Historisch Archief 1877-1940
f'
DE AMSTERDAMMEB, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No.951
Sncci-Mipl.
(Lustige Bldtter.)
Ook Signor Miquel moet gedurende de vacantie
«m het Parlement den honger-virtuoos spelen;
zelfs de kleine verfrisschingen, die de goede
Posadowsky hem wil toestoppen, worden door
het comitévan controle niet toegelaten.
HtTSJES
Jrai Amtitta.
Zij, die in de gelegenheid zijn geweest, met de
Amerikaansche jeugd kennis te maken en haar te
vergelijken met haar Europeesche broeders en zus
ters, zullen mijn titel wel wat paradox vinden. Ik
Tind zelf, dat zij er veel van weg heeft, als ik
bedenk, hoe weinig het, woord jong van toepassing
is pp de bleeke, ernstige, wijsneuzige oude man
netjes en vrouwtjes, die al zoo vroeg met gerim
pelde voorhoofden loopen; die
«Groen van jaren, grijs van zeden"
in de minder goede beteekenis van het woord, zulk
een contrast vormen met onbezorgde, vroolijke,
wilde jongens en meisjes. Voor hen geen zorgelooz
onschuld, geen onbevooroordeeld genot, niets van
die gelukkige onverschilligheid omtrent uiterlijk
heden, die onze kinderen kenmerkt. Zij zijn van de
wieg af doordrongen van hun gewicht en verant
woordelijkheid als aanstaande staatsburgers en
bmrgeressen en dollar-makers en maaksters. Hun
wiegelied is geld-politiek en politiek-geld, en de
almachtige dollar en de allesdoordringende politiek
beginnen hun leven te bederven, lang vóórdat zij
recht weten, dat zij leven. Waarlijk, geen
Hollandsch kind, dat een gezellig tehuis heeft en een
zorgende moeder, die het toezicht houdt over de
kinderkamer, behoeft de jeugdige Amerikanen te
benijden om hun zoogenaamde onafhankelijkheid
en vrijheid. Vrijheid is niet altijd zoo begeerlijk
als ze er wel uitziet en in dit geval gaat zij dik
wijls hand in hand met verwaarïoozing.
Bij de politiek van papa ea de clubs, visites en
winkelexpedities van mama schieten de kinderen
te kort, en te oordeelen naar de mannen, die stad
eu land regeeren, was dat een paar generaties ge
leden ook al zoo. De ouders vertrouwen de taak van
opvoeding toe aan de school, en de school doet
wat zij kan, maar laat veel over aan de ouders,
dus groeien de kinderen in de meeste gevallen op,
zooals zij willen. Maken zij het een beetje bont,
dan is papa of mama, wie het eerste bij de hand
is, dadelijk klaar met een pak slaag, een argument
dat zóó dikwijls gebruikt wordt, dat het zijn in
vloed verloren heeft en geen kind er ooit aan
denkt, een ondeugenden streek ongedaan te laten
uit vrees voor straf. Integendeel, de deugnieten
denken : ,/als ik toeh slaag krijg, wil ik er zooveel
mogelijk plezier van hebben," en voegen bij een
klein vergrijp nog een groot, en daar hebben zij
van hun standpunt uitgezien, gelijk aan. Het is
zeker heel gemakkelijk om een zweep als eenig
argument te gebruiken, maar in 't voordeel van
de kinderen is het niet; niemand zal zeggen, dat
bet iemands gevoel van eigenwaarde verhoogt of
bem een gevoel van moreele verantwoordelijkheid
geeft, als hij als een hond wordt afgeranseld voor
iets, dat een ander slecht vindt, zonder dat hem
zelfs een woord tot uitleg wordt gegeven. Menig
kind gaat als het ouder wordt den verkeerden weg
op, omdat het, slechts door de roede in bedwang
gehouden en gewend, anderen voor hem te zien
becordeelen, wat goed en wat verkeerd is, met zijn
moreele vrijheid geen weg weet en uit den band
springt.
Hiertegenover, of liever hiernaast staat, dat zij
altijd een onbeperkte hoeveelheid zoetigheid tot
hun beschikking hebben, een paradijs voor het kind,
een bron van ellende voor den mensch, die er uit
De drie mogendheden
(Engeland, Mand, Frankrijk) en de Snltan,
(Moonshine.)
groeit en zijn leven lang te kampen heeft met
slechte tanden en een bedorven maag. Er is geen
Amerikaan, die niet een goede klant voor den
tandmeester en den dokter is, en menigeen zal
zeker later wel eens wensehen, dat zijn ouders
hem niet hadden toegestaan, zooveel taartjes en
bonbons en allerlei onverteerbare spijzen te eten
toen hij een kind was.
Geeft zijn vrijheid hem een zekere onafhankelijk
heid, die hem later van onberekenbaar nut is, als
hij zich vroegtijdig door de wereld moet slaan,
zijn gevoel van eigenwaarde wordt genoeg gevoed
door zijn ouders en verdere bewonderaars. Ziet
een kind er aardig uit dan wordt hem of haar dat
voortdurend verteld, het wordt altijd mooi in de
kleeren gestoken en stapt onder zijn makkers rond
als een pauw. Daar de Amerikaansche kinderen
allen nogal aardig en elegant zijn, gebeurt het dik
wijls dat een heel gezelschap van die pauwtjes
en pauwinnetjes om elkaar heendraait en bijna
niet hard durft te loopen of te spelen, uit augst
van uit den plooi te raken.
Een land als Amerika, dat laagen tijd de ver
gaderplaats is geweest van de laagste elementen
der Europeesche maatschappij, waar de openbare
zedelijkheid door het slijk gesleurd wordt als in
geen land in Europa, welks innerlijke onbeschaafd
heid slechts door een dun laagje vernis, door een
uitgebreide code van etiquette bedekt, zich in alles
openbaart, waar het woord //Regeering" slechts het
beeld van een bende omkoopbare gauwdieven voor
den geest brengt heeft wel wat hervorming en
verbetering noodig. Maar zulk een hervorming kan
n man niet tot stand brengen. Luthers worden
niet alle dagen geboren ; en al stond er eens iemaud
op, die denzelfden ijver, de overredingskracht, de
talenten van den grooten hervormer had, dan zou
hij waarschijnlijk lang zooveel succes niet hebben,
als hij reinheid van zeden, zelfopoffering, matig
heid ia het concrete dagelijksch leven predikte, dan
wanneer hij nieuwe dogmas in het abstracte gods
dienstige leven invoerde. Velen hebben beproefd
Dat geld leende hij tegen woekerwinst aan de
overige leden van het huisgezin. Dit wekte niet
weinig den trots op van zijn vader, die een uit
voerig verslag van de fmancieele bekwaamheden
van zijn zoon aan een der groote bladen zond, dat
het dadelijk in de kinderafdeeling der courant
drukte ter aanmoediging van andere kinderen. Een
goede reclame voor het blad, want natuurlijk moes
ten al de vrienden van het jongetje //hem in de
krant zien staau." Het gebeurt natuurlijk dikwijls,
dat van deze zwakheid van ouders en kennissen
partij wordt getrokken, en de couranten den kin
deren het hoofd op hol brengen door hun portret
te publiceeren met een overdreven verhaal van hun
kinderlijke heldeufeiten. Ziju de ouders rijk, dan
kan men dikwijls onder een portret lezen : Deze
kleine jongen zal zooveel (b.v. 100.000) bezitten,
als hij groot is", of dit meisje is met een gouden
lepel in den mond geboren", iets, dat de kleinen
zich dus al zeer vroeg als een groote verdienste
leeren toerekenen.
De opeubare scholen zijn kosteloos en alle kin
deren, arm of rijk, ontvangen er hetzelfde onder
wijs. Maar dat onderwijs, practisch als het is, is
toch zoo, dat zij, die hun kinderen wat meer dan
lezen, schrijven en rekenen willen laten leeren, de
//gelijkheid en broederschap" opofferen en hen naar
particuliere scholen zenden, als zij het maar even
kunnen bekostigen. Ieder kind is leerplichtig van
8 tot II j iar, en de staat, ziet goed toe, dat aan
dit vereischte wordt voldaan.
Op de scholen wordt voornamelijk onderwezen:
rekenen, het schrijven van een goede
businesshaud, vlot praten en het schrijven van brieven,
zeer practisch voor den aanstaanden man van
zaken maar voor anderen onvolledig, daar andere
vakkeu, als geschiedenis, aardrijkskunde eri vooral
spelling verwaarloosd worden, de laatste zelfs zóó,
dat het hoofd een;T groote firma onlangs ver
klaarde, velen jongelui een betrekking als reiziger
of correspondent te moeten weigeren, omdat hun
overigens goed gestelde brieven krioelden van de
Oïer !t hoofd gezien, of de dwaasheid der
(Judge.)
uUitenlandsche zending.
Onze kerkelijke liefdadigheid kan de ellende onder haar neus, in eigen land, niet zien.
Eerste Mogendheid: »Geef jij hem een flink
pak slaag." Tweede Mogendheid: »Neen, doe jij
iet." Derde Mogendheid: »Keen, jij!"
of met het oog op persoonlijke voordeelen of met
een minder zelfzuchtig doel, tenminste eenige ver
betering te brengen in bestaande toestandenj zooals
Dr. Parkhurst van New-York in het politiewezen
heeft willen doen. Maar al helpt zulk een
omroeren van den heksenketel voor een korten tijd, dan
geeft het op den duur, als de eerste schrik voorbij
en de nieuwigheid er af is, toch niet veel meer.
Wie de wereld beter zou willen maken dan ze nu
is, zou met het individu moeten beginnen, en hoe j
jonger dat individu is, des te beter. Een kind dat '
nog alles te leeren heeft, is gemakkelijker te leiden
tot iets goeds, iets hoogers dan het strict
materieele, dan een mensch, die reeds verhard is door
den strijd om het bestaan, het worstelen en ploe
teren voor het enkel dierlijke leven, waarvan hij
voor al zijn moeite nog niets dau ellende heeft.
Indien iedere moeder zich de moeite wilde geven,
in ieder harer kinderen de goede eigenschappen te
ontwikkelen en de slechte zooveel mogelijk uit te
roeien op de manier, die het meest met elks
karakter strookte, zouden waarschijnlijk de volgende
generaties minder omkoopbaar, getrouwer aan staat
en natie en aan hun eens gegeven woord zijn. Zij
zou een harder strijd te voeren hebben tegen de
slechte invloeden van buiten af, tegen de voor
beelden vooral, waartegen zij haar kinderen slechts
waarschuwen kan, tegen de kwade dampen van
levenswijsheid en levenszotheid, die hier de kinder
wereld doortrekken. Daarom laat zij liet zeker maar.
De opvoeding is in Amerika boven alles con
ventioneel en geheel ingericht op het ne groote
levensdoel : geld verdienen, of, zooals men zeer
karakteristiek zegt: geld maken (aan het woord
verdienen zou men wel eens eeu verkeerde uitleg
ging kunnen geven.) Natuurlijk krijgt ieder kind
zoo vroeg mogelijk een spaarpot en leeren zij zoo
spoedig mogelijk allerlei middelen om den inhoud
ervan te vermeerderen.
Een kleine jongen van drie jaar had een lesse
naartje, waarin een blikken doosje met geld was.
spelfouten. Ook de kennis van de beide eersten
is bij het verlaten der openbare school nogal vaag.
De onderwijzers doen hun best, en, in aanmerking
genomen, dat een klasse van 50 kinderen tot de
Het ministerie?Salislmry.
Uit de Clarion, weekblad der sociaal-democraten
van het Noorden van Engeland.
kleinste beuoort, en die 50 kinderen lastig worden;
door het opgesloten zijn in een beperkte ruimte,
laag van verdieping en donker, met ongemakke
lijke zitplaatsen, is het nog te verwonderen, dat
zij hun zooveel inpompen als zij doen ; zelfs in de
speel uren hadden de kinderen in het hartje der
stad geen ruimte om zich te bewegen, veel minder
om te spelen. Thans wordt hierin te New-York
verbetering gebracht door de daken der schoolge
bouwen van een stevige omheining van rasterwerk
te voorzien en tot speelplaatsen in te richten. De
speelplaats, die nu in de maak is, is 89 voet boven
den groud, hoog genoeg voor frissche lucht, en wie
de straten en sloppen tusschen Broadway en de
East Kiver kent, zal begrijpen, welk een groote
zegen het voor de kinderen is, tenminste ns per
dag uit de vunzige atmosfeer van huis en school
te ontsnappen.
Bij de nieuwe scholen, die nu en dan worden
opgericht wordt beter op verlichting, verwarming
en ventilatie gelet, maar die nu bestaan zijn soms
beter geschikt voor varkensstallen dau voor iets
anders. Kan men zich iets crgers voorstellen dan
een schoolgebouw, welks eenige uitgang bij brand
bestaat in een nauwe kronkelende houten gang:
waar bij helder weer een flauw schemerend licht
heerscht eu bij bewolkte lucht gas gebrand moet
worden ; waar geen ventilatie is, geen kasten voor
mantels en hoeden eu waar de vloer en de trap
pen overal ingezakt zijn ? Geen wonder, dat de
kinderen in zulk een omgeving niet veel onthou
den van wat hun op droge manier verteld wordt.
De schooluren zijn van 9?12 en van 1 3,
's Zaterdags is een vacantiedag, en veel huiswerk
wordt niet gegeven, zoodat de kindereu aan de
gevolgen van overwerken niet zullen sterven.
(Slot olfft.J J. M. RlTTNETl BOS.
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiimiiniimiiiiiniiliniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiin
s \ r 11 M i s.
Ik lees altijd met het grootste genoegen de
hoofdartikelen van het Rieuivs r. d. Dag, maar
nu heeft toch de heer Ritter zichzelf over
troffen. Verleden week zou ik er al op ge
wezen hebben had ik mij niet in Drenthe
bevonden, om die treffende voorstelling van
een heidensche rechtspleging in den Ballerkuil
bij te wonen. Ik wou me dat niet laten ont
gaan. En ik heb daar geen berouw van.
Meermalen heb ik a), gelijk vele anderen, de
gewaarwording gehad, alsof ik, wat ik op het
een of ander oogenblik beleefde, reeds vroe
ger nog eens precies zoo had ondervonden,.
en juist is me dat nu weer gepasseerd
in den Ballerkuil. Dat viel me zoo in toen
het koor Knapperts lied zong door Hol op
noten gezet en het duurde bijna de geheele
voorstelling door. zoodat ik nog het denkbeeld
niet van me kan afzetten, datik zelf in den vóór
tijd een Drenth ben geweest, die toen op hetzelfde
piekje zulk een rechtspleging heb bijgewoond,
waarin, dunkt me, het klaarst bewijs ligt
dat het den Asser Heeren gelukt i?, zoowel
naar den vorm als naar den geest dat stukske
Germaansch leven uit het graf der eeuwen,
volkomen getrouw aan het verleden, opnieuw
in het licht te tooveren. Het is waar, ik heb
ook op dit punt alweer tegenspraak ontmoet;
men heeft mij gezegd, dat dit eenvoudig
tooneel-reminiscensen waren van het
Leidscheplein of uit de Amstelstraat en het tijd werd,
dat ik een beetje op mijn_ geheugen ging
passen, als ik in mijne herinneringen zoo'n
formidabel aantal eeuwen door elkaar has
pelde, maar ik blijf voorloopi? bij mijn
sustenu, in afwachting, dat we den Ballerkuil
nu ook op onze Wereldtentoonstelling zullen
kunnen zien, een geheel ander oord dan dat
Landschap, waar, naar de verzekering eens
feestredenaars, tegenwoordig de Noormannen
wonen, en welks hoofdstad, volgens haar burge
meester, geenszins de minst belangrijke onder de
hoofdsteden des lands is, iets wat ik reeds
vóór mijn verblijf aldaar, dikwijls in stilte
had erkend. Maar om op Ritter terug te
komen : hij heeft zichzelf overtroffen in zijn
artikeltje ,Nfciiands Hope" in zijn blad van
31 Aug. Onwillekeurig lees ik zoo iets
overluid en dan gaat het de ooren in, zoo
als het volk zegt, als lauw water. Zelfs
de titel pakt reeds: Nêerlands Hope, niet
Nüerlauds Hoop, wat, behalve dat het lang
zoo zacht niet klinkt, bovendien tot mis
verstand aanleiding zou kunnen geven. En
toch moet ik een paar opmerkingen maken, .
juist omdat m. i. zoo'n meesterstukje geen
'enkel vlekje duldt. Want een paar vlekjes
heeft het toch, en dat ik ze heb bespeurd,
getuigt minder voor mij, dan voor de fijnheid
van het artikeltje. Waarop ziet men de spatjes
en de stofjes eer, dan op een goed gestreken wit
jurkje? Zoo b.v. brengt Ritter deuren, waarop
ons als kinderen de Vaderlandsche geschie
denis verteld werd, Woensdags en Zaterdags,
in herinnering, als de «prettigste uren van
de gansche week." Dit nu, geloof' ik, is
onjuist. Sprak Ritter hier alleen van zichzelf,
dan zou ik er niets van zeggen, maar wat mij
persoonlijk betreft en mijn kameraadjes uit
dien tijd, ik weet, zeker dat wij meer op den
jongen van Hildebrandt dan op den kleinen