Historisch Archief 1877-1940
No. 953
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lithografie leeren, en de hertog van Berry en de
prinsen van Orléans.
De artisten Carle, Horace Vernet, Girodet,
Pierre Guérin, Gros, Demarne, drukten bij
Lasteyrie. Heel spoedig was de lithografie voornamelijk
de kunst der caricatuur- en spotprentteekenaars,
en speelde zij een rol in de politieke geschie
denis. Ongetwijfeld is dit mede een oorzaak
geweest van haar verval in '48, toen de censuur
geen medelijden kende. Tegelijk echter ontstond
een wedstrijd tusschen courant en prent, waarbij
de laatste het in alle opzichten moest afleg
gen. Dientengevolge kwijnde de eigenlijke
lithografie, totdat zij voor een jaar of tien, dooi
den heer Mauzon vooral, omhoog is gewerkt.
Nu behoeven de namen Dillon, Marius Perret,
Morlot maar genoemd te worden, om het tegen
deel met argumenten te staven. Zelfs Puris de
Chavannes heeft zich niet te groot geacht, om
voor deze tentoonstelling het affiche te teekenen:
een vrouw in een lange tunica, die een
lithografische proef in de hand houdt, en met welge
vallen daarnaar kijkt.
Werk van Dürer?
Het is bekend, dat Dürer tusschen 1501 en
1505 in aanraking is geweest met den keurvorst
van Saksen, Frederik de Wijze, en voor hem
belangrijke orders heeft uitgevoerd. Een
Dresdensch hoogleeraar, Gurlitt, heeft nu in de ar
chieven van Weimar documenten gevonden, waar
uit blijkt, dat in 1503 Dürer fresco's heeft ge
schilderd in de kapel en in twee groote zalen
van het kasteel te Wittenberg. De fresco's van
de kapel zijn voorgoed verloren, want het plafond
is reeds lang geleden ingestort, en nooit her
steld; maar men heeft hoop, de muurschildering
in de zalen nog onder de kalk terug te vinden.
De groothertog van Saksen-Weimar heeft de be
vindingen van prof. Gurlitt aan den keizer mede
gedeeld, en in het kasteel van Wittenberg, dat
tegenwoordig tot kazerne dient, zullen onderzoe
kingen plaats hebben.
By de firma E. J. van Wisselingh & Co.,
Spui 23, is tentoongesteld een schilderij van
N. Bastert, »Grintharten".
Op den openingsdag der tentoonstelling van
schilderijen en studies van N. Bastert in de zaal
der firma E. J. van Wisselingh & Co., zijn ver
kocht No. 3, «Namiddag en No. G, ^Heldere dag".
Bij den heer A. Preijer, lokaal Pictitra
Wolvenstraat 19, is geëxposeerd een schilderij van
Josef Israëls. »Naoogen."
Een doiwescliiefleiiis, m idylle,
The Story of Sessie. Costrell
by Mrs. IIuMPiniY WAKTI.
London, Smith Elder and
Co. 1885.
Het was te verwachten, dat als Mrs. Humphry
Ward het genre van Auerbacli, Cremer en
Gottfried Keiler ter hand nam, zij ons dan iets te ge
nieten zou geven, dat een eigen stempel, haar
eigen stempel droeg. In Sessie Costrell heeft zij
dat vermoeden bewaarheid, als dorpsgeschiedenis
eenig in haar soort is Bessie's diep aandoenlijke
geschiedenis. Doodgewone omstandigheden, de meest
alledaagsche menschen uit den eenvoudigsten ar
beidersstand, een landschap en een klimaat van
den meest vredigen en kalrnen aard, de tijdruimte
van een maand of vier, ziedaar de gegevens, waar
mee Mrs. Ward in treffende soberheid een innig
roerend verhaal heeft samengesteld.
John Bolderfield is veldarbeider, ongetrouwd; hij
kon op den Augustusavond, waarop wij hem ont
moeten, op een arbeidstijd terugzien van
zevenen-vijftig oogsten, die hij mee had helpen inhalen.
Nu was hij aan zijn laatsten bezig, want bij den
plotselingen dood van zijn boer" eii den aanstaan
den verkoop der hoeve was John voornemens om,
iimmiiiiiimiimiliiHiiiiiiiiiiiiiii
nmiini iiiiinii iimiiiiiiiimiin iiiiniii m
AÜ&ÜSTIH ROBESPIERRE.
Eene novelle uit het tijdvak der Terreur
DOOR
Dr. JAN TEN BRINK.
XXIII.
AUOUSTIN'S HOOGSTE VICTORIE.
Des morgens van den 4den Pluviöse cm
II, (23 Januari 1794) scheen de winterzon
aan een vlekkeloos blauwen hemel boven
Vesoul en omstreken. De temperatuur was
zacht, lenteachtig zacht. Het groote
eikenbosch, dat bij de steenen brug over de
Durgeon statig omhoogrees, baadde zich in den
vollen zonnegloed, daar de ontbladerde takken
overal de zonnestralen in de verborgenste
schuilhoeken deden doordringen. Des morgens
te tien uren wandelden Augustin en
Henriette door eene breede laan niet ver van de
villa der Humberts. Er moest dien dag met,
een gewichtig werk begonnen worden. Augus
tin had Henriette uitgenoodigd bij het heerlijk
zachte weer eene kleine wandeling in het
woud te ondernemen. Hun tred was bijna
als liet werk was afgeloopen, waaraan hij beloofd
had in Tra nipt on te zullen meehelpen, geen nieuwen
dienst weer aan te nemen. Hij dacht, aan Eliza, zijn
schoonzuster, bij wie hij jarenlang had ingewoond,
die altijd goed voor hem was geweest, en die nu
7.00 heel min" werd en stellig geen 14 dagen
meer zou leven. Hoe zou hij het zonder haar
stellen? Ja, hij kon bij zijn nicht Bessic Costrell
gaan inwonen of bij zijn andere nicht, Mary Ann
Waller, maar Bessie's man was zoo vroom eu zoo
slecht van humeur en .Mary Anu was toch eigen
lijk wat sukkelig en ook niet flink genoeg. Beide
zouden ze anders hem graag willen herbergen, want,
ze wisten wel . .. van d;1t.
Eu als Jolin's gedachten dien kant uitgingen,
kon hij niet treurig blijven, want er was iets in
zijn bewustzijn, n feit. dat, zich altijd weer
plaatste tusschen hemzplven en zijn treurigheid.
En het had al heel lang dien dienst kunnen ver
richten on had buitendien gemaakt, dat de oude
arbeider altijd flink het hoofd omhoog had ge
houden en vrijmoedig naar rechts en links zijn
oogen had geslagen.
Na deze aanwijzingen raden wij. die nog her
inneringen aan Silas Manier met ons meedragen.
reeds wat, het zijn zal. En werkelijk, zooals de
oude wever met den arbeid op zijn weeftoestcl,
zoo heeft John Bolderfield met zijn zwaren arbeid
op het land een aardig sommetje bijeengescharreld.
Maar anders dan Silas, is John er minder geheim
zinnig mee geweest, vele dorpelingen wisten van
zijn schat en velen ook had hij er mee uit geld
nood en tijdelijke verlegenheid gered, als hij wist,
dat ze hem rente konden betalen en dus mee konden
helpen, om zijn kapitaaltje spoediger te doen aan
groeien.
Zijn vlijt en zuinigheid, lange jaren aaneen
voortgezet, h adden zijn sommetje thans op
n-enzeventig pond gebracht. En Eliza, die met hem
zoo trouw over alles had gewaakt, was stervende.
Dien avond stak ze hem haar vermagerde hand
toe en zei: //Och John, doe het toch in de bank,
als ik er niet meer zijn zal, doe liet toch! Je zou
zooveel domme dingen hebben gedaan, als ik je
niet, had tegengehouden en uu kan ik niet meer
op je passen. Je wilt het, toch niet bij Bessie
brengen ?"
,,Bessie is mijn eigen zusters kiiid, waarom niet
bij haar ?"
//John, John, als je 't doet, zal je er berouw
van hebben; je wist nooit veel van de incuscheii
af en je zult zien. dat dit verkeerd gaat."
Op zijn eigen kamertje, op den rand van zijn
bed zittend, stak hij zijn been achteruit tot zijn
blootc voet de houten kist aanraakte en al de
nieuwe indrukken van smart en twijfel maakten
plaats voor die ne troostrijke gedachte, dat ge
voel van veiligheid, dat het bezit hem gaf. zalig
heid genoeg' om hem heen te helpen over Eliza's
dood en 't verdriet van oud te worden en alleen
te zijn. Als het werk te rampton was afgeloopen,
zou hij ervan gaan genieten, bij kleine beetjes, af
eu toe nog wat werk doende en dan weer dagen
lang vrijaf nemend. Die kist, zij was zijn glorie
en zijn trots, zij plaatste hem ver boven de andere
dorpelingen, zonder haar zou hij maar een stumperig
oud man zijn geweest.
Na deze inleiding in de geschiedenis is het voor
geen der lezers een geheim wat er verder gaat,
gebeuren. De kist verhuisde naar Bessie's woning,
werd door John zelven neergezet in een kast boven
aan de zoldertrap en de sleutel van die kast hing
als een dierbaar kleinood om Jolm's hals toen hij
al spoedig vertrok naar het plaatsje, waar hij zich
al een paar maanden geleden voor dien tijd had
verhuurd.
Bessie was een aardige goede ziel, frisch en
vroolijk, nog mooi, hoewel ze al over de dertig en
moeder van vier kleine drcumeseii was, maar niet
heel netjes en wat vluchtig en opgewonden. Zij
had wel veel goeie vrienden in het dorp, maar de
menschen rekenden haar toch eigenlijk lang niet
iiiiiiiMiiiiiiiiHiiiiinmiininiiiiiiiiimninnniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiii
niet hoorbaar, daar een dicht kleed van ver
dorde blaren den grond bedekte. Zij spraken
vertrouwelijk, bijkans fluisterend. Augustin
had zijn arm om hare leest geslagen, en zijn
wijden mantel over hare schouders uitgespreid.
Henriette zag naar hem op, met iets onuit
sprekelijk teeders in haar fonkelenden blik.
sAugustin!'' had ze juist gezegd
»Mijn eigen Augustin ! Ik beu zoo onuitspre
kelijk gelukkig. Ik heb je zoo lief ik ben
zoo lier op je !''
Augustin trok haar dicht aan zijne zijde,
en zich over haar heen buigende kuste hij
de donkere mooie vlokjes, die onder den wit
vilten hoed haar hoog voorhoofd overscha
duwden.
-- »Ik heb een gevoel, of ik al te gelukkig
ben !" ging ze voort. »Er is iets, dat me
somtijds beangstigt. Je heb om mijnentwil
je huwelijk geheim gehouden te Parijs. Wat
zal er geschieden, als je broer, en al je vrienden
vernemen, dat je je lot, aan eene ri-derrtntr
verbonden hebt?"
»Niets, mijne koningin! Roept
Maximilien mij tot verantwoording dan deel ik
hem alles mee. Hij is humaan en zeer rede
lijk. Hij zal mij begrijpen. Maar vooreerst
zal men ons wel met rust laten. Ik hebvan
morgen aan het ontbijt vertrouwelijk met den
braven Humbert gesproken. Ik achtte het
verstandig hem op de hoogte te brengen en
hij gaf mij toe, «lat er in onzen zeer
buileugenoeg naar haar zin en uu oom John, die alge
meen geacht, haar vertrouwde en later bij haar
zou komen inwonen, scheen haar dat ecu goed
ding en net geschikt, om de menschen wat hooger
denkbeeld van haar te geven. Isaac, haar man,
had niet bijster veel zin gehad in de bewaring van
het geld. Hij was een gezien lid van de kleine
gemeente van Jur/i'jiei/r/eufs, was tuinman bij vaste
klanten en ging altijd maar zoo stil zijn gang;
liet zijn vrouw in alles vrij en was doorgaande in een
melancholieke bui. Maar hij hield wel van Bessie
on de kinderen en was innerlijk trotsch op haar
vroolijkhcid en grootheid en haar knap uiterlijk.
Ze was heel mooi geweest, toen hij met, haar
trouwde een jaar of acht na den dood van zijn
eerste vrouw. Hij was veel ouder dan zij, en de
beide kinderen uit, zijn eerste huwelijk waren al uit
het, huis. het, meisje diende, doch de jongen paste
niet te best op eu gaf hem veel verdriet. Bessie
had haar zin weten door te drijven en had gedaan
gekregen, dat Isaac 's avonds John de kist had
helpen dragen en wat nog al gewicht, in de schaal
had gelegd was de gedachte aan Jolius erfenis,
waarbij zij op zijn vaderlijk gevoel had gewerkt,
wijzend op hun oudsten kleinen jongen, die een
begin van heupziekte scheen te hebben.
Alles liep Bessie mee dat najaar, want een paar
weken later stierf een oude tanle van haar te
Bedford cu liet haar ecu klein sommetje na, dat
hun wekelijksch inkomen aardig verhoogde. O.
wat was dat een heerlijkheid geweest. Zes shillings
per weck, wat. een weelde ! Ze had altijd zoo graag
geld mogen uitgeven en dit was nu zoo echt haar
eigen. Isaak, die nooit veel van haar familie had
willen weten, nam weinig notitie van het geld en
liet er haar kalm mee doen wat ze wou. Elke
week ging ze haar geld van den notaris halen en
dan bet genot van die winkels ! Alle kindereu
kregen nieuwe stukken kleeren, de buurvrouwen
werden getracteerd en in eiken winkel was men
bereid, de vroolijke Bessie op grond van haar
erfenis te borgen.
Want ocli, al gauw gebeurde dat meest alle
daagsche bij zulk ecu temperament, dat namelijk
de begeerten veel verder reiken dan de beurs. De
avonden in de herberg, als Isaac uit was naar zijn
lezingen en bidsfouden. kwamen ook duur: Bessie's
aardige grappen verzamelden altijd de jonge mannen
om haar heen en gul trad eerde zij ieder cu wilde
elkeen graag pleizicr doen. Geen vijf maanden
waren na dien Augustusavond vcrloopen, of de
meiischen begonnen druk te babbelen over Bessie;
de dominee had een zwaar hoofd in haar gangen.
ofschoon men nooit van licfdcsaangclcgenhedcn
hoorde eu de ergste babbelaarsters haar niet konden
verwijten, dat ze ooit te veel" had gehad.
Men begon echter op haar te letten eu in de
herberg trok het langzamerhand de aandacht, dat,
zij altijd met zulke vreemde oude muntstukken
betaalde eu dat ze ook vaak goudstukken had.
Maar daar niemand wist liuered ze geërfd had, kon
er veel doorgaan voor dat geld van de tante, tot
eens ecu oude arbeider aan de toonbank in de
gelagkamer zulk een huif rroini zag juist toen de
knecht aan zijn baas er zijn verbazing over te
kennen gaf. //Die ken ik wel, voor ecu jaar of
zestien heb ik eens verscheiden van die te leeu
gehad van John Bolderfield." Bessie was nog iu
de gelagkamer. Nu waarom zou je niet; er zijn
er meer zoo; ik heb deze uit lledford meegenomei^
waar ik mijn geld mag halen.'" En hier eu daar
knikjes gevend, was ze heengegaan. Maar de
kuikjes werden niet hartelijk beantwoord eu na
haar vertrek werden de hoofden bij elkaar gestoken.
Ik mag van het Weel-lilad niet de ruimte in
beslag nemen, die noodig zou zijn, om de gchecle
geschiedenis te vertellen, hoe uitlokkend die taak
ook zou zijn. Ieder zal hoop ik, moeite doen, op
zijn of haar Leesmuscmu tijd te vinden voor dit
kleine juweeltje. Voor de vertaling zal wel spoe
dig de eene of andere uitgever zorgen, dan laten
stellig onze leesgezelschappen en leesclubs zich niet
MiiiiiMMiiiiiiiiiiMiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiimiiHiimiHiii
gemeenen toestand niet anders kon gehandeld
worden, dan wij deden. Je kondt niet langer
te Parijs blijven je moest, mee, mijn Engel!"
»O Augustin! Matlmnr. Humbert is ook
al op de hoogte -- Charlotte heeft niet kunnen
zwijgen!''
»Dit,maal heeft ze met haar gebabbel
ons geholpen!".
Augustin stond even stil. Hij dacht, dat
de Maire van Yesoul, de riloi/rn Imbert,
binnen weinige minuten zijne opwachting bij
hem zou komen maken 011 keerde daarom
met Henriette op zijne schreden terug. Toen
zij de witte villa naderden, /.ei Henriette
ernstig :
»Augustin! /ul-je denken, aan wal, je
gisteren avond beloofd hebt. De gevan
genen..."
»\Voes gerust, <7/<'/v> .' Ik ga onmiddellijk
aan het werk!''
Toen ze in hel, salon van M/i/himr Humbert
verschenen, vonden ze eene deputatie uit, den
gemeenteraad van Yosoul --- den Miinr
Imbert, en vier leden van Ir muur il
romiimnnl, allen met driekleurige sjerpen allen
met de levendigste ingenomenheid Augustin
begroetend. Het nieuws van zijne komst,,
van zijne rede den vorigen avond in de zit
ting der Soi'irli' /xt/iti/idir, had de allerhoog
ste belangstelling gewekt, in Vesoul. Men
had met heimelijke woede voor de tyrannie
van de Commissarissen der Conventie gebogen
onbetuigd en wie verlegen is om een boekgeschenk
te geven of aan te wijzen, die kieze dit
tweeshilliugsboekjc, dat waar is Mrs. Humphry Ward's
naam te dragen.
Maar ik kan niet laten, toch nog iets van de
laatste bladzijden vertellen. Bessie's schuld komt
zoo gewoon en natuurlijk uit; alles is beschreven
met een onnavolgbare levendigheid, men ziet de
dingen gebeuren, men leeft met die eenvoudige
menschen mee en daarom ook deelt men zoo in
hun leed. Op den avond, als Bessie weet, dat alles
ontdekt zal worden cu iu wanhoop op haar bed is
neergevallen komt Isaac uit zijn club thuis en is
juist erg onder den indruk van een rede, die hem
iu de ziel heeft gegrepen, hem wezenlijk innig
heeft ontroerd eu hem op het idee heeft gebracht,
dat hij bij al zijn dienen van God wel een beetje
zijn huisgezin heeft verwaarloosd en dat, als hij
wat hartelijker was geweest voor Bessie, zij mis
schien niet zoo uithuizig eu verkwistend zou zijn
geworden. Hij zegt haar dat dan, is vriendelijk en
teeder en belooft meer voor haar te zijn, als zij
dan ook wat meer thuis wil blijven. Ik weet wel
dat je je best wilt doen; kom oudje, geef mij een
kus, alles zal beter worden."
Eu dan den volgenden dag Jolius thuiskomst
en de ontdekking met al die treffende bijzonder
heden eu Isaacs verdriet en zijn strengheid, maar
neen, nu vertel ik er niets meer van, dan dat ik
u even zeg, wat Bessie op een papier krabbelde,
vóór zij haar wanhopig besluit om iu liet water
te springen, uitvoerde. ,Isaac," schreef zij, je
bent wreed voor mij en ik kan geen anderen weg
inslaan dan ik nu doe. Ik heb wezenlijk eerst geen
kwaad bedoeld, ik wou het alles teruggeveu, maar
och, wat, helpt het, of ik er nog langer over praat ?
Ik kan de manier niet verdragen, zooals je nu tegen
mij spreekt eu mij aanziet, en ik wil niet in de gevan
genis, neen, ik wil niet. 't Is wel vreeslijk, want, de
kinderen zullleu geen moeder meer hebben eu ik
weet niet hoe het met, Arthur moet gaan. Maar
jij wou geen medelijden met mij hebben en daar
moet ik maar aldoor aan denkeu. Ik hield zooveel
van jou en de kinderen. Je moet erop letten dat,
Arthur warm is ingepakt en Edie's oogeu moet je
nu eu dan eens naar laten zicii. Ik tien heel akelig,
maar ik weet niets meer te zeggen. Als ze mij
binnen brengen, wil je me dan een kus geven en
dan zeggen: Bessie ik vergeef je." Het zal je
geen kwaad doen eu misschien kan ik het wel lioorcn,
al merk jij het niet. Nu vaarwel, Isaac van je
liefhebbende vrouw, Bessie "
De Erven Loosjes te Haarlem zullen met l
Januari IS'.HJ een nieuw tijdschrift uitgeven. Op
dn manier van de bekende »Koview of Reviews"
zullen zij eeu llollanrJsclic Kerne geven, die de
meest bekende Hollandsche. Fransche. Kngelsche,
Duitsche en Amerikaanschc tijdschriften maan
delijks zal bespreken on reviewen; bovendien
zullen er eenige belangrijke hoofdartikelen aan
toegevoegd worden, als: Maandelijksch overzicht
v:m de wereldgeschiedenis; Levensschetsen van
bekende tijdgenooten; Kritiek over nieuw ver
schenen boeken en politieke karikaturen enz. De
JlollnnducJie Kevue zal geredigeerd worden door
Frans Netscher te Rotterdam en maandelijks per
aflevering pi.m. .'! vel kwarto (48 pag.) bevatten.
Do prijs van dit geïllusteerde tijdschrift zal waar
schijnlijk slechts / 7.50 per jaar bedragen.
liet Nic'Mos geeft, in een geïllustreerd boekje,
door den redacteur J. F. L. de Balbian Verster
opgesteld, de freschiedenis r.an een
LomliokTelegram. Juist een werkje, om bij het groote
publiek in den smaak te vallen.
Mark Twain geruïneerd.
Mark Twain, de beroemde Amerikaansche
humorist, is geheel geruïneerd door het failliet
van zijn uitgever. Hij heeft bij zijn laatste ver
hoor onder oede verklaard, geen cent meer te
bezitten. Gelukkig voor hem zijn zijn werken
zeer populair in Amerika, en zullen de Yankees
imiiiiiiiiiiiMiiiiimiiiHiiiiHiiiHHiiiiiiiiitiiiimiiimiiiiiniiimiiiimiiiiiiiiii
verzet scheen onmogelijk. De
Hebertistische geweldenarij van Bernard do Saintes
had bij de meerderheid der burgerij van
Vesoul eene hevige verbittering gewekt. Men
stelde zich voor, dat te Parijs in de Con
ventie en in de Comité's geheel gelijke geest,
heerschte en plotseling klonk de tijding,
dat Robespierre's eigen broeder, de held van
Toulon, was gekomen, dat, hij beloofd bad
vrede en verzoening te brengen. Aan zulk
eene plotselinge redding uit, den nood kon
men nauwelijks gelooven.
De Muire Imbert nam na de eerste plicht
plegingen het woord. Allen waren vol eer
bied van hunne stoelen gerezen, toen Augus
tin met Henriette het salon binnentrad.
Deze laatste was ongemerkt terzijde getre
den en had zich naast M'ii/rni/f Humherl.
geschaard, /ij had met Augustin afgesproken,
da i, zij zich bij ieder ambtelijke bezigheid
van den Commissaris der Conventie zooveel
mogelijk aan het, oog van het publiek zou
onttrekken - opdat verklikkers en spionnen
geene melding zouden kunnen maken van
hare tegenwoordigheid, /ij wilde haar uiterste
best, doen, zij wilde verhinderen, dat Augustin
om harentwil werd gekweld.
De cilitiini Imbert, vermogend industrieel
en zeer gematigd republikein, trad een paar
schreden Augustin tegemoet, en zeide:
Burger-representant. De gemeenteraad
van Vesoul heeft ons opgedragen u van harte