Historisch Archief 1877-1940
H*. 957
DE AMSTEEDAMMEK
A°. 1895.
WEEKBLAD VOOE NEDEKLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Dit Nummer bevat twee Bijvoegsels.
Het auteursrecht ,voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 ("Staatsblad No. 124).
Verschijnt eiken Zaterdagavond.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, te Amsterdam,
Singel bij de Vijzelstraat, 542.
Zondag 27 October
Abonnement per 3 maanden ?1.50, fr. p. post ? 1.65
Voor Indiëpsr jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . 0.125
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer . . . 0.^0
Reclames per regel 0.40
I N H O V Dt
VAN VERBE EN VAN NABIJ: Werkverschaffing.
Wakkere mannen en versufte helden. Spanje
en Cuba - SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Uit
de geschiedenis der trusts, door F. M. C. Jhr.
C. Hartsen -f door H. TOONEEL EN MUZIEK:
Muziek in de hoofdstad, door Van Milligen. KUNST
EN LETTEBEN: Tentoonstelling van Teekeningen,
enz. door P. Blauw. Klachten van een fransch
illustrator. Louise Labé, door Carolina Beeloo.
FEUILLETON: Augustin Bobespierre, door Dr. Jan
ten Brink. (Slot). SCHAAKSPEL. VOOB DA
MES : De vrouwenbeweging in Duitschland, door
Geertruida Carelsen Allerlei, door E-e. WE
TENSCHAP, door Dr. H. J. Betz. SCHETSJES:
Hoogere kunst! door J. Sz. Schram. VABIA.
ALLERLEI. INGEZONDEN. PEN- EN
POTLOODKBASSEN. EECLAMES.
ADVEBTENTIEN.
BIJVOEGSEL: Bekende Tijdgenooten. XXXVI. Jhr.
C. Hartsen, naar het leven geschetst door F. Hart
Nibbrig.
?iiiiiiiiiiiiiiiiiiiniii i iiiiiiiiiiiiimiiiiuiiiii
Werkverschaffing,
Over de «werkverschaffing," den afgeloopen
winter in het Buiten-Gasthuis gegeven, is
een verslag verschenen, dat wij in ieders
handen wenschen.
In 28 bladzijden met acht plaatjes en twee
bijlagen 8 plaatjes geteekend en op steen
gebracht door een der werkloozen, H. Klijn
Hznv deelen de heeren W. v. Hasselt,
C. W. Janssen en H. B. Leiebure alles mede
wat er door en onder de commissie tot werk
verschaffing is verricht. Zij stellen in het licht
de aanleiding tot, en de voorbereiding van het
plan; de wijze waarop de werkverschaffing
geregeld is geworden, geven een overzicht van
de voortbrengselen der werkverschaffing, een
beoordeeling van hetgeen vervaardigd werd,
en spreken ten slotte hun meening uit over
de beteekenis van de genomen proef.
In hoeverre dit zaakrijk verslag van Een
proef met werkverschaffing onder het bereik
van alle belangstellenden, van overtuigde
en nog te overtuigen personen, gebracht wordt,
is ons onbekend. Een verspreiding op groote
schaal onder hen, die verleden jaar hun gave
teruggehouden hebben, zou niet anders dan
tot vermeerdering van de bijdragen kunnen
leiden, die ook voor den aanstaanden winter
worden noodig geacht.
Want gelukkig, die betrekkelijk zoo goed
geslaagde proef, met veel zorg en voorzichtig
heid ondernomen, zal dezen winter worden
herhaald, en thans met nog meer kans op
goeden uitslag; daar men een ervaring heeft,
die men verleden jaar nog miste. En zoo
op eenig gebied, dan wel op dat van werk
verschaffing moet het heeten: al doende
leert men.
Ten opzichte van hetgeen in den winter
1894,95 is verricht, slechts het volgende:
Het doel was: den werkelooze te laten
arbeiden ten bate van hen, die wél behoefte,
maar geen koopkracht hadden, en aan den
arbeid zulk een verscheidenheid te geven, dat
elk zooveel mogelijk dat werk te doen zou
kunnen krijgen, wat met zijn dagelijksch vak
overeenkomt.
Werk dus, dat zoo weinig mogelijk in con
currentie zou wezen met anderen arbeid,
zoodat het de arbeidsgelegenheden elders niet
vermindert. Indien, zoo schreef de commissie
in haar circulaire van 10 Nov. 1894, »indien
het geproduceerde wordt gebracht in handen
van hen, die door hunne behoeftigheid bui
ten staat zijn zelve de artikelen te koopen,
dan wordt door zoodanige werkverschaffing
geen enkele arbeider of neringdoende in zijn
arbeid of be'drijf gestoord."
Wij stellen ons voor, dat een zeker aantal oude
meubelen, kachels, kleedingstukken van allerlei
aard, en veel wat anders op de plaats waar het
zich thans bevindt geen nut meer doet, omdat het
beschadigd of overtollig i*, tot onze beschikking
zal worden gesteld. In onze werkplaatsen wordt
dat alles, zoover het voor ons doel geschikt, is,
gerepareerd en. in bruikbaren staat gebracht. Veler
lei ambachten kunnen hierbij werk vinden. Schoen
makers en kleermakers zuilen de noodige
reparatiëu kunnen verrichten aan het schoeisel en de
kleederen van de arbeiders, die bij ons kotnei
werken.
Bij de vervaardiging van eenvoudig kinderspeel
goed, dat in de arme gezinnen maar al te vaal
ontbreekt, is de samenwerking noodig van ver
scheidene ambachten. Jn plaats van die voorwer
pen uit, het buitenland te betrekken, zullen de ver
eenigingen, die nu en dan speelgoed uitdeeleu, da
zeker gaarne uit onze magazijnen betrekken. Eeuig<
toezeggingen werden ons reeds gedaan.
Onze aandacht werd gevestigd op eene behoefti
in menige woning.
Er is in groote gezinnen veelal gebrek aan slaap
plaatsen. Kinderen slapen of in te groot aant.a.
samen in ne bedstede, of op den grond. Voor
ledikanten, ook al waren deze voor het gezin ver
krijgbaar, ontbreekt de plaats. In deze omstan
digheden zou een houten krib, zoo ingericht da
zij geheel plat kan worden toegeslagen en over dag
zeer weinig plaats inneemt, in menig gezin cei
welkom meubel zijn, en een nuttig meubel tevens,
omdat afzonderlijke slaapplaatsen voor de verschil
lende leden van het gezin om verscheidene redenen
wenschelijk zijn. Kunnen wij deze kribben, met
het noodige ligging en dekking, dezen winter doen
vervaardigen, dan zal een nnttig werk worden
verricht.
Andere werkzaamheden zullen ons zeker nog
worden aan de hand gedaan. Elk denkbeeld ons
daaromtrent medegedeeld, zal met zorg worden
onderzocht".
Welnu aan dat practisch schema heeft
men gehouden en de verwachting van de
commissie, dat andere werkzaamheden haar
zeker nog aan de hand zouden worden ge
daan, is niet beschaamd. Het overzicht van
hetgeen vervaardigd werd verrast wel het
meest door de groote verscheidenheid. Als
n voorbeeld noemen wij de
pantoffelfabricatie voor schoolkinderen,
//Dit denkbeeld werd terstond in toepassing ge
bracht en verbonden met een ander, door den heer
Gerhard, hoofd van school 71, reeds 11. jaar aan
de hand gedaan. Deze had er op gewezen, dat de
overigens zeer gezonde dracht van klompen dit
nadeel met zich brengt, dat de kinderen op school
in hun vaak dunne kousen moeten zitten en op
kousen gymnastiek moeten doen. Gedeeltejjk, om
het klompen-dragen te bevorderen, maar dan ook
op hygiënische gronden, werd door hem de invoe
ring van schoolp'intoftels aanbevolen, en dit te meer,
daar hem gebleken was, in hoe ellendigen toestand
vaak de voeten van hen verkeeren, die in schoenen
ter school komen. Die schoenen verdienen vaak
dezen naam niet meer, iets wat gemakkelijk te
begrijpen is, wanneer men bedenkt, hoe groote
uitgaven het dragen van schoenen in groote ge
zinnen medebrengt.
De overweging, dat de aanmaak van
schoolpantoffcls aan beide categoriën van kinderen, de
dragers van klompen en van schoenen met, gaten,
zeer ten goede moest komen, deed het Bestuur
besluiten, om den aanmaak daarvan in het pro
gramma op te nemen De uitvoering van het
denkbeeld was evenwel niet zoo eenvoudig als
eerst werd aangenomen. De eerste pantoffel?,
geheel van tapijtgoed gemaakt, werden door het,
schoolhoofd, dat tot de proef had opgewekt, als
onbruikbaar teruggezonden; nu ging men zolen
maken van linoleum, dat langs randen met stuk
jes leer was omzoomd. Deze zolen waren spoedig
gebroken; er bleef dus niets over dan Icereu
zooitjes te maken. In het Centraal ilaaa/.ijn
van militaire kleeding en uitrusting werd met
goedkeuring van den Minister van Oorlog eene
partij oude lederstukken gekocht en voor de
rest maar goedkoop zooileer aangeschaft. Van
goed bruikbare pantoffels werden na al dien
tegenspoed slechts een lï^O paar van verschillende
afmetingen afgeleverd, hierbij niet gerekend een
groot aantal kindcrschoentjes, van afval van leer
gemaakt, die later eenvoudig werden uitgereikt.
In deze afdeeling werd, zooals men ziet, zeer veel
leergeld betaald. Hiervan zal echter bij eene her
haling partij kunnen worden getrokken. Met groot
gemak zou dan ook met den aanmaak van pantoffels
een theoretisch onderwijs voor schoenmakers kunnen
worden verbonden en het gebruik van naai- en
stikmachiue kunnen worden onderwezen, iets waar
aan bij den Arasterdamscheu schoenmaker groote
behoefte bestaat."
Eén voorbeeld hoe deze werkverschaffing
nog heel wat meer doet dan werklieden
den winter door te helpen en hen voor een
afdalen tot de klasse der bedeelden te be
waren. Men behoeft het verslag slechts te
lezen, om er van overtuigd te worden, dat zulk
een werkverschaffing, eenige jaren herhaald,
langzamerhand, geleidelijk, op de meest
practiache wijs, kleine industrieën in het leven
zal roepen en juist door het verband, waarin
zij staat met de armoede, invloed op meer
dan n deel van het werkmanshuishouden
zal kunnen oefenen. In den afgeloopen win
ter was het totaal bedrag der ontvangsten
?54,419; hiervan werd uitgegeven aan werk
loozen ?47,149 en aan materialen ?4,734,
of, daar voor een waarde van ?900 aan
materialen nog aanwezig is: ?3.854; en al
hadde het gedurende dien tijd door al die werk
loozen geproduceerde geen hoogere waarde ver
tegenwoordigd, dan het bedrag aan het ma
teriaal besteed, dan nog zou alleen reeds met
de ten slotte geslaagde proef van het vervaar
digen van pantoffels voor schoolkinderen en het
bevorderen van het klompen dragen een blij
vend voordeel zijn behaald, dat eenige
duizenden guldens waard is. Nog eens, wij
wijzen hier slechts op n voorbeeld. Het ver
slag geeft er verscheidene, hoe werkverschaf
fing met zorg ondernomen, leiden kan tot
het werk-vinden en tevens tot verhooging
van het al te laag gezonken levenspeil der
behoeftigen.
Maar afgescheiden van elke andere over
weging, de werkloosheid is des winters te groot,
dan dat men niet weder zou moeten beproeven
ook in den aanstaanden winter den nood te
lenigen.
Deelen wij mede: dat de aanvragen tot plaat
sing in den vorigen winter bedragen hebben
3405, terwijl geplaatst werden 880 personen;
dat het loon bleef beneden de in de vakken
gangbare loonen, om den prikkel tot het
werkzoeken langs den gewonen weg niet af
te stompen ;
dat, naar de verklaring der commissie, geen
van allen (der werkloozen) zich van de voor
het werken in het Buiten-Gasthuis ontvangen
betaling een voldoende voeding konden ver
schaffen ;
dat uit het »zomeronderzoek'' is gebleken,
dat voor verreweg de meeste werklieden, die
zich hebben aangemeld in den vorigen winter,
de zomermaanden reeds weer een tijd van
ontbering zijn geweest, en juist die werklieden
uit de verschillende vakken, die hun rak
verstaan, \ijii gebleken vaak slechter er aan
toe te zijn dan degenen die slcrlttx
oji/tervlakkii/e kennis van liet werl; bezitten en daar
door beier in staal :ifn rl/ttj knoeiirerk te
leveren ,?''
dat verleden winter, met een vragen en
smeeken tot in het oneindige, voor die werk
verschaffing niet meer dan ? 54,000 is kunnen
verkregen worden, en dat ofschoon niemand
eenige gegronde aanmerking op het besteden
dier gelden heeft kunnen maken, integendeel
ieder de toewijding en den practischen zin van
de commissie en hare helpers, en het goede doel
der werkverschaffing, moest prijzen.
Deelen wij dit alles mede, dan is dit, dunkt
ons, meer dan genoeg gezegd, om hen, die
iets te geven hebben, hetzij in goederen of
in geld, te doen gevoelen, dat zij thans niet
mogen achterblijven.
De Commissie en in de eerste plaats
bet dagelijksch bestuur der Commissie de
iceren v. Hasselt, Janssen en Lefébure staaii
weder gereed. Maar allereerst is het noodi«'
dat zij weten, waarover zij te beschikken
zullen hebben.
Men zende dus zijn bijdrage bij een der
leeren :
F. J. D. Barend?, J. Becker, W. van den
Berg, J. F. L. Biankenberg, L. Brouwer
Ancher, X. A. Calisch, H. P. Craneribnrgh,
van Duivenboden, A. (J. C. van Duijl,
-'h. Falkenburg, L. M. Fredanus van Celder,
V. Gerritsen, A. F. K. Hartogh, Th.
Heemskerk, W. Pleineken, W. Hovij, P. H.
Hugenholtz ' Jr., Cornelie Jïuijgens, Aletta
H. Jacobs, W. C. JacolSon, D. Josephus
Jitta, K. de Jong, J. H. A. A. Kalff, K.
Kater, Ch. R. Kouveld, E. J. Everwijn Lange,
A. G. Last, E. Laurillard, Helene
Mercier, S. R. van Minden, C. H. J. Muller,
Hugo Muller, Jhr. H. C. J. M. van ]Xïspen
tot Sevenaar, P. Nolting, A. P. Obermeijer,
P. A. L. van Ogtrop, Jb. van Oversteeg,
W. C. J. Passtoors, H. J. Poutsma, J.
Bruinwold Riedel, A. Roelvink, L. Schuller
tot Peursum, K. Schonitzer, J. A. Siilera,
P. Smitt, J. F. Staal, J. R. M. Steins Bis
schop, J. F. H. Sterck, P. L. Tak, M. I.
den Tex, J. A. Tours, M. W. F. Treub,
M. de Vries van Buuren, W. S. J. van
Waterschoot v. d. Gracht, A. C. Wertheim,
W. I. M. Westerwoudt, J. A. Worrnser, A.
L. Wurf bain, J. N. van Zomeren ;
Dagelijks bestuur: W. van Hasselt, C. W.
Janssen, H. B. Lefébure, A. D. Holterman
en F. C. H. van Haeften.
f attee mannen en versufte tellen.
Meer dan n blad heeft zijn instemming
betuigd met hetgeen wij in het vorig Nr.
schreven over het recht, dat de tachtig- a
negentigjarige metalenkruis-ridders en de citadel
verdedigers op een pensioen hebben, gelijk
de Belgische oudstrijders genieten. En die
bladen, welke hun instemming niet uitdruk
kelijk hebben betuigd, zullen, gelooven wij,
geenszins geacht willen worden, het recht
van die tobbers op zulk een pensioen te ont
kennen. Eén blad echter schijnt het voor
de uitgeschreven collecte op te nemen, als
kon er van een pensioen geen sprake zijn,
als had het nog in het geheel niets gehoord
van de wijze, waarop men in Belgiëde oud
strijders behandelt, en van het recht van den
oudkrijger op een verzorgden ouden dag, hem
te verzekeren door het land, waarvoor hij zijn
leven vrijwillig heeft gewaagd, of gedwongen
werd zijn leven te wagen.
In de antirevoluüonaire Nederlander, hoofd
redacteur de heer De Sav. Lohman, lezen
wij het volgende, onder het opschrift: 'Iroiur
aan Koning en
VaderlandMet machtiging van H. M. de
KoningiitJifijentc.s, de hooge Beschermvrouw van de
Vereen iging Troinr aan Konhifj en Vaderland
wordt dezer dagen in geheel Nederland eene
collecte gehouden voor het fonds dat die
Vereeniging wil vormen ter ondersteuning
van behoef'tigen. gerechtigd tot het dragen
van het Metalen Kruis of de f'i/eidclinedaille.
De mannen, wien het geldt, hebben in lS30
en 1831, i p de roepstem des Konings, hun
leven beschikbaar gesteld voor het vaderland.
Bij alle gelegenheden, die zich daartoe leen
den, werden zij als brace Jiclden toegejuicht,
maar inmiddels liet men de armen onder hen
gebrek lijden. Van verschillende zijden werd
daarop onlangs de aandacht gevestigd.
Intusschen hadden eenige wakkere mannen reeds
voor enkele jaren begrepen, dat dit niet
langer mocht voortduren en zij sloegen de
handen aan het werk, om dien armen een
dragelijk lot te bereiden. Hun roepstem vond
weerklank bij II. AI. de Koningin-Regentes,
bij de regeering, bij de .Staten-(leneraal, bij
de natie ; rele liijilraijen werden ontramjcn, maar
no f i altijd ie ireini/j om meer te doen dan den
arinxlcn onder de armen een kleine ondersteu
nt »'j ff ijei'en. l)
Daarom komt het Bestuur der Vereeniging
tot allen in den lande, wier hart warm klopt
voor Vaderland en Koning, en van medelijden
bewogen is met de arme braven, wier dagen
geteld zijn, waarvan er dagelijks grafwaarts
gedragen worden en de meesten ten grave
neigen ; het vraagt hun : draagt allen uwe
gaven bij, groote of kleine, doet het met
milde hand, want er is veel noodig voor de
honderden, die armoede, die voor een groot
deel broodsgebrek lijden.
»Zij, die door omstandigheden niet in de
1) Wij cursiveeren.