De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 29 september pagina 3

29 september 1895 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

953 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. allerergste verval. Daar bij de periodieke toewijzing der akkers, ieder zijn deel kreeg, zou er van een eigenlijk proletariaat geen sprake zijn. De gedachte was te mooi, om te worden verwezenlijkt; meer en meer gaan ook in Rusland de toestanden gelijken op die van de landen der industrie; er is in Rusland reeds een proletariaat. Ik herinner den lezer, aan wat hij van Turgenieft' heeft kunnen vernemen; en mocht men gegevens uit een roman wantrouwen, ik kan ook met cfficieele bescheiden komen aandragen. Het gemeenschappelijk landbezit, waaraan om een zeker aantal jaren een nieuwe verdeeling van den grond onafscheidelijk is verbonden, moet zelfs voor een groot deel de schuld dragen van de verarming der boeren. Want wie een groot stuk land in bewerking had, en omdat zijn gezin is veiminderd, zich na een nieuwe verdee ling met de helft moet tevreden stellen, ziet zich genoopt, zijn geheele inrichting, zijn bedrijfsbenoodigdheden tot de helft in te krimpen. Doch wie slechts een kleine strook bearbeidde, en nu met de zorg voor een tweemaal zoo groot deel wordt belast, mist vaak de middelen, naar behooren zijn uitgebreide taak waar te nemen ; het geld om de noodige werktuigen te koopen. Van technische verbeteringen, elders reeds lang ingevoerd, is hier geen sprake, van een energiek zich toeleggen op de meest doelmatige bebouwing, geen spoor. Onverschilligheid voert tot armoede; in de brandewijnflesch zoekt de verarmde troost. Een kijbje op den toestand geeft de bevoegdheid der gemeente, bij wanbe taling van een harer leden in de belastin gen. Zij mag hem, of een van zijn familie leden als arbeider verhuren, en uit het aldus gewonnen loon het verschuldigde kwijten ; zij mag een curator over hem aanstellen, die elken verkoop dien de wanbetaler doet, heeft goed te keuren ; zij kan bovendien gedwongen worden, hem een pas te weigeren, en dns voor zijn onderhoud te zorgen, tot hij zijn schuld hetft afgedaan. De fiscus is ui. slim genoeg geweest, om van het jaar der emancipatie af, de gemeente aansprakelijk te ttellen voor het geheele bedrag der binnen haar palen te hef fen belastingen. Er is een fabrieksbevolking in Rusland, en hoe zij leeft, daarvan is het volgende een staal. Het kan niet als regel gelden, want waar is een norm te vinden voor toestanden, verspreid over een rijk, dat het oppervlak heeft van een werelddeel ? Sommigen hebben het beter dan dezen; maar er zijn er ook, die het slechter hebben. Het zijn de matten vlechters in het gouver nement Moskou voor wie ik de aandacht vraag. Zij zijn boeren, in het najaar gewor ven in naburige gouvernementen, om van het eind van October tot Palmzondag, de min derheid tot het laatst van Juni, matten te vlechten van lindenbast. Zij dragen de boerenkleeding, en zijn met hun gansche gezin voor dit werk overgekomen'; in de ploeg van vier kan altijd n vrouw en n kind worden gebruikt Waar worden deze ruim 3000 per sonen, met hun aanhangsel van zuigelingen, geborgen ? In de werkplaats zelf. Gemiddeld is zij verdeeld in vertrekken vai. a 10 weef getouwen ; zij herbergt dan in elke kamer 20 a 40 werklieden. Enkele fabrieken hebben 150 menschen gebojgen in n onverdeelde ruimte. Hoe het er daai binnen uitziet, is niet dadelijk te zeggen. De bezotker begint mtt niets te zien, omdat zijn oog niet gewend is aan de hier heerschende duisternis. Lang zamerhand onderscheidt hij de lindenbast, die gelijk op waschdagen bij onze werk lieden de natte kleedingstukken, aan tou wen en stokken door het geheele vertrek hangen. Gij stoot telkens ertegen : geen won der ; het vertrek dat 2.2 a 2.5 meter, hoogstens 35 meter hoog is, werd niet op uw bezoek gebouwd. Een laag van afva], eenige centi meters dik, bedekt den grond. Kinderen kruipen daarin naar hartelust heen en weder; rondom de reusachtige kachel staan bakken inet warm water, waarin de lindenbast ligt te weeken. Tegen de ramen staan de weefgestoelen. De wanden, die nimmer worden schoongemaakt, dragen een laag schimmel, de zolders druipen. Want het is hier buiten gewoon warm; een benauwende warmte, zwanger van keuken- en slaapkamerdamp, van alle kwade gassen, die het gevolg zijn van een maandenlange opeenhooping van onzindelijke lieden. Hier wordt gegeten, ge slapen en gewerkt; hier worden kinderen geboren en liggen zieken te kermen in een hoek; hier sterven zij, als zij niet vanzelf beter worden. Het werk staat slechts stil van 214 tot i uur in den nacht, ieder lid van de ploeg (stan) slaapt overdag ruim 2V* uur. Hoog stens vijf uur slaapt gedurende al deze maan den, van einde October tot l'almzondag, de werkman, sommigen tot einde Juni; en in al dien tijd heeft hij GO vrije dagen. Wij behoe ven dus niet verbaasd te staan, van zijn uit putting te vernemen, de slechte conditie ?waarin hij verkeert tegenover anderen, als hij zich na Paschen wil gaan verhuren bij vestingwerken of anderen grondarbeid; het ver wondert ons niet, te hooren, dat zij, die het tot einde Juni uithouden, de weinige roebels, die zij bij de afrekening in handen hebben gekregen, de fabrikant zorgt, door gedwon gen winkelnering en de noodige boeten, dat het bedrag niet te groot wordt gebruiken om zich het leven lekker te maken ; dat zij luieren tot hun laatste cent op is. Het zal na het aangevoerde wel onnoodig zijn, het bestaan van een proletariaat in Rus land te bewijzen. Uit het leven van de hier besproken, geregelde bevolking, kan de toe stand der zwervers bij benadering worden opgemaakt. Hun aantal is niet gering. De Petersburger Zing. raamt het op een half millioen. Het bedelen is in sommige districten de, broodwinning. Zelfs welgestelde boeren gingen voor twintig jaar nog met gratie uit bedelen, om een gemakkelijk verkregen bijslag op hun inkomsten het minder eervolle van het beroep gaarne vergetend. Maar niet overal geschiedde het bedelen vrijwillig. Te Kronstadt waren 3000 a 4000 vrijgelaten lijfeigenen, die in geen enkelen stand konden worden op genomen tengevolge van veroordeelingen, die zij zich op den hals hadden gehaald, er zoo treurig aan toe, dat toen de rechter eens een zestigtal van hen wegens bedelarij tot l M maand gevangenisstraf veroordeelde, zij een parig om verdubbeling daarvan vroegen, wenschende, zoolang mogelijk voor hun oogenblikkelijke ellende te worden gevrijwaard. Dit heeft aanleiding gegeven, in 1881, voor de stichting van het eerste armhuis in Rusland. Sedert zijn er 43 bijgekomen, voor Rusland zeker geen groot cijfer, maar op zichzelf' een feit niet zonder beteekenis, daar het te dan ken is geweest aan de bemoeiingen van n man, den marine-chef von Buxhövden. Doch nu staat het aantal arm- en werk huizen snel te worden vermeerderd. De keizerin heeft zich het lot der zwervelingen aange trokken. Het past geheel in de traditie der Russische keizerinnen, aan het hoofd te staan van een »oeuvre" in het rijk, en misschien zou haar aandacht niet op de armhuizen zijn gevallen, was de keizeria-moeder niet hard nekkig in haar weigering, om het protectoraat der instellingen van weldadigheid aan haar schoondochter af te staan. Hiermede is niet gezegd, dat de Hessische prinses alleen uit gewoontedwang, en als pis-aller de haar bij keizerlijk decreet te biurt gevallen be scherming zal uitoefenen. Integendeel, wij mogen verwachten, dat zij den invloed van haar hooge positie vooral in de kroningsdagen zal laten gelden, om menigen rijkaard en menige stad van ingenomenheid met de heu gelijke gebeurtenis te laten blijken door de oprichting van een armhuis. Voor het kwee ken van een ijzeren kapitaal" is de grond slag gelegd; voor den bloei der stichting zijn de voorwaarden in verschillende soorten van lidmaatschap aangegeven. De macht van het verlicht despotisme is groot, en de wil schijnt goed te zijn. De wil, om gevolgen te lenigen. Mag er meer van een Russische dynastie worden verwacht ? F. M. C. Het bankroet van de wetenschap. Nu wordt het over een geheel anderen lioeg gegooid, maar het komt toch op hetzelfde neer: zelfs een blad als de Iicbats pleit implicite het bankroet van de wetenschap. <>Hoe men anarchist wordt" is een artikel van A. Albert-l'etit. dat epn fearfers-piaats inneemt; het geval-Léon Boiiteilhe wordt hierin behandeld, den man, die den brief met slagkwik zond aan Rothschild. Het leven van den jongen man wordt in groote trekken medegedeeld : te groot voor een servet en fe klein voor een tafel;aken wat wetenschap pelijke ontwikkeling betreft, is hij ontevreden, anarchist geworden, en heeft zijn kennis van de scheikunde dienstbaar gemaakt aan moordplannen. Het slot van het artikel luidt aldus : llet zit hem niet in het verspreiden op goed geloof af van ontwikkeling, in het volstoppen van leer plannen, in het vermenigvuldigen der vakken, en het opwekken, op die wijze, van een eerzucht, waaraan de toekomst misschien geen bevrediging zal schenken. Het is niet het gemis aan onder wijs, dat Léon Bouteilhe heeft belet fatsoenlijk zijn brood te verdienen, eu er op een behoor lijke manier te komen. Integendeel : in een lycóe op school geweest, waarschijnlijk met behulpvan een beurs, heeft hij een onderwijs ontvangen, te goed voor zijn betrekking in de maatschappij ; hij heeft een studietijd doorgemaakt, die hem afkeerig deed zijn van het handwerk, zonder hem voor een ander beroep te bekwamen : dat is zijn ongeluk geweest. Tal van families in be krompen omstandigheden meenen de -toekomst van hun zoon veiv.ekerd te hebben als zij maar een beurs voor hem machtig zijn geworden ; maar in veel gevallen geeft de staat hun een ongeluksgeschenk." Pensioenregeling en armenzorg. i Van issu tot ISii:! is het bedrag, door het i Burgerlijk Armbestuur van llerlijn jaarlijks be- | steed, van (>.7<Hl («Mi tot l-J.TiMl.liiitl mark gestegen. Heeft, zoo vragen de belangstellenden, de pen sioenwet dan de armenzorg niet verlicht 'i Neen, is het antwoord van den heer l-'reund, die hiernaar een speciaal onderzoek heeft ingesteld. De pen sioenwet heeft den levensstandaard der werklieden doen rijzen, en dit is oorzaak, dat liet urgerlijk Armbestuur wel minder vaak behoeft te helpen, doch duurder uit is in de gevallen waar hulp wordt verleend. In n opzicht echter moet het vcelvuldiger te hulp komen dan voorheen. Toen maakten de werklieden weinig gebruik 'van den dokter; thans halen zij hem zoodra hun iets scheelt. Die gewoonte heeft spoedig burgerrecht gekregen, en wanneer thans een werklooze ziek is, neemt hij zijn toevlucht tot het B. A., opdat dit hem aan een geneeskundige helpt. »R. Freund: Ai-beiterpflege und Arbeiterversicherung" zoo heet het boekje waaruit wij dit opteekenen; het bevat tal van belangrijke gegevens omtrent de kwestie die ook hier te lande aan de orde is. De Parijsche kelhier. De Parijsche kellner ontvangt niet alleen geen loon ; hij draagt ook nog een deel van zijn fooien af. En dat op deze manier. Hij koopt van den waard de penningen waarmede hij betaalt. Maar voor een aantal, dat de waarde van 10 francs vertegenwoordigt, betaalt bij l O Va franc. Hij verdient dus eerst, als de fooi die hij ontvangt, grooter is dan 5 pCt. van de te betalen som. Wat gelukkig gewoonlijk het geval is. Waarom de fooien niet afgeschaft, en den kellner een behoorlijk loon gegeven, vraagt de koffie huisbezoeker. Omdat, antwoordt de Franschman, een I'arijzenaar om den dood niet graag voor gierig wordt aangezien. Hij geeft, als hij een dag buiten is, zelfs een fooi aan den waard die hem bedient. In den vreemde herkent men hem hieraan. De Parijzenaar, die den moed heeft, geen fooi te geven aan den kellner, den kap persbediende, den tiakerkoetsier die Parijzenaar moet nog geboren worden ! niiiiiiiiiiiiiiiiiliniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiii Inhoud van verschillende bladen. Het Handelsblad. 22 Sept. Nederland en Borneo". Strafregisters", Khksiijkomsten". 24 Sept. Een onbillijkheid" (van minister v. Hou ten iu zake s-alarieering). 26 Sept. Een verslag der Eerste Kamer", (wets voorstel Hart'tgh). De Standaard. 23 Sept. Zusje en Broertje", (slot). 25 Sept. Cre'liet-wetten 't" 27 Sept. Deputaienvergadering" I. Het Centrum. 23 Sept. De protestmeeting te 's Bosch." 25 Sept. Protectie van landbouw" (ingez.) 2öSept. Het kiezerschap." 27 Sept. Merkwaardige verkiezingen (te Weenen)." 28 Sept. Een vrijdenkcr.s-crngres." D e T ij d, 20 Sept. Het feest der revolutie." (Uomc). 21 Sopt. Ken nieuw geprojecteerd scheepvaartkanaal in Noord Brabant", i Ingezonden). ?2 i Sept. Veranderde hirtoriebeschouwing" (de A' I<. ('rt. over lïorue, nu en voor 25 jaar). 2ó Sept. Bijgebleven indrukken van het vakcongres" [Ingezonden door l'. B, B., pr.) I. 20 Hept. De mannen, die de bres aan de Porta Pin maakten'', Het adres van antwoord". Het Nieuws van den Dag, 20 Sept. Het recht van initiatief." fDe lieer Gerritsen en zijn w. o w. betreffende d'n eed). 21 Sept. Een wenk", (kortheid van redevoeringen in de Kamei i. 23 Sopt. Tijd vinden", door B. B. 24 Sept. Professor Eruin over zoogenaaiiiden tifsdwang." 25 Sept. Onze koloniën. De Indische begrooting voor l S%." De Telegraaf. 55 Sept. De werking van de Arbeidswet en de Arbeidsinspectie hier te lande," VII (slot). Ingezonden door den heer B. H. Heldt. N. U o 11. C t. 21 Sept. Het w tavoorstel van den heer Gerritsen, betreffende den eed." 25 Sept. Nog eens de Indische tariet'wet." D e (A n t i r.) Nederlander. 23 en 21 Sept. Organisch verband I en II.'' De Maasbode. 20 Sept. 1870 20 Septem ber 1895''. 21 Sept. De liozenkrans-Encycliek", door P. M. Bots, pr. 22 Rept. De duivelvereering on de vrijmetse larij', II, door Laicus. 25 Sept. De rede van mgr. Bottcmanne". 26 Sopt. Tevredenheid", door P. M. Bots, pr. H a a g s c h Dagblad. 20 Sept. De cijferrede." 22 en 23 Sept. Het indisch budget voor IS'Jü". 20 Sept. Ons protest", ingezonden door Heijdenrrjek (2'i Sept. 181)51. 26 Sept. Spoedige hulp voor Scheveningen". (In gezonden door W. Nasor.) Het V a d e r l a n d. 20 Sept. De Rijksfinanciën." 2ü2ÜSept. Comptabiliteitsvraïen," III. Utrechtsen Dagblad. 22 Sept. De fmaneieule rede." M i d d e l b. C t. 23 Sept. Landbouw-protectionienie." 20 Sept, Do rnillioenen-rede." Pro v. Gr on. Ct. 23 Sept. De gemeente-bogrooting." N. \Vinsch. Ct. 22 Sept. Het eerste signaal1' (congres 11. K. Volksbond). De Volk ss tem. 2H Sept. 's Lands toestand." ; Dd dichter van de 1/riesi-he volkspartij", dooi- Vitus j Brninsma. Gemeentezaken. De X ed er l a n dor (weekblad). 21 Sept. De liberale partij" (slot ? V e n l o o s' e h W e e k b l a d. 21 Sept. Het lot j der kieswet". D e Wachter (soc.-dem. Volksblad). 21 Sopt. ' »De hongerzweep". D o V o 11; s b a n i e r (11.-K. Volksbond). 20 Sept. Hot dessert'' (v;ui liet eongres). l'a t r i m o n i n m. 2S Sept. S-imcnwerkins". l! echt voor allen. 21 en 22 Sept Werken eu eten" M" SfümLi.'irJ . ?JU en 'il Sept. ..Engels over den Slaat". Het Niéuwe S e h o o l b l a d. '27 Sept. Ge motiveerd ontslag? (van do onderwijzers te den Heidei')." Signalementen uit flen Utreciitsclien Gemeenteraad, door JAN v \x 't Sririrr. Zij, die ons hebben verlaten. Vink, DuijK/x, Jiliin!;enlis ij ui, Kaag, lluhicijn Het zestal hierboven genoemd, zien we niet meer in de raadszaal ten stadhuize verschijnen. Ver.-tandige menschen, wier voorbeeld navol ging' verdient ?' Zij gaan allen heen op de w^jze, die het meest met hunnen aard overeenstemt en die men dus ook van hen had kunnen verwachten. Vink en Duijvis, lange jaren zeer verdienste lijke raadsleden geweest, voelden den ouden dag naderen en gaven nu ten slotte nog een blijk van gezond verstand, dat hun geheele raadslidderlijk leven heeft gekenmerkt, door hunne plaats voor jongere krachten te ruimen. Zfj wilden hunnen roem niet overleven. Kaag en Holsteijn hebben niets te overleven en wanneer zij al de jaren, die zij daar in stille overpeinzing de raadsvergaderingen hebben bygewoond, nagedacht hebben over de gewichtige vraag: wat zy daar nu toch ei>;enly'k deden en of het maar niet beter ware als zij heengingen dan zal men hen nooit kunnen beschuldigen hun besluit om zich i.iet weer herkiesbaar te stellen in overijling te hebben genomen. lïlankenheijin zei ook niet veel, maar hij zag er ten minste uit alsof hij de zaken goed begreep en als hij zijne stem vóór of tegen uitbracht, dan was men nimmer geneigd te denken dat het toeval daarbij een voorname rol speelde. Zelfs als het lot (er wordt hier bij iedere stemming om de volgorde geloot) hem aanwees als den man, die het eerst zijne stem moest uitbrengen iets, wat hier voor velen dikwijls een zeer bedenkelijk geval is en de burgemeester nog eens nadrukkelijk onder de aandacht der heeren had gebracht, zooals hij gewoon is te doen: vóór is vóór en tegen is tegen Kaag heb ik bij zoo'n gelegenheid eens tegen zijn buurman hooren fluisteren: »hij ziet ons niet voor vol aan"; dat is het eenige wat ik hem ooit in den Raad heb hooren zeggen, maar 't was dan ook extract van scherpzinnigheid ? dan nog kloivk Blankenheijm's vóór of tegen zoo gedecideerd door de zaal, dat men wel overtuigd moest zijn dat die man een gevestigde opinie had. En professor d'Aulnis de Bourrouil! . . .. Ja van dezen vroeden man zal nu zeker niemand durven verklaren, dat de wijze waarop hij den Raad verlaat niet geheel overeenkomstig de verwach tingen is. Deze baron had den geest des tijds nu zoo brutaal een slag in het aangezicht gegeven als alleen een groot man het ongestraft vermag te doen. En een groot man de professor zal de eerste zijn om het toe te geven is Mr. d'Aulnis nu nog niet. Integendeel, mij zijn dingen van hem bekend, die bewezen dat de hoogge leerde beer klein, erg klein is. Trouwens, als de baron zijn niet-groot-zijn behoefde te veront schuldigen, dan zou hij terecht kunnen beweren dat Utrecht in het algemeen en de Utrechtsche Raad in bet bijzonder nu juist niet de plaatsen zijn waar iemands grootheid gesteld, dat de kiem er van ergens verscholen zit tot ont wikkeling kan komen. Professor d'Aulnis is de eenige van het zestal, die niet uit eigen bewe ging den Raad verlaat. Hij is er «uitgeknikkerd''en wel op eene voor hem stellig geheel onverwachte manier. Nog niet lang geleden, bij de verkiezirgen voor de Tweede Kamer, had hij nog getoond hoe groot zijn invloed h'er was, in weerwil daarvan dat zich toen reeds eene groote partij tegen hem gevormd bad en ook vele anderen, die zich nog niet zoo openlijk tegen hem verklaarden, des professors streken begonnen te doorzien. En hij was toen zoo overmoedig geworden dat hij, die eens de leer verkondigde dat het een genot is voor den arme om de weelde der rijken te aan schouwen, in zijn befaamd geworden rapport over minirnum-loon en maximum-arbeid, nu maar onomwonden met zijn beginselen voor den dag kwam en den werklui ook nog maar een poosje dat genot wil gunnen om de weelde der rijken te aanschouwen. liet is een aardige baas, die d'Aulnis ! Ik heb hem in vergaderingen gezien, waar verschillende sprekers, o. a. Gerritsen uit Amsterdam, zijn rapport fel bestreden en het, door hem allerlei persoonlijke liefelijkheden naar het hoofd te werpen, niet aan pogingen lieten ontbreken om hem »uit zijn nest te halen". Maar de professor, ofschoon op de eerste rij gezeten en trouw alles noteerende wat hem van belang scheen voor te komen, glimlachte maar eens even, keek de sprekers vriendelijk aan maar sprak geen woord terug. En nu gedurende het jongste verkiezingstijdperk dreef hij de vermetel heid zóó ver om in een kiezersvergadering van een tot candidaat gestelden burger op geaflec teerden toon te vragen : wie is die meneer toch? N.B. een burger die hier gewonnen en geboren is en wiens vader bij zijn leven jaren lang groote zaken gedreven heeft. Nu. al die dingen deden den baron geen goed ! Men lachte wel om de koelbloedigheid, waarmede hij alle tot hem ge richte hatelijkheden langs zich liet afdruipen als een weldadig regenbuitje, maar de meerderheid der kiezers kreeg toch een stillen afkeer van dien verwaten aristocraat, die met hetzelfde stalen gezicht waarheid en onwaarheid verkondigde, al naar het hem in de kraam te pas kwam. Vooral om de vrijmoedigheid, die hij zich bij het ver baal van feiten veroorloofde, had hij in den laatsten tijd. toen zijne kleine jokkentjes langzamerhand bekend werden, vele vijanden gekregen. Ik ken hier menschen wier eerlijkheid en goede trouw boven eiken twijfel verheven zijn en die voorheen nog al met den baron op" hadden. En toen aan die menschen het onomstootelijk bewijs geleverd werd, dat mr. d'Aulnis zooveel liefde voor de waarheid had, dat hij deze soms totaal deoddrukti', toen had de professor voor goed bij hen afgodaan. Dat deed hem veel kwaad, dat zooveel achtenswaardige mannen zich van hem afkeerden en bij de jongste verkiezing zag Z.II.gel. daar van het resultaat. Hij. die zich zoo vol vertrou wen weder herkiesbaar had gesteld kon bet niet eens zoover brengen dat hij in herstemming kwam. Hij kreeg niet meer dan TL'.'! stemmen en bleef nog een aantal achter bij den burger van wien bij zoo minachtend gevraagd had: wie is die meneer toch V Hij is eigenlijk mot stille trom begraven, want in geen enkele vereeniging is bij openlijk bestreden. Strekt dit sommigen tot bewijs van den grooten tegenzin dien mr. d'Aulnis gewekt heeft bij het gros der kiezers, de baron zelf zal uit dezo omstandigheid misschien de hoop putten, dat hij bij pen latere gelegenheid, de groote trom maar eens tlink roerende, de stille tegenwerking die hem thans heeft doen vallen, mogelijk nog wel zal overwinnen. Vourlüopig zijn we hem in den ]!aad kwijt en

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl