De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 22 september pagina 8

22 september 1895 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 952 Een lief land, (Figaro). Een zending krukken voor Madagascar. ^CHETSJES Mi Amerik (Slot.) Waar de onderwijzer zulke groote klassen voor zijn rekening heeft, schiet er geen tijd, lust en gelegenheid over voor een meer vertrouwelijk praatje met zijn leerlingen buiten schooltijd. Het is zijn werk ook niet, hij wordt betaald om een gegeven aantal leerlingen in een bepaalden tijd een gegeven hoeveelheid geleerdheid (!) in te pom pen, en als hij dat doet is hij van zijn plichten af. Den moreelen invloed moeten zij dus thuis vinden. En in dat huis, arm of rijk, wordt alles »om het geld" gedaan, alles bepaalt zich bij het materieele, alles is laag bij den grond. Zij hebben geen tijd voor kinderlijke idealen en illusies, zij lezen sprookjes zonder aan de waarheid, die er in is, te gelooven, en zouder ze te genieten, zij deelen in de zorgen hunner ouders en dragen een deel daarvan op schouders, die nog geheel vrij behoor den te zijn. Dit kan ook niet anders in een land, waar plotselinge armoede op grooteu rijkdom volgt en bovendien geld en goed zoo ongelijk verdeeld zijn als in Amerika, waar hij, die niet millionnair is, in 't geheel niets heeft, kan het niet anders of de kinderen lijden mee onder slechte tijden. En daar slechte tijden soms veel met politiek te maken hebben, interesseeren zij zich evenveel voor het Terkiezen van //hun candidaat" als voor een nieuwe pep of een bicycle. Maar als zij een betere algemeene opvoeding kregen, hun geest de tijd en de gelegenheid werd gegeven zich te ontwikkelen en te verrijken en een breeder veld te overzien dan hun naaste om geving, het hun vergund was, zich illusiën en idealeu te vormen en i.aar iets hoogers te streven dan geld, zouden zij misschien beter de zorgen en tegenspoeden, die zij zoo vroeg leeren kennen, dragen. Het zou het vaderland ten goede komen, want het zou beteie burgers van hen maken. Hun geestelijke en zedelijke leiding ontvangen zij in de Zondagsschool, waar hun geregeld op dezelfde gedachtelooze manier dezelfde onbegrepen waarheden naar het hoofd geslingerd worden. Denken de kinderen soms dieper door, dan wordt hun al heel gauw het zwijgen opgelegd. Gelukkig, dat zij niet altijd nadenken, want, de voorstellingen en gedachten, opgewekt door de plechtige verkiaring van den Zondagsschool-onderwijzer, //dat God OTeral is, onze geheimste gedachten weet en Zijn oog ons overal volgt," moeten ... de griezeligste zijn en een zenuwachtig kind de stuipen op het lijf jagen. En, om n van de vele kinder-kerkgezangen te nemen, het Around the throne of God in Heaven Thousands of chüdren stand; Singing Glory, Glory, Glory, moet hun den hemel niet heel aanlokkelijk doen schijnen. Kinderen hebben gewoonlijk vau nature een heel ander idee van genieten. Welke voor stelling een zekere kleine jongen zich, afgaande naar de Zondagsschoollessen, van het hiernamaals maakte, blijkt uit het volgende. Hij kwam 's Zondags middags diep in gedachte thuis en ging dadelijk naar mama- //Is dat waar, ma, dat leugenaars niet in den hemel komen ?" Ja, kind, jok dus maar nooit/' Wat zal het dan in den hemel vervelend zijn, niemand dan God en George Washington," was de opmerking van den kleinen menschenkenner. Het verhaal van George Washington en zijn bijltje is nl. ieder Amerikaanseli kind bekend en wekt niet weinig hun bewonde ring, al scheen een nadere kennismaking met den man, die als knaap verklaarde, niet te kunnen liegen, bovenvermelden kleinen jongen niet zeer aanlokkelijk. Er is natuurlijk geen kind, dat niet liever thuis blijft dan dat het naar Zondagsschool gaat, al wordt hem het leven ook nog zoo zuur gemaakt in naam van den Godsdienst. Toch gaan allen gewillig, om de prijzen, die voor geregeld bezoek uitgedeeld en de pic-nics, die 's zomers gehouden worden. De Zondagsschool lectuur bestaat als overal uit ver halen over zoete huichelaartjes, die, beloond en stoute kinderen, die gestraft worden. Op hun Terdere lectuur wordt weinig gelet, totdat de geyolgen er van merkbaar worden. Boeken zijn even gemakkelijk te krijgen als suikergoed, beide zijn goedkoop, en een kind behoeft nitt in een winkel te gaan, waar hem misschien het gevraagde ge weigerd zou worden. Op de boekenstalletjes kan het voor een paar centen krijgen wat het maar wil, en kinderen verstaan de kunst, even zeker uit een stapel boeken het vergiftige te halen als uit een zak lekkers. Ik geloof niet, dat de gezonde, prettige verhalen over de avontuurlijke helden vau kapitein Marryat, Jules Verne e. a. ooit een jongen kwaad hebben gedaan. Maar de schrijvers der .zoogenaamde »dime-novels," die ook over avonturen handelen, over moord en doodslag, inbraak en diefstal en ongehoorde schatten, door leegloopen en het toeval verkregen, hebben al heel wat onheil op hun geweten. Daargelaten het ongeloofelijk groot aantal kinde ren, dat jaarlijks van huis wegloopt om liet voor beeld van de geliefde romanhelden te volgen, zijn de misdaden door kinderen gepleegd, bij onderzoek dikwijls gebleken, hun oorsprong te hebben in den een of anderen dime novel." De gedachten, opge wekt door de slechte boeken (d. i. de boeken, die allen wat slecht, laag, onnatuurlijk en ziekelijk is, als //smart" en dus voor een Amerikaan uavolgeuswaardig voorstellen) die de aankomende jongens en meisjes verslinden, vergiftigt menig leven, zoo als telkens, en telkens weer blijkt. Dat de cou ranten, die om hun kolommen te vullen, in het lange en breede uitwijden over onderwerpen, die of in een medisch vakblad of in een crimineel blad thuis behooren, eendrachtig met de boeken samenwerken, behoef ik niet te zeggen. Wanneer do lagere school achter den rug is, gaat een groot gedeelte der jonge Amerikanen aan het werk. Zij moeten nu helpen, liet huishouden te onderhouden. Zij wier ouders het betalen kun nen, gaan naar High school, waar zij van elk van een groot aantal vakken, een klein beetje leeren. Het komt op de quaiititeit aan, niet op de qualiteit, eu dikwijls wordt het noodzakelijkste nage laten, omdat er geen tijd voor is. Het weekblad Trvtti illustreert dezen toestand i ringen komen in den middenstand voor; iii den i hoogen stand, onder de geld-aristocratie, is men van meening, dat het bezit vau geld en de handig heid en bekwaamheid dat te beheeren en te ver meerderen, gepaard aan een glanzend vernis van stijve manieren en een voeabulair van geijkte uitdrukkingen eu aanhalingen over bepaalde onder werpen meer dan genoeg is. Niet dat daartoe niet veel moeite en studie behoort, maar meestal heeft alleen degeen, die zich aan die studie wijdt er iets aan. In een kort artikel onder de rubriek Society in een der Kew-Yorks-clie tijdschriften kwam laatst o. a het volgende voor: Kies nooit parlij, want wie partij kiest loopt gevaar van de zaken ernstig op te nemen, en wie ernstig is, is ecu vervelend mensch, die iedereen tot last is." Dit is de basis, waarop de deftige" maatschappij is ingericht, de leer, die van kindsbeen wordt ingeprent. Wijd u aan niets niet hart en zie], verraad nooit, dat iets u meer dan zeer opper vlakkig interesseert, dat, is alles ordinair en goed voor liet plebs. Maak u niet druk over politiek, socialisme, anarchisme, u-ij hebben onze dubbeltjes secuur en voor de rest och, dat zal onzen tijd nog wel uithouden. Bekommer u niet te veel om kunst, literatuur of wetenschap, die zijn goed voor de professionals", er zijn altijd nog mcnsclieii genoetr, die boeken schrijven en schilderen en beeldhouwen en muziek maken om ons te De wascü. (Siihouettt). Physionomisclie stnfliên m beïenfle personen, (Moonsliine). Z. K. II. de Prins van Wales. op de volgende manier: (we could not help thinking): That we teach the children Dauish, Trigonometry and Spauish ; ill their heads with old-time notions, And the secrets of the oceans; And the cuneiforin inscriptions Erom the land of the Egyptians ; Learn the date of every batlle; Know the habits of the cattle ; Kwow the date of every crowning ; Ilead the poetry of Browning ; Make tlieiu show a preference For each musty branch of sciencc ; Till the acreage of Sweden, And the scrpent's wiles at Eden, Make a mountain so immense, That wc have not a moment left To teach them Cominon Seuse. Die musty science" doet het hem juist, 'l'nilh mocht gerust zeggen: musty and superlicial science" en zou dat misschien ook wel gedaan hebben, als liet met de versmaat uitgekomen had. Zij loeren geschiedenis, maar niets dan droge feiten en jaartallen, niets van den invloed op beschaving en literatuur en op veel latere geslachten ; zij weten de wetten van de Gricksche en llomeinsclie rijken en kennen wat Grieksch en Latijn, zij hooreu spreken over de kunst en literatuur der antie ken, maar het blijft bij het hooren luiden van de klok den klepel krijgen zij nooit te zien. Van grondige studie, die tot zelfontwikkeling na het verlaten van school of college leidt, is niet veel sprake. Er zijn natuurlijk uitzonderingen, er zijn jongelui, die buiten school- en college-uren studeeren, maar veel gebeurt dat niet. Die uitzondeamuseeren. En vooial, wees nooit enthousiast dan over nietigheden. Wees in de wolken over een nieuwe ceintuur, een nieuwe dasspeld, een bekroonde kat van de tentoonstelling, een nieuw soort taartje, maar nooit over een kunstwerk dat, is ,/vulgaf'. Is het te verwonderen, dat, bij zulk een leer, waarin al de opvolgende geslachten onderwezen worden, de natie op intellectueel gebied geen stap vooruit gaat, dat Amerika geen eigen literatuur, geen nationale kunst heeft, dat hef, zelfs niet eens een natie is, en blijft wat liet altijd geweest is, ecu heterogene menscheuniassa, beslaande uit elkan der heftig bestrijdende nationaliteiten, die nog volstrekt geen aanstalten maken om ooit homogeen te worden? Hoe wil het jonge geslacht zóó ooit liet. bewustzijn krijgen, dat het den bloei vau het vaderland bevorderen moet en trotsch behoort te zijn op icdereii stap voorwaarts? Wat geeft het, l of op school vaderlandsliefde als een van de leeri vakken wordt onderwezen (vau nature schijnt zij i al niet meer te komen) als thuis niets dan lauw| lieid en eigenbelang wordt gepredikt ? Aan de Universiteiten is het hetzelfde als overal. Er bestaan geheime genootschappen, en het is een eer, daarvan deel mt te maken. Maar zij, die door harde studie eu werkelijke toewijding aan eenig vak een sieraad der universiteit zijn gewor den, worden buitengesloten, als zij niet uitmunten in lichaamsoefemngeii. Immers, zoo redeuecreu de studenten, de Universiteit is daar om iemand vier jaren onbezorgd genot, een zeker aanzien en vrienden te bezorgen, verder om te roeien, visschen, boksen, football spelen enz., studeeren is bijzaak. Deze principes worden zoozeer in practijk ge bracht, dat dit, jaar aan n der groote universi teiten, naar ik meen Yale, niet een enkel van de prijsopstclleu in de verste verte den prijs waardig M-j/l. Lu France : »IIé, zeg eens Check-man nen, houdt dat nooit op ! Ik krijg hoe langer hoe meer vuil goed te wasschen." gekeurd werd : de/e werd dus ingehouden. Een fiaai voorbeeld, voorwaar, voor Europa, dat gewend is, Amerika Ie beschouwen. zo< als het zichzelf beschouwt: als ver vooruit, bij de Oude \Vcreld. en met een zekeren naijver naar den overkant gaapt, naar de Jutn wc Wereld, het land van belofte (maar ook niet meer dan belofte !) en vooruiteausr! itiiiiMiilllltmiMMiuitiiiiMiiiiiift LLERLEI Moderne reclame. Wat zegt de lezer van deze reclame : «Alcohol & Co., hofleveranciers van Z. M. Ko ning Dood. De Grootste zaak van geheel Du'tschland ! UO.OOO lilialen in alle steden, vlekken en dorpen van het rijk ! Dagelijks worden nieuwer, geopend!" Zij staat te lezen in de Bliitter zum \Veitergtben, bladen om te verspreiden, die dooi dr. Wilhelm Bode worden geredigeerd. In bet artikel, dat dit opschrift draagt, lezen wij o. a. het volgende: «Onze zaken zijn van vroeg in den morgen tot laat in den nacht open. Den rijken zegen in aanmerking genomen die zij verspreiden. heeft de rijkswetgeving ze vrijgesteld van ,le Zon dagsrust, zoodat wij onze klanten te ieder uur. op zon- en werkdagen, bij dag en nacht kunnen bedienen. Onze enorme afname is het beste bewijs voor de voortreffelijkheid onzer waar." In Duitschland worden op het oogenblik ? >7G.470,000 liter brandewijn jaarlijks opgedron ken ; 5,455,GOO,000 liter bier, .'ÏL'2 millioen liter v ij'i, tot een gezamenlijk bedrag van tJ',00 mil lioen mark, getrokken uit 13 millioen dubbele Gentenaars gerst, 'M-L millioen cent. rogge, '2\ millioen cent. aardappelen, 'A millioen cent. rapen. De akkers, waarop al deze grondstoffen worden geteeld, zouden samen een oppervlak van ITilfn", K.M.2 beslaan, en dus een land vormen, dat het midden hield tusschen liaden en AVürttemberg. AYij zijn de grootste werkgevers in het geheele rijk, daar wij ongeveer IK muloen mensehen aan den kost helpen. Zelfs de gezondheid en hei loven onzer lieden, ontzien we niet om onze klanten een goeden drank te bereiden. liet stoken van Duitschen brandewijn bracht in l M).'), volgens de rijksstatistiek der ongeluk ken, aan (J85 lieden lichte, aan'_'(>(> zware wonden toe, en kostte '2S dooden; bij het bierbrouwer; verwondden 4<ü!) man zicb licht, l()ï>:5 zwaar, en kwamen S5 personen om. Deze cijfers hebben alleen op de industrie betrekking. Wij zijn het. die aan de rechters, het openbaar ministerie, de advocaten en deurwaarders werk en dus brood geven. Zonder ons moest de helft der gendarmes en politieagenten de rangen van het werkloozenheir gaan versterken ; zonder ons zou minsteiic de helft der gevangenissen en tuchthuizen ledig staan; eveneei s de helft der weeshuizen, gek kenhuizen, ziekenhuizen en tal van andere in richtingen. Bij langdurig genot van onze gaven. inaki n wij rijken arm, degelijke werklieden tot vagebonden, gezonden ziek, jongelingen tot bevende grijsaards. Om maar n van de groote zegenrijke gevolgen te noemen, die onze firma op haar credit mag schrijven : wij voorkomen de overbevolking van het rijk. Indien de mcnsclien niet dronken, zou een veel grooter aantal dar. tegenwoordig 70 tot SO jaar oud worden. Ei zouden veel minder ongelukken en zelfmoorden voorkomen. Duizenden kinderen die nu jaar op jaar sterven, omdat zij het bloed van dronkaards hebben geërfd, of in ellendige dronkeinanswoningen verkwijnen, zouden in leven blijven. Den rijken zegen dien een veelvuldig gebruik onzer waren medebrengt hebben wij alleen hierom ir. het licht gesteld, wijl een nieuwe sekte, de matigheidsvrienden. onze firma in diskrediet tracht te brengen. Hoedt u voor deze wolven in si'hapenvacht ! Deze leugenaars zeggen dat het drin ken geen nut heeft. Zie ons eens aan, en onze vertegenwoordigers in stad en lande, do herber giers, de wijnhandelaars en zoo voorts, en vraag dan nog, of het drinken geen nut heeft ! Dezefanatieke lieden gunnen u hoogstens licht bier. koffie, thee, en o smaad ! water. Wilt ge water drinken, als bet domme vee. als de planter. op den akker ? De natuur of de godheid mag het tot drinken hebben gegeven, maar het menschelijk vernuft heeft zich daarover lang benei; gezet. Kan van water een honderdste van het goede gezegd worden, dat de alcohol brengt ?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl