauwe gangen, toen trof hem het ge rucht van stemmen. Snel gaat hij naar de plaats, waar de sprekenden zich bevinden. Een deur is wijd geopend hij vliegt naar het vertrek, waaruit het gerucht tot hem komt. Een aangrijpend tooneel vertoont zich voor hem. Met den rug naar hem toegewend zit een ,persoon, die zich onderscheidt door een sjerp vo A M E S . Slrandmode. Baden. Het mooiste meisje van Weenen. Kaneelhkeur. Patrysen. Spinnenzijde. Merkwaardig is het, zooals, onder de wisselende mode door, de strandcostumen eigenlijk hun kleur behouden. Wit, rood, blauw, droeg men onder keizerin Eugénie te Biarritz : wit, rood, blauw draagt men nog van Sint Sebastiaan tot Helgoland, langs de geheele Fransche en Engelsche kust. Van wit serge, piqué, alpaca, crépon, maakt men den rok, draagt er er een blouse op van kardinaalroode zijde met dichte platte plooien en neemt er een Eton jakje op van witte serge met roode revers. Hetzelfde arrangement met marineblauw is stiller, naar even frisch. Daarbij een zwart strooien matrozenhoed, met bundels klaprozen en zwart fluweel en de aigrette van klaprozenknoppen; of bij het blauw de hoed met korenbloemen, margueriten en veld bloemen. Van de zomerstoffen is geheel het ouwelpatroon verdwenen, ook de strepen en de kleine bouquetjes worden schaarsch; de richting is weer effen, hetgeen ook bij de groote lijnen van strand en zee beter past. Hierbij ook passen best de tallooze costumes facon tailleur, met gewijzigden rok en mouwen, de correcte jaquets en de gladde overhemden; voor de engere afmetingen van straten en salons bewaart men de capes, de modieuse kleinigheden en de vele elegante variatiën van het modetoilet. * * Het inrichten van badkamers in onze woningen wordt hoe langer hoe meer een gebruik; en in andere landen is het evenzoo; te Parijs heeft iedere woning boven de '2000 francs huur in de nieuwe wijken haar nette badkamer, en de groote badhuizen maken, ondanks den geringen prijs, in alle deelen der stad goede zaken. In een curieus boek, Le Moyen-Age mediaal, gaat Dr. Edmond Dupouy na, hoe het kan zijn, dat in eene stad, wier oudste monument een badhuis is, en waar uien nu weer heel kwistig met het waseh iiiiiiiiniiimiiiiiiiiiiiiiiiiiniiutiiiiiiiniiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiu en een hoogen steek, bezig luid te spreken. Een individu in burgerkleederen, waarover het wit leergoed van een soldaat, staat met een geweer bij den ingang der kamer. Naast eene tafel, tegenover den spreker, bevinden zich twee vrouwen, die een treffend, schilder achtig contrast vormden de eene, hoog van gestalte en eerbiedwaardig door hare sneeuwwitte hairen, de andere slank en jong de Supérieure en Henriëtte. Een tiental kloosterzusters in burgerkleeding scholen bijeen op den achtergrond. Daar de man, die spreekt, Augustin niet kan zien, en niet bemerkt, dat hij binnentreed, gaat hij voort: .... sZoodat ik, Jean Chrétien Romarin, agent national bij de municipaliteit van Passy, u namens gezegde municipaliteit kom ver wittigen, daartoe aangeschreven door het Comitéde Salutpublic, dat geene vereenigingen van ex-nonnen mogen gehouden worden in deze tijden van revolutie, daar zulke rassem blemen ten aanleiding kunnen geven tot allerlei verdachte besprekingen weshalve ik u gebied binnen acht dagen dit huis te ont ruimen met uitzondering van voorzegde citoyenne Hussé.... Voorts heb ik u mee te deelen, dat gij mij zult afgeven de sleutels van uwe kisten, keukens, zolders en kelders, ten einde mij persoonlijk te overtuigen, dat ge u niet hebt schuldig gemaakt aan opkoo perij van levensmiddelen, een misdrijf, dat naar al de gestrengheid der wet zal worden gestraft " Toen hij zoover gekomen was, wierp Augustin zijn mantel op een stoel, en de linkerhand aan het gevest van zijne sabel slaande, riep hij luid: »In naam der wet! Ik, Augustin Robespierre, lid der nationale Conventie en Commissaris bij het leger van Italië, gelast u, citoyen Romarin, aijent national bij de municipalite-it van Passy, de citoyennes in dit huis gevestigd op geene enkele wijze meer lastig te vallen, brengende hiertoe mede het bevelschrift van het Comitéde Salut public, afgegeven door den citoyen Maximilien Robespierre, chef van het bureau de police générale /" Bij het plotseling verschijnen van Augustin had Henriëtte, doodsbleek, een kreet van vreugde gesmoord, en zich aan de borst der Supérieure geworpen, welke laatste met de hand om de leest harer pleegdochter de ongenoodigde bezoekers fier in het aangezicht zag. Een zacht gemompel van blijdschap deed zich hooren in den kring der cxrthgieuses. De citoyen Romarin rees van zijn stoel op. Het was een korpulent man neke met een vuurrood gezicht en kleine, looze, fonkelende oogjes. Zoodra hij Augustin had aangezien, nam hij nederig zijn steek af, boog zich, greep het bevelschrift, dat deze hem toereikte, en doorliep het met een enkelen oogopslag. Daarop sprak hij met een geluid, waarvan de bescheiden intonatie zeer scherp afstak bij den ruwen toon, een water omgaat, een tijdlang het baden byna geheel uit de mode is geweest. In het begin der Mid deleeuwen baadde men te Parijs evenveel als in Rome; zelfs ieder klooster had zijn badkamer, waar ook de armen gratis konden komen baden en zich gratis »koppen" laten zetten. Wie tot ridder zou worden geslagen, wie aan een plech tigheid zou deelnemen, begon met zich te baden. Wie een diner gaf, liet den gasten vooraf een bad aanbieden ; als Lodewijk XI bij de burgers van Parijs ging eten, leidde men hem eerst in de badkamer, waar een warm bad gereed was; alle welvarende lieden waren er dus op ingericht. In dien tyd ook waren er groote publieke baden; 's morgens stond er een man aan de deur om te roepen dat het water warm was. Omstreeks Karel VI kwamen daar dampstoven (étuves) bij en de eigenaars noemden zich tuveurs, hetgeen tot de revolutie hun naam bleef. Zy verbonden ook barbiers, kappers, pedicures en in vele ge vallen dokters aan hun inrichtingen. Toen kwam de reactie. Oostersche en Italiaan sche weelde, eerst door de kruistochten, later door de Italiaansche veldtochten, de Renaissance, de Medicis, aangebracht, maakte de badstoven tot heel iets anders. Gaarkeukens kwamen erbij, ribaudes" kwamen er zoo goed als wonen, los bandige jongelui bleven er dagen lang, heeren die vermist werden bleken een week of langer bij den bangneur gebleven te zijn. Langzamerhand kwa men dus de baden in slechten naam; een tweede oorzaak waren de vreeselijke epidemieën, die nu en dan de stad teisterden, en die, naar men vermoedde, door de openbare badhuizen bevor derd werden. In het einde der zestiende eeuw begon het baden in discrediet te geraken; vijftig jaar later was het geheel uit de mode; zelfs in huis achtte men het niet behoorlijk meer. De Vierville vertelt, dat eene fatsoenlijke vrouw in zijn tijd er niet meer aan gedacht zou hebben. De zindelijkheid raakte in alle opzichten op den achtergrond. Dit duurde zoo de heele zeventiende en een deel der achttiende eeuw door; men kan meenen dat het toenemend gebruik van odeurs in die eeuw en het snuiven er mee in verband stond. Op de helft der achltiende eeuw zijn de rivierbaden en zwemscholen weer begonnen, en nu begint het baden weer als een algemeene behoefte beschouwd te worden. *** Elk jaar wordt nabij Weenen op den Kahlenberg een soort schoonheidsconcours gehouden, op den avond vóór Sint Anna. Het uitroepen tot »het mooiste meisje van Weenen" geschiedt bij plebisciet; elk bezoeker van het feest toch ont vangt bij het binnentreden aan het bureau met zijn entréebiljet een coupon en mag dien, naar limiiiiiiiiniiiiiiiiiiinimlliiiiiiniiiiiiliiiiiiiliinitliiiiiilllllllllilimiliililiiii oogenblik te voren gebruikt: ??«Ciloyen représentant! Ik ben bezig mij van den last te kwijten, mij opgelegd door de municipaliteit van Passy. Ik gehoorzaam terstond aan de nieuwe instructie van het Comitédoor u persoonlijk gebracht... en zal van mijn wedervaren nauwkeurig rapport uitbrengen ...." Augustin stak de hand uit naar de deur den tuinkamer, en sprak gebiedend: »Ik beveel je, citoyen agent national.' dit huis, dat onder de bescherming gesteld wordt van het bureau de police générale nim mer weer met eenig bezoek te verontrusten. Je kunt gaan!" De eiloyen Romarin en de man met het geweer verdwenen haastig. Zoodra het ge rucht hunner schreden ophield, nam Augustin zijn hoed af,en boog beleefd voor deSupérieure. Deze beantwoordde zijn groet, en zag met verrassing naar het open, oprecht gelaat, en de fiere houding van den jonkman. Snel zeide zij: -- «Vergeef me, citoyen r/'présentant\ Een oogenblik!'' en zich wendende tot de zusters: »Sluit en grendelt al de deuren ziet toe of er iemand in den tuin is achterge bleven." Henriëtte scheen dit oogenblik te hebben afgewacht. Zij reikte Augustin de hand met een blik van hooge voldoening en dankbaar heid. Zij sprak niet, haar hart klopte te luid. Mlle de Hussékeerde nu tot Augustin terug, en bood hem beleefd een zetel. Daar hij iets te zeggen had, nam hij plaats, en zoodra de Supérieure tegenover hem zat, begon hij: »Madame la Supérieure] Ik vraag ver schooning zoo onaangediend voor u te ver schijnen ! Maar het was om u van dienst te zijn. Gisteren ontdekte ik toevallig, dat uw huis door een verklikker was bespied, dat uw naam, uwe samenwoning met voormalige kloosterzusters, aan mijn broer Maximilien werden gerapporteerd. Met veel moeite be werkte ik, dat men u vooreerst niet meer zal lastig vallen. Het is u bekend, dat ik met Henriëtte heb gecorrespondeerd u weet, dat de teederste genegenheid mijn hart en leven aan het hare heeft verbonden. U begrijpt, dat ik mij zeer bekommerd moet gevoelen over haar lot. Het is niet te voorzien, wat verklikkers en nijdige volgers der Hébertisten in het werk zullen stellen, om u opnieuw te verontrusten. Persoonlijk zal men u waar schijnlijk niet deren of verjagen, maar wat ?l J . J O i moet er van onze Henriëtte worden...." Het jonge meisje beloonde hem met een betooverenden lach, omdat hij » Madame la Supérieure" gezegd had. Mlle de Hussó was getroflen door alles, wat Augustin sprak. Hij had terstond hare belangstelling gewonnen. Zij antwoordde aarzelend: »Henriëtte is geene réliyieuse dus " »Zij is de dochter van een der cftevazijn smaak of zijn welwillendheid, aan eene damo overhandigen. De dame die de meeste coupons kan toonen, geldt als de schoonste ; ook wanneer er soms niet volkomen gerechtigheid be:racht wordt, elke dame heeft toch allicht den een of ander die stemmen voor haar werft de prijs wordt toch nooit betwist. De prgs is een gouden horloge met ketting; er zijn nog een paar premiën. Den vorigen Donderdag kwamen per omnibus, per boot, per rijtuig honderden bezoekers naar het feest op den Kahlenberg ; er was muziek en verschillende vermakelijkheden. Toen begon het détiléder candidaten voor het schoonheidscon cours ; eenige waren timide, anderen coquet, anderen uitdagend. Eindelijk om 9 uur 's avonds werd bij trompetgeschal het inleveren der stem briefjes gesloten, en al spoedig daarna de uitslag gemeld. De bekroonden moesten zelve hare prij zen aan de tribune in ontvangst komen nemen en konden dan door iedereen gezien worden. De meeste stemmen verkreeg mej. Marie Jeringbauer, eene allerliefste verschijning met donkere oogen en zwart haar, 18 jaar, met 430stemmen; de anderen Marie Stark, 17 jaar, met 411 stem men, Leopoldine Servousz, 22 jaar oud, met 2GC> stemmen, en Emma Klein, 20 jaar oud, met '252 stemmen. * * * Brillat-Savarin heeft gezegd dat wie een nieuwen schotel uitvond, meer aanspraak kon maken op de dankbaarheid der mensöhheid, dan wie een nieuwe ster ontdekte Palisa zou het dan af leggen tegen de heeren Wilh. Schudel en Co., die een «gekruide Ceylon-kaneellikeur" ont dekten en daarmede groot succes hebben. De bewuste likeur is in de drie en een half jaar van haar bestaan reods met twee eerediploma's en acht gouden medailles bekroond; zij wordt uitgevoerd naar België, Frankrijk, Rusland en Perzië, dus bijna tot Ceylon; de kaneellikeur kan daar den vaderlijken grond weer begroeten. * * * De »maanden zonder r" waarin de kreeften versch zijn, gaan verdwijnen, de maanden met een r" waarin oesters en patrijzen bloeien, volgen hen op. De beroemde »perdrix aux choux" vindt men in Duitschland als «Rebhuhn mit Sauerkohl"; een tweede combinatie die in gunst komt is een halve patrijs met kaviaar (»kavv'iar" zegt men aan de Spree). Het meest gezocht zijn tweejarige patrijzen; die van het eerste jaar, herkenbaar aan lichtgele pooten met spitse klauwen en zwarten snavel, zijn te teer; van die van drie jaar of ouder geldt het spreukje: Schwarzer Fuss und weisser Schnabel Ruinirt des Hausherrn Gabel; iimiiiiiiiiiiiiiimitiiiiiiiiMMiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiliiiii l Iers dupoiijnard. Als men haar naam ontdekt, kan het haar dood zijn. En nu moet ik u berichten, dat ik over eenige dagen weer naar het Zuiden zal reizen als Commissaris der Conventie. ..." Henriëtte keek hem ontsteld aan. Augustin ging voort, terwijl zijne stem bijna afdaalde tot gefluister. ?> Madame la Supérieure! Ik kan niet uit Parijs gaan, als ik niet zeker weet, dat Henriëtte veilig is. U ziet, hoe gevaarlijk hare positie is. Zonder mijne persoonlijke tusschenkomst zou ze van daag al in de hoog ste verlegenheid zijn geraakt. Er is maar eeu volkomen afdoend middel, om haar voort durend te beschermen. Vergun haar, dat zij onder mijn geleide naar het Zuiden meereize! Mijne zuster Chaiiotte zal ons vergezellen!" Een blijde uitroep ontsnapte Henriëtte. Mlle de Husséantwoordde met hoogst ernstigen nadruk: »Dit zoude volkomen onvoegzaam zijn, meneer .... de Robespierre ! Henriëtte zal mij nooit verlaten dan aan den arm van haar echtgenoot.... en dit is in uw geval onmogelijk." »Onmogelijk. ... waarom?" Augustin stond op, en zag Henriëtte angstig vragend aan. »0mdat zij nooit een huwelijk zal slui ten, dat ingezegend zou moeten worden door een beëedigd priester als ernog zulken zijn !" »Dus Henriëtte erkent alleen de wet tigheid van een huwelijk, gesloten door een priester non jureur.'"' »U ziet dus wel...." »O, neen, ik zie niets. Als Henriëtle dit eischt zal haar eisch door mij ver vuld worden !'' Luid jubelend, zich niet langer weerhou dend, met de tranen in de oogen, werpt zicli Henriëtte aan Augustin's borst. »Je bent nobel! Je bent grootmoedig, mijn Augustin!" klonk het zacht murme lend van. hare lippen. »Je offert uitgroole liefde een deel van je overtuiging!" »0, neen!'' antwoordde Augustin. »Ik erken het bestaan van een Opperste Wezen. dat ons lot bestuurt ik weet, dat mijne ziel onsterfelijk is ! Dus heb ik eerbied voor ieder priester, die dezelfde leer belijdt." «Maar dit is niet genoeg, meneer de Robespierre !" viel Mlle de Husséin. »\Vat ontbreekt mij dan nog?" ? »U moet zich buigen voor den priester des Heeren, en ootmoedig om absolutie van uwe zonden vragen, aleer u aan een huwelijk mag denken!'' Augustin hief verschrikt het hoofd op. Henriëtte zocht met eene smeekende uitdruk king in hare fluweelzachte oogen zijn blik op te vangen. De taal dier oogen had eene verwonderlijke groote tooverkracht hij boog het hoofd, en zei zonder aarzeling: »Ook dit zal geschieden, madame la Supérieure!'1'' (Wordt vervolgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl