De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1895 27 oktober pagina 11

27 oktober 1895 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

No. 957 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. 11 Collecte voor onze oud-strijders. COLLEOTAXT TOT DE NEDERLANDSen^ MAAGD: Een pensioen ? Mevrouw, zij zijn met een gift al zoo blij !" inilliimiiiiimiliiMMllll iiimiiiiniiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiii laanderheer van beroep, die uren van inspiratie heeft waarin een tegelijk profetisch en diep ge voeld begrip van vaderlandsliefde hem klaar wordt. Fouquier spreekt van de »ünale" van de tweede akte, want onwillekeurig denkt hij aan de opera ; daarmede kan Déroulède het doen. Het stuk moge dan »schitterend geslaagd" heeten, en de «monsieur de l'orchestre" moge den impetueusen zanger van de Chtnts de sotdats binnen eenjaar in de Académie zien wie Fransch kan lezen, denkt het zijne ervan. C. Metz. Cesar Metz, in zijn tijd een bekend en gezocht landschapsschilder, is op 72-jarigen leeftijd te München gestorven. Hij was een leerling van den idealist Ileinrich Tunk (1809?77) en onderging diens invloed. Oberbayere, Zwitserland en Itali gaven hem zijn motieven; na een kunstreis, in '52 en '53 vestigde hij zich te München, en trouwde de doohter van zijn leermeester. Tot zijn meest bekende werken behoort een uitzicht van den Hochgern op het Kaiaergebergte, tafereelen uit de Romeinsche campagna, en het meer van Albani, een gezicht op het YierwaldstiiJtermeer, bij Brunnen, en het Vierwalds'itdtermeer met den Pilatus. «iiililiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiimitiimiiiiiiMMiimii Een vraag om rechl. Dat ik volkomen instem met den inhoud van het hoofdartikel K°n Eeresr-ltiild'', ge plaatst in No. !).">() van dit blad, zal geen betoog meer behoeven, als men weet. dat ik het reeds eerder een schande noemde voor ons volk, dat onze Oud^trijders vragen moeten om hulp. Toch hoopte ik, als de roepstem, die van mij uitging, in den lande werd ver nomen, men zorgen zou, dat de oudjes'1 niet behoefden op te zien tegen de winterdagen, niet behoefden op te zien tegen de laatste winterdagen des levens. Er kwam echter betrekkelijk weinig in ; ik doe van het ont vangene nog geen verantwoording omdat ik hoop, dat alsnog vele bijdragen zullen toe vloeien 't is zóó toch nog fatsoenlijker dan door middel eener collecte, d. i. gepermitteerde bedelarij, langs de huizen. Maar tegelijk met dien oproep vroeg ik reeds in het Nieuirs r. d. Dar/ van 13 Augustus jl. den steun van in vloedrijke mannen in den lande, om op touw te zetten een adresbeweging. Voor de aanbie ding van zulk een adres is het zooals in 't hoofdart. van 't vorig nummer werd ge zegd nu juist nog tijd. Nu weet ik maar al te goed, dat van mij persoonlijk niet de minste invloed uitgaan zal op de Regeering, maar gedachtig aan 't als iemand 't hart tot spreken dringt, hij spreke", waag ik het evenwel andren mijn plan voor te leggen, andren om steun voor dat plan te vragen. Het geldt hier niet een gunst, die wij der Regeering afbedelen, maar veeleer een recht, waarom wij vragen, een verzuimd, maar toch ter elfder ure, zoo niet geheel dan althans ten deele nog, te herstellen recht. En tot wie zullen wij ons eerder en beter wenden dan tot H. M. de Regentes, van wie wij weten dat de belangen van Haar volk ook van het minder bevoorrechte deel der natie Haar ter harte gaan, als rakende ook de belangen van Hare Doorlachte Doch ter, onze geliefde Koningin. Aan dat adres stel ik mij voor den vol genden inhoud te geven: Aan Hare Majesteit de Koningin-Regentes der Nederlanden. Mevrouw! Onder de nog levende oud-strijders, dragers van het Metalen Kruis en de Citadel me daille, zijn er velen, die verkeeren in kom mervolle omstandigheden. Op een leeftijd van tachtig jaren en daar boven kunnen zij niets verdienen en zouden zij schier van gebrek moeten omkomen, indien niet van de voreeniging «Trouw aan Koning en Vaderland" van Diaconie of andere lief dadige instelling hun althans zooveel gewerd, dat zij bewaard blijven voor hongerdood. Intusschcn valt het aannemen van giften en aalmoezen zwaar voor oud soldaten, zoolang in hun hart het laatst gevoel van eer nog niet is uitgedoofd. Het is daarom, dat ondergeteeken.len niet den meesten eerbied zich tot u wenden met het verzoek, dat het door Uwer Majesteit's steun daarheen geleid worde, dat in plaats van de, gedurende de laatste jaren aan de Vereeniging »Tiotw aan Koning en Vader land" door het Ministerie van Oorlog toe gekende subsidie van f 20.000 aan de bedoelde oud-strijders, die zulks noodig hebben, en voor zoover zij dit verlangen, toegekend worde een pensioen. Wel is waar zal dit de eerste jaren een grooter offer van de schatkist vragen, maar tegelijk zal dit otf'er jaarlijks kleiner worden, naarmate het getal der grijsaards afneemt; terwijl na luttel tal jaren deze post geheel van de begroeting zal wegvallen. Maar dan heeft toch de Staat tegenover deze oud-soldaten, zij het ter elfder ure, een errfst'lndd afgedaan, tot welker afdoening wij inroepen uwer Majesteits goedwilligen steun. Met den meesten eerbied, van uwe Majesieit de Onderdanige- Dienaren en 'Iro/are Onderdanen. (Volgen de handteekeningen). Gros t. huizen 21 Oct. 'ir,. F. W. DIU.IVKR. V. D. M Kijkjes op hel loonccl en in de zaal. (1,11/ezonilen). ' ('armen. Stampvolle /.aal. In de directie loge behalve Smmpll'en van der Mandere een paar vreemde gc/ichlen. Fiore della Neve ook even om liet hoekje kijkend. Kritika tamelijk compleet. De Lange vriendelijk glimlachend, nu en dan zijn sik streelend als liet minder goed gaat. Van Milligen beurtelings helder en donker kijkend, van tijd tot tijd zijn lorgnet opzettend. Keiler niet kalm, ondoordringbaar gelaat en vragende oogen en l>rugman zijn ingespannen aandacht ui-ïsehen het tekstboekje en het tooneel verdeelend. In het orkest niets te zien, behalve de la Fuente. Voor het publiek, dat alleen op zijn rug ziet, is hij zeer kalm. doch stiekem vol leven en spanning, Mevrouw Xorcrosse met de lippen iedere noot van hare partij voor doende. Op liet tooneel allen geheel bij de /.aak; bij de terugroepingen bcteekenisvolle blikken naar de directieloge werpend. Mevrouw Norcrosse uiterlijk overmoedig en zeer op haar gemak, doch lang niet zeker of zij veilig door haar rol zal rollen. Mooie soepele : zooals D alm zegt liguur, zeer bewegelijk en niet onverdienstelijk dansend. Pauwels bij/,onder op dreef. Mooi ! zingt bijna alles in. het Fransch, wat hem zeer goed afgaat. Jammer dat hij weggaat, zoo een krijgen we niet licht weer, hoort men in de pauze overal zeggen. Mevr. Engelen, wat geforceerd verlegen doende, doch mooi zingend. De zoen in het eerste bedrijf klinkt ferm door de zaal. Niets geen tooneelzoen. Dons een ferme toreador met zwaar ge wichtige stem. Kngelen braaf als altijd, alleen een enkele schuchtere pogi ng wagend om geestig te zijn. Poons gewoon-voldoende en van lisem ge woon-ver velen d. Aardig mengelmoesje van Fransch en Hollandsch op het tooneel. Dons spreekt ook Fransch, doch l'oons en Engelen durven evenals Mevr. Thijssen en juflrouw Kamp huizen de /.aak niet, aan en spreken de gast in het Hollandsen toe, wat zij evengoed schijnt te verstaan. Mevrouw Norcrosse en Pauwels krijgen bloemen en kransen, l'auwels geeft een paar mooie rozen aan Mevr. Engelen, die /e be paald verdiend hoeft. Men zegt dat bij de volgende voorstelling van (Jannen Mevrouw Engelen in het Italiaansch, Dons in het Spaansch. Engelen in het Itussisch en Poons en van Heem in het Arabisch hunne rollen zullen zingen, nu het gebleken is dut het zingen in twee talen veel meer publiek trekt, dan wanneer er alleen Hollandsch of' Vlaamseh gezongen wordt. Dit bericht heeft, naar wij vernemen, groot enthousiasme verwekt Het is echter te hopen dat van liet phin om de prijzen voor dit zeldzaam kunstgenot, te verhoogen, zal worden afgezien. Het denkbeeld cene opera in een of andere wereldtaal Ie geven moet wel /.ijn geopperd, doch als niet practiscii zijnde, weinig onder steuning hebben gevonden. Or.-iJÏHVATOlU

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl