De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 13 oktober pagina 5

13 oktober 1895 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 955 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. den man het recht geeft een scheiding te wei geren en als de vrouw gedwongen door hem tot blijven, schoon zij zich ongelukkig voelt, weg wil loopen, haar terug te laten halen door de politie. »Je prendrai la fuite ! Je te ferai ramener par les gendarmes. J'en ai Ie droit." Zeer fraai is het karakter van Fergan geteekend. Hij is geen tyran, doch zeer volgens de wet, zeer gehecht aan de bestaande inrichtingen, doch bovenal zeer bevreesd voor »wat-zal-menervan-zeggen ?" Hy zal veel liever ongelukkig zyn in zijn huwelijk mits niet bedrogen, want dat is ridicuul dan in echtscheiding toe te stemmen, omdat er dan allerlei praatjes gaan bij de five o'clock's, in de clubs, in den schouwburg, om de meening van vrienden en bloedverwanten, hij heeft »une situation mondaine a sauvegarder" ; daarin ligt alles opgesloten. Daarbij komt zijn egoisrne, dat hem in alles gelijk doet hebben, dat hem, ook door zijn gevoel voor de wettige instel lingen, kan doen uitroepen : «Jamais je ne vous aurais soupconnée, je vous ai su mon ennemie, mais je vous honorais comme telle". dat hem op het laatste de verzuchting doet slaken: »Vous tes une coupable et je suis un innocent !" Fergan is een man, die bij alles wat hij doet er naar ziet, er aan denkt of »men" wel zoo handelt, die evenals Gyp's Monsieur Ie duc, zijn vrouw zou verwaarloozen, al is ze nog zoo lief en al zou hij nog zoo veel van haar kunnen houden en een mattresse nemen, die tweemaal zoo oud is als hij, beide alleen omdat het «stijl" is. Irene, Fergan's vrouw, is een dier ongelukkige meisjes, die uitgehuwelijkt worden, zonder nog in de wereld te hebben rondgekeken, aan een man van positie, gefortuneerd, van goede familie, om »une position mondaine" te hebben. Zij heeft het niet al te slecht getroffen, want haar man was niet afgeleefd bij hun trouwen, hij heeft geen zijner jongelui's-manieren gehouden, hij is steeds correct. Ongelukkig vraagt Irene iets meer dan dat, zij ergert zich aan Roberts onbeduidend heid, zij voelt geen liefde voor hem, zij acht een huwelijk zonder liefde een onding. Door het terugzien van Michel worden deze ge voelens, bjj haar nog sluimerend, geformuleerd en ziet zij het eenige redmiddel iri echtscheiding. Jammer acht ik het dat door Michel's terugzien, de gevoelens die Irene bezielen bij het echt scheiding aanvragen niet geheel zuiver meer zijn, zij weet er reeds iemand achter, zij wil niet meer alleen scheiden omdat ze zich ongelukkig voelt, omdat er geen liefde bestaat, maar omdat ze het geluk, de liefde voor zich ziet, alleen te bereiken door echtscheiding. Haar motief is niet XMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII | MIIIIIIIIIIIIIIIIIH l "i «minimin i niiiiiiiiiiiiiiniin imiii iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin AüfiüSTIS ROBESPIERRE. Eene novelle uit het tijdvak der Terreur DOOR Dr. JAN TEN BRINK. XXIV. AUGUSTIN WORDT TERUGGEROEPEN. Drukkende zomerwarmte heerschte aan het strand. Niemand vertoont er zich op dit oogenblik, des middags te twee uren, den 30 Prairial cm II (18 Juni 179-1). De zonne schijn brandt fel op het strand en op de golven der Middcllandsche Zee. Op korten afstand schitteren de witte huizen van Nizza, nog op verre na niet de bloeiende hoofdstad van het departement des Alpes Maritimcfs, zooals thans, maar eene vroolijke, half-Italiaansche, half-Fransche stad, waar op dit oogenblik het bureau-politiquc de, V armee d'Italiëen het hoofdkwartier van Generaal Dumerbion gevestigd is. In de schaduw van hoog opgaand groen vertoonden zich bij het strand eene rij witte villa's, elk afzonderlijk te midden van een tuin gelegen, waarin vruchtdragende granaatboomen in vorstelijkeu rijkdom prijkten. Aan den ingang van eene dezer villa's wapperde de standaardvlag der Fransche Republiek ??een bewijs, dat een generaal en chef, of een lid der Conventie, Commissaris bij het leger van Italië, er zijn intrek genomen had. De villa was aan de zeezijde geheel ge sloten. Witte zeilen waren tusschen de zuilen der veranda omlaag gerold schoon nie mand er zich bij de groote middaghitte ver toonde. Aan de noordzijde van het gebouw strekte zich eveneens eene veranda uit. Hier heerschte aangename schaduw eii koelte, voorzoover de aanwakkerende zeebries som tijds door de platanen en olijf boomen ruischte. Maar zij, die hier aanwezig waren, bekom merden zich noch om zeebries noch om zonnehitte. Er bevond zich in deze veranda een ge zelschap van vijf personen, twee jonge vrou wen en drie jonge mannen. Eene der vrou wen lag geknield voor den stoel, waarin de andere was teruggezonken beider gelaat drukte de hevigste ontsteltenis uit. Een der jonge mannen stond voor een klein tafeltje, met de linkerhand hield hij een brief kramplanger het zich-ongelukkig- voelen, maar de liefde voor een anderen man. Op die wijze valt de instelling van het huwelijk uit elkaar door de echtscheiding. Zoo blijft de laatste steun van het huwelijk de eigenliefde en de schijn, het wat-zal-men-ervan-zeggen? als ten minste de liefde niet de band vormt tusschen man en wouw. Mcrcure de France. l Sept. Charles Morice de biograaf van Paul Verlaine geeft in een artikel getiteld: »Une restitution du Théatre Antique" een plan voor de aanstaande Parijsche tentoonstelling in l!)()(). Hij vindiceert de leiding dier feesten voor de kunstenaars, voor dichters en schilders. Met de feesten van »La religion humaine" een eeuw geleden, stelde lioissy d'Anglas het principe: »Les fêtes metteiH l'enseignement en action'1 en Mirabeau wilde dat de groote dichters, de welsprekende redenaars er hun verzen zouden zeggen, hun redevoeringen uitspreken, om de toejuichingen van heel een volk te ontvangen, dat de groote schilders, de eminente beeld houwers hunne werken aan de hartstochtelijke bewondering zouden overgeven, dat de beroemde musici onbekende accoorden aan gewillige ooreri zouden doen verstaan. De mannen der revolutie hebben geen tijd gehad kun plan te volvoeren. Dat moet nu geschieden en daarom neemt hij het plan over van een zekeren M. Etienne Chichet, de stichting van een vThéatre Antique", dat volgens programma in vijf gedeelten zou bespeeld worden : I. circus-spelen, worstelen, wedrennen. II. opvoering van de werken van Aeschylus, Sophocles, Euripides, Aristophanes, Plautus en Terentius, in zoo getrouw mogelijke vertaling, zoo veel mogelijk volgens traditie. III. »Théatre cosmopolite moderne'' in alle talen.- IV. Letter kundige feesten ter eere van een dichter, levend of gestorven, b.v. lo triomphe de Pétrarque. Ie festival-Wagner. Ie i'estival-Balzac. Itedevoering en karakteristiek van den dichter door een be voegde. Voordrachten door de grootste artisten. V. La revue de cent ans. : Cent ans d'eft'orts humains, synthétisés ou symbolisés en une oeuvre dramatique collective, 011 tous les arts collaboreraient et qui aurait peut-être Ie doubléintéret d'un témoignage historique et littéraire." Het geheele plan is een uitwerking van het >testament de la Convention" betrekking hebbende op publieke feesten. Uit de Mereure van October, die onder anderen een »Introduction a une chimie unitaire" van A. Strindberg bevat, geheel misplaatst in een letter kundig tijdschrift, citeer ik de volgende karak teristiek van de jongeren door Fr. Vielé-Grifn'n. iiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiitiiiiuiiiii immuun MHiimiiiiiiiniiimiiii! achtig vast, met de rechter bedekte hij zijne oogen. De twee anderen stonden op een afstand en fluisterden zeer zacht en zeer ernstig. Blijkbaar had de voor eenige oogenblikken gekomen en onmiddellijk voorgelezen brief een ontzettenden schrik verspreid onder de hier aanwezige personen. Deze brief was in de volgende termen vervat: ?'Aan den ciioyen-reprcxentant Augustin Robespierre Commissaris der Conventie bij liet lc,f/cr van ltalii:, in het hoofdkwartier run den r/eneraal-en-chef Dumerbion, te NK-M. »Mon citer Augustin ! »Mijn hart wordt op de wreedste wijze verscheurd. Een en ander maal werd mij van weinig betrouwbare zijde in het geheim medegedeeld, dat ge, sinds maanden reeds, u doet vergezellen van eene citoijemie, die door velen met den titel van Madame Robespierre jeune wordt aangeduid. Ik heb aan deze cancans niet geloofd, vertrouwende op uw open, eerlijk karakter.Maar verschillende brieven uit Nizza bevestigden dit zonderling gerucht. Ik kan niet gelooven, dat ge in het geheim een huwelijk zoudt gesloten hebben, zonder er onzen vrienden of mij kennis van te hebben gegeven. »Mocht dat feit evenwel werkelijk hebben plaats gegrepen, dan verzoek ik u, desnoods gelast ik u, met Charlotte onverwijld naar Parijs terug te keeren. ten einde mij op de hoogte te stellen van uwe handelingen. Het Comitéde Salul /nil/lir meent, evenals ik,, dat hooge staatsambtenaren geheel onbesproken moeten blijven. Van uwe zijde behoort gij alles met uwe oude, eerlijke openhartigheid te verklaren. »ïn hoogen ernst roep ik u toe stipt naar dit voorschrift te handelen. Bij het minste blijk van onwil uwerzijds zou het u kunnen ga 'n als den burger-generaal Lazare Hoche. Ge weet, dat hij het Rhijn- en Moezelleger commandeerde, dat hij te Thionville (LM Ventosc an II) een huwelijk sloot, zonder kennisgeving aan het Co»tilc. Drie dagen later werd op voorstel van Carnot beslo ten, hem naar het leger van Italiëover te plaatsen. Toen hij zijne ontevredenheid daarover in een opgewonden brief aan het Comiti' kenbaar maakte, werd een bevel van inhechtenisneming tegen hem uitgege ven, geteekend door Collot d'Hevbois, Prieur de la Cote-d'or, Billaud-Varenne Robert Lindet en Prieur de la Marne. Persoonlijk heb ik voor den talentvollen generaal gepleit, het mocht niet baten. Hij wacht nu zijn lot in een artikel ter bestrijding van lienéDoumic. Voor hen, die de schrijvers kennen is deze ken schetsing niet van belangrijkheid ontbloot: »Ce qui caractérise Ie symboliste, c'est la passion du mouvement au geste iniini, de la Vie même .... Le sommet vident de l'oeuvre de M. de Régnier cette Sirene . ..: c'est désormais la glorification de la Vie, rare ailleurs dans ces nobles livres, que vous y pourrez lire; la Vie exulte chez Verhaeren, tragique et omniprósente; Laforgue la pleura trop belle, et mourut; Rettéla célèbre d'un lyrisme inlassé; Gide la boude, jaloux et exclusif; Saint-Pol-Roux se baigne dans sa lumière; Kobert de Souza. ardent la vet de l'élégance de ses rythmes ; Mockel lui tresse une guirlande naïve, Kahn la figure féerique ; u Hérold, p,lle apparait óblouissante et votive ?, Merrill lui voue de pieuses pierreries; Mauclair l'auréole de sa propre passion ; Van Lerberghe la courtise d'une voix de tendresse ; Maeterlinck l'enrichit du domaine même de la Mort ; RhenéGhil même, si obscur qu'on lo veuille. n'exalte qu'elle longue inent. De Recue Elanche van l Oct. vervolgt de uit gave van >Tosthumes de Laforgue" met »L'art moderne en Allemagne." A. G. C. de V. Toekomst-litteratuur". Langzamerhand heeft dit woord burgerrecht verkregen, als de naam voor zekere ->1ictions", waarin de schrijvers anticipeeren op de toekomst, en de volmaking geven te aanschouwen van sociale of politieke ontwikkelingsfasen, aan wier begin zij hoogstens staan. Utopia van Thomas Morus, liet jaar ;!:>40 van Sebastien Merci er zijn de prototypen van het genre, dat lang uit de mode is geweest, maar in de laatste 25 jaar weder in den smaak viel, on zijn beste vertegenwoordiger heeft in Bellamy's Looking ackioard. Het aantal werken van deze soort is grooter dan de meeste menschen zouden meenen. Sedert de verschijning van de geruchtmakende Batailte de Darkmg, omstreeks het jaar 1871, hebben bijna veertig schrijvers alleen in Frankrijk, hun verbeelding aan het werk gezet, om het leven te schilderen, gelijk het er na een of twee eeuwen zal uitzien ; een van hen beschrijft zelfs de Ruinen van Parijs in 4875. Van Mercier, tot op de hedendaagsche «renais sance" der toekomstliteratuur, is maar een enkel werk de vermelding waard. Maar dat enkele mag dan ook genoemd worden. Het is geschreven door den hertog van Lévis, later pair van Frank rijk en een van de veertig onsterfelijken zijner dagen. Het heet Les Voyages de Kar.g-Ili, en berust op een zeer eenvoudig gegeven: de man darijn Kang-Hi reist in Europa, en komt in 1910 te Parijs aan. In een reeks brieven verhaalt hij IIIIIIIIIIIIIIIIIIIllMlIII in les Carmes. Voor Hoche kon ik spreken, van u zou het niet geduld worden. Hoe bekommerd mijn hart over u ook moge zijn,miju hoogste zorg baart mij de tweespalt in het Comitéen in de Conventie. Wat baten al onze overwinningen, nu de patriotten onder ling verdeeld zijn! In Germinal heeft het Comifó voldoening gekregen door de proces sen tegen de Hébertisten en Dantonnisten, maar van dit oogenblik af toekende zich verdeeldheid in Conventie en Comité. Ge weet uit mijne vorige brieven, dat het getal mijner vijanden groeit. Ik heb de ellendige geweldenaars uit de departementen doen te rugroepen en dit heeft mij onverzoenlijker! haat van vele zijden op den hals gehaald. Touche, Tallien, Barras, Fréron, Carrier, Beruard de Saint.es, die door het Comitéwer den teruggeroepen op mijn voorstel, hebben een geheim verbond gesloten met de veraehtelijkste leden der Conventie, Bourdon de l'Oise, Rovère, Lecointre, Legendre en Thuriot. Ze leggen het op mijn val toe. Ik heb de onloochenbaarste bewijzen van hunne samen zwering in handen door de uitvoerige rap porten onzer geheime politie.'' »En den 20 Prairial,?toen ik waande de hoogste voldoening te zullen genieten toen ik als Voorzitter der Conventie de in drukwekkende plechtigheid van het Fclc de V Eire tiuprème leidde, toen sprak de haat zich luide tegenover mij uit. Oorzaak daarvan was, dat de volksmenigte mij door heel Parijs tot aan het <luinij> de Marx uitbundig heeft toegejuicht. Tallien, die hevig op mij gebeten is om de gevangenneming zijner maitrcxxc In ('alifimtx riep luid: »Hoort eens hoe men hem toejuicht!" Herhaaldelijk vernam ik het woord: >J)icta(or!" sBourdon, de l'Oise, dreigde: »Er is maar n voetstap van het Capitool naar de rots van Tarpejus!" En de bultenaar L,ecointre gierde met zijne kinderachtige stom: »Ik veracht je ik veracht je!" :^De toestand is hoogst ernstig. Een der tigtal van de eerlijkste leden der Conventie is werkzaam in de departementen. Allen terugroepen, gaat niet aan. Maar Saint-Just zal komen,zoodra hij het Noorderleger kan ver laten waar zijne tegenwoordigheid nog vercischt wordt, nu de troepen van Coburg en den Stadhouder zich samentrekken rondom Charle roi. Ik ben besloten afdoende maatregelen te nemen. We kunnen niet afwachten, dat de saamgezworen schurken mij met overmacht op het, lijf springen. Daarom liet ik Couthon onder verzet van Billaud-Varenne en Collot d'Herbois, namens het Comité, aan de Conventie voorstellen het Tribnnnl n'rote hervormen. Ik stelde voor zijn avonturen en deelt hij zijn indrukken mede aan zijn vriend Wam -Po, die te Nan-Kin is geble ven. Waarschijnlijk is die briefwisseling niet anders dan een navolging van de Lettres persanes, zij het dan ook uit de verte, en is haar hoofdinhoud dus slechts een kritiek op de toenmalige toestanden te Parijs. Maar toch zijn er hier en daar aardige vond sten in op te merken. Zoo een folioblad, in het boek gevouwen, dat tot opschrift draagt Het Ochtend blad en den datum heeft van 15 September 1!)10. Zeker heeft de schrijver niet vermoed, dat lang vóór W10 ochtendbladen van heel wat grooter afmetingen dan het zijne het daglicht zouden aanschouwen, tot in kleine provincieplaatsen toe. Verder laat hij te Philadelphia een plan op komen, om door middel van een groot kanaal de Missouri te verbinden met de «heerlijke rivier", die zich in den Stillen Oceaan stort. Ook deelt hij de ontdekking mede van een werktuigkundige die er in geslaagd is, de menschelijke stem na te bootsen, en zoo de meest beroemde zangers voor jan en alleman te doen zingen. Hij spreekt van diligences die langs ijzeren banden loopen, waarin men al slapende door kan reizen, hij noemt verder de »calèches a voile", de zeilwagens, die bij een matigen wind een groote snel heid hebben, wilde dieren doet hij zien. die merkwaardig tam zijn geworden, enzoovoorts. Wij zijn nu nog vijftien jaar van 11(10 ver wijderd, en aanschouwen reeds in de werkelijkheid tal van de dingen, die de hertog van Lévis alleen in de verbeelding zag; hadden alle droomers van heerlijke toekomstdroomen maar dezelfde profe tische gave ! Inhoud van E:gen Haard Xo. 41 : Uit het Oosten, kleine Salima, door C. A. Hoender* en Hoenderrai>sen, door C. L. van Balen, (met afbeeldingen.) Het Italiaanschc Waschmeisjc (bij de plaat naar de schilderij van A. A. E. Ilébert.) De Kssayeurs-inriehtinq van den heer J. J. Schone te Amsterdam en de Waarborg van gouden en :ilveren werken, door Dr. J. E. Rombouts, (met afbeeldingen.) (slot.) l)e generaal H. F. Meijer, door L. J. M. Glasius (met portret ) De jonge recensent, (slot.) Verscheidenheid: Schriftlezing. Middel tegen den steek van een bij. Feuilleton: Tante Hanna's Vacantiereisje. Advertentiün. iiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiiiniiimiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiM» De Gids dezer maand bevat een opstel van dr. J. M. Hoogvliet over Het goed recht der schryjftaalhervormers. Daarin trof mij, op bladzij 125, de volzin : »Konzekwencie is immers juist het allermooiste wat er op de wereld bestaat, nagenoeg het eenige goddelijke, wat in het menschelijk leven wordt aangetrott'en". Maar waarom moeten wij dan de als S uitgesproken T van basterdwoorden den eenen keer als S schrijven, vijftig gezworenen door de Conventie te doen benoemen maar ne straf, de doodstraf geene verdedigers voor de beschuldigden, die hun steun zouden vinden in de patriot tische leden der jury. Voorts geef ik de bevoegdheid aan de Conventie, aan de beide Comité's en aan den openbaren aanklager van het Tribunaal, om verdachten in hech tenis te doen nemen. De wet is den 22 Prairial door de Conventie aangenomen. Maar heden, 23 Prairial, kwam men hierop in zoover terug, dat men alleen aan de Con ventie het recht toekende hare eigen leden in hechtenis te doen nemen. Deze beslissing heeft mij tot mijn bitter verdriet geheel weerloos gemaakt tegen mijne talrijke vijan den. Ik hoopte het Comitéte kunnen over reden samenzweerders en moordenaars als Fouchó, Tallien, Barras, Carrier eu Fréron gevangen te doen zetten, doch nu is de tweespalt in den boezem van het Comit doorgedrongen. Billaud-Varenne en Collot d'Herbois hebben zich bij Fouchéen de zijnen aangesloten. Mijn val is besloten. «Maar ik zal mij verdedigen. De Jakobijnen staan pal voor mij in het gevaar. De Gemeenteraad van Parijs met den Maire Fleuriot-Lescot bevindt zich aan mijne zijde, en de meerderheid der Conventieleden is zuiver patriottisch. Kom ook daarom terstond terug! Ons beider belangen zijn ermee ge moeid. Het doet mij oprecht leed voor u, dat ik u moet oproepen uit de door u met zooveel talent en dapperheid vervulde hooge betrekking. Misschien is het maar voor zeer korten tijd, en kunt ge eerlang naar Nizza terugkeeren. «Namens het Comiti' de Saint public ben ik belast u te melden, inzonderheid uit naam van Carnot, dat uw militair beleid allen lof verdient. Ook uw beleid als staatsman heeft onze goedkeuring verworven. Uwe anti-h bertistische staatkunde gevolgd in de depar tementen dr la llantc-üaönr, dn. Doubs en du Jura, kan niet genoeg geprezen worden. De bevolking is nu geheel voor de revolutie gewonnen. Ge hebt te Besaneon in de Swii'/c l>opnlairc eene, schitterende overwinning be haald op den valschaard Bernard de Saintes, dien ik heb doen terugroepen, om uw gezag zooveel mogelijk te steunen. Uw gastheer Ilumbert van Vesoul heeft verschillende brieven aan mij geschreven, waarin hij uwen lof ver kondigt, en beweert, dat in Vesoul onze naam met de innigste vereering en eerbied wordt genoemd. Carnot heeft een bijzonder gunstig rapport uitgebracht over den luisterrijken veldtocht in Noord-Italiëvan u Gcrrninal tot 8 Floréal, nu onlangs zoo schitterend volbracht. De burger-generaal Masséiia er

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl